128
Handleiding_Europa_M62060_nl
3-1. Instrumentenpaneel
Geeft de hoeveelheid lucht weer die
deze keer door het brandstofcelsys-
teem is gereinigd, met betrekking tot
het optimale vermogen dat wordt gege-
nereerd door het brandstofcelsysteem
als gevolg van de bedrijfsstatus van het
gaspedaal en het brandstofcelsysteem.
■Weergaveprocedure
1 Selecteer op de Toyota Multi-
Operation Touch. ( →Blz. 354)
2 Selecteer op het scherm.
Een scherm weergeven in volledig-scherm-
modus ( →Blz. 354)
■Display
Hoeveelheid gereinigde lucht op dat
moment
Geeft de hoeveelheid gereinigde lucht op
dat moment weer per tijdseenheid.
Weergave geschatte hoeveelheid
gereinigde lucht
Geeft de totale hoeveelheid gereinigde lucht
sinds het starten van het brandstofcelsys-
teem weer.
Hoeveelheid gereinigde lucht tus-
sen resets
Geeft de geschatte totale hoeveelheid gerei-
nigde lucht sinds een reset weer.
Hardlopersweergave
Het aantal hardlopers is afhankelijk van de
geschatte hoeveelheid gereinigde lucht tus-
sen resets.
De gegevens resetten
De geschiedenis tot dit moment wissen.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en
kan afwijken van de werkelijke situatie.
■Luchtreinigingsgegevens worden
gereset wanneer
“Clear” (wissen) wordt geselecteerd om de
gegevens te resetten tijdens de weergave
van de hoeveelheid gereinigde lucht en de
hardlopers.
■Weergave hardloper
Wanneer u tien hardlopers hebt verzameld,
worden ze opgenomen in een hardlopers-
markering.
■Display
●De werkelijke hoeveelheid lucht verschilt
mogelijk, omdat de benodigde hoeveelheid
lucht tijdens de stroomopwekking veran-
dert als gevolg van de gebruiksomgeving
(klimaat, hoogte, enz.) en de status van de
stroomopwekking, evenals de rijomstan-
digheden.
●De weergave van de hoeveelheid gerei-
nigde lucht op dat moment werkt mogelijk
traag en wordt tijdens het gebruik mogelijk
vertraagd; dit duidt echter niet op een
storing.
Scherm “Air purification”
(luchtreiniging) (alleen
multimedia-display)
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 128 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
130
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-1. Informatie over sleutels
4-1.Informatie over sleutels
Bij de auto worden de volgende sleutels
geleverd.
Elektronische sleutels
• Bedienen van het Smart entry-systeem met startknop ( →Blz. 141)
• Gebruik van de afstandsbedieningsfunctie
(→ Blz. 131)
Mechanische sleutels
Plaatje met sleutelnummer
■Aan boord van een vliegtuig
Zorg ervoor dat u aan boord van een vliegtuig
niet op de toetsen van de elektronische sleu-
tel drukt. Zorg ervoor dat de toetsen niet per
ongeluk ingedrukt kunnen worden als u de
elektronische sleutel in bijvoorbeeld een tas
hebt opgeborgen. Bij het indrukken van de
toetsen kan de elektronische sleutel radiogol-
ven uitzenden die de bediening van het vlieg-
tuig kunnen beïnvloeden.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
●De standaard levensduur van de batterij is
1 - 2 jaar.
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waar-
schuwingssignaal in de auto en wordt er
een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay al s het brandstofcelsys-
teem wordt uitgeschakeld.
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om te voorkomen
dat de batterij van de elektronische sleutel
leegraakt wanneer deze gedurende lan-
gere tijd niet wordt gebruikt. ( →Blz. 142)
●Omdat de elektronische sleutel altijd
radiogolven ontvangt, raakt de batterij ook
ontladen wanneer de elektronische sleutel
niet wordt gebruikt. De volgende sympto-
men geven aan dat de batterij van de
elektronische sleutel mogelijk ontladen is.
Vervang de batterij indien nodig.
• Het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat niet branden.
