Page 193 of 244

191
In geval van pech
8Slepen van de auto
Toegang tot de sleepoogaansluiting aan de
voorzijde:
► Maak het afdekplaatje los door op de hoek
linksboven te drukken.
►
V
erwijder het afdekplaatje door het omlaag te
bewegen.
Voor het slepen van uw auto:
►
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
►
Bevestig de sleepstang.
►
Zet de versnellingsbak in de neutraalstand.
Als dit voorschrift niet wordt opgevolgd, kunnen bepaalde onderdelen (remsysteem,
aandrijving enz.) beschadigd raken en werkt de
rembekrachtiger na het starten van de motor
mogelijk niet meer.
Sleep de auto nooit met de aangedreven wielen op de grond terwijl de motor is
afgezet. ►
Ontgrendel het stuurwiel en zet de parkeerrem
vrij.
►
Schakel de alarmknipperlichten op beide
voertuigen in overeenstemming met de geldende
wetgeving in het land waar u rijdt.
►
Rijd voorzichtig weg en houd zowel de snelheid
als de af te leggen afstand beperkt.
Slepen van een andere auto
Toegang tot de sleepoogaansluiting aan de
achterzijde:
► Maak het afdekplaatje los met het gereedschap
dat aan het sleepoog is bevestigd.
►
Beweeg het afdekplaatje omlaag.
V
oor het slepen van een andere auto:
►
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
►
Bevestig de sleepstang. ►
Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's
in.
►
Rijd voorzichtig weg en houd zowel de snelheid
als de af te leggen afstand beperkt.
Page 194 of 244

192
Technische gegevens
Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
Motoren
De technische gegevens van de motor van uw auto
zijn op het kentekenbewijs en in de commerciële
documentatie vermeld.
Alleen de waarden die beschikbaar waren op het
moment van publicatie zijn in de tabellen vermeld.
Neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of
gekwalificeerde werkplaats als u de ontbrekende
waarden wilt weten.
Het maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde,
onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in
de Europese regelgeving (Richtlijn 1999/99/EG).
Neem voor meer informatie contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Gewichten en
aanhangergewichten
De gewichten en aanhangergewichten van de auto
zijn op het kentekenbewijs van uw auto en in de
commerciële documentatie vermeld.
U vindt deze waarden ook op het
constructeursplaatje.
Neem voor meer informatie contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het maximaal toelaatbare treingewicht (GTW) en
de aanhangergewichten gelden tot een hoogte
van maximaal 1000 meter. Het opgegeven
aanhangergewicht dient voor elke extra 1000 meter
hoogte met 10% te worden verminderd.
De aanbevolen kogeldruk is het gewicht dat op de
trekhaakkogel mag rusten.
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om
de motor te beschermen. Als de
buitentemperatuur hoger dan 37 °C is, moet het
aanhangergewicht worden verlaagd.
Het trekken van een aanhanger, ook met een licht beladen auto, kan een negatief
effect op de wegligging hebben.
Met een aangekoppelde aanhanger heeft de auto
een langere remweg.
Wanneer de auto een aanhanger trekt, mag
u nooit sneller dan 100 km/h of de plaatselijk
geldende snelheidslimiet (in Nederland wettelijk
90 km/h) rijden.
Page 195 of 244
193
Technische gegevens
9Motoren en aanhangergewichten - Benzine
MotorenPureTech 130 S&SPureTech 215
Versnellingsbak / transmissie EAT8
Automatisch, 8 versnellingen) EAT8
Automatisch, 8 versnellingen)
Codes EB2ADTS ATN8 STT Euro
6.4
EB2ADTSI ATN8 STT Euro
6.4EP6FADTXM ATN8 Euro
6.1
Modelcodes:
FP... F3... HNS/T
EGP/P
Cilinderinhoud (cc) 1.1991.598
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 96158
Brandstof LoodvrijLoodvrij
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar
combinatiegewicht) (kg)
op een helling van max. 10 % of 12 % 1.200* - 1.350**
600
Aanhanger ongeremd (kg) 725600
Maximale kogeldruk (kg) 7070
* Met als accessoire gemonteerde trekhaak.
** Met in de fabriek gemonteerde trekhaak.
Page 196 of 244
194
Technische gegevens
Motoren en aanhangergewichten - Plug-in hybride
HYBRID 180 e-EAT8HYBRID 225 e-EAT8
Codes EP6FADTXHPE EATN8 FWD Euro
6.4EP6FADTXHPD EATN8 FWD Euro
6.4
Modelcodes:
F3... DGX/T
DGY/T
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar
combinatiegewicht) (kg)
op een helling van max. 10 % of 12 % 1.400
1.400
Aanhanger ongeremd (kg) 750750
Maximale kogeldruk (kg) 7070
Benzinemotor PureTech
150 PureTech
180
Versnellingsbak Geëlektrificeerde automatische transmissie, 8
versnellingen Geëlektrificeerde automatische transmissie, 8
versnellingen
Cilinderinhoud (cc) 1.5981.598
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 11 0132
Brandstof LoodvrijLoodvrij
Elektromotor
Technologie Synchroon met permanente magnetenSynchroon met permanente magneten
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 8181
Tractiebatterij
Technologie LithiumionLithiumion
Spanning (AC) 240-400240-400
Geïnstalleerde capaciteit (kWh) 12,412,4
Gecombineerd vermogen (kW) 133165
Page 197 of 244

195
Technische gegevens
9Afmetingen (mm)
Deze afmetingen zijn gemeten bij een onbeladen
auto.
* Met ingeklapte spiegels.
** Met uitgeklapte spiegels.
Identificatie
Diverse zichtbare markeringen voor
voertuigidentificatie en het zoeken van voertuigen.
A. Voertuigidentificatienummer (VIN) onder de
motorkap.
Gestanst in het chassis.
B. Voertuigidentificatienummer (VIN) op het
dashboard.
Gedrukt op een zelfklevende sticker die zichtbaar is
via de voorruit.
C. Plaatje van de fabrikant.
Bevestigd op het rechterportier.
Bevat de volgende informatie:
–
Naam fabrikant.
– Europees typegoedkeuringsnummer .
– V oertuigidentificatienummer (VIN).
–
Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht (GVW).
–
Maximaal toelaatbaar combinatiegewicht (GTW).
–
Maximumgewicht op de vooras.
–
Maximumgewicht op de achteras.
D. Sticker bandenspecificaties / kleurcode.
Bevestigd op het bestuurdersportier
.
Bevat de volgende informatie over de banden:
–
De bandenspanning, onbeladen en met volle
belading.
–
De specificaties van de banden, bestaande
uit de maat en het type, en de belastings- en
snelheidsindex.
–
De bandenspanning van het reservewiel.
Hierop staat ook de kleurcode van de lak vermeld.
De auto kan bij levering zijn voorzien van banden met een andere aanduiding voor
belasting en snelheid dan vermeld op de sticker:
dit maakt voor de bandenspanning geen verschil
(bij koude banden).
Wanneer er een ander type band wordt
gemonteerd, neem dan contact op met een
PEUGEOT-dealer om te weten welke banden
voor de auto zijn goedgekeurd.
Page 198 of 244

196
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
PEUGEOT i-Connect
Advanced - PEUGEOT
i-Connect
Gps-navigatie - Apps -
Multimedia-audiosysteem
- Bluetooth
®-telefoon
De beschreven functies en instellingen verschillen afhankelijk van de uitvoering en
de configuratie van de auto, en van het land van
verkoop.
Om veiligheidsredenen en omdat deze handelingen de aandacht van de bestuurder
vereisen, moeten deze handelingen worden
uitgevoerd wanneer de auto stilstaat en het
contact is ingeschakeld:
–
Het koppelen van de smartphone met het
systeem via Bluetooth
®.
–
Het gebruik van de smartphone.
–
V
erbinding maken met Mirror Screen
(Apple
®CarPlay® of Android Auto).
–
Het wijzigen van de systeeminstellingen en de
configuratie.
De melding Eco-modus wordt weergegeven wanneer het systeem in
stand-by wordt gezet.
Ga voor informatie over de Eco-modus naar het
deel "Praktische informatie".
Waarschuwing Het navigatiesysteem is een rijhulp. Het
vervangt de bestuurder niet. De bestuurder
dient alle navigatie-instructies nauwkeurig te
controleren.
Als u de navigatie gebruikt, accepteert u de
volgende voorwaarden:
https://www.tomtom.com/en_gb/legal/
eula-automotive/?388448
De eerste stappen
Het systeem wordt ingeschakeld als het contact wordt aangezet.
Kort indrukken, contact uit: systeem aan / uit.
Kort indrukken, contact aan: geluid dempen /
herstellen.
Lang indrukken, contact aan: start stand-bymodus
(geluid dempen, schermen en klokweergave uit).
Draaien: volume instellen.
Informatie
Dit systeem biedt toegang tot:
– Bediening van audioapparatuur en telefoon met
weergave van bijbehorende informatie. –
Connected Services en weergave van de
bijbehorende informatie.
–
Bedieningsknoppen van het navigatiesysteem en
weergave van de bijbehorende informatie afhankelijk
van de uitvoering
–
Spraakherkenning (afhankelijk van de uitvoering).
–
T
ijd en buitentemperatuur.
–
Bediening van de verwarming / airconditioning en
weergave van de instellingen.
–
Instellingen voor rijhulpsystemen, comfort-
en veiligheidsfuncties, uitgebreid head-up
display (afhankelijk van uitrusting en uitvoering),
audiosysteem en digitaal instrumentenpaneel.
–
Instellingen van functies specifiek voor plug-in
hybrideauto's.
–
W
eergave van de parkeerhulpsystemen.
–
Interactief instructieboekje.
–
T
rainingsvideo's (bijvoorbeeld schermbeheer,
rijhulpsystemen, spraakherkenning).
Bovenste balk
Bepaalde informatie wordt permanent weergegeven
in de bovenste balk van het touchscreen:
–
De buitentemperatuur gedetecteerd door de
sensoren van de auto (er wordt een blauw symbool
weergegeven bij kans op gladheid).
–
Herinnering ingestelde temperatuur voor
de airconditioning aan de bestuurders- en
passagierszijde.
–
Laadstatus van de aangesloten smartphone.
–
Status voor systeemaansluiting (Bluetooth®, Wi-Fi,
mobiel netwerk).
–
Tijd.
Page 199 of 244

197
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10– Snel toegang tot de Mirror Screen®-functies (die
horen bij een verbonden smartphone).
Veeg omlaag vanaf de bovenste rand van het
touchscreen voor toegang tot het berichtencentrum
en weergave van een lijst met instellingen:Gast,
Privacy-instellingen, Helderheid, Apparaten,
nachtstand enz.
Werkingsprincipes
► Gebruik deze toets (HOME) om de
pagina die als laatste door het systeem is
gebruikt weer te geven; druk nog een keer op de
toets om de eerste pagina weer te geven en druk
vervolgens op de schermtoetsen op het
touchscreen.
Blader door de beginpagina's door met uw vinger naar rechts of naar links op het
scherm te vegen.
Door het systeem bladeren
Afhankelijk van de pagina's die op het scherm
worden weergegeven, kunt u door de tekst of door
het menu (links op het scherm) bladeren door met
uw vinger over het scherm te vegen, net als bij een
smartphone.
Aanraaktoetsen
Contextmenu weergeven / verbergen.
Terugkeren naar de vorige pagina.
►
V
oor het wijzigen van de status van een functie
drukt u op de betreffende beschrijving (de wijziging
wordt bevestigd doordat de schuifknop naar rechts / links wordt verplaatst: functie ingeschakeld /
uitgeschakeld).
Toegang tot aanvullende informatie over de
functie.
Toegang tot instellingen van een functie.
Snelkoppelingen toevoegen / verwijderen.
Profielen configureren
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer het "Profiel"-tabblad in de lijst.
Op het scherm wordt een "Gast"-profiel
weergegeven dat in het systeem is geïntegreerd.
Ook is er de mogelijkheid om verschillende nieuwe
profielen aan te maken of profielen te personaliseren
die al dan niet bij mobiele apparaten horen.
Het profiel "Gast" heeft een standaardweergave en biedt de mogelijkheid
om dingen toe te voegen en / of om de
oorspronkelijke configuratie te herstellen. Dit profiel
is in het systeem ingebouwd en kan niet worden
verwijderd.
Elk aangemaakt profiel kan worden gekoppeld aan een mobiel apparaat van uw
keuze dat verbonden is via
Bluetooth
®. De
Bluetooth®-functie van het mobiele apparaat moet
wel eerst worden ingeschakeld. Door deze koppeling
kan het systeem uw aanwezigheid in de auto bij het
opstarten detecteren en voorstellen om uw
gepersonaliseerde profiel te activeren. Als een profiel niet is verbonden met het mobiele
apparaat, wordt het laatst gebruikte profiel uitgelicht.
Selecteer "Profiel aanmaken" en volg de
procedure.
Door een nieuw profiel aan te maken kunt u het
volgende personaliseren:
–
T
aal, eenheden, Privacy-instellingen.
–
Schermconfiguratie, uiterlijk, i-T
oggles (afhankelijk
van de uitvoering).
–
Audio-instellingen, favoriete radiozenders.
–
V
erlichting, interieurverlichting (zie het deel
"Ergonomie en comfort").
–
Navigatiegeschiedenis, favoriete POI's,
navigatie-instellingen.
–
Bepaalde rijhulpsystemen en de lijst met
favorieten.
Wanneer u een profiel wilt verwijderen, selecteert u het in de lijst met profielen en
drukt u op de prullenbak.
Privacy-instellingen
Het beheer van "Privacy-instellingen" is voor elk
afzonderlijke profiel. Deze functie wordt gebruikt
met:
een "Gast"-profiel standaard geconfigureerd in
"Privémodus",
of
een profiel dat in het systeem wordt aangemaakt,
met of zonder een verbinding met een mobiel
apparaat.
Voor elk profiel (ook "Gast") wordt de laatste waarde
die voor privacy is opgeslagen weer hersteld.
Page 200 of 244

198
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
"Gegevens en locatie delen"
In deze modus kan de auto alle benodigde
persoonsgegevens naar buiten de auto verzenden
voor elk geldige en beschikbare verbonden diensten.
Persoonsgegevens die nodig zijn om de verbonden diensten te gebruiken, worden
naar de betreffende serviceproviders gestuurd.
" Gegevens delen"
In deze modus kan de auto alle benodigde
gegevens naar buiten de auto verzenden voor
elke geldige en beschikbare verbonden dienst,
met uitzondering van geolocatiegegevens (zoals
gps-coördinaten).
Sommige verbonden diensten werken mogelijk niet goed zonder de
geolocatiegegevens van de auto.
Deze modus kan niet worden gebruikt voor de noodoproepfunctie of voor specifieke
diensten waarvoor de gebruiker toestemming
geeft onder de voorwaarden van commerciële
contracten (verbonden alarm).
" Privémodus"
Deze modus staat niet toe dat de auto
persoonsgegevens naar buiten de auto verzendt.
De verbonden diensten werken alleen in de auto zelf en hebben beperkte functies.
Deze modus kan niet worden gebruikt voor de noodoproepfunctie of voor specifieke
diensten waarvoor de gebruiker toestemming
geeft onder de voorwaarden van commerciële
contracten (verbonden alarm).
Professionele doeleindenAls de auto voor bedrijfsdoeleinden of onder
de voorwaarden van specifieke contracten (zoals
bedrijfswagenpark of in dienst van de overheid)
wordt gebruikt, zijn bepaalde privacymodi niet
beschikbaar voor de gebruiker op het scherm,
afhankelijk van de gegevens die voor de dienst
moeten worden gedeeld.
Wanneer u de modus wilt wijzigen, veeg omlaag
vanaf het bovenste rand van het touchscreen, voor
het weergeven van alle instellingen.
Druk op deze toets en selecteer de gekozen modus. De modus wordt uitgelicht.
OF
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer het "Connectiviteit"-tabblad in de lijst.
Selecteer "Privacy-instellingen".
Kies de modus.
Internetportal
Wanneer de auto is aangeschaft en de internetportal
voor het eerst wordt gebruikt, wordt de gebruiker
gevraagd om het land van verblijf te selecteren om
de internetportal te kunnen gebruiken. Als er geen land wordt geselecteerd, wordt de
melding opgeslagen in het meldingencentrum
en verdwijnt deze melding wanneer het land is
geselecteerd. Veeg op het touchscreen met een
vinger van boven naar beneden om alle meldingen
weer te geven.
Er moet een land worden geselecteerd om de
beschikbare internetapplicaties te kunnen gebruiken.
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer "Connected Services" in de lijst.
Kies het land.
Wanneer u het voor de eerste keer gebruikt
via een verbonden mobiel apparaat, maakt
het systeem een koppeling met uw profiel. Het
verbonden mobiele apparaat dient als
toegangssleutel tot opgeslagen persoonlijke
informatie. Schakel eerst de Bluetooth
®-functie van
het mobiele apparaat in.
Selecteer de gewenste applicatie. Indien nodig wordt
om authenticatie gevraagd. Deze authenticatie wordt
opgeslagen voor toekomstig gebruik via het mobiele
apparaat dat verbonden is met het huidige profiel.
Als het mobiele apparaat niet verbonden is met het
huidige profiel, of als het Gast-profiel wordt gebruikt,
wordt bij elk gebruik gevraagd om authenticatie.
Wanneer het "Gast"-profiel wordt gebruikt, wordt voor elk gebruik om een identificatie
gevraagd.