Page 9 of 94
2-1
DAU00026
BESCHRIJVING
12
3
4
5
6
7
8
9
1.Dubbele Koplamp(blz. 6-34)
2.Benzinekraan(blz. 3-11)
3.Motorolietank(blz. 3-10)
4.Helmhouder(blz. 3-13)
5.Chokehendel(blz. 3-12)6.YEIS(blz. 3-14)
7.YPVS(blz. 3-15)
12
34
5
6 7
Aanzicht linkerzijde
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 8
Page 10 of 94
2-2
BESCHRIJVING
12
3
4
5
6
7
8
9
8.Gereedschapsset(blz. 6-1)
9.Zekering(blz. 6-33)
10.Luchtfilter(blz. 6-13)
11.Radiateurdop(blz. 6-11)
12.Achterrempedaal(blz. 3-7, 6-22)
13.Koelvloeistof-reservoirtank(blz. 6-10)14.Afsteller de voorbelasting van de
achterschokbreker(blz. 3-13)
89
1011
12
13 14
Aanzicht rechterzijde
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 9
Page 11 of 94
BESCHRIJVING
12
3
4
5
6
7
8
9
2-3
1.Koppelingshendel(blz. 3-6, 6-20)
2.Linker stuurschakelaars(blz. 3-4)
3.Snelheidsmeter(blz. 3-3)
4.Motortemperataur-meter(blz. 3-4)
5.Toerenteller(blz. 3-3)6.Rechter stuurschakelaars(blz. 3-6)
7.Voorremhendel(blz. 3-7, 6-21)
8.Gashendel(blz. 6-17, 6-28)
9.Tankdop(blz. 3-7)
10.Kontaktslot-schakelaar/Stuurslot(blz. 3-1)
1
2345
67
8 9
10
Schakelaars en instrumenten
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 10
Page 12 of 94

3-1
DAU00029
Contactslot/stuurslot-unitVia het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtings-
systemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU00036
ON
Alle elektrische systemen worden elek-
trisch gevoed en de motor kan worden
gestart. De sleutel kan niet worden uitge-
nomen.
DAU00038
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DAU00042
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektri-
sche systemen zijn uitgeschakeld. De
sleutel kan worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen1.Draai het stuur helemaal naar links.
2.Druk de sleutel in vanuit de ÒOFFÓ
stand, laat los en draai dan naar
ÒLOCKÓ.
3.Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgrendelenSteek de sleutel helemaal in en draai
naar ÒOFFÓ.
DW000016
X@Draai de contactsleutel nooit naar
ÒOFFÓ of naar ÒLOCKÓ terwijl de
motorfiets rijdt; elektrische systemen
worden dan afgeschakeld en mogelijk
zult u zo de macht over het stuur ver-
liezen of een ongeval veroorzaken.
Zorg altijd dat de motorfiets stilstaat
voordat u de sleutel naar ÒOFFÓ of
naar ÒLOCKÓ draait.
DAU00048
.
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht
en het parkeerlicht branden, maar alle
overige elektrische systemen zijn uitge-
schakeld. De sleutel kan worden uitgeno-
men.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar ÒPÓ te kunnen draaien.
DCA00043
<>Gebruik de parkeerverlichting niet
gedurende langere tijd, anders kan de
accu ontladen raken.
DAU00027
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
OFFON
LOCKPPUSH
YM-8
IGNITION
ON
OFF
LOCK
PARKING
a
b
a.Indrukken
b.Draaien
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 11
Page 13 of 94

0
001
0001
00
140
180 120 100 80
1 23456
7
8
9
10
11
12
X1000r/min
km/h
CH
1
2
4
3
DAU03034
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU03201
Waarschuwingslampje Ò
7
Ó voor
olieniveau
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende proce-
dure worden getest.
1.Zet de noodstopschakelaar in Ò#Ó
en draai de sleutel naar ÒONÓ.
2.Schakel de versnellingsbak in de
vrijstand of trek de koppelingshendel
in.3.Druk op de startknop. Als het contro-
lelampje niet gaat branden als de
startknop wordt ingedrukt, vraag dan
een Yamaha dealer het elektrisch
circuit te testen.
OPMERKING:Bij een voldoende hoog olieniveau kan
het waarschuwingslampje soms toch
knipperen bij rijden op een helling of bij
plotseling afremmen of optrekken, er is
dan echter geen sprake van een storing.
DAU00057
Controlelampje Ò5Ó richtingaanwij-
zers
Dit controlelampje knippert wanneer de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar
de linker- of rechterstand is gedrukt.
DAU00061
Controlelampje ÒNÓ voor vrijstand
Dit controlelampje brandt wanneer de
versnellingsbak in de vrijstand staat.
DAU00063
Controlelampje grootlicht Ò&Ó
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is inge-
schakeld.
1.Controlelampje Ò5Ó richtingaanwijzers
2.Controlelampje grootlicht Ò&Ó
3.Waarschuwingslampje Ò
7
Ó voor
olieniveau
4.Controlelampje ÒNÓ voor vrijstand
3-2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
95AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 12
Page 14 of 94

