Instrumentenpaneel met 12,3 inch
display: Druk opofom het
item te selecteren dat u aan uw
persoonlijke voorkeur wilt aanpassen.
3. Houd
ingedrukt of druk erop.
De beschikbare instellingen
verschillen afhankelijk van of
wordt ingedrukt of ingedrukt wordt
gehouden. Volg de instructies op het
display.
WAARSCHUWING!
Tijdens het aanpassen van de
persoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg dat de auto geparkeerd staat op
een plaats met voldoende ventilatie,
aangezien het hybridesysteem tijdens
het instellen moet draaien. In een
WAARSCHUWING!(Vervolg)
afgesloten ruimte, zoals een garage,
kunnen uitlaatgassen die het
schadelijke koolmonoxide (CO)
bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan leiden tot de
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het aanpassen van de
persoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg ervoor dat het hybridesysteem
tijdens het instellen draait, om te
voorkomen dat de 12V-accu ontladen
raakt.
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van andere functies.
Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AInstellingen die u kunt wijzigen op het scherm van het audiosysteem (auto's met
multimediasysteem)
BInstellingen die u met de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel kunt
wijzigen
CInstellingen die door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kunnen worden gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, — = niet beschikbaar
Alarm
*1(→blz. 76)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke voorkeurs-
instellingABC
Inbraaksen-
sor*2Aan Uit — O —
*1Indien aanwezig
*2Nadat de inbraaksensor uitgeschakeld is, wordt deze opnieuw ingeschakeld door de
portieren te ontgrendelen met de instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening.
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
455
8
Voertuigspecificaties
Meters, tellers en multi-informatiedisplay (→blz. 80, blz. 85, blz. 88, 93, blz. 99)
Functie*1Standaardin-
stellingPersoonlijke voorkeursin-
stellingABC
Ta a l*2Engels*3OO—
Eenheden
*2l/100 kmkm/l
OO—
mijlen (MPG)*4
Type instru-
mentenpa-
neel
*52 meters1meter
—O—
geen meters
Stijl instru-
mentenpa-
neel
*5SmartCasual
—O— Tough
Sporty
Stijl instru-
mentenpa-
neel
*6SmartCasual
—O—
Sporty
Type meter
*6Hybridesys-
teemindicatorToerenteller
—O—
Simple (zonder meters)
Type meter
*7Snelheidsme-
terHybridesysteemindicator
—O—
Toerenteller
Type meter
*8Hybridesys-
teemindicatorToerenteller — O —
EV-
controle-
lampjeAan Uit — O —
Brandstof-
verbruikTotaal gemid-
delde (gemid-
deld brand-
stofverbruik
[sinds reset-
ten])Ritgemiddelde (gemiddeld
brandstofverbruik [sinds
starten])
—O—
Gemiddelde per tankbeurt
(gemiddeld brandstofver-
bruik [sinds tanken])
*6
Begeleiding
milieubewust
bedienen
gaspedaalAan Uit — O —
Rij-
informatie-
items (eerste
item)AfstandGemiddelde rijsnelheid
—O—
Verstreken tijd
Rij-
informatie-
items
(tweede item)Verstreken
tijdAfstand
—O—
Gemiddelde rijsnelheid
Items teller A
(eerste
item)
*5AfstandGemiddelde rijsnelheid
—O—
Verstreken tijd
Items teller A
(tweede
item)
*5
Gemiddelde
rijsnelheidAfstand
—O—
Verstreken tijd
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
456
Functie*1Standaardin-
stellingPersoonlijke voorkeursin-
stellingABC
Items teller B
(eerste
item)
*5AfstandGemiddelde rijsnelheid
—O—
Verstreken tijd
Items teller B
(tweede
item)
*5
Gemiddelde
rijsnelheidAfstand
—O—
Verstreken tijd
Pop-
updisplayAan Uit — O —
*1Voor meer informatie over elke functie:→blz. 93, blz. 99
*2De standaardinstelling verschilt per land.
*3Arabisch, Spaans, Russisch, Frans, Duits, Italiaans, Nederlands, Turks, Pools, Hebreeuws,
Noors, Zweeds, Deens, Oekraïens, Fins, Grieks, Tsjechisch, Portugees, Roemeens,
Slowaaks, Hongaars, Vlaams
*4Indien aanwezig
*512,3 inch display
*67 inch display
*7Als het 12,3 inch display met 1 meter is geselecteerd
*8Als het 12,3 inch display met 2 meters is geselecteerd
Head-up display
*(→blz. 106)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke voorkeursinstellingABC
Head-up display Aan Uit — O —
Persoonlijke voor-
keursinstelling type
head-up displayStandaardMaximaal
—O—
Minimum
*Indien aanwezig
Portiervergrendeling (→blz. 116, blz. 121, blz. 431)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke voorkeursinstel-
lingABC
Ontgrendelen met
de mechanische
sleutelAlle portieren
in één keer
ontgrendelenBestuurdersportier ontgrendelen
in één keer, overige portieren in
twee keer—— O
Herinneringsfunctie achterstoel (→blz. 116)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke voorkeursinstellingABC
Herinneringsfunctie
achterstoelAan Uit — O —
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
457
8
Voertuigspecificaties
Verlichting (→blz. 306)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke voorkeursinstel-
lingABC
Tijd die verstrijkt
voordat de interieur-
verlichting uitgaat15 secondenUit
O—O 7,5 seconden
30 seconden
Werking nadat het
contact UIT is gezetAan Uit — — O
Werking als de por-
tieren worden ont-
grendeldAan Uit — — O
Werking wanneer u
de auto nadert en de
elektronische sleutel
bij u draagt
*
Aan Uit — — O
Verlichting beker-
houders
*en verlich-
ting opbergvak mid-
den
*
Aan Uit — — O
Verlichting portier-
bekleding
*Aan Uit — — O
*Indien aanwezig
Persoonlijke voorkeursinstellingen
auto
Als het Smart entry-systeem met
startknop is uitgeschakeld, kan het
ontgrendelen van de portieren met het
Smart entry-systeem en startknop niet
worden ingesteld.
In de volgende situaties wordt het
instelscherm waarop de instellingen via
het multi-informatiedisplay kunnen
worden gewijzigd, automatisch
uitgeschakeld.
• Er verschijnt een
waarschuwingsmelding nadat het
instelscherm wordt weergegeven.
• Het contact wordt UIT gezet.
• De auto begint te rijden terwijl het
instelscherm wordt weergegeven.
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
466
Als u de selectiehendel niet in een
andere stand kunt zetten na het
intrappen van het rempedaal terwijl
het contact AAN staat. (→Blz. 180)
Het stuurwiel kan niet worden
gedraaid nadat het hybridesys-
teem is uitgeschakeld (auto's
met stuurslotfunctie)
• Het wordt automatisch vergrendeld
om diefstal van de auto te voorkomen.
(→Blz. 174)
De ruiten kunnen niet worden
geopend of gesloten met de scha-
kelaars van de ruitbediening
• Is de blokkeerschakelaar van de
ruitbediening ingedrukt?
De elektrisch bedienbare ruiten,
behalve die van het
bestuurdersportier, kunnen niet
worden bediend als de
blokkeerschakelaar van de
ruitbediening wordt ingedrukt.
(→Blz. 150)
Het contact wordt automatisch
UIT gezet
• De auto power off-functie wordt
bediend als het contact gedurende
een bepaalde tijd in stand ACC of AAN
staat (het hybridesysteem werkt niet).
(→Blz. 177)
Tijdens het rijden klinkt een
waarschuwingszoemer
• Het controlelampje van de
veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de
passagiers hun veiligheidsgordel?
(→Blz. 394)
• Het waarschuwingslampje van de
parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd?
(→Blz. 185)Afhankelijk van de situatie klinken er
mogelijk ook andere soorten
waarschuwingszoemers. (→Blz. 392,
blz. 400)
Er wordt een alarm geactiveerd
en de claxon klinkt (auto's met
alarmsysteem)
• Heeft iemand een portier geopend of
bewoog er iets in de auto tijdens het
instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het
alarm klinken. (→Blz. 74)
Voer een van de onderstaande
handelingen uit om het alarm te
deactiveren of uit te schakelen:
• Ontgrendel de portieren met de
instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening.
• Starten van het hybridesysteem. (Het
alarm wordt na enkele seconden
gedeactiveerd of uitgeschakeld.)
Bij het verlaten van de auto
klinkt een
waarschuwingszoemer
• Bevindt de elektronische sleutel zich
in de auto?
Controleer de melding op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 400)
Er gaat een waarschuwings-
lampje branden of er wordt een
waarschuwingsmelding
weergegeven
• Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, raadpleeg dan blz. 392,
blz. 400.
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
471
Antidiefstalsysteem
Alarm*..................74
Bedienen van het systeem......73
Inschakelen/uitschakelen/uitzetten
van het alarmsysteem.........74
Inschakelen/uitschakelen van de
supervergrendeling..........73
Signalering inbraaksensor......76
Startblokkering.............72
Supervergrendeling*.........73
Bedienen van verlichting en
ruitenwissers
Achterruitenwisser en -sproeier . .204
AHB (Automatic High Beam)* . . .194
AHS (Adaptive High Beam-systeem)
*.....................196
Bedienen van de
ruitenwisserhendel..........201
Bedieningsinstructies .190 , 200, 204
Dimlicht tijdelijk inschakelen. . . .200
Draaiknop koplampverstelling (indien
aanwezig)...............192
Extended Headlight Lighting-
systeem................192
Gebruik van het Adaptive High
Beam-systeem............197
Gebruik van het Automatic High
Beam-systeem............194
Handmatig in- en uitschakelen van
het grootlicht..........196 , 199
Inschakelen van het grootlicht . . .192
Lichtschakelaar............190
Regelingen systeem.........197
Ruitenwissers en -sproeiers. . . .201
Schakelaar mistlampen*......200
Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten.........386
Als de auto onder water staat of het
water op de weg stijgt........387
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . .386
Bedieningsinstructies........386
De auto tot stilstand brengen . . .386
Favoriete instellingen
Handmatig wisselen tussen
bestuurders (auto's zonder
multimediasysteem).........157Initialiseren van de geregistreerde
instellingen van een bestuurder
(auto's zonder
multimediasysteem).........157
My Settings..............155
Opgeslagen functies.........155
Registreren/wissen elektronische
sleutel (auto's zonder
multimediasysteem).........155
Types authenticatie-apparaten . .155
Wijzigen van de naam van de
bestuurder (auto's zonder
multimediasysteem).........157
Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning . . .298
Bedieningsinstructies........305
Bedieningspaneel airconditioning.298
Gebruik van de automatische
modus.................302
Gebruik van de geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus) (indien
aanwezig)...............303
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen.........303
Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming*..........304
Voorruitverwarming (indien
aanwezig)...............302
Gebruik van de interieurverlichting
Bedienen van de
interieurverlichting.........307
Bedienen van de leeslampjes. . . .308
Overzicht interieurverlichting . . .306
Plaats van de interieurverlichting .306
Gebruik van de ondersteunende
systemen
Basisfuncties..........227 , 241
Bedieningsdisplay systeem.....235
Bijwerken van de software.....208
Blokkeerfase..............252
BSM (Blind Spot Monitor)*.....255
Controleren van de Toyota Safety
Sense-versie van uw auto......207
Cruise control.............248
Display werking van ondersteuning
stuurwielbediening..........226
Trefwoordenlijst
575
Gebruik van de opbergmogelijkheden
Afdekplaat (indien aanwezig) . . .313
Bagageafdekking (wagon) (indien
aanwezig)...............317
Bagagehaken (indien aanwezig) . .312
Bekerhouders.............310
Consolevak..............311
Dashboardkastje...........310
Extra opbergvak (indien
aanwezig)...............315
Fleshouders/portiervakken.....311
Inzetbak zijkant (indien
aanwezig)...............316
Open opbergvak (indien
aanwezig)...............312
Overzicht van
opbergmogelijkheden........309
Plaats van de
opbergmogelijkheden........309
Scheidingsnet (indien aanwezig) .318
Tashaken................313
Verwijderen van de bagageafdekking
(hatchback) (indien aanwezig) . . .317
Voorzieningen in de
bagageruimte.............312
Hybridesysteem
Kenmerken hybridesysteem.....65
Systeemonderdelen.......65,68
Uitschakelsysteem voor
noodgevallen..............72
Ventilatieopening batterijpakket
(tractiebatterij).............71
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem............68
Waarschuwingsmelding
hybridesysteem............72
Waarschuwingssysteem naderende
auto....................68
Informatie over sleutels
Afstandsbediening..........116
De sleutels...............114
Gebruik van de mechanische
sleutel.................116
Sleutels.................114
INFORMATIE VOOR BIJ HET
TANKSTATION...............574Initialisatie
Overzicht van te initialiseren
onderdelen..............467
Te initialiseren onderdelen.....467
Instrumentenpaneel
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig).....97
Afstellen van de klok..........93
Afstellen van de klok (auto's met
multimediasysteem)..........88
Afstellen van de klok (auto's zonder
multimediasysteem)..........88
Controlelampjes............82
Energiemonitor............109
Energiemonitor/
verbruiksscherm*..........109
Gebruik van het head-up display. .107
Head-up display*...........106
Hybridesysteemindicator/
toerenteller..............109
Inhoud van multi-informatiedisplay
(midden)................100
Inhoud van multi-informatiedisplay
(zijkant)................101
Meters en tellers (12,3 inch
display)..................88
Meters en tellers (7 inch display) . .85
Multi-informatiedisplay (12,3 inch
display)..................99
Multi-informatiedisplay (7 inch
display)..................93
Pop-updisplay.............108
Soort rij-informatie..........94
Status ondersteunend systeem . .108
Systeemonderdelen......106 , 109
Verbruik................111
Waarschuwingslampjes........81
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes............80
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes die op het
instrumentenpaneel worden
weergegeven..............80
Weergave................99
Weergave en menu-iconen......93
Weergave informatie ondersteunend
systeem.................96
Weergave instellingen.....97,105
Weergave instrumentenpaneel .85 , 88
Trefwoordenlijst
577