230
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Voorkomen van storingen in het LTA-
systeem en onbedoeld uitgevoerde
handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het
lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan. Als onderdelen van
de wielophanging moeten worden ver-
vangen, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen op
de motorkap of de grille. Monteer ook
geen accessoires aan de voorzijde van
de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet wor-
den, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto
zijn rijstrook zou kunnen verlaten. Houd
om veilig te rijden de omgeving steeds
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om
de rijrichting van de auto te corrigeren en
vertrouw niet uitsluitend op de werking van
het systeem.
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( → Blz. 235) en de voorligger van rij-
strook wisselt. (Uw auto volgt mogelijk
de voorligger en wisselt ook van rij-
strook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( → Blz. 235) en de voorligger slingert.
(Mogelijk gaat uw auto dienovereen-
komstig ook slingeren en verlaat moge-
lijk de rijstrook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( → Blz. 235) en de voorligger zijn rij-
strook verlaat. (Uw auto volgt mogelijk
de voorligger en verlaat mogelijk de rij-
strook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( → Blz. 235) en de voorligger zeer dicht
op de rijstrookmarkering links/rechts
rijdt. (Uw auto volgt mogelijk de voorlig-
ger en verlaat mogelijk de rijstrook.)
●Er wordt gereden in een scherpe bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objecten
die onterecht kunnen worden aangezien
voor witte (gele) lijnen (vangrails, reflec-
terende palen, enz.).
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 230 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
231
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Er wordt met de auto gereden op een
plaats waar de weg zich splitst, wegen
samenkomen, enz.
●Vanwege wegwerkzaamheden bevin-
den zich asfaltreparatiemarkeringen,
witte (gele) lijnen, enz. op de weg.
●Er zijn schaduwen op de weg die paral-
lel lopen aan de witte (gele) lijnen of
deze bedekken.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals
voor een tolboom of kaartautomaat of
op een kruising.
●De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of
er zijn verhoogde rijstrookmarkeringen
of stenen aanwezig.
●De witte (gele) lijnen zijn niet of moeilijk
te zien door zand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
wegdek dat nat is door regen, plassen,
enz.
●De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze
mogelijk moeilijker te herkennen zijn
dan witte lijnen).
●De witte (gele) lijnen lopen over een
stoeprand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
helder oppervlak, zoals beton.
●Als de rand van de weg niet duidelijk of
niet recht is.
●Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid plotseling
verandert, zoals bij in- en uitgangen van
tunnels.
●Licht van de koplampen van een tegen-
ligger, de zon, enz. dringt de camera
binnen.
●Er wordt gereden op een helling.
●Er wordt gereden op een weg die naar
links of rechts helt of op een bochtige
weg.
●Er wordt gereden op een onverharde of
ongelijkmatige weg.
●De rijstrook is zeer smal of breed.
●De auto helt sterk over door het vervoe-
ren van zware bagage of door een
onjuiste bandenspanning.
●De afstand tot de voorligger is extreem
kort.
●De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden tij-
dens het rijden (slechte wegen of naden
in het wegdek).
●Wanneer u met uitgeschakelde koplam-
pen in een tunnel of in het donker rijdt of
wanneer een koplamp gedimd wordt
doordat het lampglas vuil of niet goed
uitgelijnd is.
●De auto heeft last van zijwind.
●De auto krijgt een windstoot door een
passerend voertuig op een naastgele-
gen rijstrook.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 231 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
348
Handleiding_Europa_M62060_nl
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Met behulp van de Toyota Multi-Opera-
tion Touch (→Blz. 354) kunnen voor de
onderstaande verlichting 8 verschil-
lende kleuren worden geselecteerd. Dit
kan echter niet afzonderlijk worden
gewijzigd.
Verlichting binnenportiergreep
Sfeerlampjes portierbekleding
Verlichting bekerhouders
Sfeerlampjes instrumentenpaneel
1 Selecteer .
2 Selecteer “Illumination colour” (kleur
verlichting).
