Page 209 of 324

207
Praktische informatie
7Gebruik een slang met grote diameter (temperatuur tussen 25 °C en 40 °C).
Richt de waterstraal haaks op het oppervlak dat
moet worden gereinigd.
Spoel de auto af met gedemineraliseerd water.
Textiel
Delen van het dashboard, de portierpanelen en de
stoelen kunnen met textiel zijn bekleed.
Onderhoud
Gebruik geen agressieve reinigingsproducten (zoals alcohol,
oplosmiddel of ammoniak).
Gebruik geen stoomreinigers - kans op
verminderde hechting van de stoffen!
Stof de met textiel beklede delen regelmatig af met een droge doek of zachte borstel of
verwijder het stof met een stofzuiger.
Veeg de met textiel beklede delen één keer per
jaar schoon met een schone, vochtige doek. Laat
de bekleding een nacht drogen en borstel de
bekleding vervolgens af met een zachte borstel.
Vlekken verwijderen
Wrijf niet over de vlek, omdat de vlek anders groter kan worden of het vuil door het
oppervlak kan dringen.
Reageer meteen door de vlek van buiten naar binnen te verkleinen.
Verwijder vuil zo veel mogelijk met een lepel of
spatel en verwijder vloeistof zo veel mogelijk met
absorberend papier.
Te gebruiken product/procedure afhankelijk van het type vlek:
–
V
et, olie en inkt: schoonmaken met een
pH-neutraal schoonmaakmiddel.
–
Braaksel: schoonmaken met bruiswater
.
–
Bloed: meel over de vlek strooien en laten
drogen. Daarna verwijderen met een iets
vochtige doek.
–
Modder: laten drogen en daarna met een iets
vochtige doek verwijderen.
–
T
aart, chocolade, ijs: schoonmaken met lauw
water.
–
Suiker- en/of alcoholhoudende dranken:
schoonmaken met lauw water, of citroensap als
de vlek niet verdwijnt.
–
Haargel, koffie, tomatensaus, azijn:
schoonmaken met lauw water en citroensap.
Gebruik bij vaste stoffen een zachte borstel of
stofzuiger.
Gebruik bij vloeistoffen een vochtig
microvezeldoekje en droog daarna met een
ander doekje.
Leder
Leder is een natuurproduct. Verzorg het op de juiste
manier zodat het lang meegaat.
Het moet worden beschermd en onderhouden met
een speciaal product voor leder, zodat het soepel
blijft en zijn oorspronkelijke uiterlijk behoudt.
Gebruik geen onderhoudsproducten die niet geschikt zijn voor het schoonmaken van
leder (zoals oplosmiddel, reinigingsmiddel,
wasbenzine of pure alcohol).
Gebruik geen bleek- of ontkleuringsproducten
(zoals perchloorethyleen).
Wanneer u onderdelen reinigt die gedeeltelijk van
leder zijn, zorg dan dat u de andere materialen
niet beschadigt met het speciale product voor
leder.
Veeg altijd eerst resten weg voordat u vetvlekken of vloeistoffen verwijdert.
Veeg voordat u begint met schoonmaken de
resten weg die het leder kunnen beschadigen.
Gebruik daarvoor een doek die is bevochtigd met
gedemineraliseerd water en vervolgens goed is
uitgeknepen.
Maak het leder schoon, maar veeg daarbij niet
te hard; gebruik een zachte doek die u vochtig
hebt gemaakt met zeepwater of een pH-neutraal
product.
Droog het af met een zachte, droge doek.
Page 210 of 324

208
In geval van pech
Gevarendriehoek
Deze reflecterende en inklapbare voorziening moet
langs de kant van de weg worden geplaatst bij pech
of schade aan de auto.
Voordat u uit de auto staptSchakel de alarmknipperlichten in en
doe het veiligheidsvest aan. Zet dan de
gevarendriehoek in elkaar en plaats deze.
De gevarendriehoek in elkaar
zetten en plaatsen
Zie de bovenstaande afbeelding voor uitvoeringen
met een gevarendriehoek als originele uitrusting.
Raadpleeg bij andere uitvoeringen de instructies
voor het uitvouwen in de gebruiksaanwijzing van de
gevarendriehoek.
►
Plaats de gevarendriehoek achter de auto en
houd u daarbij aan de ter plaatse geldende regels.
Brandstoftank leeg (diesel)
Bij een auto met dieselmotor moet het
brandstofsysteem worden ontlucht als de
brandstoftank leeg is.
Voordat u begint met het ontluchten van het
systeem, is het van groot belang om minimaal 5 liter
diesel in de brandstoftank te gieten.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over tanken en de
tankbeveiliging (Diesel).
Voor andere uitvoeringen dan BlueHDi bevinden de
componenten van het brandstofsysteem zich in de
motorruimte; ze kunnen onder een verwijderbare
afdekplaat liggen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over de motorruimte, en met
name de plaats van deze onderdelen onder de
motorkap.
1.5 BlueHDi-motoren
► Zet het contact aan (zonder de motor te starten).
► W acht ongeveer 1 minuut en zet het contact af.
►
Start de motor
.
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig dan uw
startpoging en herhaal de procedure.
2.0 BlueHDi-motoren
► Zet het contact aan (zonder de motor te starten).
► W acht ongeveer 6 seconden en zet het contact
af.
►
Herhaal deze handelingen 10 keer
.►
Start de motor
.
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig dan uw
startpoging en herhaal de procedure.
2.0 HDi-motoren
► Open de motorkap en maak indien nodig de
sierkap los om de handopvoerpomp te kunnen
bereiken.
►
Draai de ontluchtingsschroef los.
► Bedien de handopvoerpomp tot u
brandstof door de transparante slang ziet
stromen.
►
Draai de ontluchtingsschroef weer vast.
►
Bedien de startmotor tot de motor aanslaat (als
de motor niet gelijk aanslaat, wacht dan ongeveer 15
seconden voordat u het opnieuw probeert).
►
Als de motor na meerdere pogingen niet
aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp en
vervolgens de startmotor opnieuw.
►
Breng de sierkap aan, klem deze vast en sluit de
motorkap.
Page 211 of 324
209
In geval van pech
8Gereedschapskist
Toegang tot het gereedschap
Toegang
De gereedschapskist bevindt zich onder de
voorstoel links.
De stangen (1 en 2) zorgen ervoor dat de
gereedschapskist niet uit zijn behuizing kan
komen als deze niet goed is vastgezet.
Verwijderen en openen
► Druk op de grendels ( A) en schuif deze naar
binnen om de gereedschapskist te ontgrendelen.
►
Druk deze voorbij de stang (
1), zet de kist iets
omhoog en trek hem zo ver mogelijk aan.
► Beweeg vervolgens de gereedschapskist
omhoog om hem langs de stang (2 ) te halen.
► Maak de haakjes (B) van het deksel los en
open het deksel om bij het gereedschap te kunnen
komen.
Opbergruimte
► Breng het deksel weer aan op de
gereedschapskist en maak de haakjes (B ) vast.
► Houd de gereedschapskist met de voorzijde
schuin omhoog.
►
Om de gereedschapskist langs de stang (
2) te
bewegen: duw de kist naar achteren en omlaag.
Page 212 of 324

210
In geval van pech
► Om de gereedschapskist langs de stang (1) te
bewegen: breng de gereedschapskist iets omhoog
en dan helemaal naar achteren.
► Als de gereedschapskist zich helemaal in
zijn behuizing bevindt, duw deze dan tegen de
vloerbekleding en schuif vervolgens de grendels (A )
naar buiten om de kist vast te zetten.
Trek aan de gereedschapskist om te controleren of hij goed in zijn behuizing is
vastgezet.
Bandenreparatieset
Gebruik de link om video's met uitleg te bekijken: http://q-r.to/bagGl9
U kunt de band tijdelijk repareren met een
compressor en een flacon met afdichtmiddel zodat u
naar de dichtstbijzijnde garage kunt rijden.
Ontworpen om algemene lekkages op het loopvlak
van een band te repareren.
Toegang tot de set
Deze set bevindt zich in een gereedschapskist.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de gereedschapskist.
Beschikbaar gereedschap
Dit gereedschap is specifiek voor de auto en kan
afhankelijk van de uitvoering verschillen. Gebruik het
niet voor andere doeleinden.
1. 12V-compressor.
De compressor bevat een patroon met
afdichtmiddel voor het tijdelijk repareren van
een band en kan ook worden gebruikt om de
bandenspanning aan te passen.
2.Sleepoog.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over slepen.
Op deze sticker staat de bandenspanning aangegeven.
Zie het betreffende deel voor meer informatie
over de identificatie, vooral dit label.
Samenstelling van de set
A. Schakelaar stand "Reparatie" of "Op spanning
brengen".
B. Aan-uitschakelaar I/O .
C. Knop voor leeg laten lopen.
D. Manometer (bar en psi).
Page 213 of 324

2 11
In geval van pech
8
E.Opbergruimte met een kabel en een adapter
voor een 12V-aansluiting.
F. Flacon met afdichtmiddel.
G. Witte slang met dop voor de reparatie en het op
spanning brengen.
H. Sticker met de snelheidslimiet.
De elektrische installatie van de auto biedt
de mogelijkheid een compressor aan te
sluiten en te gebruiken voor de duur die nodig is
om een gerepareerde lekke band op spanning te
brengen.
Gebruik alleen de twee 12V-aansluitingen voorin
voor het aansluiten van de compressor.
Reparatie- en
afdichtingsprocedure
► Parkeer de auto zonder het verkeer te
belemmeren en trek de parkeerrem aan.
►
V
olg de veiligheidsinstructies
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek, dragen van
een reflecterend veiligheidsvest enz.) conform de
regels die gelden in het land waar u zich bevindt.
►
Zet het contact af.
► Draai de schakelaar ( A) in de stand
"Reparatie".
►
Controleer of de schakelaar
B in de stand "O "
staat.
Verwijder niet het voorwerp dat de lekkage heeft veroorzaakt uit de band.
► Rol de witte slang G volledig uit.
► Draai de dop van de witte slang los.
►
Sluit de witte slang aan op het ventiel van de
lekke band.
►
Sluit de stekker van de compressor aan op de
12V-aansluiting van de auto.
► Bevestig de sticker met snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet moet in het
interieur, in het gezichtsveld van de
bestuurder, worden geplakt om hem/haar te
herinneren aan het feit dat de band tijdelijk is
gerepareerd.
►
Start de motor en laat de motor draaien.
Schakel de compressor niet in voordat de witte slang is aangesloten op het ventiel van
de band: het afdichtmiddel wordt anders buiten
de band gespoten.
►
Schakel de compressor in door de schakelaar
B
in de stand I te zetten, tot de bandenspanning 2,0
bar bedraagt. Het afdichtmiddel wordt onder druk
in de band gespoten; maak de slang gedurende
deze handeling niet los van de aansluiting (kans op
spatten).
Als de gewenste bandenspanning na ongeveer 7 minuten niet is bereikt, is de
band niet te repareren met de
bandenreparatieset; neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om u verder te helpen.
►
V
erwijder de set en draai de dop van de witte
slang vast. Zorg ervoor dat restanten van de
vloeistof niet op of in de auto terecht kunnen komen.
Houd de set binnen handbereik.
Let op: het afdichtmiddel is schadelijk bij inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het middel staat
op de flacon vermeld.
Page 214 of 324

212
In geval van pech
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar lever
deze in bij een PEUGEOT-dealer of een officieel
inzamelpunt.
Vergeet niet om een nieuwe flacon met
afdichtmiddel bij een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats te kopen.
► Ga onmiddellijk ongeveer vijf kilometer bij lage
snelheid (tussen 20 en 60 km/h) rijden, zodat het
afdichtmiddel het lek kan dichten.
►
Zet de auto stil, controleer de reparatie en
meet
de bandenspanning met de set.
De banden oppompen, en de
bandenspanning aanpassen
en controleren
► Zet schakelaar A in de stand
"Oppompen".
►
Rol de witte slang
G
volledig uit.
►
Sluit de witte slang aan op het ventiel van de
gerepareerde band.
►
Sluit de stekker van de compressor aan op de
12V-aansluiting van de auto.
►
Start de motor en laat de motor draaien.
Neem zo snel mogelijk contact op met een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
U moet de monteur vertellen dat de set is
gebruikt. Na inspectie kan de monteur u vertellen
of de band kan worden gerepareerd of moet
worden vervangen.
► Pas de bandenspanning met de compressor
aan (voor oppompen: zet schakelaar B in stand I;
voor leeglopen: zet schakelaar B in stand O en druk
op knop C ). Ga daarbij uit van de informatie op de
bandenspanningssticker bij het bestuurdersportier.
Als de bandenspanning geleidelijk afneemt, is
het lek niet goed gedicht; neem contact op een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde werkplaats
om uw auto te laten repareren.
►
V
erwijder de set en berg deze op.
► Rijd niet harder dan 80 km/h en niet
verder dan 200 km.
De compressor kan worden gebruikt, zonder afdichtmiddel in de band te spuiten, om de
bandenspanning te controleren en aan te
passen.
Als de vereiste bandenspanning na ongeveer 7 minuten nog niet is bereikt, is de
band onherstelbaar beschadigd; neem contact
op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder te
helpen.
Rijd met een gerepareerde band niet meer dan 200 km; neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om de band te laten vervangen.
Als de spanning van één of meer banden is
aangepast, moet het
Page 215 of 324

213
In geval van pech
8bandenspanningscontrolesysteem worden
gereset.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
De slang en de flacon
verwijderen
► Beweeg slang 2 naar links totdat deze contact
maakt met de behuizing.
►
Maak aansluiting
1
los van de flacon door de
aansluiting een kwartslag linksom te draaien.
►
T
rek slang 2
iets naar buiten en koppel
aansluiting
3
van de luchtinlaatslang los door deze
een kwartslag linksom te draaien.
► Verwijder slang 2.
► Houd de compressor verticaal omhoog.
►
Draai flacon
4
los van de bodem.
Voer deze handelingen in omgekeerde volgorde
uit om de nieuwe flacon en de nieuwe slang te
plaatsen.
Let op dat er geen vloeistof uit de flacon stroomt.
De uiterste gebruiksdatum staat op de flacon
vermeld.
De flacon met afdichtmiddel kan slechts één
keer gebruikt worden en moet daarna worden
vervangen, ook als hij niet leeg is.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar lever
deze in bij een PEUGEOT-dealer of een officieel
inzamelpunt.
Vergeet niet om een nieuwe flacon bij een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats te kopen.
Reservewiel
Gebruik de link om video's met uitleg te bekijken: http://q-r.to/bagGl9
Toegang tot het gereedschap
Het gereedschap bevindt zich in een
gereedschapskist.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de gereedschapskist.
Page 216 of 324

214
In geval van pech
Beschikbaar gereedschap
1.Wielsleutel.
Wordt gebruikt om de wielbouten te verwijderen
en de krik omhoog / omlaag te bewegen.
2. Krik.
Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
3. Verwijdergereedschap wielboutdop / wieldop.
Afhankelijk van het uitvoering van de auto
verwijdert u hiermee de wielboutdoppen van
lichtmetalen velgen of de wieldop van stalen
velgen.
4. Dop voor slotbouten.
Hiermee kunnen de speciale slotbouten met
behulp van de wielsleutel worden verwijderd.
5. Sleepoog.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over slepen.
De krik mag uitsluitend worden gebruikt voor het verwisselen van een wiel met een
beschadigde of lekke band.
Gebruik geen andere krik dan de door de
fabrikant geleverde krik.
Als de auto niet is voorzien van de originele krik,
neem dan contact op met een PEUGEOT-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats om de door de
fabrikant voorgeschreven krik aan te schaffen.
De krik voldoet aan de Europese regelgeving
zoals deze is vastgelegd in de Richtlijn 2006/42/
EG over machines.
De krik is onderhoudsvrij.
Toegang tot het reservewiel
► Het reservewiel is bereikbaar vanaf de
achterzijde van de auto.
►
Open de deuren of de achterklep (afhankelijk van
de uitvoering).
Voorkom dat de elektrisch bedienbare deur(en) ongewild wordt (worden) geopend
door de functie "Handsfree toegang" via het
configuratiemenu van de auto uit te schakelen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de schuifdeur met
handsfree-functie.
► Als de auto is uitgerust met een trekhaak, krik de
auto dan aan de achterzijde op (uitsluitend bij punt
B ) totdat er voldoende ruimte is om het reservewiel
te kunnen verwijderen.
Het reservewiel verwijderen uit de
houder
► Open de achterdeuren (of achterklep) om
bij de in de dorpel geplaatste bout van de
reservewielhouder te komen.
►
Draai de bout los met behulp van de wielsleutel
(ongeveer 14 slagen), totdat de reservewielhouder
laag genoeg hangt om de haak van de
reservewielhouder los te maken.