115
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
• Trek de aan de gordel bevestigde
gesp over het lichaam en druk hem
in de gordelsluiting totdat u een ‘klik-
geluid’ hoort.
WAARSCHUWING
Als de rugleuning te ver achterover staat,
kan de veiligheidsgordel de inzittende bij
plotseling remmen of een aanrijding geen
bescherming meer bieden. Bij een ongeval
kan het heupgedeelte van de gordel over
uw heupen heen schuiven, waardoor er te
veel kracht op uw buik wordt uitgeoefend,
of kan het schoudergedeelte van de gordel
in contact komen met uw nek, wat tot
dodelijk of ernstig letsel kan leiden.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat alle inzittenden hun veilig-
heidsgordel op de juiste manier dragen.
Het gebruik van veiligheidsgordels kan
verplicht zijn volgens lokale wet- en regel-
geving. Als een veiligheidsgordel niet op
de juiste wijze wordt gedragen, kan een
inzittende bij plotseling remmen of een
aanrijding in contact komen met onderde-
len in het interieur of uit de auto worden
geslingerd, wat mogelijk tot dodelijk of ern-
stig letsel kan leiden. Als een inzittende
geen juiste zithouding heeft, zullen ook de
airbags niet in staat zijn om hem te
beschermen en veroorzaken ze mogelijk
zelfs letsel als ze worden geactiveerd.
WAARSCHUWING
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
door zwangere vrouwen:
Zwangere vrouwen moeten een veilig-
heidsgordel dragen. Neem contact op met
uw arts voor advies over het op de juiste
manier dragen van een veiligheidsgordel.
Plaats het heupgedeelte van de gordel zo
laag mogelijk over de heupen en de
schoudergordel volledig over de schouder
en over het midden van de borst, zodat hij
geen enkele druk uitoefent op de buik.
Verstellen van veiligheidsgor-
dels die automatisch oprollen
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 115 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
123
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Zorg er bij het gebruik van een baby- of
kinderzitje op de voorpassagiersstoel
voor dat de airbag voor en de side air-
bag aan de passagierszijde zijn uitge-
schakeld. Voorpassagiersairbags kun-
nen alleen worden uitgeschakeld met
de schakelaar voor het in- en uitscha-
kelen van de voorpassagiersairbags,
zie Blz. 203.
Voor elke leeftijd en gewichtsklasse zijn
er geschikte baby- en kinderzitjes ver-
krijgbaar bij een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Houd u bij het selecteren, plaatsen en
gebruiken van een baby- of kinderzitje
aan de gebruiks- en veiligheidsinstruc-
ties van de fabrikant van het zitje.
WAARSCHUWING
Kinderen kleiner dan 150 cm kunnen de
veiligheidsgordel niet op de juiste manier
dragen zonder gebruik te maken van een
baby- of kinderzitje. De veiligheidsgordels
bieden mogelijk beperkte of zelfs helemaal
geen bescherming als ze niet op de juiste
manier worden gedragen. Het niet op de
juiste manier dragen van een veiligheids-
gordel kan tot extra le
tsel leiden, bijvoor-
beeld bij een ongeval of remmen en uit-
wijkmanoeuvres. Er bestaat een risico op
(dodelijk) letsel. Kinderen kleiner dan 150
cm moeten worden vastgezet in een
geschikt baby- of kinderzitje.
Niet voor Australië/
Nieuw-Zeeland: Kinderen op de
voorpassagiersstoel
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Ingeschakelde voorpa ssagiersairbags die
worden opgeblazen, kunnen een kind in
een baby- of kinderzitje verwonden. Er
bestaat een risico op letsel. Zorg ervoor
dat de voorpassagiersairbags zijn uitge-
schakeld en dat het controlelampje passa-
giersairbag OFF brandt.
WAARSCHUWING
Kinderen kleiner dan 150 cm kunnen de
veiligheidsgordel niet op de juiste manier
dragen zonder gebruik te maken van een
baby- of kinderzitje. De veiligheidsgordels
bieden mogelijk beperkte of zelfs helemaal
geen bescherming als ze niet op de juiste
manier worden gedragen. Het niet op de
juiste manier dragen van een veiligheids-
gordel kan tot extra letsel leiden, bijvoor-
beeld bij een ongeval of remmen en uit-
wijkmanoeuvres. Er bestaat een kans op
(dodelijk) letsel. Kinderen kleiner dan 150
cm moeten worden vastgezet in een
geschikt baby- of kinderzitje.
