93
2
Handleiding_Europa_M62060_nl
2-1. Brandstofcelauto
Brandstofcelsysteem
●De koelvloeistoftemperatuur is mogelijk te
hoog. Dit kan worden veroorzaakt door
rijomstandigheden zoal s herhaaldelijk plot-
seling accelereren en decelereren, con-
tinu rijden op een helling, continu rijden op
grote hoogte met een zwaar belaste auto,
enz. In dergelijke gevallen wordt “FCV sys-
tem overheated Output power reduced”
(brandstofcelsysteem oververhit, geredu-
ceerd uitgangsvermogen) op het multi-
informatiedisplay weergegeven en wordt
het uitgangsvermogen beperkt. Het uit-
gangsvermogen wordt weer normaal,
zodra de koelvloeistof een normale tempe-
ratuur bereikt. ( →Blz. 433)
●Het brandstofniveau is mogelijk laag. Als
het waarschuwingslampje laag brandstof-
niveau gaat branden, wordt het uitgangs-
vermogen geleidelijk beperkt om de maxi-
male rijafstand te verlengen. Als de auto
dit punt bereikt, is de resterende rijafstand
kort. Vul onmiddellijk waterstof bij.
●Bij lage buitentemperaturen gaat het waar-
schuwingslampje laag brandstofniveau
sneller branden dan normaal en wordt het
uitgangsvermogen beperkt.
■Elektromagnetische golven (EMF)
●De hoogspanningsonderdelen en -kabels in
brandstofcelauto's zijn voorzien van een
afscherming voor elektromagnetische gol-
ven en zenden daardoor ongeveer net zo
veel elektromagnetische golven uit als con-
ventionele auto's met een benzinemotor, of
elektronische huishoudelijke apparaten.
●Uw auto kan storingen veroorzaken in niet-
originele audio-onderdelen.
■Starten van het brandstofcelsysteem in
een extreem koude omgeving
Als de tractiebatterij extr eem koud is (tempe-
ratuur lager dan ongeveer -30°C) als gevolg
van de buitentemperatuur, kan het brandstof-
celsysteem mogelijk niet worden gestart.
Probeer in dat geval het brandstofcelsysteem
nogmaals te starten nadat de temperatuur
van de tractiebatterij is opgelopen omdat bij-
voorbeeld de buitentemperatuur is gestegen.
■Tractiebatterij
De levensduur van het tractiebatterijpakket is
niet onbeperkt. De levensduur van de tractie-
batterij kan veranderen afhankelijk van de
rijstijl en de rijomstandigheden.
■Conformiteitsverklaring (tractiebatterij)
De uitstoot van waterstof van dit model vol-
doet aan reglement ECE100 (voor de veilig-
heid van elektrisch aangedreven auto's met
batterijen).
■Eigenschappen waterstofgas
●Waterstofgas ontbrandt gemakkelijker dan benzi ne, het is echter lichter dan lucht en ver-
spreidt zich snel. Het waterstofsysteem en de waterstoftank dienen voldoende als tegen-
maatregel om gaslekkage te voorkomen. Moch t er zich echter een gaslekkage voordoen,
dan wordt het waterstofgas snel verdund totdat het niet meer brandbaar is.
●Waterstofgas is net als benzine en aardgas niet gevaarlijk als er op de juiste wijze mee wordt
omgegaan. Lees de eigenschappen in onderstaande tabel goed door en zorg ervoor dat u ze
begrijpt.
WaterstofgasLPG (Liquid
Petroleum Gas)Benzine
Normale toestandGasvormig
(lichter dan lucht)Gasvormig
(zwaarder dan lucht)
Vluchtige vloeistof
(verdampt gemakke-
lijk) (zwaarder dan
lucht)
BrandbaarheidGroter dan die van
benzineGelijk aan die van
benzine—
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 93 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
94
Handleiding_Europa_M62060_nl
2-1. Brandstofcelauto
■Basisconcepten van veiligheid waterstof
●Voorkom lekkage
De leidingkoppelingen van de waterstofleidin-
gen zijn ontwikkeld om lekkage te voorkomen.
De koppelingen worden bij elke officiële con-
trole van de auto gecontroleerd op gaslekkage.
●Detecteer om lekkage te stoppen
• De auto is uitgerust met waterstofdetecto- ren. Als de waterstofdetectoren een lek
signaleren, worden de kleppen van de
waterstoftanks automatisch gesloten om te
voorkomen dat er meer waterstof ontsnapt.
• De auto is uitgerust met een aanrijdings- sensor. Als de aanrijdingssensor een aan-
rijding signaleert, worden de kleppen van
de waterstoftanks automatisch gesloten
om te voorkomen dat er waterstofgas uit
beschadigde onderdelen lekt.
