318
Navigatie
Een bestemming kiezen
Naar een nieuwe bestemming
Intuïtieve methode:Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op “Zoeken…”.
Voer een adres of steekwoorden in om uw bestemming te kiezen.Druk op “OK” om de “Criteria voor routebegeleiding” te selecteren.OfGeleide methode:
NOTIC E
Om de navigatie te kunnen gebruiken, moet u met het virtuele toetsenbord de “Plaats”, de “Straat” (wanneer u begint te typen worden automatisch suggesties weergegeven) en het “Cijfer” invoeren of een adres in de lijst “Contact” of “Geschiedenis” selecteren.
NOTIC E
Wanneer u geen huisnummer bevestigt, leidt het navigatiesysteem u naar een van de einden van de straat.
Druk op de toets “MENU” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Adres invoeren”.
VervolgensSelecteer het “Land”.
Selecteer de “taal” voor het toetsenbord.
Wijzig de toetsenbordindeling overeenkomstig de geselecteerde “taal”: ABCDE; AZERTY; QWERTY of QWERTZ.Voer de “Plaats”, de “Straat” en het “Cijfer” in en bevestig uw keuze door op de getoonde suggesties te drukken.Druk op “OK” om de “Criteria voor routebegeleiding” te selecteren.En/ofSelecteer “Zie kaart” om de “Criteria voor routebegeleiding” te selecteren.Druk op “OK” om de navigatie te starten.
NOTIC E
U kunt uitzoomen/inzoomen met de aanraaktoetsen of met twee vingers op het scherm.
Naar een recente
bestemming
Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “MENU” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Mijn bestemmingen”.
Selecteer het tabblad “Recent”.Selecteer het adres in de lijst om de “Criteria voor routebegeleiding” weer te geven.Druk op “OK” om de navigatie te starten.
NOTIC E
Selecteer “Positie” om de bestemming op de kaart weer te geven.
Naar “Thuis” of “Mijn werk”
Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “MENU” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Mijn bestemmingen”.
Selecteer het tabblad “Aanbevolen”.
Selecteer “Thuis”.
Of
319
TOYOTA Pro Touch met navigatiesysteem
12
Selecteer “Mijn werk”.
OfSelecteer een vooraf ingestelde favoriete bestemming.
Naar een contact
Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets “MENU” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Mijn bestemmingen”.
Selecteer het tabblad “Contact”.Selecteer een contact in de lijst om de navigatie te starten.
Naar nuttige adressen
(Nuttige adressen)
Geleide methode:De nuttige adressen (Nuttige adressen) zijn onderverdeeld in verschillende categorieën.Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “MENU” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “POI's”.
Selecteer het tabblad “Reizen”, “vrije tijd”, “Winkels”, “Openbaar” of "Geografisch”.Of
Selecteer “Zoeken” om de naam en het adres van een Nuttige adressen in te voeren.Druk op “OK” om de route te berekenen.
OfIntuïtieve methode:
NOTIC E
U kunt voor het gebruik van de service deze methode alleen selecteren als het systeem via een smartphone een netwerkverbinding kan maken.In dat geval maakt het systeem automatisch verbinding met internet, afhankelijk van het netwerkbereik.
Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “MENU” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Zoeken”.
Druk op de modus rechts onder op het scherm (Aan boord of Verbonden) om “Database” te wijzigen.Selecteer de “Database” in de modus “Aan boord” (gegevens uit de
kaartgegevens) of in de modus “Verbonden” (gegevens van het internet).Druk op de pijl “Terug” om te bevestigen.
Voer een adres of steekwoorden in om uw bestemming te kiezen (Nuttige adressen).Druk op “OK” om het zoeken te laten beginnen.Selecteer het tabblad “Op de route”, “Rond de auto” of “Op bestemming” om uw zoekopdracht te verfijnen.Selecteer het gewenste adres om de routeberekening te starten.
Naar een punt op de kaart
Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven.Versleep de kaart met uw vinger naar de gewenste locatie.Selecteer de bestemming door op de kaart te drukken.Tik op het scherm om een markeerpunt te plaatsen en een submenu weer te geven.Druk op deze toets om de navigatie te starten.OfDruk op deze toets om het weergegeven adres op te slaan.
NOTIC E
Houd het markeerpunt enige tijd ingedrukt om een lijst van Nuttige adressen's in de
omgeving te openen.
320
Naar GPS-coördinaten
Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer te geven.Versleep de kaart met uw vinger naar de gewenste locatie.Raak het scherm met een vinger aan om naar de volgende afbeelding te gaan.Druk op deze toets om de wereldkaart weer te geven.
Zoom met behulp van het raster in op het gewenste land of de gewenste regio.Druk op deze toets om de GPS-coördinaten weer te geven of in te voeren.Er verschijnt een markeerpunt in het midden van het scherm, met de coördinaten “Breedtegraad” en “Lengtegraad”.Selecteer het soort coördinaten:DMS: graden, minuten en seconden.DD: graden en decimalen.Druk op deze toets om de navigatie te starten.OfDruk op deze toets om het weergegeven adres op te slaan.OfDruk op deze toets om met het virtuele toetsenbord de waarde voor “Breedtegraad” in te voeren.EnDruk op deze toets om met het virtuele toetsenbord de waarde voor “Lengtegraad” in te voeren.
TMC (Traffic Message
Channel)
In sommige landen beschikbaar.TMC (Trafic Message Channel) is een Europese standaard voor verkeersinformatieberichten die via het RDS-systeem van FM-radio in realtime worden ontvangen. De door deze TMC-berichten doorgegeven
locaties worden vervolgens weergegeven op een GPS-navigatiekaart en onmiddellijk verwerkt in de aanwijzingen van het navigatiesysteem, zodat ongevallen, files en wegafsluitingen worden vermeden.
NOTIC E
De weergave van gevarenzones is afhankelijk van de lokale wetgeving en het afsluiten van een abonnement op de dienst.
Onlinenavigatie
Verbinding voor
onlinenavigatie
Internetverbinding via de smartphone
van de gebruiker
NOTIC E
Ga naar de website van de fabrikant in uw land om te zien welke smartphones compatibel zijn.
Activeer en configureer het delen van de internetverbinding van uw smartphone.
NOTIC E
Werkingsprincipes en normen zijn permanent aan verandering onderhevig. Om te zorgen voor een optimale communicatie tussen de smartphone en het systeem, adviseren wij u om het besturingssysteem van uw smartphone en de datum en tijd op zowel de smartphone als het systeem up-to-date te houden.
USB-verbinding
Sluit een USB-kabel aan.
324
NOTIC E
Bij het aansluiten van de USB-kabel verbreekt de CarPlay®-functie de Bluetooth®-verbinding van het systeem.De functie “CarPlay” werkt alleen in combinatie met een compatibele smartphone en compatibele apps.
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel is aangesloten.Druk op “Telefoon” om de CarPlay®-interface weer te geven.OfSluit een USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel is aangesloten.Druk op “Applicaties” op het scherm van het systeem om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Connectiviteit” om naar de functie “CarPlay®” te gaan.Druk op “CarPlay” om de CarPlay®-interface weer te geven.
NOTIC E
Als de USB-kabel wordt losgenomen en het
contact UIT en weer AAN wordt gezet, schakelt het systeem niet automatisch over op de Radio Media-modus; de bron moet handmatig worden gewijzigd.
Android Auto-verbinding
voor smartphones
Verschilt per land.
NOTIC E
Download de “Android Auto”-app op uw smartphone via de “Google Play Store”.De functie “Android Auto” werkt alleen in combinatie met een compatibele smartphone en compatibele apps.