●Houd, om de levensduur van de batterij
niet nodeloos te bekor ten, de elektronische
sleutel op een afstand van minimaal 1 m
van de volgende elektrische apparaten
met een magnetisch veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
■Batterij vervangen
→ Blz. 403
■Bevestiging van het aantal geregis-
treerde sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan
worden bevestigd. Neem voor meer informa-
tie contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Als “New Key Registered Contact Your
Dealer if You Did Not Register a New
Key” (Er is een nieuwe sleutel geregis-
treerd. Neem contact op met uw dealer
als u geen nieuwe sleutel geregistreerd
hebt) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay
Deze melding wordt weergegeven elke keer
dat het bestuurdersportier wordt geopend als
de portieren van buitenaf worden ontgren-
deld gedurende ongeveer 10 dagen nadat er
een nieuwe elektronisc he sleutel is geregis-
treerd.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
Sleutels
De sleutels
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 130 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
134
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
Voor auto's met een alarm: om te voorkomen
dat het alarm onbedoeld wordt geactiveerd,
moet u de portieren ontgrendelen met de
afstandsbediening en een portier eenmaal
openen en sluiten als de instellingen zijn
gewijzigd. (Als er binnen 30 seconden nadat
op is gedrukt geen portier wordt
geopend, worden de portieren weer vergren-
deld en wordt het alarm automatisch inge-
schakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit
wordt geactiveerd. ( →Blz. 79)
■Systeem voor crashportierontgrende-
ling
Als de auto aan een sterke schok wordt
blootgesteld, worden alle portieren ontgren-
deld. Of het systeem in werking treedt, is
afhankelijk van de kracht van de schok of het
type ongeval.
■Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te
geven dat de portieren zijn vergrendeld/ont-
grendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgren-
deld: tweemaal)
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de
ruiten bediend worden.
■Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na
het ontgrendelen van de auto een portier
wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie
ervoor dat de auto weer automatisch wordt
vergrendeld.
■Wanneer de portieren niet kunnen wor-
den vergrendeld met de vergrendelsen-
sor op het oppervlak van de portier-
greep
Wanneer de portieren niet kunnen worden
vergrendeld, zelfs als u de vergrendelsensor
op het oppervlak van de portiergreep met uw
vinger aanraakt, raak dan de vergrendelsen-
sor aan met uw handpalm.
Als u handschoenen draagt, doe deze dan uit.
■Waarschuwingszoemer open portier/
achterklep
Als geprobeerd wordt de portieren te ver-
grendelen wanneer een portier niet geheel
gesloten is, klinkt er gedurende 5 seconden
een zoemer. Sluit het portier volledig om de
zoemer uit te schakelen en vergrendel de
portieren opnieuw.
■Het alarm inschakele n (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld,
wordt het alarmsysteem ingeschakeld.
(→ Blz. 79)
■Omstandigheden die de werking van
het Smart entry-systeem met startknop
en de afstandsbediening beïnvloeden
→ Blz. 143
Multi-informatie-
display/piepsignaalOntgrendelfunctie
(auto's met linkse besturing)
(auto's met rechtse besturing)
Exterieur: 3 keer een piepsignaal
Interieur: Eén belsig- naal
Als u de portiergreep
van het bestuurders-
portier vasthoudt,
wordt alleen het
bestuurdersportier
ontgrendeld.
Als u een portier-
greep van een
passagiersportier
vasthoudt, worden
alle portieren
ontgrendeld.
Exterieur: Twee piep-signalen
Interieur: Eén belsig- naal
Als u een portier-
greep vasthoudt,
worden alle portieren
ontgrendeld.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 134 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
135
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
Voordat u gaat rijden
■Wanneer het Smart entry-systeem met
startknop of de afstandsbediening niet
goed werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de por-
tieren te vergrendelen en ontgrendelen.
( → Blz. 450)
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
( → Blz. 403)
■Als de 12V-accu is ontladen
De portieren kunnen niet worden vergrendeld
en ontgrendeld met het Smart entry-systeem
met startknop of de afstandsbediening. Ver-
grendel of ontgrendel de portieren met de
mechanische sleutel. (→ Blz. 450)
■Herinneringsfunctie achterstoel
●Om u eraan te herinneren bagage e.d. op
de achterstoelen niet te vergeten, klinkt er
wanneer het contact UIT is gezet en aan
een van de volgende voorwaarden is vol-
daan, een zoemer en wordt gedurende
ongeveer 6 seconden een melding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
• Het brandstofcelsysteem wordt binnen 10 minuten na het openen en sluiten van een
achterportier gestart.
• Een achterportier is geopend en weer gesloten nadat het brandstofcelsysteem is
gestart.
Als echter een achterportier wordt geopend
en vervolgens binnen ongeveer 2 seconden
weer wordt gesloten, werkt de herinnerings-
functie voor de acht erstoel mogelijk niet.
