Page 25 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
2. Verwijder de bouten en schroeven en
neem dan het rijderzadel los.Aanbrengen van het rijderzadel
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het rijderzadel in de zadelbevesti-
ging, zoals getoond in de afbeelding.
2. Plaats het rijderzadel in de oorspron-
kelijke positie en draai dan de bouten
en schroeven vast.
OPMERKING:@ Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden. @3. Plaats de rugsteun voor het rijderzadel
terug in de oorspronkelijke positie.
DAU00260
Helmbevestiging Steek de sleutel in het slot en draai deze
dan zoals afgebeeld om de helmbevesti-
ging te openen.
Vergrendel de helmbevestiging door deze
in de oorspronkelijke positie te plaatsen en
dan de sleutel uit te nemen.
DW000030
WAARSCHUWING
@ Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt en een
ongeval niet uitgesloten is. @
1. Bout (´ 2)
2. Schroef (´ 2)
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Helmbevestiging
2. Open.
D_3lr.book Page 10 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 26 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU03414
Afstellen van de voorvork Deze voorvork is voorzien van luchtventie-
len om de veervoorspanning in te stellen.
DW000035
WAARSCHUWING
@ Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolg
zijn. @
Stel de veervoorspanning als volgt af.
1. Laat het voorwiel vrij hangen door de
motorfiets op de middenbok te zetten.OPMERKING:@ Bij het controleren en instellen van de lucht-
druk mag er geen gewicht rusten op de
voorzijde van de motorfiets. @2. Verwijder de luchtventieldop van bei-
de vorkpoten.3. Controleer met een luchtdrukmeter de
luchtdruk in beide vorkpoten.
OPMERKING:@ Een luchtdrukmeter is als optie verkrijgbaar
bij een Yamaha dealer. @4. Om de veerwaarde te verhogen en zo
de vering stugger te maken, wordt de
luchtdruk verhoogd met een lucht-
pomp of via een persluchtaansluiting.
Om de veerwaarde te verlagen en zo
een zachtere vering te verkrijgen,
wordt de luchtdruk verlaagd door bei-
de ventielstiften in te drukken.
1. Luchtventieldop
2. Luchtventiel
1. Luchtdrukmeter
D_3lr.book Page 11 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 27 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
DC000012
LET OP:@ Overschrijdt de maximumluchtdruk niet,
anders kunnen de oliekeerringen in de
voorvork beschadigd raken. @
DWA00037
WAARSCHUWING
@ In de rechter en linker vorkpoot mag de
luchtdruk niet verschillend zijn, anders
kunnen het weggedrag en de rijstabili-
teit negatief worden beïnvloed. @5. Breng de luchtventieldoppen stevig
aan.
DAU01657
Afstellen van de
schokdemperunits Beide schokdemperunits zijn uitgerust met
een stelring voor veervoorspanning en met
een stelknop voor veerdemping.
DC000015
LET OP:@ Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimuminstel-
waarden te verdraaien. @
DW000040
WAARSCHUWING
@ Geef beide schokdemperunits steeds
dezelfde instelling, anders kan slecht
weggedrag en verminderde rijstabiliteit
het gevolg zijn. @
Veerwaarde:
Minimum/standaard (zacht):
Luchtdruk =
40 kPa (0,4 kg/cm
2, 0,4 bar)
Maximum (hard):
Luchtdruk =
100 kPa (1,0 kg/cm2, 1,0 bar)
1. Schokdemperunit (´ 2)
D_3lr.book Page 12 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 28 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
ring op beide schokdemperunits in de rich-
ting
a. Draai om de veervoorspanning te
verlagen en zo de vering zachter te maken
de stelring op beide schokdemperunits in
de richting
b.
OPMERKING:@ l
Draai de stelring zodanig dat de on-
derrand tegenover het gewenste in-
stelpunt op de schokdemper staat.
l
Verricht de afstelling met de speciale
sleutel in de gereedschapsset bij de
machine.
@
Veerdemping
Draai om de veerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stelknop
op beide schokdemperunits richting
a.
Draai om de veerdemping te verlagen en zo
de vering zachter te maken de stelknop op
beide schokdemperunits richting
b.OPMERKING:@ Zet het gewenste instelpunt op de stelknop
tegenover de positie-indicator op de schok-
demper. @
Veervoorspanning:
Minimum (zacht): 1
Standaard: 1
Maximum (hard): 5
1. Stelknop veerdemping
2. Positie-indicator
D_3lr.book Page 13 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 29 of 110
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
Veerdemping:
Minimum (zacht): 1
Standaard: 1
Maximum (hard): 4
D_3lr.book Page 14 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 30 of 110
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
DAU01658
Afstemmen van afstellingen voor voor- en achtervering Hanteer deze tabel als richtlijn om de afstellingen voor demping en vering voor de voorvork en de achterschokdemper op elkaar af te stem-
men overeenkomstig de verschillende belastingscondities.CI-06D
DC000015LET OP:@ Probeer nooit een stelmechanisme voorbij de maximum- of minimuminstelwaarden te verdraaien. @
Beladingstoestand Voorvork afstellen Achterschokbreker afstellen
Veervoorspanning (luchtdruk) Veervoorspanning Veerdamping
Solo berijder40–60 kPa
0,4–0,6 kg/cm
2
0,4–0,6 bar1–2 1–2
Met passagier of met
accessoires en bagage40–100 kPa
0,4–1,0 kg/cm
2
0,4–1,0 bar3–5 2–4
Met accessoires, bagage en
passagier40–100 kPa
0,4–1,0 kg/cm
2
0,4–1,0 bar54
D_3lr.book Page 15 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 31 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
3
DAU00330
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de motorfiets verticaal houdt.OPMERKING:@ De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitleg
over het startspersysteem.) @
DW000044
WAARSCHUWING
@ Met de motorfiets mag nooit worden ge-
reden terwijl de zijstandaard omlaag
staat of niet behoorlijk kan worden op-
getrokken (of niet omhoog blijft), anders
kan de zijstandaard de grond raken en
zo de motorrijder afleiden, waardoor u
de macht over het stuur verliest. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de motorrijder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer als
de werking niet naar behoren is. @
DAU00332
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de
sperschakelaar voor de zijstandaard, de
sperschakelaar voor de koppelingshendel
en de vrijstandschakelaar deel uitmaken)
heeft de volgende functies.l
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de zijstandaard is op-
geklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
l
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
l
Het schakelt een draaiende motor af
zodra de zijstandaard omlaag bewo-
gen wordt.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig, hanteer daarbij de volgen-
de werkwijze.
DW000046
WAARSCHUWING
@ l
Bij deze inspectie moet de machine
op de middenbok worden gezet.
l
Als zich een storing voordoet,
vraag dan alvorens te gaan rijden
een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
@
D_3lr.book Page 16 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 32 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
CD-01D
Terwijl de motor uit staat:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Zorg dat de motorstopschakelaar op “ ” staat.
3. Draai de contactsleutel naar “ON”.
4. Zet de versnelling in z’n vrij.
5. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de vrijloopschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.
Terwijl de motor nog loopt:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Schakel naar de eerste versnelling.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?Nadat de motor is afgeslagen:
10. Klap de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de zijstandaardscha-
kelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.Er kan iets mis zijn met de koppelingsschake-
laar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.OPMERKING:Deze controle werkt het best wanneer de motor
al is opgewarmd.
JA NEE
Alles is in orde.
U kunt met de motorfiets gaan rijden.
JA NEEJA NEE
D_3lr.book Page 17 Monday, December 4, 2000 11:20 AM