Page 49 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-3
6
11
*Wiellagers• Controleren op loszitten of schade.
• Vervangen indien nodig.ÖÖ
12*Zwaaiarm• Scharnierpunt controleren op speling.
• Corrigeren indien nodig.
• Smeren met molybdeen-disulfidevet om de 24.000 km of
24 maanden (welk het eerst bereikt wordt).ÖÖ
13*Stuurlagers• Controleren op speling en soepele stuurbeweging.
• Corrigeren naar vereist.
• Smeren met vet op lithiumzeepbasis om de 24.000 km of
24 maanden (welk het eerst bereikt wordt).ÖÖ
14*Bevestigingspunten aan
het frame• Controleren of alle bouten, moeren en schroeven stevig vast zitten.
• Aandraaien indien nodig.ÖÖ
15Zijstandaard/midden
standaard• Controleren.
• Smeren en rapareren indien nodig.ÖÖ
16*Zijstandaardschakelaar• Controleren.
• Vervangen indien nodig.ÖÖÖ
17*Voorvork• Controleren op juiste werking en op olielekkage.
• Corrigeren naar vereist.ÖÖ
18*Achterschokbreker• Controleren op juiste werking en op olielekkage.
• Gehele schokbrekerset vervangen indien nodig. ÖÖ
19*Scharnierpunten
achterophanging-
verbindingsarmen• Controleren.
• Smeren met molybdeen-disulfidevet om de 24.000 km of
24 maanden (welk het eerst bereikt wordt).ÖÖ
20*Carburateurs• Controleren op stationair-toerental, synchronisatie en werking
starter.
• Bijstellen indien nodig.ÖÖÖ Nr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDENEERSTE
MAAL
(na 1.000 km)IEDERE
6.000 km of
6 maanden
(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
12.000 km of
12 maanden(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
Page 50 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-4
6
* Onderhoud aan deze onderdelen vereist speciaal gereedschap, technische vaardigheden en service-gegevens. Laat dit onderhoud over aan uw
Yamaha dealer.
DAU02970
OPMERKING:@ l
Als u veel op stoffige wegen of in regenachtige gebieden rijdt, dient u het luchtfilter vaker schoon te maken.
l
Hydraulisch remsysteem
• Na het demonteren van de hoofdcilinder of de plunjer-cilinder dient u altijd de remvloeistof te verversen. Normaal kunt u volstaan
met het controleren van het remvloeistofpeil en het bijvullen van remvloeistof.
• Vervang de oliekeringen binnenin de hoofdcilinder en de plunjer om de twee jaar.
• Vervang alle remleidingen om de vier jaar of als ze gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
@21 Motorolie• Controleren op oliepeil en olielekkage.
• Corrigeren indien nodig.
• Verversen. (Voor aftappen eerst motor laten warmdraaien.)ÖÖÖ
22 Motorolie-filtercassette• Vervangen.ÖÖ
23Olie voor de
eindoverbrenging• Controleren op oliepeil en olielekkage.
• Olie verversen na de eerste 1.000 km en daarna om de 24.000 km
of 24 maanden (welk het eerst bereikt wordt).ÖÖÖ Nr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDENEERSTE
MAAL
(na 1.000 km)IEDERE
6.000 km of
6 maanden
(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
12.000 km of
12 maanden(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
Page 51 of 97
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-5
6
DAU01065
Verwijderen en aanbrengen van
stroomlijnkappenDe stroomlijnkappen die hierbij staan afge-
beeld, moeten voor bepaalde onder-
houdswerkzaamheden in dit hoofdstuk
eerst worden verwijderd. Zie de bijgaande
beschrijving, telkens wanneer u een
stroomlijkap moet verwijderen of weer aan-
brengen.
DAU00490*
Stroomlijnkap AVerwijderen
1. Eerst het zadel afnemen. (Zie blz.
3-15 voor het verwijderen en weer in-
stalleren van het zadel.)
2. De schroeven verwijderen, zoals aan-
gegeven.3. Omhoog tillen en dan naar achteren
schuiven.
Installeren
1. In de oorspronkelijke stand brengen
en de schroeven weer aandraaien.
2. Het zadel op zijn plaats brengen.
1. Stroomlijnkap A
2. Stroomlijnkap B
1. Stroomlijnkap A
2. Schroef (´ 2)
Page 52 of 97
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-6
6
DAU00486*
Stroomlijnkap BVerwijderen
1. Verwijder het zadel en het Stroomlijn-
kap A.2. Verwijder de bouten van de hand-
greep en dan de handgreep zelf.3. Verwijder de schroeven en trek bui-
tenwaarts op de aangegeven plaat-
sen.
Installeren
1. Op zijn plaats brengen en de schroe-
ven weer aandraaien.
2. De handgreep, het paneel A en het
zadel weer aanbrengen.1. Veiligheidshandgreep
2. Stroomlijnkap B
1. Bout (´ 4)
1. Schroef (´ 2)
Page 53 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-7
6
DAU01880
Inspektie van de bougiesDe bougie is een belangrijk onderdeel van
de motor en dient regelmatig te worden
geïnspecteerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. De staat van de bougie
geeft informatie over de algehele toestand
van de motor.
