Page 57 of 96

6-17
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU00685
WielenLet, voor goede rijprestaties, een lange
levensduur en veilig rijden, op de volgen-
de punten:
8Kontroleer de wielen altijd, voordat u
met de motorfiets wegrijdt.
Kontroleer de velgen op barsten,
vervorming en andere beschadigin-
gen; kontroleer of de spaken niet
loszitten of verbogen en/of bescha-
digd zijn. Als er iets mis is met de
wielen, vraag uw Yamaha dealer
dan om dit te inspekteren. Probeer
nooit zelf iets aan een wiel te repare-
ren, zelfs geen kleine reparaties. Als
een wiel vervormd is of barstjes ver-
toont, laat het dan vervangen.
8Banden en wielen dienen altijd uitge-
balanceerd te worden nadat deze
nieuw gemonteerd zijn. Als u dit niet
doet, kan dit leiden tot slechtere
prestaties, een moeilijker bediening
van de motorfiets en een kortere
levensduur van de banden.
8Als u een nieuwe band heeft gemon-
teerd, rijd dan in het begin voorzich-
tig, zodat de band zich naar de velg
kan zetten en optimale prestaties
kan leveren.
DAU00681
X@8 8
Rijden met versleten banden is
bijzonder gevaarlijk. Versleten
banden leiden tot moeilijker
bediening van de motorfiets en
verlies aan wegligging. Laat een
versleten band onmiddellijk ver-
vangen door een Yamaha dealer.
Vervanging van remmen, banden
en andere onderdelen die met het
wiel te maken hebben dient u over
te laten aan een Yamaha dealer.
8 8
Het is niet raadzaam om een lekke
binnenband te plakken. Als het
door bepaalde omstandigheden
noodzakelijk is om een binnen-
band te repareren, ga dan zeer
zorgvuldig te werk en vervang de
binnenband hierna zo snel moge-
lijk door een nieuwe binnenband
van een goede kwaliteit.
OPMERKING:De voorwaarden voor de minimale profiel-
diepte, kunnen van land tot land verschil-
len. Houd u aan de plaatselijke regelin-
gen, en minimaal aan de voorwaarden
van Yamaha.
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 18
Page 58 of 96

6-18
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
a
b 12
3
DAU00694
Afstelling van de vrije slag van
de koppelingshendelDe vrije slag van de koppelingshendel
dient van 10 ~ 15 mm te bedragen.
1.Draai de borgmoer aan de koppe-
lingshendel los.
2.Draai de stelbout aan de koppelings-
hendel in de richting aom de vrije
slag te vergroten of in de richting b
om de vrije slag te verkleinen.
3.Draai de borgmoer aan de koppe-
lingshendel weer vast.
Kunt u op deze wijze de juiste vrije slag
niet instellen, ga dan als volgt te werk.1.Borgmoer
2.Stelbout
3.Vr’je
b
a
1
2
4.Draai de borgmoer aan de koppe-
lingshendel los.
5.Draai de stelbout aan de koppelings-
hendel in de richting aom de kabel
los te zetten.
6.Draai de borgmoer aan de kant van
het motorblok los.
7.Draai de stelbout aan de kant van
het motorblok in de richting aom de
vrije slag te vergroten of in de rich-
ting bom de vrije slag te verklei-
nen.
8.Draai de borgmoeren aan het motor-
blok en aan de koppelingshendel
weer vast.1.Stelbout
2.Borgmoer
DAU00696
Afstellen van de vrije slag van
de voorremhendelDe vrije slag aan het uiteinde van de
voorremhendel dient ongeveer 2 ~
5 mm te bedragen.
1.Draai de borgmoer los.
2.Draai de afstelbout in richting a
om de vrije slag te vergroten of in
richting bom de vrije slag te ver-
kleinen.
3.Nadat u de afstelling heeft gemaakt,
draait u de borgmoer weer aan.
1
2
3
b
a
1.Borgmoer
2.Afstelbout
3.Vr’je
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 19
Page 59 of 96