Plaatsen van baby- en
kinderzitjes
Algemeen
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 123 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
1243-1. BEDIENING
Neem de volgende waarschuwing in
acht omdat uw auto is uitgerust met
een airbag vóór voor de voorpassa-
giersstoel die niet kan worden uitge-
schakeld:Zorg er vóór het plaatsen van een
baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel voor dat de airbag voor en de
side airbag aan de passagierszijde zijn
uitgeschakeld. Plaats geen baby- of
kinderzitje als de airbag niet kan wor-
den uitgeschakeld.
Uitschakelen van de voorpassagiersair-
bags met de schakelaar voor het in- en
uitschakelen van de voorpassagiersair-
bags, zie Blz. 203.
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Als baby- of kinderzitjes en hun bevesti-
gingssystemen bij een ongeval bescha-
digd zijn of aan extreme krachten zijn
blootgesteld, bieden ze mogelijk beperkte
bescherming of helemaal geen bescher-
ming meer. Een kind zit mogelijk niet goed
vast bij bijvoorbeeld een ongeval, remmen
of uitwijkmanoeuvres. Er bestaat een
risico op (dodelijk) letsel. Baby- of kinder-
zitjes die beschadigd zijn of aan extreme
krachten zijn blootgesteld, mogen niet
meer worden gebruikt. Als bevestigings-
systemen bij een ongeval beschadigd zijn
of aan extreme krachten zijn blootgesteld,
laat ze dan controleren en vervangen door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Als de stoel niet goed is afgesteld of het
zitje niet op de juiste manier is geplaatst,
biedt het zitje mogelijk beperkte of hele-
maal geen stabiliteit. Er bestaat een risico
op (dodelijk) letsel. Zorg ervoor dat het
baby- of kinderzitje stevig tegen de rugleu-
ning is geplaatst. Pas indien mogelijk de
hoek van de desbetreffende rugleuning
aan en stel de stoel op de juiste manier af.
Zorg ervoor dat de stoel en rugleuning
goed vergrendeld zijn. Stel de hoogte van
de hoofdsteunen indien mogelijk af of ver-
wijder ze.
Australië: Plaatsen van baby- en
kinderzitjes
Het wordt afgeraden om een
baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel te
gebruiken.
WAARSCHUWING
Let op!
Gebruik geen baby- of kinderzitje waarbij
het kind achteruit kijkt op de voorstoel.
Niet voor Australië en Taiwan:
Op de voorpassagiersstoel
Uitschakelen van airbags
WAARSCHUWING
Ingeschakelde voorpassagiersairbags die
worden opgeblazen, kunnen een kind in
een baby- of kinderzitje verwonden. Er
bestaat een risico op letsel. Zorg ervoor
dat de voorpassagiersairbags zijn uitge-
schakeld en dat het controlelampje passa-
giersairbag OFF brandt.
Tegen de rijrichting in geplaatst
baby- of kinderzitjes
WAARSCHUWING
Ingeschakelde voorpassagiersairbags die
worden opgeblazen, kunnen een kind in
een tegen de rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje ernstig verwonden. Er
bestaat een risico op (dodelijk) letsel. Zorg
ervoor dat de voorpassagiersairbags zijn
uitgeschakeld en dat het controlelampje
passagiersairbag OFF brandt.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 124 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
125
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Volg de instructies op de zonneklep
voor de voorpassagier.
Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting
in geplaatst baby- of kinderzitje op een
stoel met een IN
GESCHAKELDE AIR-
BAG, omdat het KIND anders DODE-
LIJK of ERNSTIG LETSEL kan oplopen
als de airbag wordt geactiveerd.
Behalve ASEAN-landen, Zuid-Afrika,
Australië en Nieuw-Zeeland zonder
onderste ISOfix-bevestigingspunt en
aan/uit-schakelaar airbag: Schuif,
nadat u een universeel baby- of kinder-
zitje hebt geplaatst, de voorpassagiers-
stoel zo ver mogelijk naar achteren en
zet hem in de hoogste positie. Bij deze
stoelpositie en -hoogte wordt de gordel
het best geleid en wordt de beste
bescherming geboden bij een ongeval.
Als het bovenste bevestigingspunt van
de veiligheidsgordel zich boven de gor-
delgeleider van het zitje bevindt, schuif
de voorpassagiersstoel dan voorzichtig
naar voren totdat de best mogelijke
gordelgeleiding wordt bereikt. Met verstelbare breedte van de rugleu-
ning: Maak de rugleuning zo breed
mogelijk alvorens een baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel te plaat-
sen. Wijzig de breedte van de rugleu-
ning vervolgens niet meer en roep geen
geheugenpositie op.
Volg de instructies op de zonneklep
voor de voorpassagier.
Stoelpositie en -hoogte
Breedte rugleuning
Taiwan: Op de
voorpassagiersstoel
Algemeen
WAARSCHUWING
Let op: Volg de instructies op de zonne-
klep voor de voorpassagier. Volgens de
verkeersveiligheidsvoor schriften moeten
kinderen op de achterstoelen worden ver-
voerd. Het is ten strengste verboden voor
baby's en (kleine) kinderen om op de voor-
passagiersstoel te worden vervoerd. Let
op: Deze bepaling is van toepassing op
voertuigen die zijn bestemd voor verkoop
in Taiwan.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 125 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
1263-1. BEDIENING
Zorg er vóór het plaatsen van een
baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel voor dat de airbag voor en de
side airbag aan de passagierszijde zijn
uitgeschakeld.
Uitschakelen van de voorpassagiersair-
bags met de schakelaar voor het in- en
uitschakelen van de voorpassagiersair-
bags, zie Blz. 203.
Schuif, nadat u een universeel baby- of
kinderzitje hebt geplaatst, de voorpas-
sagiersstoel zo ver mogelijk naar achte-
ren en zet hem in een middelhoge posi-
tie. Bij deze stoelpositie en -hoogte
wordt de gordel het best geleid en
wordt de beste bescherming geboden
bij een ongeval.Als het bovenste bevestigingspunt van
de veiligheidsgordel zich boven de gor-
delgeleider van het zitje bevindt, schuif
de voorpassagiersstoel dan voorzichtig
naar voren totdat de best mogelijke
gordelgeleiding wordt bereikt.
Met verstelbare breedte van de rugleu-
ning: Maak de rugleuning zo breed
mogelijk alvorens een baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel te plaat-
sen. Wijzig de breedte van de rugleu-
ning vervolgens niet meer en roep geen
geheugenpositie op.
Opmerking voor Australië: ISOFIX-
baby- of kinderzitjes zijn ten tijde van
het drukken niet toegestaan voor
gebruik op de weg in Australië. Omdat
echter een wijziging van de desbetref-
fende regelgeving in de toekomst wordt
verwacht, worden ook voor Australië
onderste ISOfix-bevestigingen toege-
past in overeenstemming met de toe-
passelijke ADR's.
Houd u bij het selecteren, plaatsen en
gebruiken van een ISOfix-baby- of kin-
derzitje aan de gebruiks- en veiligheids-
instructies van de fabrikant van het
zitje.
Uitschakelen van airbags
WAARSCHUWING
Ingeschakelde voorpa
ssagiersairbags die
worden opgeblazen, kunnen een kind in
een baby- of kinderzitje verwonden. Er
bestaat een kans op letsel. Zorg ervoor dat
de voorpassagiersairbags zijn uitgescha-
keld en dat het controlelampje passagier-
sairbag OFF brandt.
Tegen de rijrichting in geplaatste
baby- en kinderzitjes
WAARSCHUWING
Ingeschakelde voorpa ssagiersairbags die
worden opgeblazen, kunnen een kind in
een tegen de rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje ernstig verwonden. Er
bestaat een kans op (dodelijk) letsel. Zorg
ervoor dat de voorpassagiersairbags zijn
uitgeschakeld en dat het controlelampje
passagiersairbag OFF brandt.
Stoelpositie en -hoogte
Breedte rugleuning
ISOfix-bevestigingen baby- of
kinderzitje
Algemeen
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 126 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
129
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
1
Plaatsingsrichting
2 Hoofdsteun
3 Haak voor de bovenste bevesti-
gingsgordel
4 Bevestigingspunt/-oog
5 Vloer van de auto
6 Stoel
7 Bovenste bevestigingsgordel
1 Open het kapje van het bevesti-
gingspunt.
2 Leid de bovenste bevestigingsgor-
del over de hoofdsteun naar het
bevestigingspunt.
3 Bevestig de haak van de bevesti-
gingsgordel aan het bevestigings-
punt. 4
Trek de bevestigingsgordel strak.
De wettelijke voorschriften met betrek-
king tot welk zitje is toegestaan voor
welke leeftijd en lengte kunnen per land
verschillend zijn. Zo rg ervoor dat u vol-
doet aan de relevante nationale wette-
lijke voorschriften.
Ga voor meer informatie naar een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Informatie over welke baby- en kinder-
zitjes kunnen worden gebruikt op de
desbetreffende stoelen overeenkomstig
de ECE R 16- en ECE R 129-norm.
Auto's met linkse besturing
Geleiden van de
bevestigingsgordel
Bevestigen van de bovenste
bevestigingsgordel aan het
bevestigingspunt
WAARSCHUWING
Personen die op de achterstoelen zitten
kunnen bij een ongeval in aanraking
komen met de gespannen bevestigings-
band van het baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel. Er bestaat een kans
op (dodelijk) letsel. Vervoer geen perso-
nen op de achterstoel achter de voorpas-
sagiersstoel als er een baby- of kinderzitje
is geplaatst.
Geschikte stoelen voor
baby- en kinderzitjes
Overzicht
Algemeen
Compatibiliteit van de passagiers-
stoel met baby- en kinderzitjes
(ASEAN-landen met onderste ISOfix-
bevestigingspunt en aan/uit-schake-
laar airbag)
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 129 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
1303-1. BEDIENING
Auto's met rechtse besturing
*1: Schuif de voorstoel helemaal naar achte-
ren. Als de hoogte van de passagiers-
stoel kan worden versteld, dan moet
deze in de hoogste positie staan.
*2: Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van
een in de rijrichti ng geplaatst kinderzitje
een opening aanwezig is tussen het kin-
derzitje en de rugleuning, stel de rugleu-
ning dan af totdat het zitje en de rugleu-
ning goed contact maken.
*3: Gebruik alleen een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje als de aan/
uit-schakelaar voor de airbag in stand
ON staat.
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
*1, 2
*3
Geschikt voor een “universeel”
baby- of kinderzitje vastgezet met
een veiligheidsgordel.
Geschikt voor ISOfix-baby- of kin-
derzitje.
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel.
Gebruik nooit een tegen de rijrich-
ting in geplaatst baby- of kinderzitje
op de voorpassagiersstoel als de
aan/uit-schakelaar voor de airbag
in stand ON staat.
Compatibiliteit van de passagiers-
stoel met baby- en kinderzitjes
(ASEAN-landen zonder onderste ISO-
fix-bevestigingspunt en aan/uit-scha-
kelaar airbag)
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 130 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
131
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
*1: Schuif de voorstoel helemaal naar achte-
ren. Als de hoogte van de passagiers-
stoel kan worden versteld, dan moet
deze in de hoogste positie staan.
*2: Zet de rugleuning zo veel mogelijk rechtop. Indien er bij het plaatsen van
een in de rijrichti ng geplaatst kinderzitje
een opening aanwezig is tussen het kin-
derzitje en de rugleuning, stel de rugleu-
ning dan af totdat het zitje en de rugleu-
ning goed contact maken.
*3: Gebruik alleen een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje.
*1: Schuif de voorstoel helemaal naar achte-
ren. Als de hoogte van de passagiers-
stoel kan worden versteld, dan moet
deze in de hoogste positie staan.
*1, 2*3
Geschikt voor een “universeel”
baby- of kinderzitje vastgezet met
een veiligheidsgordel.
Gebruik nooit een tegen de rijrich-
ting in geplaatst baby- of kinderzitje
op de voorpassagiersstoel.
Compatibiliteit van de passagiers-
stoel met baby- en kinderzitjes
(Mexico)
*1, 2
*3
Geschikt voor een “universeel”
baby- of kinderzitje vastgezet met
een veiligheidsgordel.
Geschikt voor een baby- of kinder-
zitje dat is vermeld in de tabel m.b.t.
geschiktheid en aanbevolen baby-
en kinderzitjes ( →Blz.139).
Geschikt voor IS Ofix-baby- of kin-
derzitje.
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel.
Gebruik nooit een tegen de rijrich-
ting in geplaatst baby- of kinderzitje
op de voorpassagiersstoel als de
aan/uit-schakelaar voor de airbag
in stand ON staat.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 131 Friday, September 24, 2021 10:31 AM