Page 65 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-19
6
DAU00713
Afstelling van de remlicht-
schakelaarHet achterste remlicht wordt ingeschakeld
door het rempedaal; de schakelaar ervan is
juist ingesteld als het remlicht gaat branden
vlak voor de rem aangrijpt. Om de schake-
laar van het achterste remlicht bij te stellen,
houdt u de behuizing van de schakelaar
vast zodat deze niet meedraait wanneer u
de instelmoer verdraait.
Draai de instelmoer in de richting
a om het
remlicht eerder te laten oplichten.
Draai de instelmoer in de richting
b om het
remlicht later te laten oplichten.
DAU01160
Controleren van de remblokken
voor en achterIeder remblok is voorzien van slijtage-indi-
catiegroeven. Aan de hand van deze groe-
ven kan de slijtage van het remblok worden
gecontroleerd zonder dat de rem wordt ge-
demonteerd. Als de groeven bijna geheel
verdwenen zijn, dient u naar uw Yamaha
dealer te gaan om de remblokken te laten
vervangen.
1. Remlichtschakelaar
2. Afstelmoer
1. Slijtagemarkeergroef (´ 6)
1. Slijtagemarkeergroef (´ 2)
Page 66 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-20
6
DAU00733
Kontrole van het
remvloeistofnivoOnvoldoende remvloeistof kan als gevolg
hebben dat er lucht in het remsysteem te-
recht komt, waardoor de remmen kunnen
weigeren. Kontroleer, alvorens te gaan rij-
den, of het remvloeistofnivo zich boven het
onderste merkteken bevindt en vul indien
nodig remvloeistof bij.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht:l
Als u het remvloeistofnivo kontroleert,
zorg dan dat de bovenkant van de
hoofdremcilinder horizontaal ligt, door
het stuur te verdraaien.
l
Gebruik alleen de voorgeschreven
remvloeistof. Gebruik van andere
remvloeistof kan leiden tot aantasting
van de rubberpakkingen met als ge-
volg lekkage en slecht funktioneren
van de remmen.
OPMERKING:@ Als u geen DOT 4 remvloeistof kunt vinden,
kunt u voor de voorrem DOT 3 remvloeistof
gebruiken. @
l
Vul altijd dezelfde remvloeistof bij.
Mengen van verschillende types rem-
vloeistof kan onverwachte chemische
reakties teweeg brengen, met als ge-
volg slecht funktioneren van de rem-
men.
l
Let goed op er geen water in de hoofd-
remcilinder terecht komt. Als er water
in de remvloeistof terecht komt, wordt
het kookpunt van de remvloeistof ver-
laagd, met als mogelijk gevolg gas-
stremming (verstopt raken van de
leidingen door gasbellen).
l
Remvloeistof kan lakwerk en plastic
onderdelen aantasten. Zorg dat u
geen remvloeistof morst. Mocht u toch
wat remvloeistof gemorst hebben,
spoel dit dan zo snel mogelijk weg,
met water.
l
Als het remvloeistofnivo voortdurend
terugloopt, raadpleeg dan een
Yamaha dealer.
1. Minimum-merkteken
1. Minimum-merktekenAanbevolen remvloeistoffen: DOT 4
Page 67 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-21
6
DAU00742
Verversen van de remvloeistofHet verversen van de remvloeistof mag al-
leen maar uitgevoerd worden door erkende
Yamaha onderhoudsmonteurs. Laat de on-
derstaande onderdelen door een Yamaha
dealer vervangen als deze beschadigd zijn
of lekken; tijdens de periodieke onder-
houdsbeurten.l
oliekeringen (om de twee jaar)
l
remleidingen (om de vier jaar)
DAU02962
Inspektie en smering van de
kabels
DW000112
WAARSCHUWING
@ Beschadiging van de buitenkabels kan
leiden tot roestvorming in de kabels en
kan een soepele beweging in de weg
staan. Vervang een beschadigde kabel
zo snel mogelijk om onnodig risico te
vermijden. @Smeer de binnenkabel en de uiteinden van
de kabel. Als een kabel niet soepel be-
weegt, laat deze dan vervangen door uw
Yamaha dealer.
