OPMERKING
Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter
aanwezig is. Als de airconditioning
zonder filter gebruikt wordt, kan het
systeem beschadigd raken.
Voorkomen van schade aan de
afdekkap van het filter
Oefen bij het bewegen van de afdekkap
van het filter in de richting van de pijl om
de bevestiging los te nemen, geen
overmatige kracht uit op de klauwen.
Anders kunnen de klauwen beschadigd
raken.
6.3.10 Schoonmaken van de
ventilatieopeningen van het
batterijpakket (tractiebatterij)
Controleer, om een hoger
brandstofverbruik te voorkomen, de
ventilatieopeningen van het
batterijpakket (tractiebatterij) periodiek
op verontreinigingen. Als “Maintenance
Required for Traction Battery Cooling
Parts See Owner’s Manual” (Onderhoud
vereist voor koelonderdelen
tractiebatterij, zie handleiding) wordt
weergegeven op het multi-
informatiedisplay, moet de
ventilatieopening worden gereinigd
volgens onderstaande procedure:Wanneer is vaker periodiek onderhoud
nodig?
Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden van de auto,
zoals veelvuldig gebruik of bij het rijden in
druk verkeer of in stoffige gebieden, moet
de ventilatieopening mogelijk vaker
worden schoongemaakt. Zie voor details
het onderhoudsboekje of het
garantieboekje.
Schoonmaken van de ventilatieopening
Onjuist omgaan met de kap en het filter
van de ventilatieopening kan schade
eraan tot gevolg hebben. Indien u twijfels
hebt over het schoonmaken van het filter,
neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Als “Maintenance Required for
Traction Battery Cooling Parts See
Owner’s Manual” (Onderhoud vereist
voor koelonderdelen tractiebatterij,
zie handleiding) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay
Reinig de ventilatieopeningen
onmiddellijk.
Als er met de auto wordt doorgereden
terwijl de waarschuwingsmelding
weergegeven wordt, kan er een storing
ontstaan in het batterijpakket
(tractiebatterij) of kan het
uitgangsvermogen worden beperkt.
Schoonmaakprocedure
1. Zet het contact UIT.
2. Verwijder de kap van de
ventilatieopening.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
372
ATrek aan de kap zoals aangegeven
in de afbeelding om de 7 klauwen
los te maken. Begin bij de klauw in
de rechter bovenhoek.
BTrek de kap in de richting van de
voorzijde van de auto om hem te
verwijderen.
3. Verwijder het filter van de kap van de
ventilatieopening.
AMaak de 3 klauwen los zoals
aangegeven in de afbeelding.
BVerwijder het filter uit de kap.
Als stof zich heeft opgehoopt in de
kap van de ventilatieopening,
verwijder het stof dan met een
stofzuiger of iets dergelijks.
4. Verwijder het stof en zand uit het
filter.
Zuig met een stofzuiger of iets
dergelijks het stof en zand uit het
filter op door met het mondstuk
lichtjes langs de vouwen te gaan.5. Houd het filter tegen het licht en
controleer of het niet verstopt is.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als het stof of
zand niet volledig kan worden
verwijderd.
6. Plaats het filter op zijn
oorspronkelijke plaats en plaats de
kap van de ventilatieopening.
• Als “Maintenance Required for
Traction Battery Cooling Parts See
Owner’s Manual” (Onderhoud
vereist voor koelonderdelen
tractiebatterij, zie handleiding)
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
7. Start het hybridesysteem en
controleer of de
waarschuwingsmelding niet langer
wordt weergegeven.
Het is wellicht nodig om met de auto
te rijden tot de
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
373
6
Onderhoud en verzorging
OPMERKING
Voorkomen van beschadigingen aan de
auto bij het slepen met een lepelwagen
• Sleep de auto nooit aan de achterzijde
als het contact UIT staat. Het
stuurslot (indien aanwezig) is niet
sterk genoeg om de voorwielen in de
rechtuitstand te houden.
• Let erop dat de andere zijde van de
auto dan die op de lepel staat
voldoende bodemvrijheid heeft. Als
er onvoldoende speling aanwezig is,
kan de auto tijdens het slepen
beschadigd raken.
Voorkomen van beschadigingen aan de
auto bij het slepen met een
takelwagen
Sleep de auto niet met een takelwagen,
noch aan de voorzijde, noch aan de
achterzijde.
Voorkomen van beschadigingen aan de
auto tijdens slepen in een noodgeval
Maak de kabel of de ketting niet vast aan
onderdelen van de wielophanging.
Omstandigheden waaronder u vóór het
slepen contact dient op te nemen met
de dealer
Het volgende kan duiden op een
probleem in de transmissie. Neem vóór
het slepen contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur,
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige of een
professioneel bergingsbedrijf.
• De waarschuwingsmelding voor het
hybridesysteem wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay en de
auto komt niet in beweging.
• De auto maakt een abnormaal geluid.Slepen met een lepelwagen
Aan de voorzijde
Deactiveer de parkeerrem.
Schakel de automatische modus uit.
(→Blz. 186)
Aan de achterzijde
Gebruik een dolly onder de voorwielen.