3-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
0
001
0001
000
140
180 120 100 80
60
40
20km/h
CH
3
2
4
1
DAU01087
SnelheidsmeterunitDe snelheidsmeterunit is voorzien van
een snelheidsmeter, een kilometerteller
en een ritteller. De snelheidsmeter toont
de actuele rijsnelheid. De kilometerteller
toont de totale afgelegde afstand. De rit-
teller toont de afstand afgelegd sinds de
teller het laatst via de terugstelknop werd
teruggesteld op nul. De ritteller kan wor-
den gebruikt om de afstand te schatten
die met een volle brandstoftank kan wor-
den afgelegd. Deze informatie stelt u in
staat de volgende tankstops te plannen.1.Snelheidsmeter
2.Kilometerteller
3.Ritteller
4.Terugstelknop
01 23456
7
8
9
10
11
12
~1000r/min
CH
1
2
OPMERKING:Alleen voor het Duitse model uitgerust
met een rijsnelheidsbegrenzer:
De rijsnelheidsbegrenzer zorgt dat de
motor een rijsnelheid van 80 km/u niet
kan overschrijden.
1.Toerenteller
2.Rode zone
DAU00102
ToerentellerMet de toerenteller kan de motorrijder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.
DC000003
<>Laat de motor niet draaien terwijl de
toerenteller aanwijst in de rode zone.
Rode zone: 10.000 tpm en hoger
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 13
Page 15 of 94

3-4
01140 120 100
3456
CH1
2
1.Temperatuurmeter koelvloeistof
2.Rode zone
DAU01652
Temperatuurmeter koelvloeistofMet de contactsleutel in de stand ÒONÓ
geeft de temperatuurmeter koelvloeistof
de temperatuur van de koelvloeistof aan.
De koelvloeistoftemperatuur is afhankelijk
van de weersomstandigheden en de
motorbelasting. Als de naald bij of in de
rode zone staat, zet de machine dan stil
en laat de motor afkoelen. (Zie pagina
6-43 voor nadere instructies.)
DC000002
<>Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
1
2
3
4
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00134
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand Ò
'
Ó
om de parkeerlichten, het achterlicht en
de instrumentenverlichting in te schake-
len. Zet de schakelaar in de stand Ò:Ó
om ook de koplamp in te schakelen.
DAU00121
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op Ò&Ó voor groot-
licht en op Ò%Ó voor dimlicht.
DAU00127
Richtingaanwijzerschakelaar
Druk deze schakelaar naar Ò6Ó om
afslaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar Ò4Ó om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten keert
de schakelaar terug naar de midden-
stand. Om de richtingaanwijzers uit te
schakelen wordt de schakelaar ingedrukt
nadat hij is teruggekeerd in de midden-
stand.
DAU00129
Claxonschakelaar Ò*Ó
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
1.Lichtschakelaar
2.Dimlichtschakelaar
3.Richtingaanwijzerschakelaar
4.Claxonschakelaar Ò*Ó
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 14
Page 16 of 94
3-5
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
23
4
5
6
7
8
9
DAU00136
Variaties in koplampmodelOPMERKING:Aanduidingen voor rechts en links gelden zoals gezien wanneer men recht voor de motorfiets staat.
1
23
4
1
2
&
&%
%
LinksRechtsTo gebruiken lamp
Landen3'3
2
'2
3
2
Kwarts-
gloeilamp
Kwarts-
gloeilampFrenkrijk Zweden Portugal Spanje
Griekenland Belgi‘ Duitsland
Zwitserland Finland Oostenrijk
Engeland
Ierland
3
: Grootlicht aan,
2
: Dimlicht aan
'
: Extra verlichting aan
12V
60/55W
12V
60/55W
12V
35/35W
12V
35/35W
5AE-9-D4 (DUTCH) 8/30/00 5:01 PM Page 15