●Verspreid het gelekte waterstofgas
De waterstoftanks en de leidingen bevinden
zich buiten het passagierscompartiment.
Dankzij hun ontwerp verspreidt gelekt gas
zich dus in de atmosfeer.
●Elimineer veroorzakers van brand
Dankzij het ontwerp bevinden zich geen ver-
oorzakers van brand in de buurt van de
waterstofleidingen.
Mate van accumulatie
• Verspreidt zich naar
boven en wordt in
de open lucht
verdund tot veilige
concentraties
• Hecht zich niet aan
kleding
•Verspreidt zich op
de grond of vloer
• Hecht zich niet aan
kleding•Verspreidt zich op
de grond of vloer
• Hecht zich aan
kleding
Detecteerbaarheid
• Door zijn kleur- en
geurloze staat
moeilijk te zien of
ruiken
• De waterstofdetec-
toren in de auto
geven een waar-
schuwing weer op
het multi-informatie-
display
•Detecteerbaar aan
de hand van de
geur en het geluid
van gaslekkage•Detecteerbaar aan
de hand van de
kleur en geur
WaterstofgasLPG (Liquid
Petroleum Gas)Benzine
WAARSCHUWING
■Waterstofgerelateerde onderdelen
●Breng geen wijzigingen aan in de water-
stofgerelateerde onderdelen en demon-
teer ze niet.
●De waterstoftanks, het brandstofcelpak-
ket, de waterstofleidingen en de verbin-
dende onderdelen zijn gevuld met
waterstofgas. Verwijder en demonteer
deze onderdelen niet. Anders kan er
waterstofgaslekkage ontstaan, hetgeen
kan leiden tot brand of een explosie in
de auto, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 94 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
96
Handleiding_Europa_M62060_nl
2-1. Brandstofcelauto
WAARSCHUWING
●Controleer op waterstofgaslekkage.
Bij waterstoflekkage wordt er een waar-
schuwingsmelding weergegeven op het
multi-informatiedisplay. Grote lekkages
kunnen ook te horen zijn.
●Als gesignaleerd wordt dat er een grote
hoeveelheid waterstofgas lekt, zet dan
het contact uit, verlaat de auto en ga er
ver vandaan. Plaats waarschuwingsbor-
den en houd veroorzakers van brand uit
de buurt van de auto. Schakel indien
mogelijk hulp in. Als u het bovenstaande
hebt gedaan, neem dan onmiddellijk
contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●Raak hoogspanningsonderdelen, hoog-
spanningskabels (oranje) en stekkers
nooit aan.
●Als binnen of buiten de auto elektrische
bedrading blootligt, kan er een elektri-
sche schok optreden. Raak blootlig-
gende elektrische bedrading nooit aan.
●Raak bij een eventuele vloeistoflekkage
de vloeistof niet aan omdat het organi-
sche elektrolyt op k oolzuurbasis uit de
tractiebatterij kan zijn. Was vloeistof die
op uw huid of in uw ogen terecht is
gekomen direct af met veel water en
raadpleeg onmiddellijk een arts.
●Bij een autobrand wordt het waterstof-
gas in de waterstoftanks omlaag geleid
en afgevoerd aan zowel de rechterzijde
als de achterzijde van de auto om de
schade aan de waterstoftanks te beper-
ken. Blijf uit de buurt van de auto en ga
niet aan de rechterzijde of achterzijde
van de auto staan.
●Als er in de auto brand ontstaat, kan
deze worden geblust met een brand-
blusser klasse A, B of C. Als u water
gebruikt, blus dan met een grote hoe-
veelheid uit een brandkraan.
●Als uw auto gesleept moet worden,
dient dit te gebeuren met de achterwie-
len van de grond. Als de wielen de
grond raken, kan de elektromotor (trac-
tiemotor) elektriciteit blijven opwekken.
Hierdoor kan brand ontstaan.
■Tractiebatterij
●Zorg ervoor dat de tractiebatterij nooit
wordt doorverkocht, overgedragen of
gewijzigd. Om ongelukken te voorko-
men worden tractiebatterijen die uit
afgedankte auto's worden gehaald,
ingezameld door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige. Voer de trac-
tiebatterij niet zelf af.
Als de tractiebatterij niet op de juiste
manier wordt ingezameld, kan het vol-
gende gebeuren, met ernstig letsel tot
gevolg:
• De tractiebatterij kan illegaal worden verkocht of ergens worden gedumpt, en
dit is schadelijk voor het milieu. Daar-
naast kan iemand een hoogspan-
ningsonderdeel aanraken, hetgeen een
elektrische schok tot gevolg heeft.