DAU00773
Smering van de gaskabel en van
de gashendelAls u de gaskabel smeert, dient u tevens de
gashendel te smeren. Voor het smeren van
de gaskabel moet de gashendel verwijderd
worden. Houd, nadat u de schroeven heeft
verwijderd, de kabel vertikaal omhoog en
laat enkele druppels smeermiddel in de bui-
tenkabel lopen. Smeer nu het metalen op-
pervlak waarover de gashendel loopt met
universeel-vet.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
Page 68 of 97
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-22
6
DAU02984
Smeren van het rempedaal en
versnellingspedaalSmeer de bewegende delen.
DAU02985
Smeren van de voorremhendel
en koppelingshendelSmeer de bewegende delen.
DAU02965
Smeren van de middenstandaard
en zijstandaardSmeer de bewegende delen en de raak-
vlakken.
Kontroleer of de middenstandaard en de
zijstandaard soepel bewegen.
DW000114
WAARSCHUWING
@ Als de middenstandaard en de zijstan-
daard niet soepel bewegen, raadpleeg
dan uw Yamaha dealer. @
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
Page 69 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-23
6
DAU02939
Inspektie van de voorvorkVisuele kontrole
DW000115
WAARSCHUWING
@ Ondersteun de motorfiets goed, zodat u
niet het risico loopt dat deze omvalt. @Kontroleer de binnenpoot op krassen en
eventuele andere beschadigingen en
kontroleer de voorvork op olielekkage.
Bedieningskontrole
1. Plaats de motorfiets op een horizon-
taal oppervlak.
2. Houd de motorfiets rechtop en trek de
voorremhendel in.
3. Druk het stuur enkele malen krachtig
omlaag en kontroleer of de voorvork
soepel genoeg omhoog komt.
DC000098
LET OP:@ Als u beschadigingen aan de voorvork
bemerkt of als deze niet soepel beweegt,
raadpleeg dan uw Yamaha dealer. @
DAU00794
Inspektie van de stuurinrichtingInspekteer de stuurinrichting regelmatig.
Versleten of beschadigde stuurlagers kun-
nen zeer gevaarlijk zijn. Plaats een blok of
standaard onder het motorblok zodat het
voorwiel los van de grond komt. Pak de on-
derkant van de voorvork aan beide zijden
vast en probeer deze naar achteren te du-
wen en naar voren te trekken. Als u speling
voelt, laat uw Yamaha dealer de stuurin-
richting dan nakijken en bijstellen. Het in-
spekteren verloopt makkelijker als het
voorwiel verwijderd is.
DW000115
WAARSCHUWING
@ Ondersteun de motorfiets goed, zodat u
niet het risico loopt dat deze omvalt. @
Page 70 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-24
6
DAU01144
WiellagersAls er speling zit in de voor- of achterwiel-
naaf of als het voor- of achterwiel niet soe-
pel loopt, vraag uw Yamaha dealer dan om
de wiellagers te kontroleren.
DAU00800
AccuDeze motorfiets is uitgerust met een accu
van het zogenaamde “gesloten type”. U
hoeft het elektroliet-nivo dus niet te kontro-
leren en u hoeft ook geen gedistilleerd wa-
ter bij te vullen.l
Als de accu ontladen is, raadpleeg
dan uw Yamaha dealer.
l
Als de motorfiets is voorzien van optio-
nele elektrische accessoires, zal de
accu sneller leegraken, dus zorg in dit
geval voor regelmatig opladen.
DC000101
LET OP:@ Probeer de verzegelde doppen van de
accucellen niet te verwijderen. Hier be-
schadigt u de accu mee. @
DW000116
WAARSCHUWING
@ Accu-elektrolyet is een gevaarlijke en
giftige verbinding die zwavelzuur bevat
en brandwonden kan veroorzaken. Zorg
dat de elektrolyet nooit in aanraking
komt met uw huid, ogen of kleding.
