Page 89 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-38
6
DCA00065
LET OP:@ Zet de schroef niet overdreven strak
vast, anders kan de lamplens breken. @
DAU01579
Ondersteunen van de motorfiets Dit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of, als
geen andere standaard voorhanden
is, door een krik te plaatsen onder het
frame aan de voorzijde van het achter-
wiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.Verwijderen van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de swingarm.
D_5jj.book Page 38 Friday, September 8, 2000 3:29 PM
Page 90 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-39
6
DAU03167
Voorwiel Verwijderen van het voorwiel
DW000122
WAARSCHUWING
@ l
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
l
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
@1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-5 voor de werkwijze bij ver-
wijderen en aanbrengen van het
stroomlijnpaneel.)2. Draai de klembout van de voorwielas
los en draai dan de wielas en de rem-
klauwbouten los.
3. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-38.4. Verwijder aan beide zijden de rem-
slanghouders door de bouten los te
halen.
5. Verwijder aan beide zijden de rem-
klauwen door de bouten los te halen.
6. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
DCA00046
LET OP:@ Bekrachtig de rem niet terwijl de rem-
klauwen zijn losgehaald, anders worden
de remblokken tegen elkaar vastge-
klemd. @
1. Wielas
2. Klembout voorwielas
1. Bout (´ 3)
2. Remslanghouder
3. Remklauw
D_5jj.book Page 39 Friday, September 8, 2000 3:29 PM
Page 91 of 116
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-40
6
DAU03609
Aanbrengen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Laat het voorwiel zakken zodat dit op
de grond rust.
4. Monteer de remklauwen door de bou-
ten aan te brengen.OPMERKING:@ Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd. @5. Monteer de remslanghouders door de
bouten aan te brengen.
6. Breng de voorwielasklembout aan en
zet dan de wielas, de klembout en de
remklauwbouten vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.7. Duw het stuur enkele malen stevig op
en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
8. Breng het stroomlijnpaneel aan.Aanhaalmomenten:
Wielas:
72 Nm (7,2 m·kg)
Klembout voorwielas:
23 Nm (2,3 m·kg)
Remklauwbout:
40 Nm (4,0 m·kg)
D_5jj.book Page 40 Friday, September 8, 2000 3:29 PM
Page 92 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-41
6
DAU03537
Achterwiel Verwijderen van het achterwiel
DW000122
WAARSCHUWING
@ l
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
l
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
@1. Draai de wielasmoer en de remklauw-
bouten los.
2. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-38.3. Verwijder de wielasmoer en haal dan
de remklauw los door de bouten te
verwijderen.
4. Draai de borgmoer los aan beide zij-
den van de swingarm.
5. Draai de stelbouten voor de aandrijf-
ketting helemaal richting
a.6. Druk het wiel naar voren en haal dan
de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.
OPMERKING:@ De aandrijfketting hoeft niet te worden ge-
demonteerd om het achterwiel te verwijde-
ren en aan te brengen. @7. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
DCA00048
LET OP:@ Bekrachtig de rem niet terwijl het wiel
samen met de remschijf is verwijderd,
anders worden de remblokken tegen el-
kaar vastgeklemd. @
1. Wielasmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
1. Bout (´ 2)
D_5jj.book Page 41 Friday, September 8, 2000 3:29 PM
Page 93 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-42
6
DAU03538
Aanbrengen van het achterwiel
1. Monteer het wiel door de wielas vanaf
de linkerzijde in te steken.
2. Breng de aandrijfketting aan over het
achtertandwiel en stel dan de aandrijf-
ketting strak. (Zie pagina 6-27 voor de
werkwijze bij spannen van de aandrijf-
ketting.)
3. Breng de wielasmoer aan en laat het
achterwiel dan zakken zodat dit op de
grond rust.
4. Monteer de remklauw door de bouten
aan te brengen.OPMERKING:@ Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauw over de
remschijf wordt gemonteerd. @5. Zet de wielasmoer en de remklauw-
bouten vast met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
DAU03087
Storingzoeken Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de machine correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn. Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
150 Nm (15,0 m·kg)
Remklauwbout:
40 Nm (4,0 m·kg)
D_5jj.book Page 42 Friday, September 8, 2000 3:29 PM
Page 94 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-43
6
DAU02990
Storingzoekschema’s Startproblemen of slechte werking van de motor
DW000125
WAARSCHUWING
@ Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt. @
2. Compressie
3. Ontsteking
4. Accu1. BenzineControleer het brandstofpeil
in de benzinetank.Voldoende benzine.
Te weinig benzine.Controleer de compressie.
Benzine bijvullen. De motor start niet: Controleer de compressie.
Laat de motor ronddraaien
met de startmotor.Er is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking.
Verzoek een Yamaha dealer om inspectie.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.Nat
DroogVeeg de bougies schoon met een droge doek en stel
de elektrodenafstand bij of vervang de bougies.
Verzoek een Yamaha dealer om inspectie.Draai de gasgreep half open en
start de motor.
De motor start niet:
Controleer de accu.
Laat de motor ronddraaien
met de startmotor.De motor draait snel rond.
De motor draait
langzaam rond.De accu is in orde.
Controleer de accuklemmen en laad
indien nodig de accu op.
De motor start niet:
Verzoek een Yamaha
dealer om inspectie.
D_5jj.book Page 43 Friday, September 8, 2000 3:29 PM
Page 95 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-44
6
Oververhitte motor
DW000070
WAARSCHUWING
@ l
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
l
Breng na verwijderen van de borgbout voor de koelvloeistofradiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de koelvloeistofradiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
@OPMERKING:@ Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen. @ Wacht totdat de
motor is afgekoeld.
Controleer het koelvloeistofpeil in
de expansietank en de radiateur.
Koelvloeistofpeil in orde.Te weinig koelvloeistof:
Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Laat een Yamaha dealer het koelsysteem
controleren en zonodig repareren.Koelvloeistof bijvullen.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Als de motor weer oververhit raakt, laat dan een
Yamaha dealer het koelsysteem controleren en zonodig repareren.
Lekkage
geconstateerd.Geen lekkage
te vinden.
D_5jj.book Page 44 Friday, September 8, 2000 3:29 PM
Page 96 of 116
D_5jj.book Page 45 Friday, September 8, 2000 3:29 PM