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel is aangesloten.Druk op “Applicaties” op het scherm van het systeem om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Connectiviteit” om naar de functie “Android Auto” te gaan.Druk op “Android Auto” om de applicatie in het systeem te activeren.Tijdens de procedure verschijnen verschillende schermen gerelateerd aan bepaalde functies.Accepteer deze om de verbinding tot stand te brengen en te voltooien.Tijdens de Android Auto-weergave blijft het
selecteren van de audiobron mogelijk via de schermtoetsen in de bovenste balk van het scherm.De menu's van het systeem kunnen op elk moment worden geopend via de menutoetsen.
NOTIC E
In de modus Android Auto wordt de functie voor het weergeven van contextmenu's door het scherm kort met drie vingers aan te raken uitgeschakeld.
NOTIC E
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk kan het even duren voordat de apps beschikbaar zijn.
Auto apps
Druk op Applicaties om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Auto apps” om de startpagina van de apps te openen.
Internet browser
Druk op Applicaties om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Connectiviteit” om naar de functie “Verbonden apps” te gaan.Druk op “Verbonden apps” om de startpagina van de browser te openen.Selecteer het land waar u woont.
Druk op “OK” om uw keuze op te slaan en de browser te starten.
329
TOYOTA Pro Touch met navigatiesysteem
12
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-stick in de USB-aansluiting of sluit het USB-apparaat via een geschikte kabel (niet meegeleverd) op de USB-aansluiting aan.
WARNI NG
Gebruik om beschadiging van het systeem te voorkomen geen USB-verdeelstekker.
Het systeem maakt gebruik van afspeellijsten (in het tijdelijke geheugen). Het maken van deze lijsten kan enkele seconden of soms enkele minuten duren als het apparaat voor de eerste keer wordt aangesloten.Het verminderen van het aantal andere dan muziekbestanden en van het aantal mappen zal de wachttijd bekorten.De afspeellijsten worden telkens wanneer het contact UIT wordt gezet of een USB-stick wordt aangesloten bijgewerkt. Het audiosysteem onthoudt deze lijsten, die vervolgens sneller worden geladen als ze niet zijn gewijzigd.
Selecteren van de bron
Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “BRONNEN”.Selecteer de bron.
Een video bekijken
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de uitvoering/afhankelijk van het land.Plaats een USB-stick in de USB-aansluiting.
NOTIC E
De videobedieningscommando's zijn alleen toegankelijk via het touchscreen.
Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “BRONNEN”.Selecteer Video om de video te starten.
Druk, om de USB-stick te verwijderen, op de pauzetoets om de video te stoppen en verwijder de USB-stick.Het systeem kan videobestanden afspelen in de formaten MPEG-4 Part 2, MPEG-2, MPEG-1, H.264, H.263, VP8, WMV en RealVideo.
Bluetooth®-audiostreaming
Met audiostreaming kunt u muziekbestanden op de smartphone via het audiosysteem in de auto afspelen.Het profiel Bluetooth moet zijn geactiveerd.Stel eerst het volume van het draagbare
apparaat af (hoog geluidsniveau).Stel vervolgens het volume van het audiosysteem af.
Als de weergave niet automatisch begint, kan het zijn dat u de audioweergave moet starten via de smartphone.Bediening verloopt via het draagbare apparaat of via de aanraaktoetsen van het systeem.
NOTIC E
Als de streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een mediabron beschouwd.
Aansluiten van een
Apple®-speler
Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.Het afspelen begint automatisch.De bediening gebeurt via het audiosysteem van de auto.
NOTIC E
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten/albums/genres/afspeellijsten/audioboeken/podcasts).De standaardindeling is de indeling per artiest. Ga om de indeling te wijzigen terug naar het eerste niveau van het menu, selecteer de gewenste indeling (bijvoorbeeld afspeellijsten) en bevestig om in het menu naar het gewenste nummer te scrollen.
332
Druk lang
op de telefoontoets op het stuurwiel om de oproep te weigeren.OfSelecteer “Gesprek beëindigen” op het touchscreen.