REMEDIES BIJ AANRAKING:l
EXTERN: Spoel uw huid af met veel
stromend koud water.
l
INTERN: Drink grote hoeveelheden
melk of water. Gebruik vervolgens
een laxeermiddel, geklopt ei of
plantaardige olie. Bel onmiddellijk
een arts.
l
OGEN: Spoel 15 minuten lang met
stromend water en raadpleeg zo
snel mogelijk een arts.
Accu’s genereren explosieve gassen.
Houd de accu uit de buurt van open
vuur, vonken, sigaretten, enz. Als u de
accu binnen oplaadt of gebruikt, zorg
dan voor voldoende ventilatie. Draag al-
tijd een veiligheidsbril als u met accu’s
werkt.
ZORG DAT KINDEREN NIET BIJ DE
ACCU KUNNEN KOMEN.
@
Page 71 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-25
6
Opslag van de accu
Als de motorfiets een maand of langer niet
wordt gebruikt, verwijder de accu dan, laad
deze volledig op en bewaar de accu dan in
een koele donkere ruimte.
DC000102
LET OP:@ l
Zorg dat de accu volledig is opgela-
dan voordat u deze opbergt. Als de
accu in outladen toestand wordt
bewaard, kan er onherstelbare
schade aan ontstaan.
l
Gebruik een acculader voor een ge-
heel gesloten (MF-type) accu. Ge-
bruik van een conventionele
acculader kan schade aan de accu
veroorzaken. Als uw lader niet van
het afgedichte type is, dient u con-
tact op te nemen met uw Yamaha-
dealer.
l
Let bij het installeren van de accu
goed op dat alle aansluitigen naar
behoren zijn gemaakt.
@
DAU01110*
Vervangen van zekeringenDe zekeringhouders bevinden zich achter
stroomlijnkap B. (Zie blz. 6-6 voor het ver-
wijderen en weer aanbrengen.)
Als er een zekering is doorgebrand, draai
de kontaktslot-schakelaar dan naar “ON”
en schakel het betreffende circuit uit. Ver-
vang de zekering door een met hetzelfde
amperage. Schakel de elektrische circuits
weer in en kontroleer of alles naar behoren
funktioneert. Als de zekering onmiddellijk
weer doorbrandt, raadpleeg dan uw
Yamaha dealer.
DC000103
LET OP:@ Gebruik nooit zekeringen met een hoger
amperage dan wordt aanbevolen. Dit
kan leiden tot ernstige beschadiging van
het elektrische systeem en mogelijk
zelfs tot brand. @
1. Zekeringenkast (´ 2)
1. Koplampzekering
2. Ontstekingszekering
3. Klokzekering
4. Waarschuwingslampzekering
5. Hoofdzekering
6. Reservezekering (´ 3)
7. Signaalsysteemzekering
Page 72 of 97
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-26
6
DAU00829
Vervangen van de gloeilamp van
de koplampDeze motorfiets is uitgerust met een kop-
lamp met een kwartslampje. Als de gloei-
lamp doorbrandt, vervang deze dan als
volgt:
1. Maak de bedrading van de koplamp
los en verwijder het fittingdeksel.2. Haak de fitting los en verwijder de
doorgebrande gloeilamp.
DW000119
WAARSCHUWING
@ Houd brandbare stoffen uit de buurt van
de gloeilamp als deze warm is en zorg er
tevens voor dat u zichzelf niet brandt.
Raak de gloeilamp niet aan zolang deze
nog warm is. @
Voorgeschreven zekering:
Hoofdzekering: 30 A
Koplampzekering: 15 A
Signaalsysteemzekering: 20 A
Waarschuwingslampze-
kering: 10 A
Ontstekingszekering: 10 A
Klokzekering: 10 A
1. Bedradingsaansluiting
2. Fittingdeksel
1. Fitting