• De tractiebatterij is uitsluitend bestemd voor gebruik in uw brandstofcelauto. Als
de tractiebatterij buiten uw auto wordt
gebruikt of op een of andere manier
wordt aangepast, kunnen er ongevallen
ontstaan: iemand kan een elektrische
schok krijgen, de tractiebatterij kan hitte
en rook genereren, hij kan ontbranden, er
kan zich een ontploffing voordoen en er
kan elektrolyt uit de tractiebatterij lekken.
Met name door het doorverkopen of over-
dragen van de tractiebatterij wordt de ont-
vangende partij blootgesteld aan het
gevaar van ongevallen omdat deze zich
niet bewust is van deze gevaren. Breng
haar op de hoogte van de inhoud van deze
handleiding.
●Als uw auto wordt afgevoerd zonder dat
de tractiebatterij is verwijderd, bestaat
de kans op een zware elektrische schok
als hoogspanningsonderdelen, hoog-
spanningskabels en stekkers hiervan
aangeraakt worden. ( →Blz. 90)
Als uw auto wordt afgevoerd, dient de
tractiebatterij te worden afgevoerd door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige. Als de tractiebatterij niet op de
juiste manier wordt afgevoerd, kan dit
een elektrische schok veroorzaken,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 96 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
98
Handleiding_Europa_M62060_nl
2-1. Brandstofcelauto
Als een aanrijding met een kracht
boven een bepaalde drempelwaarde
wordt gesignaleerd, wordt het brand-
stofcelsysteem uitgeschakeld en scha-
kelt het systeem de hoogspanning uit.
Daarnaast wordt de brandstoftoevoer
afgesloten door de kleppen van de
waterstoftanks. Als het uitschakelsys-
teem voor noodgevallen in werking is
getreden, kunt u uw auto niet meer
starten. Neem voor het herstarten van
het brandstofcelsysteem contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Als er een storing optreedt in het brand-
stofcelsysteem of als het systeem
onjuist wordt bediend, wordt automa-
tisch een melding weergegeven.
(→Blz. 433)
Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding
en volg de aanwijzingen op.
■Als er een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven of als de 12V-accu
wordt losgekoppeld
Het brandstofcelsysteem kan mogelijk niet
opnieuw gestart worden.
Neem als het controlelampje READY niet
gaat branden, zelfs als de startprocedure is
herhaald, contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Uitschakelsysteem voor
noodgevallenWaarschuwingsmelding
brandstofcel
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 98 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
100
Handleiding_Europa_M62060_nl
2-1. Brandstofcelauto
De actieradius van uw auto kan worden
verlengd door de indicator van het
brandstofcelsysteem in het multi-infor-
matiedisplay in het ECO-gebied te hou-
den. (→Blz. 114)
Rijd zo vloeiend mogelijk.
Voorkom onnodig snel accelereren en
hard remmen.
Door matig te accelereren en decelere-
ren kunt u verspilling van brandstof
voorkomen.
Wanneer u rustig en tijdig remt, kan er
meer elektrische energie worden gere-
genereerd tijdens het decelereren. Herhaaldelijk accelereren en decelere-
ren en ook langdurig wachten bij ver-
keerslichten veroorzaakt een hoger
brandstofverbruik. Raadpleeg de ver-
keersberichten en vermijd files zo veel
mogelijk. Laat, als u in een file komt te
staan, het rempedaal geleidelijk opko-
men zodat de auto zachtjes vooruitrijdt
en vermijd overmatig gebruik van het
gaspedaal. Dit helpt het brandstofver-
bruik te beperken.
Een brandstofcelauto verbruikt net als
een elektrische auto de meeste brand-
stof bij rijden met een hoog uitgangs-
vermogen, zoals op een steile helling of
met hoge snelheden. Matig de rijsnel-
heid en houd een constante snelheid
aan.
Bij gebruik van de ECO-rijmodus kan
het koppel dat correspondeert met de
mate waarin het gaspedaal wordt inge-
trapt geleidelijker worden afgegeven
dan onder normale omstandigheden.
Bovendien wordt de werking van de air-
conditioning (verwarmen/koelen) gemi-
nimaliseerd zodat er minder brandstof
verbruikt wordt. (
→Blz. 319)
Rijtips brandstofcelauto
Let op het volgende om het
brandstofverbruik en de
actieradius te optimaliseren:
Gebruik van de indicator van
het brandstofcelsysteem
Bedienen van het
gaspedaal/rempedaal
Bij het remmen
Files
Rijden met een hoog
uitgangsvermogen
Gebruik van de ECO-rijmodus
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 100 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
3
103
Handleiding_Europa_M62060_nl
3
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Voertuigstatusinformatieen controlelampjes
3-1. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes en controlelampjes .............. 104
Meters en tellers .................... 108
Multi-informatiedisplay ........... 112
Head-up display..................... 120
Energiemonitor/ verbruiksscherm/
luchtreinigingsscherm ......... 124
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 103 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
106
Handleiding_Europa_M62060_nl
3-1. Instrumentenpaneel
teem aanwezig zijn als het lampje niet
gaat branden of uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie- display.
