Page 33 of 110
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4
Controlelijst voor gebruik.................................................................... 4-1
D_3lr.book Page 1 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 34 of 110

4-1
4
DAU01114
4-CONTROLES VOOR HET STARTENDe eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van de machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en wind
vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het wegvallen van
de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele inspectie uit te voeren
en bovendien de volgende punten te controleren.
DAU03328
Controlelijst voor gebruik
ONDERDEEL CONTROLEPUNTEN PAGINA
Voorrem• Controleer de remwerking, de speling van de remhendel, het niveau van de rem-
vloeistof en eventuele lekkage.
• Indien noodzakelijk, bijvullen met DOT 4 remvloeistof.6-25–6-28
Achterrem6-25–6-28
Koppeling• Controleer de remwerking, het niveau van de remvloeistof en eventuele lekkage.
• Indien noodzakelijk, bijvullen met DOT 4 remvloeistof.6-24, 6-27
Gasgreep en
behuizing• Controleer op soepele werking.
• Indien noodzakelijk smeren.6-21, 6-29
Motorolie• Controleer oliepeil.
• Indien nodig, olie bijvullen.6-9–6-12
Koelvloeistof• Controleer koelvloeistofpeil.
• Indien nodig, koelvloeistof bijvullen.6-14–6-18
Cardanolie• Kijk of er sprake kan zijn van lekkage. 6-13
Wielen en banden• Controleer de bandenspanning, de slijtage en eventuele beschadigingen. 6-21–6-24
Bedienings• Controleer op soepele werking.
• Indien noodzakelijk smeren.6-28
Rempedaal- en
schakelpedaalas• Controleer op soepele werking.
• Indien noodzakelijk smeren.6-29
Werking van rem- en
koppelingshendel• Controleer op soepele werking.
• Indien noodzakelijk smeren.6-30
Werking van de
zijstandaard• Controleer op soepele werking.
• Indien noodzakelijk smeren.6-30
D_3lr.book Page 1 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 35 of 110
CONTROLES VOOR HET STARTEN4-2
4
OPMERKING:@ Voordat de motorfiets wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinig tijd
in beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard. @
DWA00033
WAARSCHUWING
@ Wanneer functies vermeld in de Controlelijst voor Gebruik niet naar behoren werken, laat dan een inspectie uitvoeren en even-
tueel repareren voordat u de machine gebruikt. @Bevestigingsdelen van
frame• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig vastzitten.
• Indien nodig, aantrekken.—
Benzine• Controleer benzinepeil.
• Indien nodig, benzine tanken.3-8
Lichten, indikator-
lampjes en schake-
laars• Controleer op juiste werking. —
Accu• Controller het peil van de elektrolyt.
• Indien nodig, bijvullen gedistilleerd water.6-33–6-36 ONDERDEEL CONTROLEPUNTEN PAGINA
D_3lr.book Page 2 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 36 of 110
D_3lr.book Page 3 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 37 of 110
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
Starten van een koude motor ............................................................ 5-1
Starten van een warme motor ........................................................... 5-3
Schakelen van versnellingen ............................................................. 5-3
Aanbevolen schakelpunten (alleen voor Zwitserland) ....................... 5-4
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ............................................. 5-4
Inrijden van de motor ......................................................................... 5-4
Parkeren ............................................................................................ 5-5
D_3lr.book Page 1 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 38 of 110

5-1
5
DAU00372
5-GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU00373
WAARSCHUWING
@ l
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
l
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
l
Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken, kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuur
verliest.
@
DAU01627
Starten van een koude motor Het startspersysteem staat starten alleen
toe als aan een van de volgende voorwaar-
den is voldaan:l
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
l
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
DW000054
WAARSCHUWING
@ l
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-16.
l
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
@1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
DC000035
LET OP:@ Als het controlelampje voor brandstofni-
veau gaat branden, controleer dan het
brandstofniveau en vul zo nodig zo
spoedig mogelijk bij. @2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.OPMERKING:@ Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen. @3. Zet de choke aan en draai de gas-
greep helemaal dicht. (Zie pagina 3-8
voor de bediening van de choke.)
4. Start de motor door de startknop in te
drukken.
D_3lr.book Page 1 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 39 of 110

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
5
OPMERKING:@ Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Om de accu te
sparen, dient u de startmotor nooit langer
dan 10 seconden achtereen te laten
draaien. @
DC000038
LET OP:@ l
De controlelampjes voor olieniveau
en voor brandstofniveau moeten
gaan branden als de startknop
wordt ingedrukt en moeten weer
uitgaan zodra de startknop wordt
losgelaten.
l
Als het olieniveaulampje knippert
of aan blijft na het starten, zet de
motor dan direct af, controleer het
olieniveau en let op eventuele olie-
lekkage. Vul zo nodig motorolie bij
en controleer het olieniveaulampje
dan opnieuw. Als het waarschu-
wingslampje niet gaat branden als
de startknop wordt ingedrukt, of als
het lampje niet uitgaat na starten
met voldoende motorolie, vraag
dan een Yamaha dealer het elek-
trisch circuit te controleren.
l
Als het controlelampje voor brand-
stofniveau na starten blijft branden,
zet dan de motor af om het brand-
stofniveau te controleren. Vul zo
nodig brandstof bij en controleer
dan het controlelampje opnieuw.
Als het controlelampje niet gaat
branden als de startknop wordt in-
gedrukt, of als het lampje niet uit-
gaat terwijl gestart wordt met
voldoende brandstof, vraag dan
een Yamaha dealer het elektrisch
circuit te controleren.
@5. Zet na het starten van de motor de
chokehendel tot halverwege terug.
DCA00045
LET OP:@ Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van de
motor! @
6. Zet de choke uit zodra de motor warm
is.OPMERKING:@ De motor is warm wanneer hij normaal rea-
geert op de gasbediening terwijl de choke
uit is gezet. @
D_3lr.book Page 2 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 40 of 110

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
DAU01258
Starten van een warme motor Volg dezelfde procedure als bij starten van
een koude motor, alleen is het gebruik van
de choke niet nodig als de motor warm is.
DAU00423
Schakelen van versnellingen Door de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKING:@ Om de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de slag
bereikt is, waarna het pedaal iets wordt op-
getrokken. @
DC000048
LET OP:@ l
Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnel-
lingsbak in de vrijstand, en sleep de
motorfiets niet over lange afstan-
den. De versnellingsbak wordt al-
leen afdoende gesmeerd terwijl de
motor draait. Door onvoldoende
smering kan de versnellingsbak
worden beschadigd.
l
Gebruik altijd de koppeling om de
versnellingsbak te schakelen om zo
schade aan de motor, de versnel-
lingsbak en de aandrijving te voorko-
men; door hun constructie zijn deze
niet bestand tegen de schokken die
optreden bij belast schakelen.
@
1. Schakelpedaal
N. Vrijstand
D_3lr.book Page 3 Monday, December 4, 2000 11:20 AM