DW000109
X@Als het achterrempedaal sponzig aan-
voelt, kan dit betekenen dat er lucht in
het remsysteem zit. Deze lucht moet
verwijderd worden door het remsys-
teem te ontluchten. Rijd nooit met de
motorfiets als er zich lucht in het rem-
systeem bevindt. Lucht in het remsys-
teem zal het remvermogen van de
motorfiets sterk verminderen, met als
gevolg verhoogde kans op ongeluk-
ken. Laat uw Yamaha dealer het rem-
systeem inspekteren en ontluchten.
6-19
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU00712
Afstellen van de achterrem-
pedaalhoogteDe bovenkant van het achterrempedaal
dient 12 mm onder de bovenkant van de
voetsteun te liggen. Mocht dit op uw
motorfiets niet het geval zijn, vraag uw
Yamaha dealer dan om de achterrem-
pedaalhoogte af te stellen.
a
a.Pedaalhoogte
DW000099
X@8
8
Kontroleer de vrije slag van de
remhendel. Kontroleer tevens of
de rem goed funktioneert.
8 8
Als de remhendel sponzig aan-
voelt, zit er waarschijnlijk lucht in
het remsysteem. In een dergelijk
geval dient u het remsysteem te
ontluchten. Rijd niet met de
motorfiets voordat het remsys-
teem ontlucht is. Als er lucht in
het remsysteem zit, gaat het rem-
vermogen bijzonder sterk achter-
uit, hetgeen kan leiden tot een
ongeluk. Vraag uw Yamaha dealer
om het remsysteem te inspekte-
ren en, indien nodig, te ontluch-
ten.
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 20
Page 60 of 96

6-20
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU00713
Afstelling van de remlicht-
schakelaarHet achterste remlicht wordt ingeschakeld
door het rempedaal; de schakelaar ervan
is juist ingesteld als het remlicht gaat
branden vlak voor de rem aangrijpt. Om
de schakelaar van het achterste remlicht
bij te stellen, houdt u de behuizing van de
schakelaar vast zodat deze niet mee-
draait wanneer u de instelmoer verdraait.
Draai de instelmoer in de richting aom
het remlicht eerder te laten oplichten.
Draai de instelmoer in de richting b
om het remlicht later te laten oplichten.
21
a
b
1.Remlichtschakeraar
2.Stelmoer
DAU00716
Kontrole van de remvoeringen
voor en achterOp de remblokken vindt u een slijtage-
grens-indikator. Dankzij dit merkteken
kunt u de remvoeringen kontroleren zon-
der dat u de remmen hoeft te demonte-
ren. Trek de voorremhendel in of trap het
achterrempedaal in en kijk of de remblok-
ken tot voorbij de slijtagegrens zijn versle-
ten. Als de remblokken tot voorbij de slij-
tagegrens zijn versleten, laat u Yamaha
dealer dan nieuwe remvoeringen plaat-
sen.
DAU01119
VOOR
Ieder remblok is voorzien van slijtage-
indicatiegroeven. Aan de hand van deze
groeven kan de slijtage van het remblok
worden gecontroleerd zonder dat de rem
wordt gedemonteerd. Als de groeven
bijna geheel verdwenen zijn, dient u naar
uw Yamaha dealer te gaan om de rem-
blokken te laten vervangen.
1
1
1.Slijtage-indicatiegroef (´3)
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 21
Page 61 of 96

6-21
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
1
8Gebruik alleen de voorgeschreven
remvloeistof. Gebruik van andere
remvloeistof kan leiden tot aantas-
ting van de rubberpakkingen met als
gevolg lekkage en slecht funktione-
ren van de remmen.OPMERKING:Als u geen DOT 4 remvloeistof kunt vin-
den, kunt u voor de voorrem DOT 3 rem-
vloeistof gebruiken.1.Merkteken voor minimum-niveau
Aanbevolen remvloeistoffen:
DOT 4
1
DAU00733
Kontrole van het
remvloeistofnivoOnvoldoende remvloeistof kan als gevolg
hebben dat er lucht in het remsysteem
terecht komt, waardoor de remmen kun-
nen weigeren.
Kontroleer, alvorens te gaan rijden, of het
remvloeistofnivo zich boven het onderste
merkteken bevindt en vul indien nodig
remvloeistof bij.
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht:
8Als u het remvloeistofnivo kontro-
leert, zorg dan dat de bovenkant van
de hoofdremcilinder horizontaal ligt,
door het stuur te verdraaien.1.Merkteken voor minimum-niveau
1DAU00729
ACHTER
Verwijder de kap en inspekteer de rem-
blokken.
Als de dikte hiervan minder is dan de
voorgeschreven waarde,
vraag uw Yamaha dealer dan om deze te
vervangen.1.Slijtagegrens 0,8 mm
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 22
Page 62 of 96

