Page 145 of 244

143
Rijden
6Het geluidssignaal instellenDoor op deze toets te drukken wordt het venster geopend waarop u het
volume van het geluidssignaal kunt instellen.
Grafische weergave
Dit is een aanvulling op het geluidssignaal, waarbij
geen rekening worden gehouden met de rijrichting
van de auto. Dit systeem geeft met balken op het
scherm de afstand tussen het obstakel en de auto
aan (wit: veraf, oranje: in de buurt en rood: heel
dichtbij).
Als de auto het obstakel zeer dicht is genaderd,
verschijnt het symbool "Gevaar" op het scherm.
Parkeerhulp vóór
De parkeerhulp vóór is een aanvulling op de
parkeerhulp achter en wordt geactiveerd zodra er bij
een rijsnelheid van maximaal 10
km/h vóór de auto
een obstakel wordt gedetecteerd.
De werking van de parkeerhulp vóór wordt
onderbroken als de auto langer dan drie
seconden stilstaat terwijl een versnelling vooruit
is ingeschakeld, als er geen obstakel meer wordt
gedetecteerd of als de auto harder dan 10 km/h rijdt.
Het geluid uit de luidspreker (voor of achter) geeft de positie van het obstakel ten
opzichte van de auto aan (voor of achter).
Uitschakelen / Inschakelen
(Afhankelijk van het land waarin de auto wordt
verkocht)
Afhankelijk van de uitvoering kunt u de toets op
de middenconsole en / of in de app ADAS op het
touchscreen gebruiken.
► Druk op deze toets om de functie in of uit te
schakelen.
Het controlelampje brandt als de functie is
uitgeschakeld.
Dit kan in de app ADAS op het touchscreen
worden ingesteld.
Als de functie is uitgeschakeld, gaat dit controlelampje op het instrumentenpaneel
branden.
De status van het systeem wordt opgeslagen bij het
afzetten van het contact.
De parkeerhulp achter wordt automatisch uitgeschakeld wanneer er een aanhanger of
fietsendrager wordt gekoppeld aan een trekhaak
die volgens de voorschriften van de fabrikant is
gemonteerd.
In dat geval wordt de omtrek van een aanhanger
weergeven aan de achterzijde van het beeld van
de auto.
Wanneer de auto wordt gestart, zijn de grafische weergave en de geluidssignalen
van de parkeerhulpsystemen pas beschikbaar
nadat het touchscreen is opgestart.
Werkingslimieten
Bij zware belading van de bagageruimte kan de
hoek van de auto de afstandsmetingen verstoren.
Storing
Als er een storing optreedt wanneer u de achteruitversnelling inschakelt,
dan gaan deze waarschuwingslampjes op het
Page 146 of 244

144
Rijden
instrumentenpaneel branden, in combinatie met een
melding en een geluidssignaal (kort piepsignaal).
Bij een storing knippert dit controlelampje ongeveer 10 seconden als de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of
door een gekwalificeerde werkplaats controleren.
Visiopark 1
Raadpleeg de algemene adviezen over het gebruik van de rij- en
parkeerhulpsystemen voor meer informatie.
Wanneer bij draaiende motor de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld, geeft dit systeem beelden van
de directe omgeving van de auto op het touchscreen
weer met behulp van een camera aan de achterzijde
van de auto.
Het scherm is in 3 delen opgedeeld met een
zijmenu, de omgeving zoals die door de camera
wordt geregistreerd en een weergave van bovenaf
gezien van de directe omgeving van de auto. De informatie van de parkeerhulpsensoren vult het
beeld van bovenaf aan.
Er zijn diverse weergaven beschikbaar:
–
Automatisch ingezoomde weergave.
–
Standaardweergave.
–
Panoramische weergave.
Afhankelijk van de omstandigheden kiest het
systeem de beste weergave (standaard of
automatische zoom).
Het type weergave kan tijdens de manoeuvre altijd
worden gewijzigd.
De systeemstatus wordt niet opgeslagen bij het
afzetten van het contact.
Werkingsprincipe
Tijdens manoeuvres met een lage snelheid filmt de
camera de directe omgeving van de auto.
In realtime wordt een beeld van bovenaf van de auto
en de directe omgeving van de auto gecreëerd (en
weergegeven op de zijkant van het scherm) terwijl
de auto rijdt.
Deze weergave is handig om de auto recht in te
parkeren en om de obstakels in de directe omgeving van de auto te zien. Dit beeld verdwijnt automatisch
als de auto langere tijd stilstaat.
Er is een extra sproeier boven de kentekenplaat
geplaatst om de achteruitrijcamera te reinigen
(afhankelijk van de uitvoering).
►
De achteruitrijcamera wordt gereinigd als de
ruitensproeier van de voorruitensproeier wordt
ingeschakeld.
Instellingen
Via dit menu in het zijmenu kunt u de volgende handelingen uitvoeren:
–
het volume van het geluidssignaal aanpassen.
–
de helderheid aanpassen.
–
het contrast aanpassen.
–
het wassen van de camera inschakelen /
uitschakelen.
Inschakelen/uitschakelen
Schakel de achteruitversnelling in om de camera in
te schakelen.
Het systeem wordt uitgeschakeld:
–
Als er uit de achteruitversnelling wordt
geschakeld.
–
Als op het kruis in de linkerbovenhoek van het
touchscreen wordt gedrukt.
Page 147 of 244

145
Rijden
6Automatisch ingezoomde weergave
De camera achter registreert de omgeving tijdens
het manoeuvreren om een samengesteld beeld
van bovenaf van de achterzijde van de auto en van
zijn nabije omgeving te creëren zodat de obstakels
rondom de auto goed zichtbaar zijn.
Met behulp van de sensoren op de achterbumper
wordt de automatisch ingezoomde weergave
weergegeven wanneer de auto obstakels op de rode
lijn (minder dan 30 cm) tijdens de manoeuvre nadert.
Deze weergave is alleen automatisch beschikbaar.
De obstakels kunnen verder weg lijken dan
ze in werkelijkheid zijn.
Tijdens het manoeuvreren moet u de zijkanten
van de auto via de buitenspiegels in de gaten
houden.
De parkeersensoren geven ook extra informatie
over het gebied rondom de auto.
Standaardweergave
Het gebied achter de auto wordt weergegeven op
het scherm.
De blauwe lijnen (1 ) geven de breedte van de auto
weer met uitgeklapte buitenspiegels; ze verplaatsen
zich afhankelijk van de stand van het stuurwiel.
De rode lijn (2 ) geeft een afstand van 30
cm vanaf
de achterbumper weer; de twee blauwe lijnen (3 ) en
( 4 ) een afstand van respectievelijk 1 m en 2 m.
Deze weergave is automatisch beschikbaar of door
deze te selecteren in het zijmenu.
Panoramische weergave
Met de panoramische weergave kunt u een
parkeerplaats in de achteruitversnelling verlaten
waarbij u op de nadering van voertuigen,
voetgangers of fietsers kunt anticiperen.
Wij raden u aan om deze weergave niet tijdens de
gehele manoeuvre te gebruiken.
Deze weergave is alleen beschikbaar door deze te
selecteren in het zijmenu.
Visiopark 3
Lees voor meer informatie de algemene adviezen over het gebruik van de rij- en
parkeerhulpsystemen.
Met dit systeem kunt u de directe omgeving van uw
auto op het touchscreen bekijken met behulp van
camera's die aan de voorzijde en achterzijde en
onder de buitenspiegels van de auto zijn geplaatst.
Het scherm is in 4 delen opgedeeld met twee
zijmenu's, de door de camera's geregistreerde
beelden en een weergave van de directe omgeving
van de auto van bovenaf gezien.
De informatie van de parkeerhulpsensoren vult het
beeld van bovenaf aan.
Afhankelijk van de weergavehoek die in het
menu links is gekozen, biedt het systeem
specifieke visuele ondersteuning voor bepaalde
rijomstandigheden, zoals het oprijden van een
Page 148 of 244

146
Rijden
onoverzichtelijk kruispunt of het manoeuvreren in
gebieden met verminderd zicht.
Voor de achterzijde of voorzijde zijn diverse
weergaven gebaseerd op de door de camera's
geregistreerde beelden beschikbaar:
–
Automatisch ingezoomde weergave.
–
Standaardweergave.
–
Panoramische weergave.
Afhankelijk van de omstandigheden kiest het
systeem de beste weergave (standaard of
automatische zoom).
Het type weergave kan tijdens de manoeuvre altijd
worden gewijzigd.
De systeemstatus wordt niet opgeslagen bij het
afzetten van het contact.
Werkingsprincipe
Gereconstrueerd beeld
De camera's worden ingeschakeld en een
reconstructie van een weergave van bovenaf van
uw auto in zijn directe omgeving wordt op het
touchscreen weergegeven.
Rechtstreekse weergave
De beelden van de voorzijde, achterzijde en
zijkanten worden automatisch in de weergave van
bovenaf van de auto opgenomen.
Elke weergave kan ook rechtstreeks worden
getoond door de betreffende zone te selecteren.
De weergave van de voorzijde kan worden
geselecteerd in een versnelling vooruit tot een
snelheid van 16 km/h.
De montage van een sneeuwscherm kan de weergave van de beelden van de camera
aan de voorzijde verstoren.
Er is een extra sproeier boven de kentekenplaat
geplaatst om de achteruitrijcamera te reinigen
(afhankelijk van de uitvoering).
►
De achteruitrijcamera wordt gereinigd als de
ruitensproeier van de voorruitensproeier wordt
ingeschakeld.
Instellingen
Via dit menu in het zijmenu kunt u de volgende handelingen uitvoeren:
–
het volume van het geluidssignaal aanpassen.
–
de helderheid aanpassen.
–
het contrast aanpassen.
–
het wassen van de camera inschakelen /
uitschakelen.
Inschakelen / uitschakelen
Automatisch
Wanneer de motor draait en de auto stilstaat, wordt
de weergave achter automatisch via de camera achter weergegeven als de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld.
Wanneer de motor draait en de auto langzamer rijdt
dan 16 km/h, wordt de weergave vóór automatisch
via de camera vóór weergegeven als een versnelling
wordt ingeschakeld.
Handmatig
► In de app
ADAS van het touchscreen
selecteert u Functies>Panoramische
camera
Het systeem wordt uitgeschakeld:
–
Automatisch voor de achterzijde wanneer uit de
achteruitversnelling wordt geschakeld.
–
Automatisch voor de voorzijde wanneer de
snelheid hoger is dan ongeveer 16 km/h.
–
Als op het kruis in de linkerbovenhoek van het
touchscreen wordt gedrukt.
Automatisch ingezoomde weergave
De camera vóór of achter neemt tijdens de
manoeuvre de omgeving op om een weergave vóór
of achter van bovenaf gezien van de auto in zijn
directe omgeving te maken. Op deze manier kan
Page 149 of 244

147
Rijden
6de auto langs de obstakels in de buurt van de auto
worden gemanoeuvreerd.
Met behulp van de sensoren op de voor- of
achterbumper wordt de automatisch ingezoomde
weergave weergegeven wanneer de auto een
obstakel op de rode lijn (minder dan 30 cm) tijdens
de manoeuvre nadert.
Deze weergave is alleen automatisch beschikbaar.
Afhankelijk van de uitvoering kan deze worden in- /
uitgeschakeld in de app ADAS van het touchscreen.
De obstakels kunnen verder weg lijken dan ze in werkelijkheid zijn.
Tijdens het manoeuvreren moet u de zijkanten
van de auto via de buitenspiegels in de gaten
houden.
De parkeersensoren geven ook extra informatie
over het gebied rondom de auto.
Standaardweergave
Afhankelijk van de omstandigheden kan het gebied
achter of voor uw auto op het scherm worden
weergegeven.
De blauwe lijnen (aan de achterzijde) / oranje lijnen
(aan de voorzijde) (1 ) geven de breedte van de auto weer met uitgeklapte buitenspiegels; ze verplaatsen
zich afhankelijk van de stand van het stuurwiel.
De rode lijn (2
) geeft een afstand van 30 cm vanaf
de achter- of voorbumper aan; de twee blauwe lijnen
(aan de achterzijde) / oranje lijnen (aan de voorzijde)
( 3 en 4 ) geven een afstand van respectievelijk 1 m
en 2 m aan.
Deze weergave is automatisch beschikbaar of door
deze te selecteren in het zijmenu links.
Panoramische weergave
Met de panoramische weergave achter of voor
kunt u een parkeerplaats verlaten waarbij u op de
nadering van voertuigen, voetgangers of fietsers
kunt anticiperen.
Wij raden u aan om deze weergave niet tijdens de
gehele manoeuvre te gebruiken.
Deze weergave is alleen beschikbaar door deze te
selecteren in het zijmenu links.
Zijweergaven
Met de zijweergave links/rechts kunt u de omgeving
aan elke kant van de auto bekijken (zoals een
trottoir, een lage muur of een ander voertuig dat
naast de auto is geparkeerd).
► Selecteer de betreffende weergave in de
weergave van bovenaf van de auto.
Het geselecteerde gebied wordt geel en de
zijweergave verschijnt in het midden van het
scherm.
Wij raden u aan om deze weergave niet tijdens de
gehele manoeuvre te gebruiken.
Verkeerswaarschuwing
achter
Raadpleeg voor meer informatie de algemene adviezen over het gebruik van
de rij- en parkeerhulpsystemen.
Page 150 of 244

148
Rijden
Wanneer de achteruitversnelling wordt ingeschakeld
terwijl de motor draait of als er achteruit wordt
gereden met een snelheid van maximaal
10 km/h, waarschuwt dit systeem voor naderende
obstakels (zoals voetgangers, fietsers, voertuigen,
vrachtwagens en motorfietsen) in de dode hoeken
achter de auto, met behulp van de radars die in de
bumper zijn gemonteerd.
Het systeem detecteert obstakels die zich
voortbewegen met een snelheid van meer dan 3
km/h op een maximale afstand van 40 m.
Het systeem werkt naast de parkeerhulp Visiopark
1 of de functies Visiopark 3
(afhankelijk van de
uitvoering).
Zie de betreffende hoofdstukken voor meer
informatie over de parkeerhulp, Visiopark 1 of de
functies Visiopark 3.
De bestuurder moet voor en tijdens de
volledige manoeuvre op de omgeving letten.
Rijd langzaam en voorzichtig achteruit als u
weinig of geen zicht hebt.
Werkingsprincipe
Wanneer een naderend object wordt gedetecteerd,
knippert het symbool 1 of 2 op het touchscreen,
in de weergave voor de Parkeerhulp of de
verschillende weergaven van de functies Visiopark 1
of Visiopark 3 (afhankelijk van de uitvoering).
Het symbool wordt samen met een geluidssignaal
weergegeven als de auto achteruit rijdt.
Een obstakel nadert de dode hoek aan de rechter- / linkerzijde of aan
beide zijden van de auto.
Bij een storing in deze visuele weergavefuncties
of het touchscreen, of wanneer de bestuurder de
weergave van deze functies op het touchscreen
uitschakelt, wordt de detectie van een naderend
obstakel nog steeds aangegeven door een
geluidssignaal wanneer de auto achteruit rijdt.
Inschakelen / uitschakelen
Dit kan worden ingesteld in de app ADAS van het touchscreen.
De status van het systeem wordt opgeslagen bij het
afzetten van het contact.
Werkingslimieten
In de volgende gevallen werkt het systeem mogelijk
niet:
– Bij het trekken van een aanhanger .
– W anneer een fietsendrager op een trekhaak is
gemonteerd.
–
Bij extreme temperatuursveranderingen.
–
Als de achterbumper is beschadigd.
–
V
erzamelen of uitsteken van externe elementen
(zoals modder, vorst en sneeuw), aangebrachte
stickers.
Het kan gebeuren dat waarschuwingen niet, te laat of op het verkeerde moment worden
gegeven. Daarom moet u altijd de controle over
uw auto behouden zodat u op elk moment kunt
ingrijpen om een aanrijding te voorkomen.
Wanneer de achterbumper opnieuw wordt gespoten, neem dan contact op met een
PEUGEOT-dealer of gekwalificeerde werkplaats;
bepaalde types lak kunnen de werking van de
radars verstoren.
Storing
Wanneer er zich een storing voordoet bij het inschakelen van de achteruitversnelling,
tijdens het achteruitrijden of wanneer de bestuurder
het systeem probeert in te schakelen, gaat dit
waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel
branden, wordt een melding weergegeven en klinkt
er een geluidssignaal.
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of
door een gekwalificeerde werkplaats controleren.
Page 151 of 244

Peugeot & TotalEnergies,
een samenwerking in het teken van
prestaties!
TotalEnergies en Peugeot werken al ruim 25 jaar samen en hebben de
grenzen van prestaties in sportwedstrijden met historische
overwinningen in enduranceraces of rally’s verlegd. Vandaag zetten de
twee merken hun gezamenlijke avontuur in de motorsport voort met
deelname aan de 24 uur van Le Mans en de FIA World Endurance
Championship in de categorie Hybrid Hypercar. Talloze uitdagingen
waarvoor Peugeot uitsluitend de high-tech Quartz-smeermiddelen
aanbeveelt om de motoren gedurende de levensduur te smeren.
TotalEnergies voorziet Peugeot-voertuigen daarom van Quartz-
smeermiddelen, van de eerste keer vullen in de fabriek tot in de
goedgekeurde werkplaatsen van de dealernetwerken, zodat ze elke dag
weer optimaal werken. Peugeot & TotalEnergies: offi ciële partners in
prestaties!
Houd uw motor langer jong!
Quartz Ineo Xtra First 0W-20 is een zeer hoogwaardig smeermiddel
dat het resultaat is van de samenwerking tussen de R&D-teams van
Peugeot en TotalEnergies. De innovatieve technologie verlengt de
levensduur van uw motor, terwijl uw brandstofverbruik en dus de CO
2-
emissies aanzienlijk dalen. Het product is nu verkrijgbaar in een nieuwe
verpakking* die van 50% gerecycled materiaal is gemaakt en 100%
recyclebaar is.
* 1 l & 5 l geproduceerd in Europa
Page 152 of 244

150
Praktische informatie
Compatibiliteit van
brandstoffen
Benzine die voldoet aan de norm EN228 met
respectievelijk tot 5% en 10% ethanol.
Alleen benzineadditieven die voldoen aan de norm B715001 zijn toegestaan.
Reizen naar het buitenland
Bepaalde brandstoffen kunnen de motor van uw
auto beschadigen.
In bepaalde landen kan het nodig zijn een
specifieke brandstofsoort te gebruiken (specifiek
octaangetal, specifieke commerciële benaming
enz.) om de goede werking van de motor te
garanderen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
dealer.
Tanken
Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 52 liter
(Benzine) of 40 liter (Plug-in hybride).
Reservevolume: ongeveer 6 liter.
Laag brandstofniveau
Als de brandstoftank bijna leeg is, gaat dit waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel branden, in combinatie met een
melding en een geluidssignaal. Als het lampje gaat
branden, bevat de tank nog ongeveer 6 liter
brandstof.
Zolang er niet voldoende brandstof is bijgetankt,
wordt dit waarschuwingslampje telkens
weergegeven wanneer het contact wordt
ingeschakeld, samen met een melding en een
geluidssignaal. Onder het rijden worden deze
melding en het geluidssignaal steeds vaker herhaald
terwijl het brandstofniveau naar 0 gaat.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Een pijltje bij het waarschuwingslampje geeft aan aan welke zijde de
brandstofvulklep zich bevindt.
Stop & Start Tank nooit als de motor in de STOP-stand
staat. Zet in dat geval altijd het contact af.
Tanken
Er moet minimaal 10 liter brandstof wordt getankt,
anders wordt dit niet op de brandstofniveaumeter
weergegeven.
Bij het openen van de brandstofvulklep kan een
aanzuiggeluid van lucht hoorbaar zijn. Dit is
volkomen normaal en wordt veroorzaakt door de
onderdruk die ontstaat door de afdichting van het
brandstofcircuit.
Veilig tanken:
►
Zet altijd de motor uit.
► Open de vulklep, druk langer dan 2 seconden op
de toets voor het openen van de klep of druk met de
auto ontgrendeld op de achterzijde van de vulklep
(afhankelijk van de uitvoering).
Plug-in hybrideauto's Als u op de toets op het dashboard drukt,
kan het enkele minuten duren voordat de vulklep
wordt geopend. Er klinkt een geluid wanneer de
vulklep opent.
Als de klep vastzit, houd de toets op het
dashboard dan langer dan 3 seconden ingedrukt.
►
Kies de juiste brandstof bij het tankstation (deze
staat vermeld op de sticker aan de binnenzijde van
de brandstofvulklep van de auto).
► Draai de vuldop linksom, verwijder deze en
plaats deze in de houder op de vulklep (afhankelijk
van de uitvoering).