
3045-1. MOBILITEIT
Er kunnen geen sneeuwkettingen wor-
den gemonteerd. Gebruik in plaats
daarvan winterbanden.
Het systeem bewaakt de spanning van
de vier gemonteerde banden. Het sys-
teem waarschuwt als de spanning van
een of meer banden te laag wordt.
Sensoren in de bandenventielen meten
de spanning en temperatuur van de
band.
Het systeem signaleert de gemon-
teerde banden automatisch. Het sys-
teem laat op het regeldisplay de voor-
geschreven spanningen zien en verge-
lijkt deze met de actuele spanning van
de banden.
Als banden zijn gemonteerd die niet
zijn vermeld op de bandenspannings-
stickers in de auto, zie Blz. 292, bijvoor-
beeld banden met een speciale goed-
keuring, moet het systeem actief wor-
den gereset. De actuele bandenspanningswaarden worden dan
gebruikt als de voorgeschreven waar-
den.
Lees alvorens het systeem te bedienen
de overige informatie in het hoofdstuk
“Bandenspanning” en houd u aan de
daar gegeven aanwijzingen, zie
Blz. 292.
Aan de volgende voorwaarden moet
zijn voldaan om te kunnen garanderen
dat het systeem een daling van de ban-
denspanning betrouwbaar zal signale-
ren:
• Elke keer nadat een band of wiel is
vervangen, heeft het systeem de
gemonteerde banden gesignaleerd,
de relevante informatie bijgewerkt
en, na een korte rit, deze informatie
weergegeven op het regeldisplay.
Als het systeem de banden niet automatisch
signaleert, voer dan de gegevens van de
gemonteerde banden in de bandeninstellin-
gen in.
Sneeuwkettingen
Kiezen van sneeuwkettingen
OPMERKING
■Rijden met sneeuwkettingen
Monteer geen sneeuwkettingen. Sneeuw-
kettingen kunnen de carrosserie en de
wielophanging beschadigen en het rijge-
drag in negatieve zin beïnvloeden.
Bandenspannings-
controlesysteem (TPM)
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
De op het display weergegeven voorge-
schreven bandenspanningswaarden ver-
vangen niet de op de auto vermelde ban-
denspanningsinformatie. Als onjuiste infor-
matie is ingevoerd in de
bandeninstellingen, zullen ook de voorge-
schreven bandenspanningswaarden
onjuist zijn. In dat geval kan niet worden
gegarandeerd dat het systeem betrouw-
baar een daling van de bandenspanning
zal signaleren. Er bestaat een kans op let-
sel en schade. Controleer of de maat van
de gemonteerde banden correct wordt
weergegeven en of deze overeenkomt met
de specificaties op de banden en de infor-
matie over de bandenspanning.
Voorwaarden voor werking
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 304 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

3305-1. MOBILITEIT
Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Daardoor worden mogelijk uitrusting en
functies beschreven die niet in uw auto
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg
van de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit geldt
ook voor functies en systemen met
betrekking tot veiligheid. Houd u bij het
gebruik van de bijbehorende functies
en systemen aan de desbetreffende
wet- en regelgeving.
Het onderhoudssysteem geeft aan
welke onderhoudswerkzaamheden
nodig zijn om te helpen de veiligheid op
de weg en de veiligheid van de auto te
behouden.
De exacte benodigde werkzaamheden
en de onderhoudsintervallen verschil-
len mogelijk, afhankelijk van de land-
specificaties. Vervangingswerkzaamhe-
den, vervangingsonderdelen, bedrijfs-
middelen en slijtagematerialen worden
apart berekend. Voor meer informatie
kunt u terecht bij een dealer van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde
dealer of gespecialiseerde werkplaats. Condition Based Service (CBS) stelt
het vereiste onderhoud vast met behulp
van sensoren en speciale algoritmen
die de omstandigheden waarin de auto
wordt gebruikt bewaken.
Het systeem maakt het dus mogelijk
om de omvang van de onderhouds-
werkzaamheden af te stemmen op het
individuele gebruiksprofiel.
Informatie over onderhoudsvereisten,
zie Blz. 169, kan worden weergegeven
op het regeldisplay.
Periodes waarin de auto niet wordt
gebruikt en de accu losgenomen is,
worden buiten beschouwing gelaten.
Laat in dergelijke gevallen tijdsafhanke-
lijke onderhoudsprocedures, bijvoor-
beeld voor de remvloeistof en, indien
van toepassing, de motorolie en het
microfilter/geactiveerde koolstoffilter,
bijwerken door een dealer van de fabri-
kant of een andere gekwalificeerde
dealer of gespecialiseerde werkplaats.
Onderhoud
Uitrusting
Onderhoudssysteem
Condition Based Service (CBS)
Principe
Algemeen
Stallingsperiodes
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
330 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

361
5
5-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Daardoor worden mogelijk uitrusting en
functies beschreven die niet in uw auto
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg
van de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit geldt
ook voor functies en systemen met
betrekking tot veiligheid. Houd u bij het
gebruik van de bijbehorende functies
en systemen aan de desbetreffende
wet- en regelgeving.
Verwijder vreemde voorwerpen, zoals
bladeren, regelmatig van het gedeelte
onder de voorruit met de motorkap
open.
Was de auto regelma
tig, met name in
de winter. Grote hoeveelheden vuil en
strooizout kunnen schade aan de auto
veroorzaken.
Maximumtemperatuur: 60°C.
Minimale afstand tot sensoren,
camera's, afdichtingen: 30 cm.
Algemene verzorging
Uitrusting
Wassen van de auto
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Als de tankdopklep is geopend tijdens het
wassen, kan er schade ontstaan. Er
bestaat een risico op materiële schade.
Sluit de tankdopklep vóór het wassen. Ver-
wijder met een doek eventueel aanwezig
vuil achter de tankdopklep.
Stoomreinigers en
hogedrukreinigers
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Bij het reinigen met een hogedrukreiniger
kunnen diverse onderdelen beschadigd
raken door de hoge druk of de hoge tem-
peraturen. Er bestaat een kans op schade.
Houd voldoende afstand en spuit niet te
lang. Houd u aan de instructies voor de
hogedrukreiniger.
Afstanden en temperatuur
Wassen in de wasstraat
Veiligheidsaanwijzingen
OPMERKING
Als hogedruksproeiers worden gebruikt,
kan water het gebied rond de ruiten bin-
nendringen. Er bestaat een kans op
schade. Vermijd hogedruksproeiers.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 361 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

3625-1. MOBILITEIT
■Veiligheidsaanwijzing
■Algemeen
In een autowasstraat moet de auto vrij
kunnen rollen.
Om de auto te rollen of duwen, zie
Blz. 156.
Bij sommige autowasstraten moet u de
auto verlaten. Als de selectiehendel in
stand N staat, is het niet mogelijk de
auto van buitenaf te vergrendelen. Als
u probeert de auto te vergrendelen
klinkt er een signaal. Zorg ervoor dat de afstandsbediening
zich in de auto bevindt.
Schakel de Drive Ready-modus in, zie
Blz. 55.
Wrijf natte koplampen niet droog en
gebruik geen schurende of bijtende rei-
nigingsmiddelen.
Week onzuiverheden zoals insecten-
resten met shampoo en spoel ze af met
water.
Verwijder ijs met een ontdooispray;
gebruik geen ijskrabber.
Activeer de remmen na het wassen van
de auto kort om ze te drogen. Anders
wordt de effectiviteit van het remmen
mogelijk tijdelijk beperkt. De warmte die
door het remmen wordt gegenereerd,
zorgt ervoor dat de remschijven en -
blokken droog worden en beschermt ze
tegen corrosie.
Verwijder resten op de voorruit volledig
om te voorkomen dat het zicht afneemt
door vlekken en om geluiden van de
ruitenwissers en slijtage van de ruiten-
wisserbladen te verminderen.
OPMERKING
De auto kan beschadigd raken als auto-
matische wasplaatsen of wasstraten op de
verkeerde manier worden gebruikt. Er
bestaat een kans op schade. Houd u aan
de volgende aanwijzingen:
●Om schade aan het lakwerk te voorko-
men hebben textielwasstraten of syste-
men met zachte borstels de voorkeur.
●Vermijd wasplaatsen of wasstraten met
geleiderails hoger dan 10 cm, om
schade aan de carrosserie te voorko-
men.
●Let op de maximale bandbreedte van de
geleiderail om schade aan banden en
velgen te voorkomen.
●Klap de buitenspiegels in om schade
eraan te voorkomen.
●Schakel de ruitenwissers en de regen-
sensor (indien aanwezig) uit om schade
aan het ruitenwissersysteem te voorko-
men.
Bij gebruik van een wasstraat
OPMERKING
De selectiehendel wordt automatisch in
stand P gezet als de standby-modus wordt
uitgeschakeld. Er bestaat een kans op
schade. Schakel de standby-modus niet
uit in autowasstraten.
Verlaten van een autowasstraat
Koplampen
Na het wassen van de auto
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 362 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

363
5
5-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
Regelmatige verzorging bevordert de
rijveiligheid en zorgt ervoor dat de auto
zijn waarde behoudt. Milieueffecten in
gebieden met veel luchtvervuiling of
natuurlijke verontreinigingen, zoals
boomhars of pollen, kunnen het lak-
werk van de auto aantasten. Houd bij
de frequentie en de omvang van ver-
zorging van de auto rekening met der-
gelijke factoren.
Verwijder onmiddellijk agressieve stof-
fen, zoals gemorste brandstof, olie, vet
of vogelpoep, om beschadiging en ver-
kleuring van het lakwerk te voorkomen. Voer het volgende uit om uw auto te
beschermen.
Spoel de auto van boven naar bene-
den af met veel water en verwijder
zo vuil en stof van de carrosserie, uit
de wielkasten en van de onderkant
van de auto.
Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
Verwijder hardnekkige vlekken met
een neutraal reinigingsmiddel en
spoel grondig af met water.
Veeg overtollig water weg.
Gebruik geen was of schuurmidde-
len.
Verzorging auto
Autoverzorgingsproducten
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Reinigingsmiddelen kunnen gevaarlijke
stoffen bevatten en een gezondheidsrisico
vormen. Er bestaat een kans op letsel.
Open de portieren of ruiten tijdens het rei-
nigen van het interieur. Gebruik alleen pro-
ducten die bedoeld zijn voor het reinigen
van het interieur van de auto. Neem de
aanwijzingen op de verpakking in acht.
Lakwerk auto
Algemeen
Mat lakwerk
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Door verkeerd uitgevoerde werkzaamhe-
den aan het lakwerk van de auto werken
de radarsensoren mogelijk niet goed of
kunnen ze defect raken, waardoor de vei-
ligheid in het geding komt. Er bestaat een
kans op ongevallen en schade. Laat bij
auto's met radarsensoren werkzaamhe-
den en reparaties aan de lak van de bum-
pers uitsluitend uitvoeren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 363 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

3665-1. MOBILITEIT
Reinig met een microvezeldoek.
Bevochtig de doek indien nodig licht
met water.
Maak de dakconsole niet te nat.
Vuil op de gordels kan de werking van
het oprolmechanisme beïnvloeden en
de veiligheid in gevaar brengen.
Reinig de gordels alleen met een milde
zeepoplossing terwijl ze in de auto
gemonteerd zijn.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
niet opgerold worden voordat ze droog
zijn.Vloermatten kunnen uit de auto worden
verwijderd om het interieur grondiger te
reinigen.
Reinig vloerbedekking, als deze zeer
vuil is, met een microvezeldoek en
water of met textielreiniger. Wrijf heen
en weer in de rijrichting om te voorko-
men dat de vloerbedekking dof wordt.
Reinig sensoren en cameralenzen met
een doek die licht bevochtigd is met rui-
tenreiniger.
Kunststof onderdelen
OPMERKING
Reinigingsmiddelen die alcohol of oplos-
middelen bevatten, zoals nitroverdunners,
koude reinigingsmiddelen en brandstof,
kunnen kunststof onderdelen beschadi-
gen. Er bestaat een kans op schade. Rei-
nig met een microvezeldoek. Bevochtig de
doek indien nodig licht met water.
Veiligheidsgordels
WAARSCHUWING
Chemische reinigingsmiddelen kunnen
onherstelbare schade aan het weefsel van
de veiligheidsgordels veroorzaken. De
beschermende functie van de veiligheids-
gordels gaat dan verloren. Er bestaat een
kans op (dodelijk) letsel. Gebruik alleen
een milde zeepoplossing om de veilig-
heidsgordels te reinigen.
Vloerbedekking en -matten
WAARSCHUWING
Voorwerpen in de voetenruimte van de
bestuurder kunnen ervoor zorgen dat een
pedaal niet volledig kan worden ingetrapt
of dat een ingetrapt pedaal niet kan opko-
men. Er bestaat een kans op ongevallen.
Berg voorwerpen in de auto zodanig op
dat ze niet los kunnen raken en in de voe-
tenruimte van de bestuurder terecht kun-
nen komen. Gebruik alleen vloermatten
die geschikt zijn voor de auto en goed kun-
nen worden vastgezet aan de vloer.
Gebruik geen losse vloermatten en plaats
niet meerdere matten boven op elkaar.
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte over-
blijft bij de pedalen. Zorg ervoor dat vloer-
matten nadat ze zijn verwijderd, bijvoor-
beeld om ze schoon te maken, weer goed
worden vastgezet.
Sensoren/cameralenzen
Displays, schermen en beschermings-
glas van het head-up display
OPMERKING
Chemische reinigingsmiddelen, vocht en
diverse vloeistoffen kunnen het oppervlak
van displays en schermen beschadigen.
Er bestaat een kans op schade. Reinig
met een schone, antistatische microvezel-
doek.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
366 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

441
6
6-1. REFERENTIE
REFERENTIE
Radarsensor opzij
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
441 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

484Alfabetische index
Alfabetische index
A
A/C-toets, zie Koelfunctie .................... 261
Aanbevolen bandenmerken ................ 296
Aanbevolen brandstof ......................... 322
Aansluiting, diagnose .......................... 332
Aansluitingen, aansluiten van elektrische apparatuur, zie
12V-accessoireaansluitingen............ 268
Aansluitpunt, starthulp ........................ 356
Aanvullend tekstbericht....................... 163
Aanwijzingen ............................................ 4
Aanwijzingen voor het rijden .............. 281
ABS, antiblokkeersysteem .................. 228
ACC, zie Dynamic Radar Cruise Control......................... 238
Acceleratie-assistent, z ie Launch control ............................... 159
Accessoires en onderdelen..................... 7
Accu....................................................... 340
Accu inleveren ...................................... 342
Achterklep ............................................... 99
Achterklep via afstandsbediening ........ 91
Achterklep, noodontgrendeling .......... 100
Achterlichten, zie Lampen en lichten ............................................ 339
Achteruitrijcamera,
zonder Surround View ....................... 252
Achteruitrijlicht, vervangen van lampen, zie Lampen
en lichten ............................................ 339
Actieve motorkap, zie Actieve voetgangerveiligheid ......................... 204
Actieve veiligheid, zie Toyota Supra Safety..................... 206
Actieve voetgangerveiligheid.............. 204
Actieve-koolstoffilter............................ 264
Adaptive Brake Assist.......................... 229
Adaptive Variable Suspension-systeem ......................... 258
Additieven, motoroliesoorten ............. 325
Afmetingen............................................ 371
Afstandsbediening van de auto, batterij vervangen ................................ 92
Afstandsbediening, extra ...................... 93 Afstandsbediening,
geïntegreerde sleutel .......................... 94
Afstandsbediening, openen/sluiten ..... 88
Afstandsbediening, storing .................. 93
Afstandsbediening, verlies ................... 93
Afstandswaarschuwing,
zie Parking Sensors .......................... 248
Afstellen van de koplampen ............... 189
Afvoeren, koelvloeistof ....................... 328
Airbags.................................................. 192
Airbags voor ......................................... 193
Airbags, controlelampje/
waarschuwingslampje ...................... 195
Airbagschakelaar, zie Schakelaar voor het in- en uitschakelen van
de voorpassagiersairbags ................ 203
Airconditioning .................................... 260
Alarm, vals ............................................ 104
Alarmknipperlichten ............................ 351
Alarmsysteem ...................................... 102
Algemene instellingen ........................... 71
Algemene rij-informatie ....................... 281
All-seasonbanden,
zie Winterbanden............................... 297
Antiblokkeersysteem, ABS ................. 228
Antidiefstal-alarmsysteem,
zie Alarmsysteem .............................. 102
Antidiefstal, wielbouten....................... 314
Antidiefstalsysteem, vergrendelen ...... 90
Antidiefstalsysteem, zie Antidiefstalwielbouten ................ 314
Antidiefstalwielbouten......................... 314
Antiverblinding, zie Zonneklep ........... 268
Apparaten, beheren ............................... 86
Apparatenlijst weergeven ..................... 86
Apple CarPlay, verbinding maken met de auto .............................. 84
Aquaplaning ......................................... 283
Asbelasting, gewicht ........................... 371
Assistentiesystemen met camera's, zie Toyota Supra Safety .................... 206
Auto stallen .......................................... 367
AUTO-programma, automatische airconditioning .................................. 262
Auto, inrijden ........................................ 280
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 484 Friday, September 24, 2021 10:31 AM