●De herinneringsfunctie voor de achterstoel
stelt op basis van het openen en sluiten
van een achterportier vast of er bagage
e.d. op de achterstoel is geplaatst. Daar-
door werkt, afhankelijk van de situatie, de
herinneringsfunctie voor de achterstoel
mogelijk niet en vergeet u mogelijk toch
bagage e.d. die zich op de achterstoel
bevindt of geeft de functie mogelijk
onterecht een melding.
●De herinneringsfunctie voor de achterstoel
kan worden ingeschakel d/uitgeschakeld.
( → Blz. 472)
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 472)
WAARSCHUWING
■Voorkomen van ongevallen
Neem bij het rijden met de auto de vol-
gende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van deze voor-
schriften kan ertoe leiden dat er per onge-
luk een portier wordt geopend en dat er
iemand uit de auto valt, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
●Controleer of alle portieren volledig
gesloten zijn.
●Trek tijdens het rijden niet aan de
binnenportiergreep.
Wees vooral voorzich tig bij de voorportie-
ren. Deze portieren kunnen zelfs worden
geopend als de vergrendelknoppen in de
stand vergrendeld staan.
●Activeer de kindersloten op de achter-
portieren als er kinderen achter in de
auto vervoerd worden.
■Als een portier wordt geopend of
gesloten
Controleer de omgeving van de auto; let er
bijvoorbeeld op of de auto op een helling
staat, of er voldoende ruimte is om het
portier te openen en of het hard waait.
Houd bij het openen of sluiten van het
portier de portiergreep goed vast, zodat u
bent voorbereid op eventuele onverwachte
bewegingen.
■Bij het gebruik van de afstandsbedie-
ning en het bedienen van de elek-
trisch bedienbare ruiten
Bedien de elektrisch bedienbare ruiten
nadat u hebt gecontroleerd of er geen
risico is dat een passagier met een
lichaamsdeel bekneld ka n raken tussen de
ruiten. Laat tevens de afstandsbediening
niet bedienen door kinderen. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van een
kind of een andere passagier klem komt te
zitten door het bedienen van de elektrisch
bedienbare ruiten.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 135 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
136
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
■Schakelaars centrale vergrende-
ling (ontgrendelen/vergrendelen)
1 Vergrendelen van alle portieren
2 Ontgrendelen van alle portieren
■Vergrendelknoppen binnenzijde
portier (vergrendelen)
Druk op de vergrendelknop aan de bin-
nenzijde van het portier om het portier
te vergrendelen.
■Binnenportiergrepen (ontgrende-
len)
Voor de voorportieren: Trek aan de
greep om het portier te ontgrendelen en
te openen.
Als het portier ontgrendeld is, komt de ver-
grendelknop aan de binnenzijde van het
portier omhoog.
Voor de achterportieren: Trek aan de
handgreep om het portier te ontgrende-
len. Trek nogmaals aan de handgreep
om het portier te openen.
Als het portier ontgrendeld is, komt de ver-
grendelknop aan de binnenzijde van het por-
tier omhoog.
■Vergrendelen van de voorportieren van
buitenaf zonder gebruik te maken van
een sleutel
1 Druk de vergrendelknop aan de binnen-
zijde van het portier in.
2 Sluit het portier met de portiergreep uit-
getrokken.
Het portier kan niet worden vergrendeld als
het contact in stand ACC of AAN staat of als
de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt. De sleutel wordt echter mogelijk niet
juist gesignaleerd waardoor het portier wel-
licht wordt vergrendeld.
■Waarschuwingszoemer open portier/
achterklep
Als een portier of de achterklep niet goed
gesloten is, klinkt er vanaf een rijsnelheid van
5 km/h een zoemer.
Het geopende portier of de openstaande ach-
terklep wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 136 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
141
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
Voordat u gaat rijden■Plaats van antenneAntennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
Antenne buiten de bagageruimte
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd)Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de portieren
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich binnen ongeveer 0,7 m van een bui-
tenportiergreep bevindt. (Alleen de portieren
die de sleutel signaleren, kunnen worden
geopend of gesloten.)
Bij het openen van de achterklep
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich binnen 0,7 m van de knop voor het
ontgrendelen van de achterklep bevindt.
Bij het starten van het brandstofcelsys-
teem of veranderen van de standen van
het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleutel
zich in de auto bevindt.
