Page 49 of 112

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-27
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
13
Uitgaande demping
De uitgaande demping wordt alleen afge-
steld op de rechtervorkpoot.
Draai de stelschroef in de richting (a) om de
uitgaande demping te verhogen.
Draai de stelschroef in de richting (b) om de
uitgaande demping te verlagen.
Draai om de uitgaande demping in te stellen
de versteller in de richting (a) tot deze niet
meer verder kan, en tel vervolgens het aan-
tal klikken in de richting (b).OPMERKINGVoer deze afstelling uit aan de rechtervork-poot.
OPMERKING
Wanneer u de versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.
Als de versteller voor de veerdemping
in de richting (b) wordt gedraaid kan
deze mogelijk voorbij de aangegeven
specificaties klikken, maar zo’n instel-
ling is niet effectief en kan schade aan
de vering veroorzaken.
Ingaande demping
De ingaande demping wordt alleen afge-
steld op de linkervorkpoot.
Draai de stelschroef in de richting (a) om de
ingaande demping te verhogen.
Draai de stelschroef in de richting (b) om de
ingaande demping te verlagen.
Draai om de ingaande demping in te stellen
de versteller in de richting (a) tot deze niet
meer verder kan, en tel vervolgens het aan-
tal klikken in de richting (b).
OPMERKINGVoer deze afstelling uit aan de linkervork-poot.
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht): Afstand A = 19.0 mm (0.75 in)
Standaard:
Afstand A = 14.0 mm (0.55 in)
Maximum (hard): Afstand A = 4.0 mm (0.16 in)
1. Stelschroef uitgaande demping Afstelling uitgaande demping:Minimum (zacht):
11 klik(ken) in de richting (b)
Standaard: 6 klik(ken) in de richting (b)
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)
(b)
(a)
111
1. Stelbout voor inveerdemping (voor snelle
inveerdemping)
(b)
(a)
111
BEA-9-D0.book 27 ページ 2021年12月20日 月曜日 午後3時49分
Page 50 of 112

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-28
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
13
OPMERKING
Wanneer u de versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.
Als de versteller voor de veerdemping
in de richting (b) wordt gedraaid kan
deze mogelijk voorbij de aangegeven
specificaties klikken, maar zo’n instel-
ling is niet effectief en kan schade aande vering veroorzaken.
DAU94912
Afstellen van de
schokdemperunitDeze schokdemperunit is voorzien van een
stelring voor veervoorspanning en een stel-
schroef voor uitgaande demping.LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-men.
Veervoorspanning 1. Verwijder de zijkappen. (Zie
pagina 7-9.)
2. Draai de stelring in de richting (a) om de veervoorspanning te verhogen.
Draai de stelring in de richting (b) om
de veervoorspanning te verlagen.
Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator op
de schokdemper.
OPMERKINGVerricht de afstelling met de speciale sleutel
en het verlengstuk in de boordgereed-schapsset.
Uitgaande demping 1. Verwijder de dop.
Afstelling ingaande demping:
Minimum (zacht):11 klik(ken) in de richting (b)
Standaard:
6 klik(ken) in de richting (b)
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)1. Stelring veervoorspanning
2. Verlengstuk
3. Speciale sleutel
4. Positie-indicatorAfstelling veervoorspanning: Minimum (zacht):
1
Standaard: 5
Maximum (hard): 7
7654321
4
1 1 1
2 2
3 3
(a) (a) (a)
(b) (b) (b)
BEA-9-D0.book 28 ページ 2021年12月20日 月曜日 午後3時49分
Page 51 of 112

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-29
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
13
2. Draai de stelschroef in de richting (a) om de uitgaande demping te verho-
gen.
Draai de stelschroef in de richting (b)
om de uitgaande demping te verlagen.
Draai om de uitgaande demping in te
stellen de versteller in de richting (a)
tot deze niet meer verder kan, en tel
vervolgens het aantal slagen in de
richting (b).
OPMERKINGAls de versteller voor de veerdemping in de
richting (b) wordt gedraaid kan deze moge-
lijk voorbij de aangegeven specificaties
draaien, maar zo’n instelling is niet effectiefen kan schade aan de vering veroorzaken.
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinders zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dea-ler.
1. Dop
111
1. Stelschroef uitgaande demping Afstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):
2+1/2 slag(en) in de richting (b)
Standaard: 1 slag(en) in de richting (b)
Maximum (hard): 0 slag(en) in de richting (b)
1(a)
(b)
BEA-9-D0.book 29 ページ 2021年12月20日 月曜日 午後3時49分
Page 52 of 112

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-30
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
13
DAU77390
Gelijkstroom kabelstekkers voor
accessoiresDeze machine is uitgerust met een gelijk-
stroom kabelstekker voor accessoires en
een gelijkstroomstekker voor handgreep-
verwarming. Raadpleeg uw Yamaha dealer
voordat u accessoires monteert.
DAU15306
ZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde spersc hakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor eenuitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig en
laat het repareren door een Yamaha dea-ler als de werking niet naar behoren is.
DAU57952
StartspersysteemDit systeem voorkomt dat de motor wordt
gestart terwijl een versnelling is ingescha-
keld, tenzij de koppelingshendel is ingetrok-
ken en de zijstandaard is opgeklapt. Het
schakelt ook de motor uit als de zijstan-
daard omlaag wordt gezet terwijl een ver-
snelling is ingeschakeld.
Controleer dit systeem regelmatig door de
onderstaande procedure te volgen.OPMERKING
Deze controle is vooral betrouwbaar
als hij wordt uitgevoerd met een war-
me motor.
Zie pagina’s 4-2 en 4-3 voor informatieover de bediening van de schakelaar.
BEA-9-D0.book 30 ページ 2021年12月20日 月曜日 午後3時49分
Page 53 of 112

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-31
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
13
JA NEE JA NEE JA NEE
WAARSCHUWING
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Zet de noodstopschakelaar in de stand “run”.
3. Zet het contactslot aan.
4. Zet de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Zet de versnellingsbak in een versnelling.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startknop.
Start de motor? De sperschakelaar van de koppelingshendel
werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. Laat als een storing wordt aangetroffen de
machine nakijken alvorens te gaan rijden.
BEA-9-D0.book 31 ページ 2021年12月20日 月曜日 午後3時49分
Page 54 of 112

5-1
1
2
3
45
6
7
8
9
10
11
12
13
Voor uw veiligheid – c ontroles voor het rijden
DAU1559B
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en procedures
voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-ne dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.
Controleer de tankoverloopslang op
obstakels, scheuren of beschadiging en
controleer de slangaansluiting. 4-22, 4-24
Motorolie Controleer het olieniveau in de motor.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie
bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage. 7-13
Koelvloeistof Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig de aanbevolen koelvloei
stof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het koelsysteem op lekkage. 7-14
Voorrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulis ch systeem op lekkage. 7-21, 7-22
BEA-9-D0.book 1 ページ 2021年12月20日 月曜日 午後3時49分
Page 55 of 112

Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
5-2
1
2
3
456
7
8
9
10
11
12
13
Achterrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulis ch systeem op lekkage. 7-21, 7-22
Koppeling Controleer de werking.
Smeer indien nodig de kabel.
Controleer de vrije slag
van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij. 7-19
Gasgreep Controleer op soepel draaien en automatis che terugkeer naar de beginstand. 7-26
Bedieningskabels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig. 7-26
Aandrijfketting Controleer of de ketting correct is aangespannen.
Stel indien nodig bij.
Controleer de conditie van de ketting.
Smeer indien nodig. 7-23, 7-25
Wielen en banden Controleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig. 7-17, 7-19
Rem- en schakelpedalen Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten. 7-27
Rem- en koppelingshendels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten. 7-27
Zijstandaard Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig het scharnierpunt. 7-28
Framebevestigingen Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastgezet.
Zet indien nodig vast. —
ITEM
CONTROLES PAGINA
BEA-9-D0.book 2 ページ 2021年12月20日 月曜日 午後3時49分
Page 56 of 112
Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
5-3
1
2
3
45
6
7
8
9
10
11
12
13
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars Controleer de werking.
Corrigeer indien nodig.
—
Zijstandaardschakelaar Controleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te
controleren. 4-30
ITEM
CONTROLES PAGINA
BEA-9-D0.book 3 ページ 2021年12月20日 月曜日 午後3時49分