Page 225 of 260

223
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10Datum en tijd instellen
Selecteer "Datum en tijd" om de datum en de tijd
te wijzigen.
"Datum en tijd automatisch instellen" is
standaard ingeschakeld om de instelling
automatisch aan te passen op basis van uw
geolocatie.
Om deze handmatig aan te passen, schakelt u
" Datum en tijd automatisch instellen" uit.
Druk op het "Tijdzone selecteren"-veld en geef
vervolgens een tijdzone op.
Druk op de pijl Terug om terug te keren naar de vorige pagina.
Druk op de regel "Tijdsinstellingen" en stel de tijd
in.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Druk op de regel "Datum" en stel de datum in.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Selecteer Tijdnotatie (12h / 24h).
Selecteer Datumnotatie.
Het systeem schakelt niet automatisch over
op zomertijd / wintertijd (afhankelijk van het
land van verkoop).
Help
Druk op de "Help"-app. Selecteer het "Handleiding"-tabblad in de lijst om
het instructieboekje van de auto te raadplegen.
Of
Selecteer het "Tutorials"-tabblad in de lijst om
video's te bekijken waarin het gebruik van schermen,
bepaalde rijhulpsystemen en spraakherkenning
wordt uitgelegd.
Handleiding
Selecteer de taal voor de weergave.
De startpagina van het instructieboekje wordt
weergegeven.
Deze biedt verschillende mogelijkheden om
informatie op te zoeken:
Visueel zoeken Toegang tot onderwerpen via afbeeldingen
die de buiten- en binnenzijde van de auto
weergeven.
Lampjes Toegang tot beschrijvingen/uitleg over de
werking van de waarschuwings-/controlelampjes op
het instrumentenpaneel.
Systeem Toegang tot de gedeeltes over de
verschillende audio- en telematicasystemen.
Inhoud Toegang tot onderwerpen via de
hoofdgedeeltes van het instructieboekje.
Visueel zoeken
Druk op Visueel zoeken. Druk op een van de afbeeldingen onder aan het
scherm.
Druk op een van de rondjes in de vergrote
weergave.
Er zijn twee manieren van weergeven:
–
Directe weergave van het onderwerp als slechts
één onderwerp bij het rondje hoort.
–
W
eergave van een lijst met onderwerpen als een
rondje bij verschillende onderwerpen hoort.
Lampjes
Druk op Lampjes.
Het overzicht van de waarschuwings- en
controlelampjes wordt weergegeven.
De waarschuwings- en controlelampjes zijn op kleur
gesorteerd.
Druk op het betreffende waarschuwings-/
controlelampje om de inhoud ervan weer te geven.
Terug naar het overzicht van de waarschuwings- en controlelampjes.
Systeem
Druk op Systeem.
De lijst met audio- en telematicasystemen wordt
weergegeven.
Druk op het betreffende gedeelte om de lijst met
onderwerpen weer te geven.
Druk op het betreffende onderwerp om de inhoud
ervan weer te geven.
Als het onderwerp meerdere pagina's beslaat, veegt u met uw vinger horizontaal.
Page 226 of 260
224
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
Terug naar de lijst met onderwerpen.
Inhoud
Druk op Inhoud.
De lijst met gedeeltes wordt weergegeven.
Druk op het betreffende gedeelte om de lijst met
onderwerpen weer te geven.
Druk op het betreffende onderwerp om de inhoud
ervan weer te geven.
Als het onderwerp meerdere pagina's beslaat, veegt u met uw vinger horizontaal.
Terug naar de lijst met onderwerpen.
Page 227 of 260

225
Registratie van autogegevens en privacy
11Registratie van
autogegevens en privacy
In de auto zijn elektronische regeleenheden
geïnstalleerd. Deze regeleenheden verwerken
gegevens die bijvoorbeeld van de sensoren van
de auto worden ontvangen, of gegevens die door
de eenheden zelf worden gegenereerd of die ze
met elkaar uitwisselen. Sommige regeleenheden
zijn vereist voor de juiste werking van uw auto,
andere eenheden helpen u bij het rijden (rij- of
parkeerhulpsystemen) en nog weer andere
eenheden bieden comfort- of infotainment-functies.
Hieronder staat algemene informatie over hoe
gegevens in de auto worden verwerkt.
U vindt aanvullende informatie over de specifieke
gegevens die worden gedownload, opgeslagen
en verstuurd naar derden en waarvoor ze
in uw auto worden gebruikt. Dit staat onder
"Gegevensbescherming". Deze informatie is direct
gekoppeld aan de referenties voor de betreffende
functies in het bijbehorende instructieboekje voor de
auto of in de algemene verkoopvoorwaarden.
Deze informatie staat ook online.
Werkingsgegevens van de
auto
De regeleenheden verwerken gegevens die voor de
werking van de auto worden gebruikt.
Deze gegevens omvatten onder meer:
–
Informatie over de toestand van de auto
(zoals snelheid, reistijd, zijdelingse acceleratie, draaisnelheid van de wielen en vastgemaakte
veiligheidsgordels).
–
Omgevingsfactoren (zoals temperatuur
,
regensensor en afstandssensor).
Over het algemeen zijn deze gegevens tijdelijk,
worden ze niet langer dan één werkingscyclus
opgeslagen en worden ze alleen in de auto zelf
gebruikt. De regeleenheden slaan deze gegevens
vaak op (inclusief de sleutel van de auto). Met deze
functie kan informatie over de toestand van de auto,
de belasting van componenten, servicevereisten,
gebeurtenissen en technische storingen tijdelijk of
permanent worden opgeslagen.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau van de auto
worden de gegevens als volgt opgeslagen:
–
De bedrijfsstatus van systeemcomponenten
(zoals het vulniveau, de bandenspanning en de
laadtoestand van de accu).
–
Fouten en storingen in belangrijkste
systeemcomponenten (zoals lampen en remmen).
–
Reacties van systemen in specifieke rijsituaties
(zoals activering van een airbag of activering van
stabiliteitsregel- en remsystemen).
–
Informatie over gebeurtenissen die schade aan de
auto hebben veroorzaakt.
–
Bij elektrische en plug-in hybride auto's de
laadtoestand van de tractiebatterij en de geschatte
actieradius.
Onder specifieke omstandigheden (bijvoorbeeld
als de auto een storing heeft gedetecteerd) kan het
nodig zijn om gegevens te registreren die anders
niet worden opgeslagen. Wanneer u servicewerkzaamheden aan uw auto
laat uitvoeren (zoals reparatie of onderhoud), dan
kunnen de opgeslagen bedrijfsgegevens worden
uitgelezen, samen met het VIN-nummer van de
auto, en kunnen ze waar nodig worden gebruikt.
Personeel dat voor het servicenetwerk werkt (zoals
garages en fabrikanten) of derden (bijvoorbeeld
pechhulpverleners) kunnen de gegevens van de
auto uitlezen. Dit geldt ook voor werkzaamheden die
onder garantie en vanwege kwaliteitsmaatregelen
worden uitgevoerd.
Deze gegevens worden meestal uitgelezen via
de OBD-aansluiting (On-Board Diagnostics) die
wettelijk verplicht in de auto is. De gegevens
worden gebruikt voor meldingen over de technische
toestand van de auto of componenten van de auto
en maakt de diagnose van storingen gemakkelijker,
in overeenstemming met verplichtingen onder
garantie en voor verbetering van de kwaliteit. Deze
gegevens, met name informatie over belasting
van componenten, technische gebeurtenissen,
bedieningsfouten en andere storingen, worden
waar nodig naar de fabrikant gestuurd, samen met
het VIN-nummer van de auto. Er kan ook sprake
zijn van aansprakelijkheid van de fabrikant. De
fabrikant kan de bedrijfsgegevens die uit de auto
worden gehaald ook gebruiken voor terugroepacties
voor producten. De gegevens kunnen ook worden
gebruikt om de garantie van de klant en eventuele
garantieclaims na te kijken.
Elke storing die in de auto is opgeslagen, kan
door een servicepunt tijdens onderhouds- of
Page 228 of 260

226
Registratie van autogegevens en privacy
reparatiewerkzaamheden of op uw verzoek worden
gereset.
Comfort- en
infotainment-functies
Comfort- en gepersonaliseerde instellingen kunnen
in de auto worden opgeslagen en op elk moment
aangepast of opnieuw ingesteld worden.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau van de auto
kan dit het volgende omvatten:
–
Instellingen voor de positie van stoel en stuurwiel.
–
Instellingen voor chassis en airconditioning.
–
Gepersonaliseerde instellingen, zoals de
interieurverlichting.
U kunt uw eigen gegevens in het audio- en
telematicasysteem van de auto invoeren, als
onderdeel van de geselecteerde functies.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau van de auto
kan dit het volgende omvatten:
–
Multimediagegevens zoals muziek, video's of
foto's die met een geïntegreerd multimediasysteem
moeten worden gelezen.
–
Gegevens uit het adresboek voor gebruik met
een geïntegreerd handsfree-systeem of een
geïntegreerd navigatiesysteem.
–
Ingevoerde bestemmingen.
–
Gegevens over het gebruik van online diensten.
Deze gegevens voor de comfort- en infotainment-
functies kunnen lokaal in de auto worden
opgeslagen of op een apparaat dat u in de auto hebt
aangesloten (zoals een smartphone, een USB-stick of een MP3-speler). Gegevens die u zelf hebt
ingevoerd, kunnen op elk moment worden gewist.
De gegevens kunnen op uw verzoek ook naar een
locatie buiten de auto worden gestuurd, vooral bij
gebruik van online diensten in overeenstemming
met de geselecteerde instellingen.
Integratie van een Smartphone
(zoals
Android Auto
® of
Apple
®CarPlay®)
Afhankelijk van de uitrusting van uw auto
kunt u uw smartphone of een ander mobiel
apparaat aansluiten in de auto, zodat het met
de geïntegreerde bedieningsfuncties van de
auto kan worden bediend. Beelden en geluid
van de smartphone kunnen via het audio- en
telematicasysteem worden verstuurd. Tegelijkertijd
wordt er specifieke informatie naar uw smartphone
gestuurd. Afhankelijk van het type integratie omvat
dit gegevens zoals locatie, dag-/nachtmodus en
andere algemene informatie over de auto. Zie de
gebruikersinstructies voor de auto of het audio- en
telematicasysteem voor meer informatie.
Met het integreren van een smartphone kunt
u de apps op de telefoon gebruiken, zoals een
navigatie-app of muziekspeler. Er is geen andere
integratie tussen de smartphone en de auto mogelijk
en dit geldt met name voor directe toegang tot
autogegevens. Hoe de gegevens daarna worden
verwerkt, wordt bepaald door de leverancier van de
gebruikte app. De mogelijkheid om instellingen te veranderen is afhankelijk van de betreffende app en
van het besturingssysteem op uw smartphone.
Online diensten
Als uw auto met een draadloos netwerk is
verbonden, kunnen gegevens worden uitgewisseld
tussen de auto en andere systemen. Verbinding
met een draadloos netwerk is mogelijk via een
zender in uw auto of een mobiel apparaat dat u
hebt verbonden (zoals een smartphone). De online
diensten kunnen via deze draadloze verbinding
worden gebruikt. Deze omvatten online diensten en
apps die door de fabrikant en andere leveranciers
aan u zijn geleverd.
Exclusieve diensten
Met betrekking tot de online diensten van de
fabrikant worden de betreffende functies door
de fabrikant in een geschikt medium beschreven
(bijvoorbeeld in het instructieboekje of op de
website van de fabrikant). Voor online diensten
kunnen persoonsgegevens worden gebruikt.
Gegevens worden voor dit doeleinde via een
veilige verbinding uitgewisseld, bijvoorbeeld via
speciale computersystemen van de fabrikant.
Het verzamelen, verwerken en gebruiken van
persoonsgegevens voor de ontwikkeling van
diensten worden uitsluitend uitgevoerd op basis van
wettelijke autorisatie, bijvoorbeeld bij een wettelijk
verplicht noodoproepsysteem, of op basis van een
contract of andere overeenkomst.
U kunt de diensten en functies activeren en
deactiveren (sommige zijn oplaadbaar) en in
Page 229 of 260
227
Registratie van autogegevens en privacy
11sommige gevallen de volledige verbinding van de
auto met het draadloze netwerk. Dit omvat geen
wettelijk verplichte functies en diensten, zoals
noodoproep- of hulpoproepsystemen.
Diensten van derden
Als u online diensten van andere leveranciers
(derden) gebruikt, dan vallen deze diensten
onder de verantwoordelijkheid, vereisten
voor gegevensbescherming en de algemene
gebruiksvoorwaarden van de betreffende
leverancier. De fabrikant heeft vaak niets te
zeggen over de inhoud die in deze gevallen wordt
uitgewisseld.
Zorg er daarom voor dat u op de hoogte bent van
de aard, de omvang en het doel van de verzamelde
en gebruikte personeelsgegevens als onderdeel
van diensten van derden die door de betreffende
serviceprovider worden geleverd.
Page 230 of 260

228
Index
12V-accu 172, 176, 193, 193–197
A
Aanhanger 82, 165
Aanhangergewichten
201–202, 204–205
ABS
80
Accessoires
77
Accu laden
194–195, 197
Achterklep
33
Achterlichten
192
Achteruitrijcamera
112, 146–147
Achteruitrijlicht
192–193
Actieradius AdBlue®
19, 176
Active LED Vision
68, 71
Active Safety Brake
135–138
Adaptieve snelheidsregelaar
116–117, 122–123
AdBlue®
19, 178
AdBlue® bijvullen
179
AdBlue®-reservoir
179
Afmetingen
206
Afstandsbediening
26–31
Afstellen van de koplamphoogte
68
Afzetten van de motor
98
Airbags
85, 87, 89
Airbags vóór
86–87, 90
Alarmknipperlichten
77, 183
Alarmsysteem
37–38
Allesdragers
169–170
Antiblokkeersysteem (ABS)
80
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
28
Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling 81
Apps
23, 25
Autogegevens
10, 225
Automatische ruitenwissers
74
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische
103–105, 108, 177, 194
Automatisch inschakelen verlichting
68
Automatisch noodremsysteem
135–138
B
Bagageruimte 33–34, 36
Banden
177, 207
Banden oppompen
177, 207
Bandenreparatieset
184–185
Bandenspanning
177, 186, 207
Bandenspanningscontrole (met set)
185, 187
Bandenspanning te laag (detectie)
11 0
Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening,
batterij
32
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
32
Beladen
169–170
Benzinemotor
107, 174, 202
Bergingsauto of trailer (slepen)
199
Bijvullen AdBlue®
176, 179
BlueHDi
19, 176, 183
Bluetooth (handsfree set)
216
Bluetooth (telefoon)
216–217
Bluetooth-verbinding
216–217
Boordcomputer
22
Boordgereedschap 183–185
Brandstof
153
Brandstofadditief
175–176
Brandstofniveaumeter
153
Brandstoftank
153–154
Brandstof tanken
153–154
Brandstoftank leeg (diesel)
183
Brandstofverbruik
20
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep
153–154
Buitenlandse reizen
71
Buitenspiegels
143
Buitenverlichting
69
C
Carrosserie 181
Carrosserie-onderhoud
181
Centrale vergrendeling
30
CHECK
21
Claxon
78
Configuratie van de auto
10, 23
Connectiviteit
222
Contact
99, 222
Contact aangezet
99
Controlelampjes
11–12
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau,
controle
18
Controlepaneel
157–158, 160, 163
Controles
174–175, 176–178
Page 231 of 260

229
Index
D
Dagteller 21
Datum (instellen)
223
Detectie obstakels
144
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
110, 186
De tractiebatterij laden
160
Diagnose auto
21
Dieselmotor
153, 174, 183, 204
Digitaal instrumentenpaneel
10
Dimmer dashboardverlichting ~
Dashboardverlichting (dimmer)
22
Display instrumentenpaneel
10
Dodehoekbewaking met groot bereik
143
Drive Assist Plus
122–123
Dynamische noodrem
101–102
E
Eco-mode 172
Eco-mode ~ Eco-modus
172
ECO-stand
106
Electronic Stability Program (ESC)
81
Elektrisch bedienbare achterklep
34–36
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem,
elektrisch bediend
100–102, 177
Elektrische automatische transmissie
(hybride)
103
Elektromotor
107, 155, 205
Elektronische remdrukregelaar (REF)
80
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~
Electronic Brake Force Distribution (EBD)
80
Elektronische sleutel
29–30
Elektronische startblokkering ~ Startblokkering,
elektronische
97
Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP)
80, 82
Energiestromen
24
e-Save-functie (energiereserve)
24
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)
80
F
Favoriete rijfuncties 11 4
Flacon AdBlue®
179
Follow me home-verlichting
69
Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-
verlichting
69
Frequentie (radio)
220
G
Geluidssignaal stil voertuig (plug-in hybride) 78
Geluidssignaal voor voetgangers
(plug-in hybride)
78
Geprogrammeerd laden
24, 164
Geprogrammeerd laden (plug-in hybride)
24–25,
156, 162
Gereedschap
183–185
Gevarendriehoek
183
Gewichten
201
Grootlicht 70
Grootlichtassistent
70
H
Halfautomatisch veranderen van rijstrook 131
Halogeenlampen
68
Handgeschakelde versnellingsbak ~
Versnellingsbak, handgeschakeld
102, 108, 177
Handsfree achterklep
35–36
Handsfree set
216
Handsfree toegang
35–36
Hill-Holder ~ Hill Start Assist
107–108
Hoogspanning
155
Hulpoproep
78–79
Hybridemotor
24, 172, 199, 205
I
Identificatiegegevens 207
Identificatieplaatjes constructeur
207
Identificatie (stickers)
207
Infraroodcamera
11 2
Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank
(inhoud)
153
Instapverlichting
69
Instellen van de uitrustingen
10, 23
Instrumentenpaneel
10, 22, 113
Instrumentenpanelen
10
Interieurfilter
176
Page 232 of 260

230
Index
Interieurfilter (vervangen) 176
ISOFIX (bevestigingen)
90, 92, 94
ISOFIX bevestigingen
90, 92, 94
ISOFIX kinderzitjes
90–92, 94
K
Keyless entry and start 26, 28–29, 98
Kilometerteller
21
Kinderbeveiliging
95
Kinderen
84, 90–92
Kinderen (veiligheid)
95
Kinderzitjes
84, 87–90
Kinderzitjes (conventioneel)
90, 92, 94
Kinderzitjes i-Size
92, 94
Klep laadaansluiting
(plug-in hybride)
156, 162–164
Klep van de laadaansluiting
164
Kleurcode lak
207
Klokje (instellen)
223
Koelvloeistof
175
Koelvloeistoftemperatuur
19
Koelvloeistoftemperatuurmeter
19
Kofferdeksel sluiten
29, 33
Koplampverstelling
68
Krik
184–185, 188
L
Laadkabel 160
Laadkabel (plug-in hybride) 157–158, 163
Laadniveaumeter (plug-in hybride)
21
Laadstekker (plug-in hybride)
156, 162–164
Laadtoestand van de tractiebatterij
24
Laden accu ~ Accu laden
194–195, 197
Laden tractiebatterij
160
Laden via een normaal stopcontact
160
Lader voor versneld laden (wallbox)
157–158
Lak
181, 207
Lampen (vervangen)
191–192
Lampen vervangen
191–192
Lane Departure Warning System
140
Lane Keeping System
122–123, 128–129
Leder (onderhoud)
182
LED-verlichting
67, 192
Lekke band
185–186, 188
Lichtschakelaar
66–67
Logboek waarschuwingsmeldingen
21
Lokaliseren van de auto
27
Luchtfilter
176
Luchtfilter (vervangen)
176
M
Matten 11 3
Milieu
32
Mistachterlicht
66, 193
Mobiele app
24–25, 162, 164
Monteren allesdragers ~ Allesdragers
monteren
169–170
Motor
178
Motoren 201–202, 204
Motorkap
173
Motorkapsteun
173
Motorolie
174
Motorolieniveaumeter
18
N
Netaansluiting (standaardstekker) 157–158
Niveau AdBlue®
176
Niveau brandstofadditief diesel ~
Brandstofaddititiefniveau
175–176
Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau
19, 175
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau
175
Niveau ruitensproeiervloeistof ~
Ruitensproeiervloeistofniveau
73, 175
Niveaus controleren
174–175
Niveaus en controles
174–176
Noodbediening achterklep
33
Noodbediening portieren
31
Noodoproep ~ Urgence-oproep
78–79
Noodprocedure afzetten van de motor
99–100
Noodprocedure starten
99, 194
Noodremassistentie ~ Brake Assist
System (BAS)
81, 137
Noodremassistentie (AFU) ~ Brake Assist
System (BAS)
81