6-22
8Vul altijd dezelfde remvloeistof bij.
Mengen van verschillende types
remvloeistof kan onverwachte che-
mische reakties teweeg brengen,
met als gevolg slecht funktioneren
van de remmen.
8Let goed op er geen water in de
hoofdremcilinder terecht komt. Als er
water in de remvloeistof terecht
komt, wordt het kookpunt van de
remvloeistof verlaagd, met als
mogelijk gevolg gasstremming (ver-
stopt raken van de leidingen door
gasbellen).
8Remvloeistof kan lakwerk en plastic
onderdelen aantasten. Zorg dat u
geen remvloeistof morst. Mocht u
toch wat remvloeistof gemorst heb-
ben, spoel dit dan zo snel mogelijk
weg, met water.
8Als het remvloeistofnivo voortdurend
terugloopt, raadpleeg dan een
Yamaha dealer.
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU00742
Verversen van de remvloeistofHet verversen van de remvloeistof mag
alleen maar uitgevoerd worden door
erkende Yamaha onderhoudsmonteurs.
Laat de onderstaande onderdelen door
een Yamaha dealer vervangen als deze
beschadigd zijn of lekken; tijdens de
periodieke onderhoudsbeurten.
8oliekeringen (om de twee jaar)
8remleidingen (om de vier jaar)
DAU00744
Kontrole van de
kettingspanningOPMERKING:Draai het wiel enkele malen rond en laat
het staan in de stand waarin de ketting
het strakst gespannen is. Kontroleer de
kettingsspanning met het wiel in deze
stand. Als de kettingspanning net juist is,
stelt u deze bij.Om de kettingspanning te kontroleren, zet
u de motorfiets rechtop, onbelast en met
beide wielen op de grond. Kontroleer de
uitslag van de ketting zoals in de afbeel-
ding aangegeven. De juiste speling is 30
~ 40 mm. Als de speling meer dan 40 mm
is, stel deze dan bij.
a
a.Kettingspanning
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 23
Page 63 of 96

DC000096
<>Als de ketting te strak staat zullen de
motor en andere belangrijke onderde-
len te zwaar belast worden. Zorg dat
de kettingspanning binnen de voorge-
schreven limieten blijft.3.Vergeet niet om na het afstellen de
asmoer en de remklauwbeugelbout
weer aan te draaien met het voorge-
schreven aantrekkoppel.
6-23
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU03006
Smering van de kettingEen ketting bestaat uit een groot aantal
schakels die allen, t.o.v. elkaar, bewegen.
Als de ketting niet goed wordt onderhou-
den, zal deze bijzonder snel versleten
zijn. Zorg dus altijd voor een goed onder-
houd, met name als u veel op stoffige
wegen rijdt. De ketting op deze motorfiets
is een zogenaamde O-ring ketting, met
oliekeerringen van speciale materialen.
Het wassen van de ketting met stoom,
onder hoge druk of met sterke oplosmid-
delen kan de ketting beschadigen, dus
vermijd deze middelen. Gebruik uitslui-
tend petroleum voor het reinigen van de
ketting. Droog de ketting en smeer deze
dan grondig met SAE 30 ~ 50W motoro-
lie. Gebruik geen andere smeermiddelen
voor de ketting. De kans bestaat dat zich
hierin oplosmiddelen bevinden die de O-
ringen kunnen aantasten. Aantrekkoppel:
Asmoer:
105 Nm (10,5 m0kg)
Remklauwbeugelbout:
48 Nm (4,8 m0kg)
DAU01134
Afstellen van de
kettingspanning1.Draai de asmoer los en de bout van
de remklauwbeugel.
2.Draai de linker en rechter ketting-
spanplaten evenveel.
Zorg ervoor dat ze dezelfde stand
hebben anders komt het achterwiel
scheef te staan.
Om de ketting strakker te spannen,
draait u in de richting van a. Om de
ketting losser te zetten, draait u in de
richting van b.
a
b2 1
3
1.Kettingspanplaat
2.Asmoer
3.Remklauwbeugelbout
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 24
Page 64 of 96

6-24
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DC000097
<>Vergeet na het wassen van de motor-
fiets of na een rit in de regen niet om
de ketting te oli‘n.
DAU00773
Smering van de gaskabel en
van de gashendelAls u de gaskabel smeert, dient u tevens
de gashendel te smeren. Voor het sme-
ren van de gaskabel moet de gashendel
verwijderd worden. Houd, nadat u de
schroeven heeft verwijderd, de kabel ver-
tikaal omhoog en laat enkele druppels
smeermiddel in de buitenkabel lopen.
Smeer nu het metalen oppervlak waar-
over de gashendel loopt met universeel-
vet.
DAU02962
Inspektie en smering van de
kabels
DW000112
X@Beschadiging van de buitenkabels kan
leiden tot roestvorming in de kabels en
kan een soepele beweging in de weg
staan. Vervang een beschadigde kabel
zo snel mogelijk om onnodig risico te
vermijden.Smeer de binnenkabel en de uiteinden
van de kabel. Als een kabel niet soepel
beweegt, laat deze dan vervangen door
uw Yamaha dealer.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 25