Normaal gesproken moeten de witte porce-
leinen isolatoren rondom de midden-elek-
trode van de bougies van de verschillende
cilinders van dezelfde motor, dezelfde kleur
hebben. De ideale kleur voor de bougies
van een motorfiets waar normaal mee
wordt gereden, is lichtbruin. Als één van de
bougies een verschillende kleur heeft, kan
het zijn dat er iets mis is met de motor.Probeer niet zelf een diagnose te maken
voor dergelijke problemen, maar breng uw
motorfiets naar een Yamaha dealer. De
bougies dienen regelmatig verwijderd en
geïnspekteerd te worden, aangezien de hit-
te en de aanslag de bougies langzaam aan-
tast. Als de elektrodes te ver versleten of
als er sterke koolafzetting of andere aan-
slag op de bougie is, moet de bougie door
een nieuwe van het voorgeschreven type
worden vervangen.
Meet, alvorens een bougie te installeren, de
elektroden-afstand met behulp van een
voelermaatje en stel in op de voorgeschre-
ven afstand.Wanneer u een bougie aanbrengt, maak
het oppervlak waar de pakkingring tegen-
aan komt dan altijd goed schoon en gebruik
een nieuwe pakkingring. Maak tevens de
schroefdraad zorgvuldig schoon en trek de
bougie met het voorgeschreven koppel
aan.
OPMERKING:@ Als u bij het installeren van de nieuwe bou-
gies geen momentsleutel tot uw beschik-
king heeft, kunt u het volgende als
vuistregel aanhouden: Draai de bougie met
uw vingers zo strak mogelijk aan en draai
deze hierna nog , 1/4 à 1/2 slag aan met
een bougiesleutel. Laat echter wel zo snel
mogelijk de bougie met het voorgeschreven
aantrekkoppel vastdraaien. @
a. Elektroden-afstand
Standaard bougie:
DPR8EA-9 (NGK) of
X24EPR-U9 (DENSO)
Elektroden-afstand:
0,8 ~ 0,9 mm
Voorgeschreven aantrekkoppel:
Aantrekkoppel bougie:
17,5 Nm (1,75 m·kg)
Page 54 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-8
6
DAU02938
MotorolieKontroleren van het oliepeil
1. Plaats de motorfiets op de midden-
standaard. Laat de motor enkele mi-
nuten warmdraaien.OPMERKING:@ Let op dat de motorfiets horizontaal staat
als u het oliepeil kontroleert. Als de motor-
fiets iets overhelt, kan dit leiden tot een ver-
keerde aflezing. @
2. Kontroleer het oliepeil, terwijl de motor
afgezet is, door het oliepeil-afleesglas
onderaan de rechterkant van het car-
terdeksel.OPMERKING:@ Wacht, na het afzetten van de motor, enke-
le minuten met het kontroleren van het olie-
peil. @3. Het oliepeil dient tussen de minimum-
en maximum-merktekens te liggen.
Als er te weinig olie in de motor zit, vul
dan olie bij tot aan het voorgeschreven
peil.Verversen van de motorolie en vervan-
gen van het oliefilter.
1. Laat de motor enkele minuten warm-
draaien.
2. Zet de motor af. Plaats een opvang-
bak onder het motorblok en verwijder
de olievuldop.
1. Motoroliepeil-afleesglas
2. Maximum-merkteken
3. Minimum-merkteken
1. Motorolie-vuldop
Page 55 of 97
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-9
6
3. Verwijder de aftapbout en tap de olie
af.4. Verwijder het oliefilter met een oliefil-
tersleutel.
OPMERKING:@ Als u niet over een oliefiltersleutel beschikt,
vraag uw Yamaha dealer hier dan om. @5. Draai de aftapbout weer in de aftap-
opening en draai deze met het voor-
geschreven koppel aan.6. Breng een klein beetje motorolie aan
op de pakking-ring van het nieuwe
oliefilter.
OPMERKING:@ Let op dat de O-ringen goed in de groef valt. @7. Plaats het nieuwe oliefilter en draai het
met het voorgeschreven koppel vast
met een oliefiltersleutel.OPMERKING:@ Als u het oliefilter plaatst, draai het dan aan
met het juiste aantrekkoppel met behulp
van een momentsleutel. @
1. Motorolie-aftapbout
1. Oliefilterelement
2. Oliefiltersleutel
Aantrekkoppel:
Aftapbout:
43 Nm (4,3 m·kg)
1. O-ringen
Page 56 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-10
6
8. Vul het motorblok met motorolie tot het
voorgeschreven peil. Plaats de olie-
vuldop weer en draai deze stevig aan.
DC000066
LET OP:@l
U mag geen chemische middelen
aan de motorolie toevoegen. De
motorolie dient tevens voor het
smeren van de koppeling en toege-
voegde middelen zouden de koppe-
ling kunnen doen slippen.
l
Let op dat er geen vreemde voor-
werpen in het carter terechtkomen.
@9. Start de motor en laat deze enkele mi-
nuten lang warmdraaien. Kontroleer in
de tussentijd het motorblok op olielek-
kage. Mocht u ergens een lek ontdek-
ken, stop de motor dan en probeer de
oorzaak te achterhalen.OPMERKING:@ Nadat u de motor heeft gestart, dient het
oliepeil-kontrolelampje te doven, mits er ge-
noeg olie aanwezig is, tot het voorgeschre-
ven peil. @
DC000067
LET OP:@ Als het kontrolelampje knippert of blijft
oplichten, zet de motor dan onmiddelijk
af en raadpleeg een Yamaha dealer. @
Aantrekkoppel:
Oliefilter:
17 Nm (1,7 m·kg)
Aanbevolen motorolie:
Zie blz. 8-1.
Hoeveelheid motorolie:
Totale hoeveelheid:
4,4 L
Periodieke verversing:
3,2 L
Verversen van olie en vervangen van
oliefilter:
3,4 L