3 Selecteer de gewenste kleur.
■Instapverlichting
De verlichting wordt automatisch in- en uitge-
schakeld, afhankelijk van de stand van het
contact, de aanwezighe id van de elektroni-
sche sleutel, het vergrendeld/ontgrendeld zijn
van de portieren en het geopend/gesloten
zijn van de portieren.
■Voorkomen dat de 12V-accu te ver ont-
laden raakt
Als de interieurverlichting blijft branden nadat
het contact UIT is gezet, gaat de verlichting
na 20 minuten automatisch uit.
■Wanneer de interieurverlichting of de
leeslampjes voor niet op de normale
wijze reageren
●Wanneer er water, vuil e.d. op het lamp-
glas zit
●Wanneer de verlichting met een natte hand
wordt bediend
●Als u handschoenen, enz. draagt
■De interieurverlichting kan automatisch
gaan branden als
Als een van de airbags wordt geactiveerd of
bij een harde aanrijding van achteren wordt de
interieurverlichting automatisch ingeschakeld.
De interieurverlichting wordt na 20 minuten
automatisch uitgeschakeld.
De interieurverlichting kan handmatig worden
uitgeschakeld. Om verdere aanrijdingen te
voorkomen verdient het echter aanbeveling
de verlichting te laten branden totdat de vei-
ligheid gegarandeerd is.
(De interieurverlichting worden mogelijk niet
automatisch ingeschakel d, afhankelijk van de
kracht en de omstandigheden van de aanrij-
ding.)
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 472)
Wijzigen van de kleur van de
verlichting (indien aanwezig)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingescha-
keld dan noodzakelijk is als het brandstof-
celsysteem is uitgeschakeld.
■Verwijderen van het lampglas
Verwijder nooit het lampglas van de inte-
rieurverlichting en de leeslampjes voor.
Anders kan de verlichting beschadigd
raken. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige wanneer een
lampglas verwijderd moet worden.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 348 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
368
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-1. Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de achterbumper
Als de lak van de achterbumper is geschil-
ferd of bekrast, werken de onderstaande
systemen mogelijk niet goed. Neem, als
dit gebeurt, contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●BSM (indien aanwezig)
●Automatisch knipperende alarmknipper-
lichten achter (indien aanwezig)
●RCTA (indien aanwezig)
●PKSB (indien aanwezig)
OPMERKING
■Aantasting van de lak en corrosie van
de carrosserie en onderdelen (licht-
metalen velgen, enz.) voorkomen
●Was de auto zo spoedig mogelijk:
• Na het rijden in een kustgebied
• Na het rijden over gepekelde wegen
• Als er zich teer of boomsappen op de lak bevinden
• Als er zich dode insecten, insecten- of vogelpoep op de lak bevinden
• Na het rijden in gebieden waar sprake is van veel rook, stof, ijzerdeeltjes of che-
mische stoffen
• Als de auto erg vuil is geworden van stof of modder
• Als er brandstof op de lak is gemorst
●Als de lak is geschilferd of bekrast, laat
deze dan direct herstellen.
●Verwijder vuil van de velgen en berg ze
op een droge plaats op om te voorkomen
dat de velgen tijdens de opslag gaan
corroderen.
■Schoonmaken van de verlichting aan
de buitenzijde
●Was deze met de nodige voorzichtig-
heid. Gebruik geen organische oplos-
middelen en borstel ze ook niet af met
een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen
beschadigen.
●Breng geen was aan op de lenzen.
Was kan het lampglas beschadigen.
■Bij het wassen van de auto in een
wasstraat
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand
OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in stand
AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in
werking treden waardoor de ruitenwisser-
bladen beschadigd kunnen raken.
■Bij het wassen van de auto
Verwijder de dop van de tank in de auto
niet en zorg dat er geen water over de tank
stroomt. Als er water in de tank terecht-
komt, kan er schade ontstaan.
■Reinigen met een hogedrukreiniger
●Stel de camera of de omgeving ervan
tijdens het wassen van de auto niet
bloot aan sterke waterstralen uit een
hogedrukreiniger. Door de kracht van de
waterstralen werkt het apparaat moge-
lijk niet goed meer.
●Spuit geen water rechtstreeks op de
radarsensor die achter het embleem is
aangebracht. Anders kan het systeem
beschadigd raken.
●Houd de sproeierkop uit de buurt van
hoezen (rubberen of kunststof afdekkin-
gen), stekkers of de volgende onderde-
len. Wanneer onderdelen in aanraking
komen met sterke waterstralen, kunnen
ze beschadigd raken.
• Brandstofcelpakket
• Aan tractie gerelateerde onderdelen
• Onderdelen stuurinrichting
• Onderdelen wielophanging
• Onderdelen remsysteem
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 368 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
410
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Controleer het vermogen van de
defecte lamp. (→Blz. 471)
Mistachterlicht
■Lampen die vervangen moeten
worden door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
Koplampen
Parkeerlichten voor
Dagrijverlichting
Richtingaanwijzers
Achterlichten
Remlichten
Achteruitrijlicht
Derde remlicht
■Ledlampen
Behalve het mistachterli cht zijn alle lampen
voorzien van een aantal leds. Laat een
defecte led vervangen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Condensvorming aan de binnenzijde
van het lampglas
Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde van
het koplampglas is normaal. Neem in de vol-
gende gevallen contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige voor meer informatie:
●Als er erg veel con dens aan de binnenzijde
van het koplampglas zit.
●Als de binnenzijde van de koplamp nat is
en blijft.
■Bij het vervangen van lampen
→ Blz. 409
Lampen
U kunt de onderstaande lampen
desgewenst zelf vervangen. Aan-
gezien de onderdelen beschadigd
zouden kunnen raken, raden wij u
aan om de vervanging te laten uit-
voeren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
Voorbereiden van het
vervangen van een lamp
Plaats lampen
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 410 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
411
7
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Mistachterlicht
1 Verwijder de 2 schroeven en trek
het lampglas naar de achterzijde
van de auto om het te verwijderen.
2 Verwijder de lampunit en draai de
lamphouder linksom.
3 Verwijder de lamp.
Draai de lamp linksom terwijl u de lamp
indrukt en verwijder hem.
4Plaats een nieuwe lamp.
Draai de lamp rechtsom terwijl u de lamp
indrukt en plaats hem.
5Draai de lampvoet rechtsom en zet
hem vast.
Breng de 4 nokken op de lamp in lijn met de
bevestiging en steek de lamp erin.
6Bevestig het lampglas en de lam-
punit en plaats de 2 schroeven.
Lampen vervangen
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 411 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
412
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
WAARSCHUWING
■Lampen vervangen
●Schakel de verlichting uit. Wacht na het
uitschakelen van de verlichting tot de
lampen zijn afgekoeld. De lampen kun-
nen erg heet worden en brandwonden
veroorzaken.
●Raak het glas van de lamp niet aan met
blote handen.
Als u het glas van de lamp toch moet
vastpakken, gebruik daarvoor dan een
schone droge doek, om te voorkomen
dat er vocht of olie op de lamp komt. Als
de lamp een kras heeft of is gevallen,
kan deze defect raken of breken.
●Zorg ervoor dat de lamp en de borgclips
goed vastzitten. Anders kan de lamp
door oververhitting beschadigd raken,
kan brand ontstaan of kan water binnen-
dringen in de lichtunit. Hierdoor kan de
lamp beschadigd raken en kan con-
densvorming in het lampglas optreden.
■Voorkomen van schade en brand
Controleer of de lampen en borgclips goed
vastzitten.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 412 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM