Page 273 of 324

271
3D Connect-navigatie
12Navigatie
Een bestemming kiezen
Naar een nieuwe bestemming
Intuïtieve methode:Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Zoeken...".
Voer een adres of trefwoorden in voor uw
bestemming.
Druk op "OK" om de "Navigatiecriteria" te selecteren.
Of
Geleide methode:
Voordat u de navigatie kunt gebruiken, moet u de "Een plaatsnaam invoeren", de "Een
straatnaam invoeren" (wanneer u begint te
typen, worden suggesties automatisch
weergegeven) en het "Nummer" via het virtuele
toetsenbord invoeren of selecteert u een adres in
de "Contact"-lijst of de adres-"Historie".
Wanneer u het nummer niet bevestigt, laat het navigatiesysteem één zijde van de straat
zien.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Adres invoeren".
VervolgensSelecteer het "Land".
Selecteer de "taal" van het toetsenbord.
Wijzig het "type" toetsenbord aan de hand
van de geselecteerde taal: ABCDE; AZERTY;
QWERTY of QWERTZ.
Voer de "Een plaatsnaam invoeren", de " Een straatnaam invoeren" en het
" Nummer", en bevestig deze door op de
weergegeven suggesties te drukken.
Druk op "OK" om de "Navigatiecriteria" te selecteren.
En/of
Selecteer "Op kaart tonen" om de " Navigatiecriteria"te kiezen.
Druk op "OK" om de geleide navigatie te
starten.
U kunt met de aanraaktoetsen of met twee vingers op het scherm in-/en uitzoomen.
Naar een recente bestemming
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Mijn bestemmingen".
Selecteer het tabblad "Recent".
Selecteer het adres dat u in de lijst heeft gekozen
om de "Navigatiecriteria" weer te geven.
Druk op "OK" om de geleide navigatie te starten.
Selecteer "Locatie" om de locatie van aankomst op de kaart te bekijken.
Naar "Thuis" of "My work"
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Mijn bestemmingen".
Selecteer het tabblad "Favorieten".
Selecteer "Thuis".
Of
Selecteer "My work".
Of
Selecteer een vooraf ingestelde favoriete
bestemming.
Naar een contact
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Mijn bestemmingen".
Selecteer het tabblad "Contact".
Page 274 of 324

272
3D Connect-navigatie
Selecteer een contact in de lijst om de geleide
navigatie te starten.
Naar een Point of Interest
(POI)
Geleide methode:
De Points of Interest (POI) zijn onderverdeeld in
verschillende categorieën.
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Points of interest".
Selecteer het tabblad "Reizen",
" Activiteiten", "Winkelcentrum",
" Openbaar" of "Geografisch".
Of
Selecteer "Zoeken" om de naam en het adres van een POI in te voeren.
Druk op "OK" om de route te berekenen.
Of
Intuïtieve methode:
Wanneer u deze dienst wilt gebruiken, kunt u deze methode alleen selecteren wanneer
er een netwerkverbinding aanwezig is. Deze
verbinding kan een "netwerkverbinding via de
auto" wanneer u de Peugeot Connect Packs
gebruikt of een "netwerkverbinding van de
gebruiker" via een smartphone zijn.
In beide gevallen wordt het systeem automatisch
met het internet verbonden wanneer er
netwerkdekking is.
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Zoeken".
Druk op de modus die rechtsonder op het scherm
wordt weergegeven (Lokaal of Verbonden) om
"Database" te wijzigen.
Selecteer de "Database" in de "Lokaal"- modus (geïntegreerd in de kaart), of in de
"Verbonden"-modus (verbonden met internet).
Druk op de pijl Terug om te bevestigen.
Voer een adres of trefwoorden in voor uw
bestemming (POI).
Druk op "OK" om het zoeken te starten.
Selecteer het tabblad "Op de route",
" Rondom de auto" of "Op bestemming" om
uw zoekopdracht te verfijnen.
Selecteer het gewenste adres om de route te
berekenen.
Naar een punt op de kaart
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Verken de kaart door er met uw vinger over heen
te gaan.
Selecteer de bestemming door op de kaart te
drukken.
Tik op het scherm om een markeerpunt te plaatsen en een submenu weer te geven.
Druk op deze toets om de geleide navigatie te starten.
Of
Druk op deze toets om het weergegeven adres op te slaan.
Wanneer u lang op een punt drukt, wordt een lijst met POIs geopend.
Naar GPS-coördinaten
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Verken de kaart door er met uw vinger over heen
te gaan.
Raak het scherm met een vinger aan om naar het
volgende afbeelding te gaan.
Druk op deze toets om de wereldkaart weer te geven.
Selecteer, met behulp van het raster, het gewenste
land of de gewenste regio door hierop in te zoomen.
Druk op deze toets om de GPS-coördinaten weer te geven of in te voeren.
Er wordt een markeerpunt weergegeven in het midden van het scherm, met de
coördinaten "Breedtegraad" en "Lengtegraad".
Selecteer de soort coördinaten:
GMS voor: Graden, Minuten, Seconden.
Page 275 of 324

273
3D Connect-navigatie
12GD voor: Graden, Decimalen.Druk op deze toets om de geleide navigatie te starten.
Of
Druk op deze toets om het weergegeven adres op te slaan.
OF
Druk op deze toets om de "Breedtegraad"- gegevens via het virtuele toetsenbord in te
voeren.
En
Druk op deze toets om de "Lengtegraad"- gegevens via het virtuele toetsenbord in te
voeren.
TMC (Traffic Message
Channel)
In bepaalde landen beschikbaar.
TMC (Traffic Message Channel)-berichten worden
gebaseerd op een Europese standaard voor het
uitzenden van verkeersinformatie via het RDS-
systeem op FM-radio, waarbij verkeersinformatie in
realtime wordt uitgezonden.
De door deze TMC-berichten doorgegeven locaties
worden vervolgens weergegeven op een GPS-
navigatiekaart, en onmiddellijk verwerkt in de
aanwijzingen van het navigatiesysteem zodat
ongevallen, files en wegafsluitingen vermeden
kunnen worden.
Waarschuwingen voor gevarenzones kunnen al dan niet worden weergegeven,
afhankelijk van de betreffende wetgeving en op
het hebben van een abonnement op de
betreffende dienst.
Online navigatie
Verbinding voor online
navigatie
Afwerkingsniveau en abonnement op online diensten en opties, afhankelijk van de uitvoering.
Netwerkverbinding via het systeem van
de auto
Met de Peugeot Connect Packs wordt het systeem automatisch verbonden met het
internet en de aangesloten diensten. In dat geval
hoeft er geen verbinding via een smartphone te
worden gemaakt.
OF
Netwerkverbinding via de mobiele
telefoon van de gebruiker
Ga naar de landelijke website van het merk van uw auto om te zien welke smartphones
compatibel zijn.
Schakel het toestel in en voer de instellingen in
voor het delen van de internetverbinding van de
smartphone.
De technologie staat niet stil en daarom raden wij aan om het besturingssysteem
van de smartphone, en de datum en tijd van
de smartphone en van het systeem up-to-date
te houden. Op deze manier zorgt u ervoor dat
de communicatie tussen de smartphone en het
systeem goed verloopt.
USB-verbinding
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze
via een USB-kabel is aangesloten.
Bluetooth-verbinding
Schakel de Bluetooth-functie van de telefoon in en maak deze zichtbaar voor alle
apparaten (zie het hoofdstuk "Connect-App").
Wi-Fi-verbinding
Selecteer een Wi-Fi-netwerk dat door het systeem wordt gedetecteerd en maak
hiermee verbinding.
Deze functie is alleen beschikbaar als deze is ingeschakeld via de "Notificaties" of via
het menu "Connect-App".
Druk op "Berichten".
Selecteer Wi-Fi om deze in te schakelen.
OF
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Page 276 of 324

274
3D Connect-navigatie
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad "Beveiligd", "Niet
beveiligd", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer via het virtuele toetsenbord de "Sleutel"
van het Wi-Fi -netwerk en het "Wachtwoord"
in.
Druk op "OK" om verbinding tot stand te brengen tussen de smartphone en het
systeem van de auto.
Beperkingen in gebruik: Met CarPlay® is het delen van een
verbinding alleen beschikbaar bij een
Wi-Fi-verbinding.
De kwaliteit van de diensten is afhankelijk van de
kwaliteit van de netwerkverbinding.
Versturen van gegevens
toestaan.
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Systeemconfiguratie".
Selecteer het tabblad "Stand privégesprek".
OF
Druk op "Berichten".
Druk op "Stand privégesprek".
VERVOLGENS
Schakel het volgende in of uit:
–
"Gegevens worden niet gedeeld, behalve bij
bedrijfswagens".
–
"Alleen gegevens delen"
–
"Gegevens en voertuigpositie delen"
Specifieke instellingen voor
online navigatie
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Instellingen".
Selecteer het tabblad "Kaart".
Schakel het volgende in of uit:
– "Waarschuwingen voor risicozones
toestaan".
–
"Adviesroute om eindbestemming te voet te
bereiken".
Deze instellingen moeten voor elk profiel worden
geconfigureerd.
Druk op "OK" om uw keuze te bevestigen.
Selecteer het tabblad "Config. waarsch.".
Schakel het volgende in of uit:
–
"Waarschuwen voor parkeerplaatsen in de
buurt".
–
"Melding tankstation".
–
"Waarschuwen voor gevaarlijke zones" en druk
dan op het waarschuwingspictogram (driehoekje)
om waarschuwingen te configureren.
–
"Geluidssignaal".
–
"Waarschuwen nabijheid POI 1".
–
"Waarschuwen nabijheid POI 2".
Druk op "OK" om uw keuze te bevestigen.
De "Berichten" in de bovenste balk kunnen
altijd worden geopend.
Waarschuwingen voor gevarenzones kunnen al dan niet worden weergegeven,
afhankelijk van de geldende wetgeving en of u
een abonnement op de betreffende dienst hebt.
Als "TOMTOM TRAFFIC" wordt weergegeven, zijn de diensten beschikbaar.
Met online navigatie beschikt u over de volgende diensten.
Een pakket online diensten:
–
Weer,
–
Tankstations,
–
Parking,
–
Verkeer,
Page 277 of 324

275
3D Connect-navigatie
12– POI lokaal zoeken.
Een Gevarenzone-pakket (optioneel).
Melding doorgeven:
"Waarschuwen voor
gevaarlijke zones"
Selecteer de optie:Waarschuwingen voor risicozones toestaan om informatie over
gevarenzones te verzenden.
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "Een nieuwe gevarenzone doorgeven" op de balk aan de zijkant of op
de bovenste balk van het touchscreen (afhankelijk
van de uitrusting).
Selecteer de optie "Type" om het type "Gevarenzone" te selecteren.
Selecteer de optie "Geschwindigkeit" en
voer de gegevens in via het virtuele
toetsenbord.
Druk op "OK" om de gegevens op te slaan en te verzenden.
Brandstofinformatie
weergeven
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op deze toets om de lijst van beschikbare diensten weer te geven.
Druk op "POI op kaart" om de lijst met nuttige plaatsen weer te geven.
Druk op een van de toetsen om naar " Tankstations" te zoeken.
Schakel "Tankstations" in of uit.
Druk op de toets om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer het tabblad "Parameters".
Selecteer de gewenste brandstof.
Druk op "OK" om op te slaan.
Informatie over laadstations
weergeven
Druk op Navigatie om het beginscherm weer
te geven.
Druk op deze toets om de lijst van beschikbare diensten weer te geven.
Druk op "POI op kaart" om de lijst met nuttige plaatsen weer te geven.
Druk op een van de toetsen om naar " Tankstations" te zoeken.
Schakel "Tankstations" in of uit.
Druk op de toets om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer het tabblad "Parameters".
Selecteer het gewenste stekkertype.
Druk op "OK" om op te slaan.
Het weerbericht weergeven
Druk op Navigatie om het beginscherm weer
te geven.
Druk op deze toets om de lijst van beschikbare diensten weer te geven.
Selecteer "Kaart raadplegen".
Selecteer "Weer".
Druk op deze toets om standaardinformatie
weer te geven.
Druk op deze toets om een uitgebreid weerbericht weer te geven.
De temperatuur die om 6 uur 's ochtends wordt weergegeven, is de
maximumtemperatuur van de dag.
De temperatuur die om 6 uur 's avonds wordt
weergegeven, is de minimumtemperatuur van
de nacht.
Applicaties
USB-aansluitingen
Deze hangen af van de uitrusting. Zie het gedeelte
"Ergonomie en comfort" voor meer informatie over
Page 278 of 324

276
3D Connect-navigatie
de USB-aansluitingen die compatibel zijn met de
apps CarPlay® of Android Auto.
Ga naar de website voor uw land van de
fabrikant om te zien welke smartphones
compatibel zijn.
Gebruikers kunnen een smartphone synchroniseren zodat ze apps op het
scherm van de auto zien die de CarPlay
®- of
Android Auto-technologie van de smartphone
ondersteunen. Om CarPlay
®-technologie te
kunnen gebruiken, moet de functie CarPlay®
eerst op de smartphone worden geactiveerd.
Ontgrendel de smartphone om het
communicatieproces tussen de smartphone en
het systeem te starten.
De technologie staat niet stil en daarom raden
wij aan om het besturingssysteem van de
smartphone, en de datum en de tijd op de
smartphone en van het systeem up-to-date te
houden.
Connectiviteit
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de functies CarPlay
®
of Android Auto
te openen.
CarPlay®-verbinding voor
smartphones
Verschilt per land.
Wanneer de USB-kabel wordt aangesloten,
schakelt de functie CarPlay® de Bluetooth®-
modus van het systeem uit.
De functie "CarPlay" werkt alleen in combinatie
met een compatibele smartphone en compatibele
apps.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel
is aangesloten.
Er wordt een melding op het touchscreen
weergegeven.
Lees de melding en bevestig met de toets
" Autoriseren".
Druk op "Telefoon" om de CarPlay®-
interface weer te geven.
Of
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel
is aangesloten.
Druk op het scherm van het systeem op " Connect-App" om het beginscherm weer te
geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "CarPlay
®"-functie
te openen.
Druk op "CarPlay" om de CarPlay®-interface
weer te geven.
Wanneer de USB-kabel wordt ontkoppeld en het contact uit en weer in wordt
geschakeld, schakelt het systeem niet
automatisch naar de RAD MEDIA-modus. De
bron moet handmatig worden gewijzigd.
Android Auto-verbinding voor smartphones
Verschilt per land.
Installeer via "Google Play" de app
" Android Auto" op de smartphone.
De functie "Android Auto" werkt alleen in
combinatie met een compatibele smartphone en
compatibele apps.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel
is aangesloten.
Druk op het scherm van het systeem op " Connect-App" om het beginscherm weer te
geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "Android Auto"-
functie te openen.
Druk op "Android Auto" om de app in het systeem te starten.
Tijdens de procedure worden er verschillende schermen voor bepaalde
functies weergegeven.
Accepteer deze om de verbinding tot stand te
brengen en te voltooien.
Tijdens de Android Auto-weergave kunt u de
verschillende audiobronnen met de aanraaktoetsen
in de bovenste balk van het scherm gebruiken.
De menu's van het systeem kunnen op elk moment
met de menutoetsen worden geopend.
Page 279 of 324

277
3D Connect-navigatie
12In de Android Auto-modus wordt de functie die uitklapmenu's weergeeft door met drie
vingers op het scherm te drukken, uitgeschakeld.
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk kan het zijn dat het even duurt voordat de
apps beschikbaar zijn.
Voertuig-apps
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Voertuig-apps" om de startpagina van de
apps te openen.
Internet-browser
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de functie
" Connected-apps" te openen.
Druk op "Connected-apps" om de startpagina van
de browser te openen.
Selecteer het land waar u woont.
Druk op "OK" om uw keuze op te slaan en
de browser te starten.
De internetverbinding komt tot stand via een van de netwerkverbindingen van de auto of
van de gebruiker.
Bluetooth-verbinding®
De beschikbaarheid van de diensten is afhankelijk van het netwerk, de simkaart en
de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-
apparaten. Raadpleeg de gebruikershandleiding
van de smartphone om te kijken welke diensten
beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn ingeschakeld, en de smartphone moet zijn ingesteld op
"zichtbaar voor alle apparaten".
Controleer of de door de smartphone en het
systeem weergegeven code identiek zijn om het
koppelen, met wat voor methode dan ook (via de
smartphone of via het systeem), te voltooien.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij u aan om op de smartphone de functie
Bluetooth uit te schakelen en weer in te
schakelen.
Procedure via de smartphone
Selecteer de naam van het systeem in de lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om
verbinding met de smartphone te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Druk op "Bluetooth-verbinding".
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst met de gedetecteerde
smartphones weergegeven.
Selecteer in de lijst de naam van de gekozen smartphone.
Afhankelijk van het type smartphone, wordt u gevraagd om de overdracht van uw
contacten en berichten goed te keuren.
Verbinding delen
De smartphone kan via 3 verschillende profielen via
het systeem worden verbonden:
–
"Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend telefoon),
–
"Streaming" (streaming: draadloos
audiobestanden via de smartphone afspelen),
–
"Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet" moet worden geactiveerd voor online
navigatie (wanneer voor de auto geen
"noodoproep of pechhulpoproep"-diensten
beschikbaar zijn), nadat eerst het delen van de
verbinding van de smartphone is geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Page 280 of 324

278
3D Connect-navigatie
Wi-Fi-verbinding
Verbinding met het netwerk via Wi-Fi van de
smartphone.
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad "Beveiligd", "Niet
beveiligd", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer, via het virtuele toetsenbord, voor het
netwerk de Wi-Fi, "Sleutel" en het
" Wachtwoord" in.
Druk op "OK" om de verbinding tot stand te
brengen.
De Wi-Fi-verbinding en Wi-Fi-verbinding delen kunnen niet tegelijkertijd worden
gebruikt.
Wi-Fi-verbinding delen
Afhankelijk van de uitvoering.
Een lokaal Wi-Fi-netwerk aanmaken via het
systeem.
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Wifi-verbinding delen".
Selecteer het tabblad "Activering" om Wi-Fi-
verbinding delen in- of uit te schakelen.
En/of
Selecteer het tabblad "Instellingen" om de
netwerknaam en het wachtwoord van het systeem
te wijzigen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Om alle systemen te beschermen tegen
niet-geautoriseerde toegang en om deze zo
goed mogelijk te beveiligen, wordt het gebruik
van een complexe beveiligingscode of een
wachtwoord aanbevolen.
Verbindingen beheren
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Verbinding beheren".
Via deze functie kunt u zien welke online diensten
u gebruikt en welke beschikbaar zijn, en kunt u de
verbindingsmethode wijzigen.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Frequentie".
Druk op een van de toetsen om automatisch naar radiozenders te zoeken.
Of
Verplaats de schuifbalk om handmatig naar andere frequenties te zoeken.
Of
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Zenderlijst" op het vervolgscherm.
Druk op "Frequentie".
Voer de frequentie in via het virtuele toetsenbord.
Voer eerst de eenheden in, en klik dan op het veld
voor decimalen om de waarden achter het decimale
punt in te voeren.
Druk op "OK" om te bevestigen.
De radio-ontvangst kan worden verstoord
door het gebruik van elektrische apparatuur
die niet door het merk is goedgekeurd, zoals een