Page 17 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
3
DAU00083
Controlelampje “ ” voor
brandstofniveau
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het brandstofniveau daalt tot beneden ca.
3 L. Als het zover is, draai dan de schake-
laar voor brandstofreserve naar de stand
“RES” en vul zo snel mogelijk brandstof bij.
DAU00063
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is ingescha-
keld.
DAU03285
Waarschuwingslampje “ ” voor
olieniveau
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende procedu-
re worden getest.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Als het waarschuwingslampje niet
gaat branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.OPMERKING:@ Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knippe-
ren bij rijden op een helling of bij plotseling
afremmen of optrekken, er is dan echter
geen sprake van een storing. @
DAU00095
SnelheidsmeterunitDe snelheidsmeterunit is voorzien van een
snelheidsmeter, een kilometerteller en een
ritteller. De snelheidsmeter toont de actuele
rijsnelheid. De kilometerteller toont de tota-
le afgelegde afstand. De ritteller toont de af-
stand afgelegd sinds de teller het laatst via
de terugstelknop werd teruggesteld op nul.
De ritteller kan worden gebruikt om de af-
stand te schatten die met een volle brand-
stoftank kan worden afgelegd. Deze
informatie stelt u in staat de volgende tank-
stops te plannen.1. Terugstelknop ritteller
2. Kilometerteller
3. Ritteller
D_3lr.book Page 2 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 18 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
DAU00101
Toerenteller Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
DC000003
LET OP:@ Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller aanwijst in de rode zone.
Rode zone: 8.500 tpm en hoger @
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie) Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere
informatie.
DAU01652
Temperatuurmeter koelvloeistof Met de contactsleutel in de stand “ON”
geeft de temperatuurmeter koelvloeistof de
temperatuur van de koelvloeistof aan. De
koelvloeistoftemperatuur is afhankelijk van
de weersomstandigheden en de motorbe-
lasting. Als de naald bij of in de rode zone
staat, zet de machine dan stil en laat de mo-
tor afkoelen. (Zie pagina 6-46 voor nadere
instructies.)
DC000002
LET OP:@ Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is. @
1. Toerenteller
2. Rode zone
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
2. Rode zone
D_3lr.book Page 3 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 19 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00119
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU00121
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU00124
Richtingaanwijzerschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar naar rechts om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar links om afslaan naar links
aan te geven. Na loslaten keert de schake-
laar terug naar de middenstand.
Dit model is voorzien van een automatisch
uitschakelsysteem; de richtingaanwijzers
gaan vanzelf uit nadat de machine zowel
ca. 150 m als gedurende ca. 15 seconden
heeft gereden. De richtingaanwijzers kun-
nen echter ook met de hand worden uitge-
schakeld, door de schakelaar in te drukken
nadat deze in de middenstand is terugge-
keerd.OPMERKING:@ Het automatisch uitschakelsysteem werkt
alleen tijdens het rijden, zodat de richtin-
gaanwijzers niet automatisch uitschakelen
terwijl u stilstaat op een kruising. @
DAU00129
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU00138
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” om in een
noodgeval de motor direct uit te schakelen,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU00134
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand “ ”
om de parkeerlichten, het achterlicht en de
instrumentenverlichting in te schakelen. Zet
de schakelaar in de stand “ ” om ook de
koplamp in te schakelen.
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ ”
4. Claxonschakelaar “ ”
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “ ”
4. Schakelaar brandstofreserve “FUEL”
D_3lr.book Page 4 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 20 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU00143
Startknop “ ”
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:@ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. @
DAU01653
Schakelaar brandstofreserve “FUEL”
Onder normale omstandigheden hoort
deze schakelaar in de stand “ON” te staan.
Wanneer tijdens het rijden het controle-
lampje brandstofniveau gaat branden, zet
de schakelaar dan op “RES”, vul zo snel
mogelijk brandstof bij en zet de schakelaar
dan weer terug op “ON”.OPMERKING:@ Direct bij overschakelen naar “RES” is nog
ca. 3 L brandstof in de tank aanwezig. @
DAU00152
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de lin-
kerstuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de koppeling te ontkoppelen. Laat de
hendel los om de koppeling te laten aangrij-
pen. Voor een soepele werking van de kop-
peling moet de hendel snel ingetrokken
worden en langzaam worden losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-16 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “ ”
4. Schakelaar brandstofreserve “FUEL”
1. Koppelingshendel
D_3lr.book Page 5 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 21 of 110
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU00157
Schakelpedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de
5-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
DAU00158
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
DAU00162
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
1. Schakelpedaal
1. Remhendel
1. Rempedaal
D_3lr.book Page 6 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 22 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU01654
Vuldop brandstoftank Verwijderen van de tankdop
1. Druk de handgrepen links en rechts
van de rugsteun voor het rijderzadel in
de afgebeelde richting en schuif de
rugsteun van het rijderzadel naar vo-
ren.2. Steek de sleutel in het slot en draai
een kwartslag rechtsom. Het slot
wordt ontgrendeld en de tankdop kan
worden verwijderd.Aanbrengen van de tankdop
1. Breng de tankdop aan in de vulope-
ning van de brandstoftank, met de
sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom en neem
deze dan uit.
3. Schuif de rugsteun voor het rijderzadel
naar achteren en druk hem omlaag.
OPMERKING:@ De tankdop kan alleen worden aangebracht
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct aangebracht en ver-
grendeld is. @
DW000024
WAARSCHUWING
@ Controleer of de tankdop correct is aan-
gebracht alvorens te gaan rijden. @
1. Hendel (´ 2)
1. Open.
D_3lr.book Page 7 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 23 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
DAU01183
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp, zoals ge-
toond in de afbeelding.
DW000130
WAARSCHUWING
@ l
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
l
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
@
DAU00185
LET OP:@ Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof
onderdelen. @
DAU00191
OPMERKING:@ Als de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan brandstof van een ander merk of
met een hoger octaangetal. @
DAU02976
Chokehendel Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de hendel in de richting
a om de
choke aan te zetten.
Beweeg de hendel in de richting
b om de
choke uit te zetten.
1. Vulpijp
2. Brandstofniveau
Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije brandstof met een
octaangetal (RON) van minstens 91
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
15 L
Reservehoeveelheid:
3 L
1. Chokehendel
D_3lr.book Page 8 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 24 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
DAU03342
Stuurslot Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur volledig naar rechts.
2. Open het stuurslotplaatje en steek
dan de stuurslotsleutel in het slot.
3. Draai de sleutel 1/8 slag linksom, druk
de sleutel verder in terwijl het stuur
iets naar links wordt gedraaid en draai
de sleutel dan 1/8 slag rechtsom.
4. Controleer of het stuur is vergrendeld,
neem de sleutel uit en sluit dan het
slotplaatje.Om het stuur te ontgrendelen
1. Open het stuurslotplaatje en steek
dan de stuurslotsleutel in het slot.
2. Druk de sleutel in, draai hem 1/8 slag
linksom zodat hij naar buiten komt en
laat de sleutel dan los.
3. Neem de sleutel uit en sluit dan het
slotplaatje.
DAU03413
Rijderzadel Verwijderen van het rijderzadel
1. Haal de rugsteun los door de hendels
links en rechts van de rugsteun voor
het rijderzadel in de afgebeelde rich-
ting te drukken en schuif dan de rug-
steun naar voren.
1. Stuurslot
1. Hendel (´ 2)
D_3lr.book Page 9 Monday, December 4, 2000 11:20 AM