OPMERKING
Slepen met een takelwagen
Sleep de auto niet met een takelwagen,
om beschadiging van de carrosserie te
voorkomen.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
389
7
Bij problemen
7.2.3 Als een waarschuwingslampje gaat branden of een
waarschuwingszoemer klinkt
Voer op rustige wijze onderstaande handelingen uit als een van de waarschuwingslampjes
gaat branden of knipperen. Als een van de lampjes gaat branden of knipperen en daarna
weer uitgaat, is er niet noodzakelijkerwijs een defect in het systeem aanwezig. Als deze
situatie echter blijft voortduren, laat dan uw auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Acties behorende bij de waarschuwingslampjes of -zoemers
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) remsysteem
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Rood)Geeft het volgende aan:
■Het remvloeistofniveau is te laag; of
■Er zit een storing in het remsysteem
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) remsysteem
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Geel)Geeft aan dat er een storing is in:
■Het regeneratieve remsysteem;
■Het elektronisch geregelde remsysteem; of
■Het parkeerremsysteem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur*(waarschuwingszoemer)
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat de koelvloeistoftemperatuur extreem hoog is
Breng de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats tot stilstand. Oplos-
sing (→blz. 438)
*Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Waarschuwingslampje hybridesysteem oververhit
*(waarschuwingszoemer)
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat de temperatuur van het hybridesysteem extreem hoog is
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand. Oplossing (→blz. 438)
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
392
*Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Laadstroomcontrolelampje
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het laadsysteem van de auto
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje lage oliedruk*(waarschuwingszoemer)
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat de motoroliedruk extreem laag is
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Motorcontrolelampje (waarschuwingszoemer)
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het hybridesysteem;
■Het elektronische motorregelsysteem;
■De elektronische smoorklepregeling;
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) SRS
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het SRS-airbagsysteem; of
■Het gordelspannersysteem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje ABS
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het ABS; of
■Het Brake Assist-systeem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
393
7
Bij problemen
Waarschuwingslampje onjuiste bediening pedaal*(waarschuwingszoemer)
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
Wanneer er een zoemer klinkt:
■Het Brake Override-systeem is defect
■De wegrijregeling is defect
■De wegrijregeling is in werking
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Het Brake Override-systeem is in werking.
Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal in.
*Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektrische stuurbekrachtiging
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Rood)
of
(Geel)Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbekrachtiging (EPS)
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer 6,4 liter of min-
der is
Vul de brandstoftank.
Controlelampje (waarschuwingszoemer) bestuurders- en voorpassagiersgordel*
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
Waarschuwt de bestuurder en/of voorpassagier dat de veiligheidsgordel
vastgemaakt dient te worden.
Doe de veiligheidsgordel om. Als er iemand op de voorpassagiersstoel zit,
moet ook de veiligheidsgordel voor de voorpassagier worden vastge-
maakt, zodat het waarschuwingslampje (de waarschuwingszoemer)
uitgaat.
*Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel bestuurder en voorpassagier:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordel herinnert de bestuurder en de
voorpassagier eraan de veiligheidsgordel om te doen. Als de veiligheidsgordel wordt
losgemaakt klinkt de zoemer gedurende een bepaalde tijd met tussenpozen wanneer de
auto een bepaalde snelheid heeft bereikt.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
394
Controlelampje (waarschuwingszoemer) Toyota Parking Assist-sensor OFF
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aan-
wezig)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Toyota Parking Assist-sensor
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is, doordat een sensor
mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 261)
Waarschuwingslampje PCS
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Knippert of
brandt)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-Crash Safety-
systeem).
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
Als het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) of de VSC (Vehicle Stability Control-
systeem) wordt uitgeschakeld, gaat het waarschuwingslampje PCS branden.
Blz. 214
Controlelampje (waarschuwingszoemer) LTA
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Oranje)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LTA (Lane Tracing Assist).
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
Controlelampje (waarschuwingszoemer) LDA
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Oranje)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LDA (Lane Departure Alert).
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
Controlelampje (waarschuwingszoemer) PDA
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Oranje)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de PDA (Proactive Driving Assist).
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
396
Controlelampje (waarschuwingszoemer) Dynamic Radar Cruise Control
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(oranje)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Dynamic Radar Cruise Control.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
Controlelampje (waarschuwingszoemer) cruise control
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(oranje)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de cruise control.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
Controlelampje (waarschuwingszoemer) snelheidsbegrenzer
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
(Oranje)Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de snelheidsbegrenzer.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
Controlelampje Driving Assist-informatie
Waarschu-
wingslampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er mogelijk een storing aanwezig is in een van de volgende
systemen.
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
■LDA (Lane Departure Alert)
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
Geeft aan dat er een storing zit in een van de volgende systemen of dat een
van de volgende systemen is uitgeschakeld:
■PKSB (Parking Support Brake)
*
■BSM (Blind Spot Monitor)*
■RCTA (Rear Cross Traffic Alert)*
■SEA (Safe Exit Assist)*
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 400)
*Indien aanwezig
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
397
7
Bij problemen