Een gesprek tot stand brengen
WARNI NG
Het gebruik van de telefoon tijdens het rijden wordt afgeraden.Breng de auto tot stilstand.Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven. Voer het telefoonnummer in via het digitale toetsenbord.Druk op “Bellen” om het gesprek te starten.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina
weer te geven.Of houd de
telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer “Contact”.Selecteer het gewenste contact in de weergegeven lijst.Selecteer “Bellen”.
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.OfHoud de
telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer “Oproepen”.Selecteer het gewenste contact in de weergegeven lijst.
NOTIC E
U kunt altijd direct via de telefoon bellen; breng echter wel voor de veiligheid de auto eerst tot stilstand.
Contacten/items beheren
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “Contact”.
Selecteer “Aanmaken” om een nieuw contact toe te voegen.Voer op het tabblad “Telefoon” het telefoonnummer/de telefoonnummers van het contact in.Voer op het tabblad “Adres” het adres/de adressen van het contact in.Voer op het tabblad “Email” het e-mailadres/de e-mailadressen van het
contact in.Druk op “OK” om op te slaan.
Druk op deze toets om contacten te sorteren op achternaam + voornaam of op voornaam + achternaam.
NOTIC E
Met de functie “Email” kunt u e-mailadressen van uw contacten invoeren, maar u kunt met het systeem geen e-mailberichten versturen.
Berichten beheren
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Berichten” om de berichtenlijst
weer te geven.Selecteer het tabblad “Alle”, “Incoming (inkomend gesprek)” of “Verzonden”.
336
Veelgestelde vragen
Hieronder vindt u de antwoorden op de meest gestelde vragen over het systeem van uw auto.
Navigatie
Ik kan het adres van de bestemming niet invoeren.Het adres wordt niet herkend.
► Gebruik de “intuïtieve methode” door op de toets “Zoeken…” onderaan de pagina “Navigatie” te drukken.De route wordt niet berekend.De navigatiecriteria kunnen strijdig zijn met de huidige locatie van de auto (bijv. geen tolwegen terwijl de auto zich op een tolweg bevindt).► Controleer de criteria in het menu “Navigatie”.Ik ontvang geen waarschuwingen voor “Gevarenzones”.U hebt geen abonnement genomen op de optionele onlinediensten.► Als u wel een abonnement hebt genomen op de optionele onlinediensten:- het kan een paar dagen duren voordat de dienst kan worden gebruikt,- de diensten zijn mogelijk niet geselecteerd in het menu van het systeem,- de onlinediensten zijn niet actief (“TOMTOM TRAFFIC” wordt niet weergegeven op de kaart).De POI's worden niet aangegeven.De POI's zijn niet geselecteerd.► Stel de schaal van de kaart in op 200 m of selecteer POI's in de lijst met POI's.
Het geluidssignaal voor de “Gevarenzones” functioneert niet.Het geluidssignaal is niet geactiveerd of het volume is te laag.► Activeer het geluidssignaal in het menu “Navigatie” en controleer het stemvolume in de geluidsinstellingen.Het systeem stelt bij incidenten op de route geen alternatieve routes voor.
Er wordt geen rekening gehouden met de actuele verkeersinformatie.► Configureer de functie “Verkeersinformatie” in het overzicht met criteria (Zonder, Handmatig of Automatisch).Ik word gewaarschuwd voor een “Gevarenzone” die niet op mijn route ligt.Het navigatiesysteem meldt alle “Gevarenzones” die zich in een bepaalde kegelvormige zone voor de auto bevinden. Hierdoor worden ook “Gevarenzones” gesignaleerd die zich op nabij gelegen wegen of op parallelle wegen bevinden.► Zoom in op de kaart om de exacte positie van de “Gevarenzone” te bepalen. Selecteer “Op de route” om geen waarschuwingen voor wegen buiten de route meer te ontvangen of om de duur van de meldingen te verkorten.Sommige files op de route worden niet direct gemeld.Bij het opstarten heeft het systeem enkele minuten nodig om de verkeersinformatie te ontvangen.
► Wacht tot de verkeersinformatie goed wordt ontvangen (weergave van de iconen van de verkeersinformatie op de kaart).In bepaalde landen is alleen voor de hoofdwegen (autosnelwegen enz.) verkeersinformatie beschikbaar.Dit is volkomen normaal. Het systeem is afhankelijk van de beschikbare verkeersinformatie.
De hoogte wordt niet weergegeven.Bij het opstarten kan de initialisatie van het GPS tot 3 minuten duren voordat er meer dan 4 satellieten correct worden ontvangen.► Wacht tot het systeem volledig is opgestart zodat het signaal van ten minste 4 satellieten wordt ontvangen.De kwaliteit van de GPS-ontvangst kan worden beïnvloed door de omgeving (tunnel enz.) en het weer.Dit is normaal. De werking van het systeem is afhankelijk van de ontvangst van het GPS-signaal.Het navigatiesysteem is niet meer met het internet verbonden.Tijdens het opstarten en in bepaalde gebieden kan de verbinding niet beschikbaar zijn.► Controleer of de onlinediensten zijn geactiveerd (instellingen, contract).
345
Alfabetische index
Klep laadaansluiting (elektrische auto) 213, 220–221, 223Klep van de laadaansluiting 222Kleurcode lak 279Klimaatregeling 96, 99Klokje (instellen) 30, 307, 335Koelvloeistof 231Koelvloeistoftemperatuur 19–20
Koelvloeistoftemperatuurmeter 19–20Kofferdeksel sluiten 51Koplampverstelling 111Krik 249
L
Laadkabel 216Laadkabel (elektrische auto) 214Laadniveaumeter (elektrische auto) 23Laadschot 85Laadstekker (elektrische auto) 213, 220–221, 223Laadsysteem (elektrische auto) 5, 9, 28, 212, 229Laadzone 34, 43, 85Laden accu ~ Accu laden 264–265Laden tractiebatterij 216Laden via een normaal stopcontact 216Lader voor versneld laden (wallbox) 214Lak 240, 279Lampen 254Lampen (vervangen) 253, 257
Lampen vervangen 253, 253–254, 257, 259Lane Departure Warning System (LDWS) 199–200Leder (onderhoud) 241Lekke band 244–245, 248–249Lendensteun 57, 60Lendensteun, verstelling 57Lichtschakelaar 106
Lokaliseren van de auto 32Luchtfilter 233Luchtfilter (vervangen) 233Luchtrecirculatie 95–97
M
Massagefunctie 60Matte lak 240Matten 80–81, 182Mat verwijderen 80Meldingen 332Menu 303Menu's (audio) 296–297, 312–313Menustructuren display 303Milieu 8, 41, 101, 158Minimaal laadniveau tractiebatterij (elektrische auto) 23Mistachterlicht 106, 257, 259Mistlampen vóór 106, 256Mobiele app 29, 103, 222Monteren allesdragers ~ Allesdragers monteren 226
Motor 234Motoren 269Motorkap 228Motorkapsteun 228Motorolie 230Motorolieniveaumeter 20MP3 (CD) 287Multifunctioneel display (met autoradio) 282
N
Navigatiesysteem 318–320Netaansluiting (standaardstekker) 214Niveau AdBlue® 232Niveau brandstofadditief diesel ~ Brandstofaddititiefniveau 232–233Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau 19–20, 231Niveau koplampsproeiervloeistof ~ Koplampsproeiervloeistofniveau 11 3Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau 231Niveau ruitensproeiervloeistof ~ Ruitensproeiervloeistofniveau 11 3, 231Niveaus controleren 229–231Niveaus en controles 229–231Niveau stuurbekrachtigingsvloeistof ~ Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau 231Noodbediening achterklep 40Noodbediening portieren 32, 39–40Noodoproep ~ Urgence-oproep 11 7–11 8Noodprocedure starten 163, 263