*3: Dit lampje brandt op het multi-informatie-
display en er wordt een melding weerge-
geven.
*4: Het controlelampje Toyota Parking Assist- sensor OFF gaat branden wanneer het
contact AAN wordt gezet, terwijl de
Toyota Parking Assist -sensor is ingescha-
keld. Het gaat na enkele seconden uit.
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende syst emen van de auto.
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van ee n veiligheidssysteem,
zoals het waarschuwingslampje ABS of
SRS, niet gaat branden als u het brandstof-
celsysteem start, kan dat betekenen dat
deze systemen niet beschikbaar zijn om u
te beschermen in geval van een ongeval,
waardoor ernstig letsel zou kunnen ont-
staan. Laat, als dit gebeurt, de auto onmid-
dellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Controlelampjes
Controlelampje richtingaan-
wijzers ( →Blz. 188)
Controlelampje achterlicht
( → Blz. 196)
Controlelampje grootlicht
( → Blz. 197)
Controlelampje AHS (indien
aanwezig) ( →Blz. 199)
Controlelampje AHB (indien
aanwezig) ( →Blz. 202)
(Blauw) Controlelampje lage koelvloei-
stoftemperatuur
*1, 2
Controlelampje mistachterlicht
(
→ Blz. 205)
Controlelampje Smart
entry-systeem met startknop
*3
( → Blz. 178)
Controlelampje cruise control
*2
( → Blz. 244)
Controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control
*2 ( → Blz. 244)
Controlelampje cruise control
SET
*2 ( → Blz. 244)
(
*4) Controlelampje LTA
*2
( → Blz. 219, 235)
Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*5, 6 (indien
aanwezig) ( →Blz. 263)
Controlelampje PKSB OFF
*5, 7
(indien aanwezig) ( →Blz. 281)
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 106 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
107
3
Handleiding_Europa_M62060_nl
3-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
*1: Geeft aan dat de koelvloeistoftempera-tuur laag is.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-
display.
*3: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display en er wordt een melding weerge-
geven.
*4: Afhankelijk van de bedr ijfscondities wijzi-
gen de kleur en de status (branden/knip-
peren) van het controlelampje.
*5: Het lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
*6: Het controlelampje Toyota Parking Assist- sensor OFF gaat branden wanneer het
contact AAN wordt gezet, terwijl de
Toyota Parking Assist -sensor is ingescha-
keld. Het gaat na enkele seconden uit.
*7: Deze lampjes gaan branden als het con-
tact AAN wordt gezet om aan te geven
dat er een systeemcontrole wordt uitge-
voerd. Ze gaan uit nadat het brandstof-
celsysteem is ingeschakeld of na enkele
seconden. Er kan een storing in een sys-
teem aanwezig zijn als de lampjes niet
gaan branden of niet uitgaan. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*8: Dit lampje gaat branden in de buiten-spiegels.
*9: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
*10: Wanneer de buitentemperatuur onge- veer 3°C of lager is, gaat het controle-
lampje gedurende 10 seconden knippe-
ren en blijft daarna branden.
(Knippert)
Controlelampje Traction
Control
*7 (
→ Blz. 322)
Controlelampje VSC OFF
*5, 7
( → Blz. 323)
Waarschuwingslampje PCS
*5, 7
( → Blz. 222)
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels
*7, 8 (indien aanwezig)
( → Blz. 257, 272)
Controlelampje BSM OFF
*5, 7
(indien aanwezig) ( →Blz. 257)
Controlelampje RCTA OFF
*5, 7
(indien aanwezig) ( →Blz. 272)
Controlelampje RCD OFF
*2, 5, 7
(indien aanwezig) ( →Blz. 278)
Controlelampje stand-bystand
Brake Hold-systeem
*7
( → Blz. 192)
Controlelampje Brake Hold-
systeem
*7 ( → Blz. 192)
Controlelampje antidiefstal-
systeem
*9 ( → Blz. 77, 79)
Controlelampje READY
( → Blz. 178)
Controlelampje lage buiten-
temperatuur
*2, 10 ( → Blz. 109)
Waarschuwingslampje
parkeerrem ( →Blz. 189)
Controlelampje Br-modus
*2
( → Blz. 184)
Controlelampje ECO-rijmodus*2
(
→Blz. 319)
Controlelampje SPORT-modus
*2
(
→Blz. 319)
Controlelampje SNOW-modus*2
( → Blz. 320)
Controlelampje PASSENGER
AIRBAG
*7, 9 ( → Blz. 49)
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 107 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM