
101-1. AANWIJZINGEN
Persoonsgegevens kunnen op de vol-
gende momenten worden verzameld:
• Wanneer de klant rechtstreeks con-tact opneemt met de fabrikant van
de auto, bijvoorbeeld via de website.
• Bij het opvragen van informatie over producten en diensten of directe
aankopen, bijvoorbeeld op websites
of in apps.
• Bij directe aankopen, bijvoorbeeld
op de website.
• Bij directe aankoop van diensten, bij- voorbeeld onlinediensten.
• Wanneer naar de klant wordt gerea- geerd met betrekking tot directmar-
ketingactiviteiten, bijvoorbeeld wan-
neer persoonsgegevens worden ver-
strekt.
• Bij het gebruik van auto's, produc-
ten, diensten en digitale aanbiedin-
gen, bijvoorbeeld websites of apps.
• Bij het overdragen van persoonsge-
gevens via een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige,
mits aan de vereisten voor gege-
vensbescherming wordt voldaan.
• Bij het verstrekken van persoonsge- gevens via gecertificeerde
adresaanbieders, mits aan de ver-
eisten voor gegevensbescherming
wordt voldaan.
• Bij het uitlezen van voertuiggege- vens, waaronder begrepen het voer-
tuigidentificati enummer, tijdens
onderhouds- en reparatie-activitei-
ten. Uw auto is voorzien van een aantal
elektronische regelsystemen. Elektroni-
sche regeleenheden verwerken gege-
vens die zij bijvoorbeeld ontvangen van
de sensoren in de auto, die zij zelf
genereren of die ze met elkaar uitwis-
selen. Veel van die regeleenheden zijn
nodig om de auto veilig te laten functio-
neren of om assistentie te verlenen tij-
dens het rijden, bijvoorbeeld rijassisten-
tiesystemen. Er zijn ook regelsystemen
die de comfort- en infotainmentfuncties
beheren.
De in de auto opgeslagen gegevens
kunnen op elk gewenst moment wor-
den gewist. Deze gegevens worden
alleen doorgegeven aan derden als hier
tijdens het gebruik van onlinediensten
uitdrukkelijk om is gevraagd. De over-
dracht is afhankelijk van de geselec-
teerde instellingen voor het gebruik van
de diensten.
Rijassistentiesystemen,
bijvoorbeeld
Dynamic Radar Cruise Control en Dri-
ver Attention Control, verwerken sen-
sorgegevens die worden gebruikt om
de omgeving van de auto of het gedrag
van de bestuurder te evalueren.
Deze omvatten bijvoorbeeld:
• Statusrapporten met betrekking tot de auto en de afzonderlijke onderde-
len, bijvoorbeeld de wielsnelheid, de
omtreksnelheid van de wielen, de
deceleratie, de zijdelingse versnel-
ling en vastgemaakte veiligheidsgor-
dels.
Tijdstip waarop gegevens zijn
verzameld
Gegevens in de auto
Algemeen
Sensorgegevens
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 10 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

47
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Dimlicht Blz. 185
Dashboardverlichting
Blz. 190
Parkeerlicht rechts Blz. 186
Parkeerlicht links Blz. 186
5 Bedieningshendel aan de stuur-
kolom, links
Richtingaanwijzer Blz. 150
Grootlicht, lichtsignaal
Blz. 150
Automatic High Beam-sys-
teem Blz. 187
Boordcomputer Blz. 176
6 Paddle shift-schakelaar Blz. 157
7 Toetsen op het stuurwiel, links
Handbediende snelheids-
begrenzer Blz. 232
Cruise control aan/uit
Blz. 234
Cruise control hervatten
Blz. 232
Cruise control onderbreken
Blz. 232
Dynamic Radar Cruise Con-
trol aan/uit Blz. 238
Cruise control: een snelheid
instellen
Speed Limit Assist: instellen op de
voorgestelde snelheidslimiet
Blz. 246 Cruise control onderbreken/
hervatten Blz. 232
Dynamic Radar Cruise Con-
trol: de afstand vergroten/verkleinen
Blz. 232
Tuimelschakelaar cruise
controlBlz. 232
8 Instrumentenpaneel Blz. 161
9 Toetsen op het stuurwiel, rechts
Keuzelijsten Blz. 176
Volume, zie de handleiding
voor het navigatiesysteem.
Spraakcommandosysteem
Blz. 68
Telefoon, raadpleeg de
handleiding voor het navigatie-,
multimedia- en communicatiesys-
teem
Kartelwieltje voor keuzelijsten
Blz. 176
10 Paddle shift-schakelaar Blz. 157
11 Bedieningshendel aan de stuurko-
lom, rechts
Ruitenwisser Blz. 150
Regensensor Blz. 151
Ruitensproeiers Blz. 152
12 Stuurwiel verstellen Blz. 119
13 Claxon, volledige oppervlak
14 Motorkapontgrendeling
Blz. 321
15 Achterklepontgrendeling
Blz. 91
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 47 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

77
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Er is ook een gastprofiel beschikbaar
dat niet is toegewezen aan een
afstandsbediening. Dit kan worden
gebruikt om instellingen van de auto te
wijzigen zonder de persoonlijke
bestuurdersprofielen te veranderen.
Om ervoor te zorgen dat het juiste
bestuurdersprofiel kan worden inge-
steld, moet het s
ysteem de gedetec-
teerde afstandsbediening uitsluitend
aan de bestuurder kunnen toekennen.
Daarvoor moet aan de volgende voor-
waarden worden voldaan:
• De bestuurder heeft alleen zijn eigen
afstandsbediening bij zich.
• De bestuurder ontgrendelt de auto.
• De bestuurder stapt in via het
bestuurdersportier.
De naam van het op dat moment
gebruikte bestuurdersprofiel wordt
weergegeven als het regeldisplay wordt
ingeschakeld.
Selecteer een bestuurdersprofiel, zie
Blz. 77.
Zodra de motor wordt gestart of op een
toets wordt gedrukt, wordt het laatst
geselecteerde display weergegeven op
het regeldisplay.
Annuleren van het welkomstscherm via
Toyota Supra Command: OK De instellingen voor de volgende syste-
men en functies worden opgeslagen in
het op dat moment gebruikte bestuur-
dersprofiel. Het is afhankelijk van het
land en de uitrusting welke instellingen
kunnen worden opgeslagen.
• Ontgrendelen en vergrendelen.
• Verlichting.
• Airconditioning.
•Radio.
• Instrumentenpaneel.
• Voorkeuzetoetsen.
• Geluidsvolumes.
• Regeldisplay.
• Parking Sensors.
• Achteruitrijcamera.
• Head-up display.
• SPORT-modusschakelaar.
• Zitpositie, stand van de buitenspie-
gels.
De via het stoelverstellingsgeheugen inge-
stelde posities en de laatste positie worden
opgeslagen.
• Cruise control.
• Toyota Supra Safety.
Ongeacht de gebruikte afstandsbedie-
ning kan een ander bestuurdersprofiel
worden opgeroepen. Dit geeft de
bestuurder de mogelijkheid zijn per-
soonlijke voorkeursinstellingen op te
roepen, ook al heeft hij de auto ont-
grendeld met de afstandsbediening van
een andere bestuurder.
Voorwaarden voor werking
Momenteel gebruikt
bestuurdersprofiel
Instellingen
Profielbeheer
Een bestuurdersprofiel selecteren
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 77 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

1603-1. BEDIENING
De volgende systemen worden bijvoor-
beeld beïnvloed:
Eigenschappen van de motor.
Automatische transmissie.
Adaptive Variable Suspension-sys-
teem.
Stuurinrichting.
Weergave op het instrumentenpa-
neel.
Cruise control. De rijmodus NORMAL wordt automa-
tisch geselecteerd wanneer de Drive
Ready-modus wordt ingeschakeld.
■Principe
Evenwichtige configuratie tussen dyna-
misch en efficiënt rijden.
■Principe
Dynamische configuratie voor een
betere wendbaarheid met een geopti-
maliseerde wielophanging.
■Inschakelen
■Principe
In de rijmodus SPORT INDIVIDUAL
zijn individuele instellingen mogelijk.
■Configureren
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Configure SPORT INDIVIDUAL”
(configureer SPORT INDIVIDUAL)
Algemeen
Overzicht
Weergave op het
instrumentenpaneel
De geselecteerde rijmodus
wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Rijmodi
Toets in de auto
ToetsRijmodusConfigu-
ratie
SPORTSPORTAanpas- sen
Rijmodi in detail
NORMAL
SPORT
Druk op de toets.
SPORT INDIVIDUAL
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 160 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

1623-1. BEDIENING
1Brandstofmeter Blz. 167
2 Snelheidsmeter
3 Toerenteller Blz. 167
Status van de SPORT-modusscha-
kelaar Blz. 159
4 Tijd Blz. 169
5 Wisselende displays Blz. 162
6 Buitentemperatuur Blz. 168
7 Koelvloeistoftemperatuur Blz. 168
8 Voertuigmeldingen Blz. 162
Bereik Blz. 176
9 Schakelstandindi cator Blz. 154
10 Wisselende displays Blz. 162
Speed Limit Info Blz. 173
In bepaalde delen van het instrumen-
tenpaneel kunnen verschillende assis-
tentiesystemen, zoals cruise control,
worden weergegeven. De displays ver-
schillen mogelijk, afhankelijk van de uit-
rusting en landspecificatie.
Het display kan worden gewijzigd voor
de sportmodus. De rijmodus wordt gewijzigd naar de
sportmodus.
De voertuigmeldingen bewaken de
functies van de auto en waarschuwen u
bij eventuele fouten in de bewaakte
systemen.
Een voertuigmelding wordt weergege-
ven als een combinatie van controle- of
waarschuwingslampje
s en tekstberich-
ten op het instrumentenpaneel en,
indien van toepassing, op het head-up
display.
Indien van toepassing gaat het tekstbe-
richt dat op het regeldisplay wordt
weergegeven, vergezeld van een extra
geluidssignaal.
Druk op de toets op de richtingaanwij-
zerhendel.
Overzicht
Wisselende displays
Display sportmodus
Principe
Wijzigen van de weergave
Druk op de SPORT-modus-
schakelaar totdat SPORT
wordt weergegeven.
Voertuigmeldingen
Principe
Algemeen
Voertuigmeldingen verbergen
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 162 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

2083-1. BEDIENING
Het systeem kan ongevallen helpen
voorkomen. Als een ongeval niet kan
worden vermeden, helpt het systeem
de snelheid van de aanrijding te verla-
gen.
Het systeem waarschuwt voor het
mogelijke risico op een aanrijding en
remt indien nodig automatisch.
Het systeem wordt geregeld door de
volgende sensoren, afhankelijk van de
uitrusting:
Camera in het gebied van de bin-
nenspiegel.
Radarsensor in de voorbumper.
Het Pre-Crash Safety-systeem werkt
ook bij uitgeschakelde cruise control.
Wanneer u opzettelijk dichter bij een
voertuig komt, worden de waarschu-
wing voor een kop-staartbotsing en
reminterventie late r geactiveerd om
ongerechtvaardigde systeemreacties te
voorkomen.
Vanaf snelheden van ongeveer 5 km/h
geeft het systeem in twee fasen een
waarschuwing met betrekking tot een
mogelijk risico op een aanrijding met
een voertuig. De timing van deze waar-
schuwingen verschilt mogelijk afhanke-
lijk van de actuele rijomstandigheden.
Pre-Crash Safety-systeem
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Het systeem ontslaat u niet van uw per-
soonlijke verantwoordelijkheid om de
zichtbaarheid en verkeerssituatie goed in
te schatten. Er bestaat een kans op onge-
vallen. Pas uw rijstijl aan de omstandighe-
den op de weg aan. Houd de verkeerssitu-
atie in de gaten en grijp in als de situatie
dit vereist.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan
u niet van uw verantwoordelijkheid om vei-
lig te rijden. Systeembeperkingen kunnen
betekenen dat waarschuwingen of reac-
ties van het systeem niet of te laat worden
gegeven, onjuist worden gegeven of zon-
der rechtvaardiging worden gegeven. Er
bestaat een kans op ongevallen. Pas uw
rijstijl aan de omstandigheden op de weg
aan. Houd de verkeerssituatie in de gaten
en grijp in als de situatie dit vereist.
WAARSCHUWING
Als gevolg van systeembeperkingen wer-
ken individuele functies mogelijk niet cor-
rect bij het starten door aanslepen/slepen
terwijl de Toyota Supra Safety-systemen
zijn ingeschakeld. Er bestaat een kans op
ongevallen. Schakel voor het starten door
aanslepen/slepen alle Toyota Supra
Safety-systemen uit.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 208 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

229
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
In dit geval kan ook een eventuele ingreep
van het ABS een potentieel gevaarlijke situ-
atie niet voorkomen. De bestuurder is zelf
verantwoordelijk voor het inschatten van de
wegsituatie en het rijden met een veilige
snelheid.
Als het rempedaal snel wordt ingetrapt,
zorgt dit systeem autom
atisch voor een
maximale remkracht. Op die wijze
wordt de remweg bij krachtig remmen
zo kort mogelijk gehouden. Bovendien
worden hiermee de voordelen van het
antiblokkeersysteem (ABS) optimaal
benut.
Tijdens krachtig remmen moet het rem-
pedaal stevig ingetrapt worden gehou-
den.
In samenwerking met de Dynamic
Radar Cruise Control zorgt dit systeem
ervoor dat het remsysteem bij een
noodstop nog sneller op het intrappen
van het rempedaal reageert.
Dit systeem vereenvoudigt het wegrij-
den op een helling omhoog.
1 Houd de auto op zijn plaats door het
rempedaal ingetrapt te houden.
2 Laat het rempedaal los en geef
meteen gas om weg te rijden. De auto wordt gedurende ongeveer 2
seconden op zijn plaats gehouden
nadat het rempedaal is losgelaten.
Afhankelijk van de belading kan de
auto eerst een stukje achteruitrollen.
Dit systeem vermindert het motorver-
mogen en regelt de remkracht op elk
wiel afzonderlijk om de auto, binnen de
natuurkundige grenzen, veilig op de
juiste koers te houden.
De VSC signaleert tijdens het rijden bij-
voorbeeld de volgende stabiliteitspro-
blemen:
Tractieverlies van de achterwielen,
wat kan leiden tot overstuur.
Gripverlies van de voorwielen, wat
kan leiden tot onderstuur.
Brake Assist
Adaptive Brake Assist
Hill Start Assist Control
Principe
Wegrijden
Vehicle Stability Control (VSC)
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Dit systeem ontneemt u niet de verant-
woordelijkheid om de verkeerssituatie
goed in te schatten. Vanwege de beper-
kingen van het systeem kan het niet op
elke verkeerssituatie afzonderlijk op de
juiste wijze reageren. Er bestaat een kans
op ongevallen. Pas uw rijstijl aan de
omstandigheden op de weg aan. Houd de
verkeerssituatie in de gaten en grijp in als
de situatie dit vereist.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 229 Friday, September 24, 2021 10:31 AM

2323-1. BEDIENING
Onder bepaalde omstandigheden wordt
de VSC automatisch geactiveerd:
Als de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met volledig snelheidsbereik is
ingeschakeld.
In het geval van een remingreep
door de Toyota Supra Safety-syste-
men.
Bij een lekke band.
*: indien aanwezig
Het actieve achterdifferentieel is voor-
zien van een traploos variabele sperin-
richting die werkt afhankelijk van de
rijomstandigheden. Dit systeem zorgt
onder alle rijomstandigheden voor een
optimale verdeling van de aandrijf-
kracht over de achterwielen door het
doorslippen van een van de achterwie-
len te helpen voorkomen.
Het blijft de verantwoordelijkheid van
de bestuurder om zijn rijstijl aan te pas-
sen aan de omstandigheden. Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Daardoor worden mogelijk uitrusting en
functies beschreven die niet in uw auto
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg
van de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit geldt
ook voor functies en systemen met
betrekking tot veiligheid. Houd u bij het
gebruik van de bijbehorende functies
en systemen aan de
desbetreffende
wet- en regelgeving.
Met dit systeem kan een bepaalde
snelheidslimiet worden ingesteld om te
voorkomen dat deze wordt overschre-
den.
Met dit systeem kan een snelheidsli-
miet vanaf 30 km/h worden ingesteld.
Er kan met elke snelheid onder de inge-
stelde snelheidslimiet worden gereden.
Controle- en waarschuwingslampjes
Het controlelampje brandt: de
tractiemodus is ingeschakeld.
Automatische
programmawijziging
Actief differentieel*
Rijassistentiesystemen
Uitrusting
Handbediende
snelheidsbegrenzer
Principe
Algemeen
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
232 Friday, September 24, 2021 10:31 AM