Page 17 of 97

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-3
3
DAU00056
Kontrolelampjes
DAU00058
Richtingsaanwijzer-kontrolelampjes
“ ” / “ ”
Bij het naar rechts of ls zetten van de rich-
tingsaanwijzer gaat het bijbehorende lamp-
je knipperen.
DAU01154
Brandstofpeil-waarschuwingslampje
“”
Wanneer het brandstofpeil onder circa 5 L
komt, gaat dit lampje branden. Als het
waarschuwingslampje oplicht, laat de
brandstoftank dan bij de eerste gelegen-
heid bijvullen. Dit elektrische circuit kan ge-
kontroleerd worden volgens de procedure
op blz. 3-5.
DAU00061
Vrijstand-kontrolelampje “ ”
Dit kontrolelampje licht op als de versnelling
in zijn vrij staat.
DAU00063
Grootlicht-kontrolelampje “ ”
Dit kontrolelampje licht op als het grootlicht
wordt ingeschakeld.
DAU01313
Oliepeil-kontrolelampje “ ”
Dit controlelampje licht op als het oliepeil te
laag is. Dit elektrische circuit kan gekontro-
leerd worden volgens de procedure op blz.
3-4.
DC000000
LET OP:@ Let op dat u nooit met de motorfiets rijdt
als er niet voldoende olie in het carter
aanwezig is. @OPMERKING:@ Ook al is er olie tot het voorgeschreven peil
bijgevuld, dan nog kan het oliepeil-controle-
lampje op een helling of tijdens plotseling
accelereren of remmen wel eens gaan flik-
keren, maar dit is normaal. @
1. Linker richtingaanwijzer-kontrolelampje “ ”
2. Brandstofpeil-waarschuwingslampje “ ”
3. Vrijstand-kontrolelampje “ ”
4. Grootlicht-kontrolelampje “ ”
5. Oliepeil-kontrolelampje “ ”
6. Rechter richtingaanwijzer-kontrolelampje
“”
Page 18 of 97
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-4
3
DAU00071
Kontroleren van het circuit voor het oliepeil-kontrolelampje
CB-48D
Zet de kontaktslot-schakelaar op “ON”
en de motorstop-schakelaar op “ ”.
Het oliepeil-kontrolelampje
licht niet op.
Het oliepeil-kontrolelampje
licht op.Kontroleer het oliepeil.
Het oliepeil-kontro-
lelampje licht op.
Het oliepeil-kontrole-
lampje licht niet op.
Het oliepeil en het
elektrische circuit zijn
in orde. U kunt met de
motorfiets rijden.
Druk op de startschakelaar met
de versnelling in vrij of met de
koppelingshendel ingetrokken.
Vraag uw Yamaha dealer
om het elektrische circuit te
inspekteren.
Het oliepeil is
voldoende.
Vul motorolie bij.Het oliepeil is
te laag.
Page 19 of 97
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-5
3
DAU00085
Kontroleprocedure voor het circuit van het brandstofnivo-waarschuwingslampje
CB-46D
Kontaktslot-schakelaar op “ON”
Motorstop-schakelaar op “ ”.
Brandstofnivo-waarschu-
wingslampje licht niet op.
Brandstofnivo-waarschu-
wingslampje licht op.Kontroleer het
brandstofnivo.
Brandstofnivo-
waarschuwings-
lampje licht op.
Brandstofnivo-
waarschuwings-
lampje licht niet op.
Het brandstofnivo en
het elektrische circuit
zijn in orde. U kunt met
de motorfiets rijden.
Zet de versnelling in vrij of trek
de koppelingshendel in en druk
dan op de startschakelaar.
Vraag uw Yamaha
dealer om het elektri-
sche circuit te
inspekteren.
Er is genoeg
benzine.
Het brandstof-
nivo is te laag.Vul benzine
bij.
Page 20 of 97
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-6
3
DAU00094
SnelheidsmeterDe snelheidsmeter geeft de snelheid van
de motorfiets aan. De snelheidsmeter is te-
vens uitgerust met een kilometerteller en
een dagteller. De dagteller kan op “0” terug-
gezet worden met de nulstelknop. Gebruik
deze dagteller om te kijken hoeveel kilome-
ter u met één volle tank kunt afleggen. Als u
dit enkele malen doet, zult u in de toekomst
beter kunnen plannen waar en wanneer u
moet stoppen om te tanken.
DAU00101
ToerentellerDit model is uitgerust met een elektrische
toerenteller zodat de bestuurder het motor-
toerental goed kan aflezen, en zodoende
de motorbelasting binnen de vereiste gren-
zen kan houden.
DC000003
LET OP:@ Zorg dat de toerenteller nooit in het rode
gebied komt.
Rode gebied: 9.500 tpm en hoger @
1. Dagteller
2. Kilometerteller
3. Terugsteltoets
1. Toerenteller
2. Rode gebied
Page 21 of 97