■Alarmfuncties en waarschuwingsmel-
dingen
Er gaat een alarm af en op het multi-informa-
tiedisplay worden waarschuwingsmeldingen
weergegeven om een ongeval of diefstal van
de auto als gevolg van onjuist gebruik te
voorkomen. Wanneer er een waarschuwings-
melding wordt weergegeven, neem dan de
juiste maatregelen op basis van de weerge-
geven melding. ( →Blz. 433)
In onderstaande tabel worden de omstandig-
heden en de correctieprocedures beschreven
in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
●Wanneer het buiten de auto hoorbare
alarm gedurende 5 seconden één keer
klinkt
Smar t entr y-systeem met
startknop
De volgende handelingen kunnen
worden uitgevoerd als u de
elektronische sleutel bij u hebt,
bijvoorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektronische
sleutel altijd bij zich hebben.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren ( →Blz. 133)
Openen van de achterklep
(→Blz. 139)
Starten van het brandstofcel-
systeem (→Blz. 178)
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 141 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
142
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
●Als het alarm in de auto continu klinkt
■Als op het multi-informatiedisplay
“Smart Entry & Start System Malfunc-
tion See Owner’s Manual” (Storing in
Smart entry-systeem met startknop;
raadpleeg handleiding) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto onmiddellijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Key Detected in Vehicle” (sleutel
gesignaleerd in de auto) wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay
Er is geprobeerd de portieren te vergrende-
len met het Smart entry-systeem met start-
knop terwijl de elektroni sche sleutel zich nog
in de auto bevond. Neem de elektronische
sleutel uit de auto en vergrendel de portieren
opnieuw.
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de 12V-accu leeg
raken wanneer de auto gedurende langere
tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 10 minuten of langer op een afstand
van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt
is, kunnen de portieren alleen via het
bestuurdersportier worden ontgrendeld.
Pak in dat geval de greep van het bestuur-
dersportier vast of gebruik de afstandsbe-
diening of de mechanische sleutel om de
portieren te ontgrendelen.
■De energiebespaarmodus van een elek-
tronische sleutel inschakelen
●Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u ingedrukt
houdt. Ga na of het controlelampje van de
elektronische sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
SituatieCorrectie-
procedure
Er is geprobeerd de auto te vergrendelen terwijl er nog een portier geopend was.Sluit alle portie-ren en vergren-
del ze opnieuw.
De achterklep werd geslo- ten terwijl de elektroni-
sche sleutel zich nog in de bagageruimte bevond en
alle portieren waren vergrendeld.Neem de
elektronische
sleutel uit de
bagageruimte
en sluit de
achterklep.
SituatieCorrectie-
procedure
Het contact werd in de
stand ACC gezet terwijl het bestuurdersportier
geopend was (het bestuur-
dersportier werd geopend terwijl het contact in de stand ACC stond).
Zet het contact
UIT en sluit het bestuurders- portier.
Het contact werd UIT
gezet terwijl het bestuur-
dersportier geopend was.Sluit het
bestuurders-
portier.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 142 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
144
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt
terwijl u handschoenen draagt, kan de
reactie van het systeem trager zijn of wor-
den de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
●Sommige uitvoeringen: Wanneer de ver-
grendelactie is uitgevoerd met de vergren-
delsensor, worden maximaal tweemaal
achter elkaar identificatiesignalen getoond.
Vervolgens worden geen identificatiesig-
nalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en ontgren-
deld. Volg in dit geval de correctieproce-
dure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 142)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Bij een plotselinge nadering van het detec-
tiegebied of de portiergreep kan het voor-
komen dat de portieren niet ontgrendeld
worden. Laat in dat geval de portiergreep
los en controleer of de portieren worden
ontgrendeld voordat u opnieuw aan de
portiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleutel
binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektronische sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( →Blz. 142)
■Voor een juiste bediening van het
systeem
●Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel
bij u hebt als u het systeem bedient. Houd
de elektronische sleutel niet te dicht bij de
auto als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem wellicht niet juist functio-
neert. (Het alarm kan per ongeluk afgaan of
de functie die voorkomt dat de portieren per
ongeluk worden vergrendeld, werkt wellicht
niet.)
●Laat de elektronische sleutel niet in de
bagageruimte achter.
De beveiligingsfunctie tegen het insluiten
van de sleutel functioneert mogelijk niet als
de sleutel zich op bepaalde locaties
bevindt, zoals in de binnenrand van de
bagageruimte, of door de omstandighe-
den waarin de sleutel zich bevindt (zoals in
een tas van metaal(folie) of dicht bij een
metalen voorwerp) of in de buurt van sto-
rende radiogolven. ( →Blz. 140)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren en de achterklep: →Blz. 450
●Starten van het brandstofcelsysteem:
→Blz. 451
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 144 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM