Page 17 of 95

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-3
3
DAU01734
SnelheidsmeterDeze snelheidsmeter is uitgerust met een
kilometerteller en twee dagtellers. Druk op
de keuzetoets (links) om over te schakelen
tussen deze tellers, als volgt.Bij instellen op “ODO” wordt het totaal aan-
tal verreden kilometers van de motorfiets
aangegeven. Bij instellen op de “TRIP A” of
de “TRIP B” dagteller verschijnt het aantal
kiometers dat er met de motorfiets is gere-
den sinds de laatste keer dat de dagteller
op nul was teruggezet. Gebruik deze dag-
teller om te bepalen hoeveel kilometer u
met één volle tank kunt afleggen. Dan zult u
voortaan beter kunnen plannen waar en
wanneer u moet stoppen om te tanken.
Om een van de dagtellers op 0 terug te stel-
len, drukt u op de keuzetoets (links) tot er
“TRIP A” of “TRIP B” wordt aangegeven en
dan drukt u op de insteltoets (rechts) en
houdt u deze ten minste één seconde lang
ingedrukt.
OPMERKING:@ Deze motorfiets heeft geen toerenteller. Hij
is echter wel uitgerust met een toerental-
begrenzer, die zorgt dat het motortoerental
niet boven de 4.400 tpm. @
1. Kilometerteller/dagteller/klok
2. Snelheidsmeter
3. Benzinemeter
4. Insteltoets
5. Keuzetoets
ODO TRIP A TRIP B
D_5ja_Functions.fm Page 3 Saturday, October 16, 1999 10:02 AM
Page 18 of 95

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-4
3
DAU00113
BenzinemeterDe benzinemeter geeft aan hoeveel benzi-
ne er nog in de tank is. De naald beweegt
van “F” (vol) naar “E” (leeg) naarmate de
resterende hoeveelheid benzine minder
wordt. Zodra de naald bij “E” komt, dient u
zo spoedig mogelijk te gaan tanken.
DAU01735*
Zelfdiagnose-eenheidDit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
eenheid voor de elektrische circuits.
Als er in een van de circuits een storing op-
treedt, zal het motorstoringslampje gaan
branden of het brandstofpeil-waarschu-
wingslampje gaan knipperen.
Om schade aan de motor te voorkomen,
laat u de motorfiets zo spoedig mogelijk
door een Yamaha dealer nakijken wanneer
een van de genoemde lampjes gaat bran-
den of knipperen.
DC000004*
LET OP:@ Om schade aan de motor te voorkomen,
dient u vooral zo snel mogelijk een
Yamaha dealer te raadplegen als dit zich
voordoet. @
DAU00109
Anti-diefstal alarm (optioneel)Deze motorfiets kan op aanvraag worden
uitgerust met een anti-diefstal alarm. Ver-
zoek uw Yamaha dealer om het alarm voor
u te bestellen en te installeren.
D_5ja_Functions.fm Page 4 Saturday, October 16, 1999 10:02 AM
Page 19 of 95
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-5
3
DAU01736
Digitale klokDeze digitale klok geeft voortdurend de tijd
aan, ongeacht de stand van de contactslot-
schakelaar.Gelijkzetten van de klok
1. Draai de contactslotschakelaar naar
“ON”.
2. Houd nu de insteltoets (rechts) en de
keuzetoets (links) tegelijk ingedrukt
totdat de cijfers voor de uren en de mi-
nuten gaan knipperen.
3. Druk op de linker keuzetoets en alleen
de urencijfers gaan knipperen.4. Druk op de rechter insteltoets om het
juiste uur te kiezen.
5. Druk op de linker keuzetoets en alleen
de minutencijfers gaan knipperen.
6. Druk op de rechter insteltoets om de
juiste minuut te kiezen.
7. Druk op de linker keuzetoets en de
uren- en minutencijfers gaan weer bei-
de knipperen.
8. Houd de rechter insteltoets twee se-
conden lang ingedrukt om de klok op
de gekozen tijd in te stellen en te star-
ten.1. Klok
2. Insteltoets
3. KeuzetoetsD_5ja_Functions.fm Page 5 Saturday, October 16, 1999 10:02 AM
Page 20 of 95

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-6
3
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00119
1. Inhaal-schakelaar “ ”
Druk op de schakelaar om het signaallicht
te bedienen.
DAU00121
2. Grootlicht/dimlicht-schakelaar
Draai de schakelaar naar “ ” voor groot-
licht en naar “ ” voor dimlicht.
DAU00127
3. Richtingaanwijzer-schakelaar
Om de rechter-richtingaanwijzer in te scha-
kelen, duwt u de schakelaar naar “ ”.
Om de linker-richtingaanwijzer in te schake-
len, duwt u de schakelaar naar “ ”. Als u
de schakelaar loslaat, keert deze terug naar
de middenpositie. Om de richtingaanwijzer
weer uit te zetten, drukt u de schakelaar in,
terwijl deze in de middenpositie staat.
DAU00129
4. Klaxon-schakelaar “ ”
Druk de schakelaar in om te klaxoneren.
DAU00138
5. Motorstop-schakelaar
De motorstop-schakelaar is een veilig-
heids-schakelaar voor gebruik onder
noodomstandigheden, zoals wanneer de
motorfiets is omgevallen of bij problemen
met de gasklep. Draai de schakelaar naar
“ ” als u de motor wilt starten. In noodge-
vallen draait u de schakelaar naar “ ”.
DAU00134
6. Lichtschakelaar
Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal het dimlicht, de meterverlichting
en de achterverlichting ingeschakeld wor-
den. Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal de koplamp ook ingeschakeld
worden.
D_5ja_Functions.fm Page 6 Saturday, October 16, 1999 10:02 AM
Page 21 of 95

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-7
3
DAU00143
7. Startschakelaar “ ”
Als u de startschakelaar indrukt zal de start-
motor de motor doen ronddraaien.
DC000005
LET OP:@ Zie, alvorens de motor te starten, de pa-
ragraaf met aanwijzingen over het star-
ten. @
DAU00152
KoppelingshendelDe koppelingshendel is bevestigd aan het
linkerhandvat van het stuur, en het ontste-
kingsblokkeersysteem is ingebouwd in het
koppelingshendel-handvat. Om te ontkop-
pelen, trekt u de koppelingshendel in. Om
de koppeling weer te laten opkomen laat u
de koppelingshendel weer langzaam van
het stuur weg gaan. Voor een soepele be-
diening is het het beste om de koppe-
lingshendel snel in te trekken en langzaam
te laten opkomen. (Zie de paragraaf met de
aanwijzingen over het starten, voor een be-
schrijving van het circuit van het ontste-
kingsblokkeersysteem).
DAU01215
VersnellingspedaalHet versnellingspedaal bevindt zich links
van het motorblok. Schakel nooit op of te-
rug zonder de koppeling te gebruiken. Ge-
bruik uw tenen of uw hiel om naar een
hogere versnelling te schakelen en uw te-
nen om terug te schakelen.
1. Koppelingshendel
1. Versnellingspedaal
D_5ja_Functions.fm Page 7 Saturday, October 16, 1999 10:02 AM
Page 22 of 95
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-8
3
DAU00158
VoorremhendelDe voorremhendel is bevestigd aan het
rechterhandvat van het stuur. Trek de hen-
del in om te remmen.
DAU00162
AchterrempedaalHet achterrempedaal bevindt zich rechts
van het motorblok. Trap het pedaal in om te
remmen.
1. Voorremhendel
1. Achterrempedaal
D_5ja_Functions.fm Page 8 Saturday, October 16, 1999 10:02 AM
Page 23 of 95

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-9
3
DAU02917
BenzinetankdopOpenen
Schuif het het afsluitplaatje weer over het
sleutelgat, steek de sleutel in het sleutelgat
en draai deze 1/4 slag rechtsom. De dop is
nu van het slot gehaald en kan verwijderd
worden.
Sluiten
Plaats de benzinetankdop met de pijl naar
voren wijzend en druk de dop vast. Draai de
sleutel terug naar links en verwijder deze.
Schuif het afsluitplaatje weer over het slot.
OPMERKING:@ De benzinetankdop kan niet op de tank ge-
draaid worden als de sleutel niet in het sleu-
telgat steekt. Als de benzinetankdop niet
goed is gesloten, kan de sleutel er niet uit
verwijderd worden. @
DW000023
WAARSCHUWING
@ Kontroleer altijd of de benzinetankdop
goed op de bezinetank zit, alvorens weg
te rijden. @
DAU01183
BenzineKontroleer of er zich voldoende benzine in
de benzinetank bevindt. Vul de brandstof-
tank tot onderaan de vulhals, zoals in de af-
beelding aangegeven.
DW000130
WAARSCHUWING
@ Zorg dat de benzinetank niet al te vol is.
Let tevens op dat er geen benzine op
een heet motorblok wordt gemorst. Vul
de tank nooit verder dan tot onderaan de
vulhals, anders bestaat de kans dat de
benzinetank overloopt, als de benzine
door verwarming uitzet. @1. Vulslang
2. Brandstofpeil
D_5ja_Functions.fm Page 9 Saturday, October 16, 1999 10:02 AM
Page 24 of 95

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-10
3
DAU00185
LET OP:@ Als er benzine wordt gemorst, veeg deze
dan onmiddellijk weg met een droge,
zachte doek. Benzine kan geverfde op-
pervlakken en plastic afwerking aantas-
ten. @
DAU00191
OPMERKING:@ Als de motor klopt of pingelt, probeer dan
een verschillend merk benzine of benzine
met een hoger oktaangehalte. @
DAU02955
Ontluchtingsslang van de
benzinetankDit model is uitgerust met een ontluchtings-
slang voor de benzinetank. Alvorens de
motorfiets te gebruiken:l
Controleer of de slang goed vast zit.
l
Controleer de slang op scheurtjes of
andere beschadiging. Vervang indien
beschadigd.
l
Controleer of de opening onderaan de
slang niet verstopt is. Indien nodig,
schoonmaken. Aanbevolen brandstof:
Normale, loodvrije benzine met een
oktaangehalte van 91 ron of hoger
(oktaangehalte zoals door onderzoek
bepaald).
Inhoud benzinetank:
Totaal:
20 L
Reserve:
3,5 L
D_5ja_Functions.fm Page 10 Saturday, October 16, 1999 10:02 AM