3
Handleiding_Europa_M62060_nl
INHOUDSOPGAVE
1
6 5
4
3
2
7
8
9
5-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................... 170
Lading en bagage .................... 176
Rijden met een aanhangwagen ...................... 177
5-2. Rijprocedures Startknop.................................. 178
Schakelstand ........................... 183
Richtingaanwijzerschakelaar ... 188
Parkeerrem .............................. 189
Brake Hold ............................... 192
ASC (Active Sound Control) .... 194
Uitstoot van water (toets H
2O) ............................ 195
5-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar ........................ 196
AHS (Adaptive High Beam-systeem) .... .................198
AHB (Automatic High Beam) ... 202
Mistachterlicht .......................... 205
Ruitenwissers en -sproeiers..... 206
5-4. Tanken Openen van de tankdopklep .... 2105-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ................ 213
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .... .................218
LTA (Lane Tracing Assist)......... 229
RSA (Road Sign Assist) ........... 239
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik ...................... 244
BSM (Blind Spot Monitor)......... 257
Toyota Parking Assist-sensor ... 262
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)............................ 271
RCD (Rear Camera Detection) .............................. 277
PKSB (Parking Support Brake) .................................... 280
Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten)..... 285
Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden) ................. 287
Parking Support Brake-functie (voor voetgangers die
achterlangs lopen) ................. 289
Toyota Teammate Advanced Park ....................................... 291
Rijmodusselectieschakelaar..... 319
SNOW-modus .......................... 320
Ondersteunende systemen ...... 321
5-6. Rijtips Rijden in de winter.................... 328
5Rijden
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 3 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
105
3
Handleiding_Europa_M62060_nl
3-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Waarschuwingslampjes informeren de
bestuurder over storingen in de aange-
geven systemen van de auto.
*1: Deze lampjes gaan branden als het con-tact AAN wordt gezet om aan te geven
dat er een systeemcontrole wordt uitge-
voerd. Ze gaan uit nadat het brandstof-
celsysteem is ingeschakeld of na enkele
seconden. Er kan een storing in een sys-
Waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampje
waterstoflekkage*1 (→ Blz. 423)
(Rood) Waarschuwingslampje
remsysteem
*1 (
→ Blz. 423)
(Geel) Waarschuwingslampje
remsysteem
*1 (
→ Blz. 424)
(Rood) Waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur
*2
( → Blz. 424)
Waarschuwingslampje overver-
hitting brandstofcelsysteem
*3
( → Blz. 424)
Laadstroomcontrolelampje
*3
( → Blz. 424)
Waarschuwingslampje SRS
*1
( → Blz. 425)
Waarschuwingslampje actieve
motorkap
*1 ( → Blz. 425)
Waarschuwingslampje ABS
*1
( → Blz. 425)
(Rood) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1
( → Blz. 426)
(Geel) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1
( → Blz. 426)
(Knippert
of brandt) Waarschuwingslampje PCS
*1
( → Blz. 426)
(Oranje) Controlelampje LTA
*2
( → Blz. 426)
(Knippert) Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*4 (indien
aanwezig) ( →Blz. 427)
(Knippert) Controlelampje PKSB OFF
*1
(indien aanwezig) ( →Blz. 427)
(Knippert) Controlelampje RCTA OFF
*1
(indien aanwezig) ( →Blz. 427)
(Knippert) Controlelampje RCD OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 428)
Controlelampje Traction
Control
*1 ( → Blz. 428)
Waarschuwingslampje onjuiste
bediening pedaal
*3 ( → Blz. 429)
(Knippert) Controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking
*1 (
→ Blz. 429)
(Knippert) Waarschuwingslampje
parkeerrem (
→Blz. 429)
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning
*1 ( → Blz. 430)
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau
*2 ( → Blz. 430)
Controlelampje bestuurders-
en voorpassagiersgordel
( → Blz. 430)
Controlelampjes achterpassa-
giersgordels
*2 ( → Blz. 431)
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 105 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
106
Handleiding_Europa_M62060_nl
3-1. Instrumentenpaneel
teem aanwezig zijn als het lampje niet
gaat branden of uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie- display.
*3: Dit lampje brandt op het multi-informatie-
display en er wordt een melding weerge-
geven.
*4: Het controlelampje Toyota Parking Assist- sensor OFF gaat branden wanneer het
contact AAN wordt gezet, terwijl de
Toyota Parking Assist -sensor is ingescha-
keld. Het gaat na enkele seconden uit.
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende syst emen van de auto.
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van ee n veiligheidssysteem,
zoals het waarschuwingslampje ABS of
SRS, niet gaat branden als u het brandstof-
celsysteem start, kan dat betekenen dat
deze systemen niet beschikbaar zijn om u
te beschermen in geval van een ongeval,
waardoor ernstig letsel zou kunnen ont-
staan. Laat, als dit gebeurt, de auto onmid-
dellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Controlelampjes
Controlelampje richtingaan-
wijzers ( →Blz. 188)
Controlelampje achterlicht
( → Blz. 196)
Controlelampje grootlicht
( → Blz. 197)
Controlelampje AHS (indien
aanwezig) ( →Blz. 199)
Controlelampje AHB (indien
aanwezig) ( →Blz. 202)
(Blauw) Controlelampje lage koelvloei-
stoftemperatuur
*1, 2
Controlelampje mistachterlicht
(
→ Blz. 205)
Controlelampje Smart
entry-systeem met startknop
*3
( → Blz. 178)
Controlelampje cruise control
*2
( → Blz. 244)
Controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control
*2 ( → Blz. 244)
Controlelampje cruise control
SET
*2 ( → Blz. 244)
(
*4) Controlelampje LTA
*2
( → Blz. 219, 235)
Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*5, 6 (indien
aanwezig) ( →Blz. 263)
Controlelampje PKSB OFF
*5, 7
(indien aanwezig) ( →Blz. 281)
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 106 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
107
3
Handleiding_Europa_M62060_nl
3-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
*1: Geeft aan dat de koelvloeistoftempera-tuur laag is.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-
display.
*3: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display en er wordt een melding weerge-
geven.
*4: Afhankelijk van de bedr ijfscondities wijzi-
gen de kleur en de status (branden/knip-
peren) van het controlelampje.
*5: Het lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
*6: Het controlelampje Toyota Parking Assist- sensor OFF gaat branden wanneer het
contact AAN wordt gezet, terwijl de
Toyota Parking Assist -sensor is ingescha-
keld. Het gaat na enkele seconden uit.
*7: Deze lampjes gaan branden als het con-
tact AAN wordt gezet om aan te geven
dat er een systeemcontrole wordt uitge-
voerd. Ze gaan uit nadat het brandstof-
celsysteem is ingeschakeld of na enkele
seconden. Er kan een storing in een sys-
teem aanwezig zijn als de lampjes niet
gaan branden of niet uitgaan. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*8: Dit lampje gaat branden in de buiten-spiegels.
*9: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
*10: Wanneer de buitentemperatuur onge- veer 3°C of lager is, gaat het controle-
lampje gedurende 10 seconden knippe-
ren en blijft daarna branden.
(Knippert)
Controlelampje Traction
Control
*7 (
→ Blz. 322)
Controlelampje VSC OFF
*5, 7
( → Blz. 323)
Waarschuwingslampje PCS
*5, 7
( → Blz. 222)
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels
*7, 8 (indien aanwezig)
( → Blz. 257, 272)
Controlelampje BSM OFF
*5, 7
(indien aanwezig) ( →Blz. 257)
Controlelampje RCTA OFF
*5, 7
(indien aanwezig) ( →Blz. 272)
Controlelampje RCD OFF
*2, 5, 7
(indien aanwezig) ( →Blz. 278)
Controlelampje stand-bystand
Brake Hold-systeem
*7
( → Blz. 192)
Controlelampje Brake Hold-
systeem
*7 ( → Blz. 192)
Controlelampje antidiefstal-
systeem
*9 ( → Blz. 77, 79)
Controlelampje READY
( → Blz. 178)
Controlelampje lage buiten-
temperatuur
*2, 10 ( → Blz. 109)
Waarschuwingslampje
parkeerrem ( →Blz. 189)
Controlelampje Br-modus
*2
( → Blz. 184)
Controlelampje ECO-rijmodus*2
(
→Blz. 319)
Controlelampje SPORT-modus
*2
(
→Blz. 319)
Controlelampje SNOW-modus*2
( → Blz. 320)
Controlelampje PASSENGER
AIRBAG
*7, 9 ( → Blz. 49)
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 107 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
123
3
Handleiding_Europa_M62060_nl
3-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Hiermee wordt de status van de vol-
gende systemen weergegeven:
LTA (Lane Tracing Assist)
(→Blz. 229)
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik ( →Blz. 244)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de desbe-
treffende systemen voor meer informatie.
Pop-updisplays voor de onderstaande
systemen worden indien nodig weerge-
geven.
■Ondersteunende systemen
Geeft een waarschuwing/melding/tip of
de bedrijfsstatus van een relevant sys-
teem weer.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(→Blz. 218)
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 285)
Brake Override-systeem
(→Blz. 171)
Wegrijregeling ( →Blz. 175)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de desbe-
treffende systemen voor meer informatie.
■Iconen /
Deze iconen zijn gekoppeld aan het
multi-informatiedisplay
: Centrale waarschuwingsicoon
Wordt weergegeven als op het multi-infor-
matiedisplay een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven. ( →Blz. 433)
: Informatie-icoon
Wordt weergegeven als op het multi-infor-
matiedisplay een pop-updisplay met een
suggestie ( →Blz. 119) of tip wordt weerge-
geven.
■Waarschuwingsmelding
Sommige waarschuwingsmeldingen
worden indien nodig weergegeven,
overeenkomstig bepaalde voorwaarden.
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display.
■Status bediening audiosysteem
Wordt weergegeven wanneer de bedie-
ningstoetsen voor het audiosysteem op
het stuurwiel worden bediend.
■Status handsfree-systeem
Wordt weergegeven als het handsfree-
systeem wordt bediend.
■Wanneer er een pop-updisplay wordt
weergegeven
Wanneer er een pop-updisplay wordt weer-
gegeven, wordt het actuele display mogelijk
niet langer weergegeven. In dat geval keert
het display terug zodra het pop-updisplay is
verdwenen.
Displayzone ondersteunend
systeem
Pop-updisplay
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 123 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
5
169
Handleiding_Europa_M62060_nl
5
Rijden
Rijden
5-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 170
Lading en bagage .................. 176
Rijden met een aanhangwagen................... 177
5-2. Rijprocedures Startknop ............................... 178
Schakelstand ......................... 183
Richtingaanwijzerschakelaar ..188
Parkeerrem ............................ 189
Brake Hold ............................. 192
ASC (Active Sound Control) .. 194
Uitstoot van water (toets H
2O) .......................... 195
5-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 196
AHS (Adaptive High Beam-systeem) ................... 198
AHB (Automatic High Beam) ......................... 202
Mistachterlicht........................ 205
Ruitenwissers en -sproeiers ...206
5-4. Tanken Openen van de tankdopklep.. 2105-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense .............. 213
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . ..................218
LTA (Lane Tracing Assist)....... 229
RSA (Road Sign Assist) ......... 239
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik .................... 244
BSM (Blind Spot Monitor)....... 257
Toyota Parking Assist-sensor ....................... 262
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert).......................... 271
RCD (Rear Camera Detection) ............................ 277
PKSB (Parking Support Brake)..................... 280
Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten)... 285
Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden) ............... 287
Parking Support Brake-functie (voor voetgangers die
achterlangs lopen) ............... 289
Toyota Teammate Advanced Park .................... 291
Rijmodusselectieschakelaar... 319
SNOW-modus ........................ 320
Ondersteunende systemen .... 321
5-6. Rijtips Rijden in de winter.................. 328
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 169 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
170
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-1. Voordat u gaat rijden
5-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van het brandstofcel-
systeem
→Blz. 178
■Rijden
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
Controleer of de positie-indicator D aan-
geeft.
2Deactiveer de parkeerrem wanneer
deze is geactiveerd. ( →Blz. 189)
Als de parkeerrem in de automatische
modus staat, wordt de parkeerrem automa-
tisch gedeactiveerd wanneer de selectiehen-
del in een andere stand dan P wordt gezet.
(→ Blz. 189)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
1 Trap het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat,
zet dan de selectiehendel in stand P.
(→ Blz. 184)
■Parkeren van de auto
1 Trap het rempedaal in om de auto
volledig tot stilstand te brengen.
2 Activeer de parkeerrem wanneer
deze is gedeactiveerd. ( →Blz. 189)
3 Zet de selectiehendel in stand P.
(→Blz. 184)
Controleer of de schakelstandindicator P
aangeeft en of het waarschuwingslampje
parkeerrem brandt.
4 Druk op de startknop om het brand-
stofcelsysteem uit te schakelen.
5 Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
6 Vergrendel de portieren nadat u
hebt gecontroleerd of u de elektroni-
sche sleutel bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
■Wegrijden op een steile helling
omhoog
1 Trap het rempedaal stevig in en zet
de selectiehendel in stand D.
De Hill Start Assist Control wordt geacti-
veerd.
2Activeer de parkeerrem.
(→Blz. 189)
3 Laat het rempedaal opkomen en
trap langzaam het gaspedaal in om
de auto in beweging te brengen.
4 Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 189)
■Rijden met een gunstig brandstof-
verbruik
Houd er rekening mee dat brandstofcelauto's
vergelijkbaar zijn me t conventionele auto's en
dat het belangrijk is dat u niet plotseling acce-
lereert, enz. ( →Blz. 100)
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 170 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
254
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschakelen/
uitschakelen via op het multi-infor-
matiedisplay.
Wanneer de Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign Assist in wer-
king is en u bergaf rijdt, overschrijdt de
rijsnelheid mogelijk de ingestelde snel-
heid.
In dit geval wordt de weergegeven
ingestelde rijsnelheid verlicht en klinkt
er een zoemer om de bestuurder te
waarschuwen.
■De Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik kan worden
gebruikt als
●Schakelstand D is geselecteerd.
●De gewenste snelheid kan worden inge-
steld wanneer de rijsnelheid ongeveer 30
km/h of hoger is.
(Als de snelheid echter wordt ingesteld ter-
wijl de rijsnelheid lager is dan ongeveer 30
km/h, wordt de snelheid ingesteld op onge-
veer 30 km/h.)
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na
het accelereren gaat de auto weer rijden met
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakeld, neemt de rijsnelheid
echter mogelijk af tot onder de ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger
gehandhaafd blijft.
■Als de auto stopt tijdens rijden met de
volgregeling
●Door op de schakelaar +RES te drukken
terwijl de voorligger stopt, wordt, als de
voorligger begint te rijden, binnen onge-
veer 3 seconden nadat op de schakelaar is
gedrukt het rijden met de volgregeling her-
vat.
●Als de voorligger binnen 3 seconden nadat
uw auto is gestopt begint te rijden, wordt
het rijden met de volgregeling hervat.
■Automatisch uitschakelen van de
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat
hij ergens door bedekt is.
●Wanneer de remregeling of de begren-
zingsregeling voor het vermogen van een
ondersteunend systeem in werking is. (Bij-
voorbeeld: Pre-Crash Safety-systeem,
wegrijregeling)
●De parkeerrem is geactiveerd.
●De auto wordt door het systeem stilgezet
op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilgezet,
wordt het volgen van de voorligger in de
volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgor- del.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto staat langer dan 3 minuten stil.
●Als de functie Br-modus is geselecteerd.
Als de afstandsregelmodus om een andere
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelhei dsregelmodus wordt
automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
Inschakelen/uitschakelen
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 254 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM