Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur
■Wanneer het lampje knippert: Geeft aan dat de
koelvloeistoftemperatuur te hoog is. Het lampje verandert van
een knipperend lampje in een brandend lampje wanneer de
temperatuur verder toeneemt.
Breng de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats tot stilstand.
(→Blz. 466)
■Als het lampje gaat branden zonder te knipperen: Geeft aan dat
er een storing aanwezig is in het
uitlaatgaswarmterecirculatiesysteem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Knippert)
(indien aanwezig)Controlelampje PKSB OFF
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Parking Support
Brake-functie
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Het waarschuwingslampje werkt als volgt, zelfs wanneer er geen
storing zit in het systeem:
■Het lampje gaat branden wanneer de Parking Support
Brake-functie wordt uitgeschakeld (→blz. 314)
■Het lampje gaat branden wanneer de Parking Support
Brake-functie in werking is (→blz. 317)
■Het lampje gaat knipperen wanneer het systeem tijdelijk niet
kan worden gebruikt (→blz. 318)
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) open portier/
achterklep*3
Geeft aan dat een van de portieren of de achterklep niet geheel
gesloten is
Controleer of alle portieren en de achterklep gesloten zijn.
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer 6,4 l
of minder is
Vul de brandstoftank.
Controlelampje (waarschuwingszoemer) bestuurders- en voor-
passagiersgordel*4
Waarschuwt de bestuurder en/of voorpassagier dat de veiligheids-
gordel vastgemaakt dient te worden.
Doe de veiligheidsgordel om. Als er iemand op de voorpassa-
giersstoel zit, moet ook de veiligheidsgordel voor de voorpassa-
gier worden vastgemaakt, zodat het waarschuwingslampje (de
waarschuwingszoemer) uitgaat.
Controlelampje (waarschuwingszoemer) veiligheidsgordel ach-
terpassagiers*5
Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel om te
doen
Doe de veiligheidsgordel om.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
438
Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen
Centraal waarschuwingslampje
Een zoemer klinkt en het waarschuwingslampje gaat branden en
knippert om aan te geven dat het centrale waarschuwingssysteem
een storing heeft gesignaleerd.
Blz. 442
Waarschuwingslampje lage bandenspanning
Als het lampje gaat branden: Lage bandenspanning, bijvoorbeeld
door
■Natuurlijke oorzaken (→blz. 440)
■Lekke band (→blz. 449)
Breng de banden op de juiste spanning.
Na een paar minuten dooft het lampje. Laat het systeem
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige indien het lampje niet dooft nadat de
banden op spanning zijn gebracht.
Als het lampje gaat branden nadat het gedurende 1 minuut
knippert: Storing in het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(→blz. 441)
Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje onjuiste bediening pedaal*6(waarschu-
wingszoemer)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het Brake Override-systeem
■De wegrijregeling
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat de schakelstand is gewijzigd en de wegrijregeling is
geactiveerd terwijl het gaspedaal werd ingetrapt.
Laat het gaspedaal even los.
Geeft aan dat de Parking Support Brake-functie (indien aanwezig)
in werking is (→blz. 317)
Volg de instructie op het multi-informatiedisplay op.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Geeft aan dat het gaspedaal en rempedaal gelijktijdig worden
ingetrapt en het Brake Override-systeem in werking is.
Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal in.
*1: Waarschuwingszoemer remsysteem: Als er zich een probleem voordoet dat de
remprestaties nadelig zou kunnen beïnvloeden, gaat het waarschuwingslampje branden
en klinkt er een waarschuwingszoemer.
*2: Waarschuwingszoemer lage oliedruk: De waarschuwingszoemer lage oliedruk klinkt
gedurende maximaal ongeveer 30 seconden wanneer het controlelampje READY brandt
en het waarschuwingslampje lage oliedruk brandt.
*3: Waarschuwingszoemer open portier/achterklep: De waarschuwingszoemer open
portier/achterklep klinkt om aan te geven dat een of meerdere portieren/de achterklep
niet goed gesloten zijn (als de rijsnelheid 5 km/h of hoger is).
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
439
8
Bij problemen
– Er wordt een
waarschuwingsmelding
weergegeven wanneer de
wegrijregeling of de Parking
Support Brake-functie (indien
aanwezig) in werking is (→blz. 200,
blz. 317). Volg de instructies op het
multi-informatiedisplay.
• Als er een melding over de bediening
van de startknop wordt weergegeven
Er wordt een instructie voor de
bediening van de startknop
weergegeven wanneer een onjuiste
procedure voor het starten van het
hybridesysteem wordt uitgevoerd of
wanneer de startknop onjuist wordt
bediend. Volg de op het multi-
informatiedisplay weergegeven
instructies om de startknop nogmaals te
bedienen.
• Als er een melding over een
schakelhandeling wordt weergegeven
Om te voorkomen dat de schakelstand
onjuist wordt geselecteerd of dat de
auto onverwachts in beweging komt,
kan de schakelstand automatisch
worden gewijzigd (→
blz. 225) of moet
een schakelhandeling worden
uitgevoerd. Wijzig in dit geval de
schakelstand aan de hand van de
instructies op het
multi-informatiedisplay.
• Als er een melding of afbeelding met
betrekking tot een geopend/gesloten
onderdeel of het bijvullen van een
vloeistof wordt weergegeven
Controleer het onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven of dat door het
waarschuwingslampje wordt
aangegeven en los het probleem op,
bijvoorbeeld door het geopende portier
te sluiten of de vloeistof bij te vullen.
Als “See Owner’s Manual” (Raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven
• Als “Braking Power Low Stop in a Safe
Place See Owner’s Manual”
(Remvermogen laag. Breng auto opveilige plaats tot stilstand. Raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven,
duidt dit mogelijk op een storing.
Breng de auto onmiddellijk op een
veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Doorrijden met de auto
kan gevaarlijk zijn.
• Als “Engine Oil Pressure Low” (Lage
motoroliedruk) wordt weergegeven,
duidt dit mogelijk op een storing.
Breng de auto onmiddellijk op een
veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Als de onderstaande meldingen
worden weergegeven, is er mogelijk
sprake van een storing. Laat
onmiddellijk de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
– “Plug-in charging system
malfunction.” (storing
plugin-laadsysteem)
– “Hybrid System Malfunction”
(storing hybridesysteem)
– “Check Engine” (controleer motor)
– “Hybrid Battery System
Malfunction” (storing
tractiebatterijsysteem)
– “Accelerator System Malfunction”
(systeemstoring gaspedaal)
– “Smart Entry & Start System
Malfunction See Owners Manual”
(Storing Smart entry-systeem met
startknop. Zie handleiding)
• Volg de instructies als “Exhaust Filter
Full See Owner’s Manual”
(uitlaatgasfiltersysteem vol, zie
handleiding) op het multi-
informatiedisplay wordt
weergegeven. (→Blz. 344)
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
444
Als “Shift System Not Active Apply
Parking Brake Securely While Parking
See Owner’s Manual” (Schakelsysteem
niet actief. Activeer parkeerrem goed
bij het parkeren. Zie handleiding)
wordt weergegeven
Geeft aan dat de schakelregeling tijdelijk
niet werkt of dat er een storing in zit.
Laat onmiddellijk de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Wanneer de melding wordt
weergegeven, kan het hybridesysteem
mogelijk niet worden gestart of kan de
schakelstand mogelijk niet normaal
worden gewijzigd. (Oplossing:
→blz. 448)
Als “Shift System Malfunction Apply
Parking Brake Securely While Parking
See Owner’s Manual” (Storing in
schakelsysteem. Activeer parkeerrem
goed bij het parkeren. Zie handleiding)
wordt weergegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig is
in de schakelregeling. Laat onmiddellijk
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Wanneer de melding wordt
weergegeven, kan het hybridesysteem
mogelijk niet worden gestart of kan de
schakelstand mogelijk niet normaal
worden gewijzigd. (Oplossing:
→blz. 448)
Als “
Switch Malfunction Apply
Parking Brake Securely While Parking
See Owner’s Manual” (Storing in
schakelaar stand P. Activeer
parkeerrem goed bij het parkeren. Zie
handleiding) wordt weergegeven
De schakelaar stand P werkt mogelijk
niet. Laat onmiddellijk de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer ofhersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Parkeer de auto op een vlakke
ondergrond en activeer de parkeerrem
goed.
Als “Shift System Malfunction Shifting
Unavailable See Owner’s Manual”
(Storing in schakelsysteem. Schakelen
niet mogelijk. Zie handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig is
in de schakelregeling. Laat onmiddellijk
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Mogelijk kan geen andere schakelstand
dan stand P worden ingeschakeld.
Als “Shift System Malfunction Stop in
a Safe Place See Owner’s Manual”
(Storing in schakelsysteem. Breng
auto op veilige plaats tot stilstand. Zie
handleiding) wordt weergegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in
de schakelregeling. Laat onmiddellijk de
auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Er kan geen andere schakelstand
worden ingeschakeld. Breng de auto op
een veilige plaats tot stilstand.
Als “Shift System Malfunction See
Owner’s Manual” (Storing in
schakelsysteem. Zie handleiding)
wordt weergegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in
de schakelregeling. Laat onmiddellijk het
systeem nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Mogelijk werkt het systeem niet goed.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
445
8
Bij problemen
Als “Low 12-Volt Battery Apply
Parking Brake Securely While Parking
See Owner’s Manual” (12V-accu bijna
leeg. Activeer parkeerrem goed bij het
parkeren. Zie handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat de 12V-accu onvoldoende
geladen is. Laad de 12V-accu op of
vervang hem.
• Wanneer de melding wordt
weergegeven, kan het
hybridesysteem mogelijk niet worden
gestart of kan de schakelstand
mogelijk niet normaal worden
gewijzigd. (Oplossing:→blz. 448)
• Na het laden van de 12V-accu wordt
de melding mogelijk nog
weergegeven totdat een andere
schakelstand dan P wordt
geselecteerd.
Als “Shifting Unavailable Low 12-Volt
Battery See Owner’s Manual”
(Schakelen niet mogelijk. 12V-accu
bijna leeg. Zie handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat de schakelstand niet kan
worden gewijzigd doordat de spanning
van de 12V-accu is gedaald. Laad de
12V-accu op of vervang hem. (Oplossing
wanneer de 12V-accu is ontladen:
→blz. 462)
Als “Hybrid System Overheated.
Reduced Output Power.”
(Hybridesysteem oververhit.
Gereduceerd uitgangsvermogen)
wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk
weergegeven tijdens het rijden onder
zware omstandigheden. (Bijvoorbeeld
wanneer u (achteruit) een lange steile
helling op rijdt.)
Oplossing:→blz. 466Als “Maintenance Required for
Traction Battery Cooling Parts See
Owner’s Manual” (Onderhoud vereist
voor koelonderdelen tractiebatterij,
zie handleiding) wordt weergegeven
Het filter kan verstopt zitten, de
ventilatieopeningen kunnen
geblokkeerd zijn of er kan een gat in het
kanaal zitten.
• Als de ventilatieopeningen of filters
vuil zijn, maak ze dan schoon met
behulp van de procedures op blz. 382.
• Als de waarschuwingsmelding wordt
weergegeven terwijl de
ventilatieopeningen en filters niet vuil
zijn, laat de auto dan controleren door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als “Traction Battery Needs to be
Protected Refrain from the Use of
Position” (Tractiebatterij moet
worden beschermd. Vermijd het
gebruik van stand N.) wordt
weergegeven
Deze melding kan worden weergegeven
als de transmissie in stand N staat.
Het batterijpakket (tractiebatterij) kan
niet worden geladen als schakelstand N
is geselecteerd. Selecteer daarom
schakelstand P als de auto stilstaat.
Als “Traction battery needs to be
protected. Shift into
to Restart”
(Tractiebatterij moet worden
beschermd. Zet selectiehendel in
stand P om opnieuw te starten.) wordt
weergegeven
Deze melding wordt weergegeven
wanneer het batterijpakket
(tractiebatterij) bijna leeg is, doordat de
auto een bepaalde periode in stand N
heeft stilgestaan.
Zet bij het bedienen van de auto de
selectiehendel in stand P en herstart het
hybridesysteem.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
446
9.3 Initialisatie
9.3.1 Te initialiseren onderdelen
Na bijvoorbeeld het loskoppelen en weer aansluiten van de 12V-accu of onderhoud
aan de auto, moeten de volgende items worden geïnitialiseerd, zodat het systeem
weer op de juiste manier werkt:
Item Wanneer initialiseren Zie
Elektrisch bedienbare ruiten Wanneer de werking abnormaal is Blz. 206
Parking Support Brake-functie (in-
dien aanwezig)Na het aansluiten of vervangen van
de 12V-accuBlz. 313
S-IPA (Simple Intelligent Parking
Assist-systeem) (indien aanwezig)Na het aansluiten of vervangen van
de 12V-accuBlz. 320
Bandenspanningswaarschuwings-
systeem■Bij het wisselen van de banden bij
auto's waarbij de
bandenspanning van de voor- en
de achterbanden anders is.
■Als de bandenspanning wordt
gewijzigd omdat de rijsnelheid of
de belading verandert.Blz. 399
9.3 Initialisatie
485
9
SPECIFICATIES
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)........276
LTA (Lane Tracing Assist)......257
Meldingen multi-
informatiedisplay...........336
Naast andere auto's parkeren
(modus automatisch achteruit
inparkeren)..............332
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)........277
Ondersteunde soorten
verkeersborden............268
Ondersteunende systemen.....344
Ondersteunend systeem......239
Overzicht van de Blind Spot
Monitor.................285
Overzicht van de functie......267
Overzicht van functies. . . .257 , 271
Parking Support Brake-functie* . .313
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .250
Rijden in de afstandsregelmodus .274
Rijmodi.................282
Rijmodusselectieschakelaar. . . .282
RSA (Road Sign Assist).......267
Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus........277
Sensoren................240
Signaleerbare objecten.......250
Simple Intelligent Parking
Assist-systeem............320
S-IPA (Simple Intelligent Parking
Assist-systeem)*...........320
Snelheidsbegrenzer.........283
Soorten sensoren.......304 , 314
Systeemfuncties...........250
Systeemonderdelen.........272
Tabel met ondersteuningsmodi en
functies van het Simple Intelligent
Parking Assist-systeem.......321
Toyota Parking Assist-sensor* . . .304
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........305
Toyota Safety Sense.........239
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsbegrenzer.........283
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling...........277
Uitschakelen van het TRC-
systeem................345
Voorbeelden van de werking
van het systeem...........313Voorzorgsmaatregelen tijdens het
gebruik.................340
Waarschuwingsfunctie.......270
Weergave en zoemer voor
begrenzingsregeling hybridesysteem
en remregeling............317
Weergave op het hoofdscherm of het
multi-informatiedisplay......
.267
Weergave op het
instrumentenpaneel.........263
WeergaveRCTA-icoon........301
Weergave sensorsignalering,
afstand tot obstakel.........306
Wegrijden van een parkeerplaats
na het fileparkeren
(modus parkeerplaats
fileparkeren verlaten)........328
Werking................315
Werkingsvoorwaarden.......316
Wijzigen van de ingestelde
snelheid.............275 , 283
Wijzigen van de
ondersteuningsmodus........322
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)........276
Wijzigen van instellingen van de Blind
Spot Monitor-functie en de Rear
Crossing Traffic Alert-functie. . . .286
Wijzigen van instellingen van de
Parking Support Brake-functie. . .314
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem.....252
Zoemer.................307
Gebruik van de opbergmogelijkheden
Bagageafdekking...........368
Bekerhouders.............365
Consolevak..............365
Dashboardkastje...........365
Extra opbergvakken......366 , 367
Fleshouders/portiervakken.....365
Opbergvak voor gevarendriehoek .368
Opbergzakken rugleuning.....366
Overzicht van
opbergmogelijkheden........364
Tashaken................368
Voorzieningen in de
bagageruimte.............367
Trefwoordenlijst
546