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-7
3
DAU01559*
DiagnosefunctieDit model is voorzien van een diagnose-
functie voor de volgende circuits.l
Gasklepstandsensor (T.P.S.)
l
Ontstekingscircuit
Mocht er een storing optreden in een van
deze circuits, dan zal de toerenteller om en
om de volgende diagnose-aanduidingen te
zien geven:
CB-72DIn dit schema kunt u aflezen welk circuit de-
fect is, aan de hand van het kenmerkende
diagnose-toerental dat wordt aangegeven.CB-73D
Als uw toerenteller de bovenstaande reeks
diagnose-aanduidingen te zien geeft, no-
teer dan het aangegeven diagnose-toeren-
tal en breng uw motorfiets ter reparatie naar
een Yamaha dealer.
DC000004
LET OP:@ Om schade aan de motor te voorkomen,
dient u vooral zo snel mogelijk een
Yamaha dealer te raadplegen als uw toe-
renteller een steeds wisselende reeks
toerentallen te zien geeft. @
DAU00109
Anti-diefstal alarm (optioneel)Deze motorfiets kan op aanvraag worden
uitgerust met een anti-diefstal alarm. Ver-
zoek uw Yamaha dealer om het alarm voor
u te bestellen en te installeren.
Diagnose-
toerental
Defekt circuit
10.000 tpm
Gasklep-sensorcircuit (T.P.S.)
9.000 tpm
Ontstekingscircuit
3 sekonden
lang: 0 tpm
3 sekonde lang:
het kenmerken-
de diagnose-
toerental voor
het defekte cir-
cuit (zie het on-
derstaande
schema)
3 sekonden
lang: het
feitelijke
toerental
Page 22 of 97
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-8
3
DAU00110
BenzinemeterDit model is uitgerust met een elektrische
benzinemeter zodat de bestuurder te allen
tijde kan zien hoeveel benzine er in de tank
zit. Als de naald op “E” (leeg) staat, blijft er
nog circa 5 L benzine in de tank over.
DAU00117
Digitale klokDeze digitale klok geeft altijd de juiste tijd,
onafhankelijk van de stand van de kontakt-
slot-schakelaar.
Instellen van de klok
1. Draai de kontaktslot-schakelaar naar
“ON”.
2. U stelt de uren in door de “H” schake-
laar in te drukken, of ingedrukt te hou-
den.
3. U stelt de minuten in door de “M” scha-
kelaar in te drukken, of ingedrukt te
houden.
OPMERKING:@ Als u de klok weer op de juiste tijd wilt zet-
ten, nadat de stroomtoevoer is onderbro-
ken, bijvoorbeeld doordat de accu
verwijderd werd, zet de klok dan op 1:00 AM
en stel vervolgens de juiste tijd weer in. @
1. Benzinemeter
1. Digitale klok
2. “M” schakelaar
3. “H” schakelaar
Page 23 of 97

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-9
3
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00120
Inhaal-schakelaar “PASS”
Druk op de schakelaar om het signaallicht
te bedienen.
DAU00121
Grootlicht/dimlicht-schakelaar
Draai de schakelaar naar “ ” voor groot-
licht en naar “ ” voor dimlicht.
DAU00144
Waarschuwingslichten-schakelaar
“”
Schakel de waarschuwingslichten in als er
gevaar dreigt of als u nood bent. Alle rich-
tingsaanwijzerlampjes gaan tegelijk knippe-
ren wanneer u, met het contactslot in de
“ON” of de “ ” stand, de waarschuwings-
lichten inschakelt met deze schakelaar
DC000006
LET OP:@ Als u de waarschuwingslichten te lang
achtereen aan laat, kan dit leiden tot uit-
putting van de accu waardoor u de elek-
trische starter niet meer zult kunnen
gebruiken. @OPMERKING:@ Schakel de waarschuwingsknipperlichten
in als u andere weggebruikers wilt waar-
schuwen dat u uw motorfiets wilt stopzetten
op een plaats waar dit gevaar kan opleve-
ren. @
DAU00127
Richtingaanwijzer-schakelaar
Om de rechter-richtingaanwijzer in te scha-
kelen, duwt u de schakelaar naar “ ”. Om
de linker-richtingaanwijzer in te schakelen,
duwt u de schakelaar naar “ ”. Als u de
schakelaar loslaat, keert deze terug naar de
middenpositie. Om de richtingaanwijzer
weer uit te zetten, drukt u de schakelaar in,
terwijl deze in de middenpositie staat.
DAU00129
Klaxon-schakelaar “ ”
Druk de schakelaar in om te klaxoneren.
1. Inhaal-schakelaar “PASS”
2. Grootlicht/dimlicht-schakelaar
3. Waarschuwingslichten-schakelaar “ ”
4. Richtingaanwijzer-schakelaar
5. Klaxon-schakelaar “ ”
Page 24 of 97

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-10
3
DAU00138
Motorstop-schakelaar
De motorstop-schakelaar is een veilig-
heids-schakelaar voor gebruik onder
noodomstandigheden, zoals wanneer de
motorfiets is omgevallen of bij problemen
met de gasklep. Draai de schakelaar naar
“ ” als u de motor wilt starten. In noodge-
vallen draait u de schakelaar naar “ ”.
DAU00134
Lichtschakelaar
Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal het dimlicht, de meterverlichting
en de achterverlichting ingeschakeld wor-
den. Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal de koplamp ook ingeschakeld
worden.
DAU00143
Startschakelaar “ ”
Als u de startschakelaar indrukt zal de start-
motor de motor doen ronddraaien.
DC000005
LET OP:@ Zie, alvorens de motor te starten, de pa-
ragraaf met aanwijzingen over het star-
ten. @
DAU00152
KoppelingshendelDe koppelingshendel is bevestigd aan het
linkerhandvat van het stuur, en het ontste-
kingsblokkeersysteem is ingebouwd in het
koppelingshendel-handvat. Om te ontkop-
pelen, trekt u de koppelingshendel in. Om
de koppeling weer te laten opkomen laat u
de koppelingshendel weer langzaam van
het stuur weg gaan. Voor een soepele be-
diening is het het beste om de koppe-
lingshendel snel in te trekken en langzaam
te laten opkomen. (Zie de paragraaf met de
aanwijzingen over het starten, voor een be-
schrijving van het circuit van het ontste-
kingsblokkeersysteem).
1. Motorstop-schakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startschakelaar “ ”
1. Koppelingshendel