Page 49 of 96

Inspecteren
De bougie is een belangrijk onderdeel
van de motor en is gemakkelijk te inspec-
teren. De toestand van de bougie vormt
een aanwijzing voor de algehele conditie
van de motor.
De ideale kleur voor de bougie van een
motorfiets waar normaal mee wordt gere-
den, is lichtbruin.
Probeer niet zelf een diagnose te maken
voor problemen met de bougie, maar
breng uw motorfiets naar een Yamaha
dealer. Wel dient u zelf de bougie regel-
matig te verwijderen en te inspecteren,
aangezien de hitte en onvermijdelijke
aanslag de bougie langzaam aantasten.
Als de elektrodes te ver versleten zijn of
als er te veel koolaanslag en/of andere
aanslag op de bougie zit, vervang de
bougie dan door een nieuwe, van het
voorgeschreven type.Installeren
1.Meet de elektrodenafstand met
behulp van een voelermaatje en stel
zonodig de elektrodenafstand bij tot
de voorgeschreven afstand.
2.Maak het pakkingsraakvlak schoon.
Verwijder alle vuil en vet van de
schroefdraad.
3.Installeer de bougie en draai deze
aan met het voorgeschreven aan-
trekkoppel.
OPMERKING:Als er bij het installeren van de nieuwe
bougie geen momentsleutel voorhanden
is, kunt u het volgende als vuistregel aan-
houden: draai met uw vingers de bougie
zo strak mogelijk aan en draai deze hier-
na nog 1/4 a 1/2 slag aan met een bou-
giesleutel. Laat echter wel zo snel moge-
lijk het aantrekkoppel controleren.4.Installeer de bougiedop.
6-9
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
Voorgeschreven bougie:
DPR8EA-9 of
DPR9EA-9 (NGK)
Elektroden-afstand:
0,8 ~ 0,9 mmAantrekkoppel:
Bougie:
17,5 Nm (1,75 m0kg)
1
1.Elektroden-afstand
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 10
Page 50 of 96

6-10
DAU00526*
MotorolieMeten van het oliepeil
1.Plaats de motorfiets op een vlakke
ondergrond (waterpas) en houd hem
rechtop.
2.Verwijder de schroef en trek het dek-
sel van de olietankdop naar buiten
om het te verwijderen.
3.Start de motor en laat hem warm-
draaien.
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
2
1
1.Schroef
2.Kap
1
2
3
4.Laat de motor minstens 10 sekon-
den stationair draaien en zet dan de
motor af. Houd de motorfiets recht-
op, verwijder de peilstok (aan de
olietankdop) en meet het oliepeil.
5.Het oliepeil hoort tussen de mini-
mum en de maximum peilstreep te
staan. Als het oliepeil te laag is, vult
u olie bij tot aan de maximum peils-
treep.1.Olietankdop/peilstock
2.Merkteken voor maximum-niveau
3.Merkteken voor minimum-niveau
DC000000
<>Let op dat u nooit met de motorfiets
rijdt als er niet voldoende olie in het
carter aanwezig is.
DW000065
X@De oliepeilstok nooit verwijderen
direct nadat de motor op hoge snel-
heid heeft gelopen. De hete olie kan
onder druk uit de tank spuiten en
gevaar opleveren. Alvorens de peilstok
te verwijderen, altijd wachten tot de
motor voldoende is afgekoeld.
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 11
Page 51 of 96
6-11
1
2
6.Kontroleer de O-ringen op schade.
Vervangen indien beschadigd.
7.Monteer de aftappluggen, het filter-
deksel en de bouten. Aandraaien
met het voorgeschreven aantrekkop-
pel.1.Oliefilterelement
2.O-ring (´2)
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
4.Kontroleer elke pakking. Vervangen
indien beschadigd.
5.Verwijder de filterdekselschroeven
en het oliefilterdeksel. Vervang het
oliefilterelement.OPMERKING:Het oliefilterdeksel zit vast met drie bou-
ten. Om de overbodige olie af te tappen,
verwijdert u de onderste bout.
2
34
1
1.Ontluchtingsschroef
2.Oliefilterdekselbout (´2)
3.Oliefilter-aftapplug
4.Oliefilterdeksel
11.Aftapbout (olietank)
2.Aftapbout (carter)Verversen motorolie en vervangen
oliefilterelement
1.Start de motor en laat hem enkele
minuten warmdraaien.
2.Plaats een opvangbak onder de
motor.
3.Verwijder de olietankdop en de
aftapbouten.
2
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 12
Page 52 of 96

6-12
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
8.Vul de motor met olie. Plaats de olie-
tankdop en draai hem vast. Aantrekkoppel:
Aftapbout (carter):
30 Nm (3,0 m0kg)
Aftapbout (olietank):
17,5 Nm (1,75 m0kg)
Filterdekselschroef:
10 Nm (1,0 m0kg)
Ontluchtingsschroef:
5 Nm (0,5 m0kg)Aanbevolen motorolie:
Zie blz. 8-1
Hoeveelheid motorolie:
Totale hoeveelheid:
3,3 L
Periodieke verversing:
2,7 L
Verversen van olie en
vervangen van oliefilter:
2,8 L
9.Start de motor en laat hem enkele
minuten warmdraaien. Kontroleer tij-
dens het warmdraaien op olielekken.
Mocht er een olielek worden
bespeurd, zet de motor dan onmid-
dellijk af en probeer de oorzaak te
vinden.
10.Zet de motor af en kontroleer het
oliepeil.
DC000076
<>Nadat u de motorolie heeft ververst,
dient u de oliedruk volgens de onder-
staande procedure te kontroleren.
8Verwijder de ontluchtingsschroef
uit het oliefilterdeksel.
8Start de motor en laat deze statio-
nair draaien totdat er olie uit de
ontluchtingsschroef loopt. Als er,
na ŽŽn minuut, geen olie uit de
opening komt, zet de motor dan
uit om te voorkomen dat deze
vastloopt. Ga naar uw Yamaha
dealer voor reparatie.
8Draai, na de kontrole, de ontluch-
tingsschroef weer stevig aan.
1
1
DAU01083
LuchtfilterHet luchtfilterelement dient op de voorge-
schreven intervallen te worden gereinigd.
Het element dient vaker te worden gerei-
nigd als u in een buitengewoon natte of
stoffige omgeving rijdt.
1.Verwijder het paneel B. (Zie blz.
6-7 voor het verwijderen en installe-
ren van het paneel.)
2.Verwijder de montageschroeven van
de luchtfilterhouder en verwijder het
filterhouderdeksel.1.Schroef (´7)
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 13
Page 53 of 96

DAU00629
Afstelling van de carburateurDe carburateur is een bijzonder belangrijk
onderdeel van de motor. De afstelling
ervan dient bijzonder nauwkeurig te
geschieden. Het verdient aanbeveling om
deze afstelling over te laten aan uw
Yamaha dealer die de nodige kennis van
zaken heeft en over ruime ervaring
beschikt. Het hieronder beschreven routi-
ne-onderhoudswerk kunt u echter zelf uit-
voeren.
DC000094
<>De carburateur is na vele tests in de
Yamaha fabrieken afgesteld.
Veranderen van de afstellingen kan lei-
den tot slecht lopen van de motor en
zelfs tot beschadiging hiervan.
6-13
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
5.Monteer luchtfilter met de pijl aan de
bovenkant in binnenwaartse richting.
6.Installeer het luchtfilterdeksel en het
paneel.
DC000082
<>8 8
Zorg dat het luchtfilter naar beho-
ren in de luchtfilter-behuizing zit.
8 8
Laat de motor nooit lopen zonder
dat het luchtfilter ge•nstalleerd is.
Dit kan leiden tot bijzonder snelle
slijtage van cilinders en/of zui-
gers.
1
3.Verwijder het luchtfilter.
4.Klop lichtjes tegen het luchtfilter om
het meeste stof en vuil te verwijde-
ren en blaas het overblijvende vuil
weg met perslucht vanaf de maas-
kant van het luchtfilter. Vervang het
luchtfilter als dit beschadigd is.1.Net-zijde
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 14
Page 54 of 96

6-14
1
b
a
DAU00632
Afstelling stationair toerental1.Start de motor en laat deze enkele
minuten lang warmdraaien met een
toerental van 1.000 ˆ 2.000 tpm.
Laat de motor af en toe met een wat
hoger toerental lopen 4.000 ˆ 5.000
tpm. De motor is warm als deze snel
op de beweging van de gasgreep
reageert.
2.Stel het stationair toerental nu op het
voorgeschreven toerental af, door de
gasstopschroef te verdraaien. Draai
de schroef in de richting aom het
toerental te verhogen en draai de
schroef naar b om het toerental te
verlagen.1.Gasstopschroef
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
OPMERKING:Als u het toerental niet op de voorge-
schreven waarde krijgt, raadpleeg dan
een Yamaha dealer.
Standaard stationair toerental:
1.200 ~ 1.400 tpm
(Behalve voor CH)
1.300 ~ 1.400 tpm
(Voor CH)
a
DAU00635
Kontroleren van de vrije
speling van de gaskabelDe gaskabel dient een voorgeschreven
vrije speling van 3 ~ 5 mm te hebben bij
het handvat.
Als de vrije speling incorrect is, laat de
speling dan afstellen door een Yamaha
dealer.a.Vrije
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 15
Page 55 of 96

6-15
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU00652
BandenLet, voor goede rijprestaties, een lange
levens duur en veilig rijden, op de volgen-
de punten:
Bandenspanning
Kontroleer de bandenspanning altijd,
voordat u met de motorfiets wegrijdt.
DW000082
X@De bandenspanning dient gemeten te
worden als de temperatuur van de
banden gelijk is aan de omgevings-
temperatuur. De bandenspanning is
afhankelijk van het totale gewicht van
de bagage, de bestuurder, de mede-
passagier, overige accessoires
(stroomlijnkappen, zadeltassen, enz. -
monteer nooit accessoires
die niet zijn goedgekeurd voor deze
motorfiets) en de snelheid van de
motorfiets.
*Belasting is het totale gewicht van bagage, bestuur-
der, mede-passagier en accessoires.Maximale belasting*
180 kg
Bandenspanning bij
VoorAchter
koude banden
150 kPa150 kPa
Belasting tot 90 kg(1,5 kg/cm
2, (1,5 kg/cm
2,
1,5 bar)1,5 bar)
90 kg ~150 kPa225 kPa
Maximale belasting*(1,5 kg/cm
2, (2,25 kg/cm
2,
1,5 bar) 2,25 bar)
125 kPa125 kPa
Bij rijden op terrein(1,25 kg/cm
2, (1,25 kg/cm
2,
1,25 bar) 1,25 bar)
Bij rijden met hoge150 kPa150 kPa
snelheid(1,5 kg/cm
2, (1,5 kg/cm
2,
1,5 bar) 1,5 bar)
DAU00637
Afstellen van de klepspelingDe juiste klepspeling verandert tijdens het
gebruik van de motorfiets, met als gevolg
een onjuiste invoer van het benzine-
/luchtmengsel of meer lawaai. Om dit te
vermijden, dienen de kleppen regelmatig
afgesteld te worden. Laat deze afstelling
echter aan een Yamaha dealer over.
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 16
Page 56 of 96

6-16
DW000083
X@Een juiste verdeling van het gewicht is
van groot belang voor een goede weg-
ligging, juist reageren op het remmen,
balans en veiligheid in het algemeen.
Zorg ervoor dat bagage die u vervoert,
goed vast zit zodat deze niet kan gaan
schuiven. Plaats de zwaarste voorwer-
pen in het midden van de motorfiets
en verdeel het gewicht gelijkmatig
over rechter- en linkerzijde. Stel de
voorbelasting van de schokbrekers in
aan de hand van het totale gewicht en
breng de bandenspanning ook op de
juiste waarde. OVERLAAD UW
MOTORFIETS NOOIT. Overschrijdt
nooit het totaal toegestane gewicht
van bagage, bestuurder, medepassa-
gier, overige accessoires (stroomlijn-
kappen, zadeltassen, enz. - monteer
nooit accessoires die niet zijn goedge-
keurd voor deze motorfiets). Een te
zwaar beladen motorfiets kan leiden
tot beschadiging van de banden, een
ongeluk en ernstige verwondingen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
1
2
Inspekteren van de banden
Kontroleer de banden altijd, voordat u
met de motorfiets wegrijdt. Als het mid-
denprofiel de minimale waarde bereikt
(zie de afbeelding), als er zich een spijker
of stukjes glas in de band bevinden, of als
de flank van de band gescheurd is, vraag
uw Yamaha dealer dan om de band te
vervangen.1.Profieldiepte
2.Zijwand
DW000078
X@Na uitgebreide tests heeft Yamaha
Motor Co., Ltd. de hieronder genoem-
de banden goedgekeurd voor gebruik
met dit model motorfiets. Yamaha
Motor Co., Ltd. kan geen enkele garan-
tie verlenen over het rijgedrag van de
motorfiets als er andere of andere
kombinaties van banden worden
gebruikt dan de hieronder vermelde.
De voor- en de achterband dienen van
hetzelfde merk en hetzelfde type te
zijn.BandenmerkBandenmaatTypeBRIDGESTONE90/90-21 54STW47
DUNLOP90/90-21 54STRAIL MAX LVOORBandenmerkBandenmaatTypeBRIDGESTONE120/90-17 64STW48
DUNLOP120/90-17 64STRAIL MAXACHTER
Minimale profieldiepte
0,8 mm
(voor en achter)
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 17