
190
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-2. Rijprocedures
■Schakelt de automatische modus 
uit
Houd bij stilstaande auto de parkeer-
remschakelaar ingedrukt totdat een 
melding wordt weergegeven op het 
multi-informatiedisplay
“EPB Shift Interlock Function Deac-
tivated” (schakelbl okkeringsfunctie 
EPB gedeactiveerd)
Bedien de selectiehendel en schake-
laar stand P terwijl de auto stilstaat en u 
het rempedaal intrapt.
■Werking van parkeerrem
●Als het contact niet AAN staat, kunt u de 
parkeerrem niet met de schakelaar deacti-
veren.
●Als het contact niet AAN staat, is de auto-
matische stand (automatische activering 
en deactivering) niet beschikbaar.
■Functie automatisch deactiveren par-
keerrem
●Als de selectiehendel uit stand P wordt 
gezet, wordt de parkeerrem gedeactiveerd 
in de automatische modus.
●Als aan de volgende voorwaarden wordt 
voldaan in de handmatige modus kan de 
parkeerrem worden gedeactiveerd door 
het gaspedaal in te trappen.
• Het bestuurdersportier is gesloten
• De bestuurder draagt de veiligheidsgordel
• Schakelstand D of P is geselecteerd
■Als “Parking Brake Temporarily 
Unavailable” (parkeerrem tijdelijk niet 
beschikbaar) wordt weergegeven op het 
multi-informatiedisplay
Als de parkeerrem herhaaldelijk gedurende 
korte tijd bediend wordt, zal het systeem de 
werking beperken om oververhitting te voor-
komen. Gebruik de parkeerrem niet als dit 
gebeurt. Na ongeveer 1 minuut zal de wer-
king weer normaal zijn.
■Als “Parking Brake Unavailable” (par-
keerrem niet beschikbaar) wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay
Bedien de parkeerremschakelaar. Als de 
melding niet verdwijnt nadat de schakelaar 
een aantal keer is bediend, zit er mogelijk 
een storing in het systeem. Laat de auto 
nakijken door een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Geluid parkeerrem
Wanneer de parkeerrem geactiveerd is, kan 
het geluid van een elektromotor (zoemend 
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt 
niet op een storing.
■Werking van parkeerrem
●Afhankelijk van de stand van het contact 
gaat het waarschuwingslampje parkeer-
rem branden en blijft het branden zoals 
hieronder beschreven: 
AAN: Brandt totdat de parkeerrem wordt 
gedeactiveerd.
Niet AAN: Blijft gedurende ongeveer 15 
seconden branden.
●Wanneer het contact UIT wordt gezet en 
de parkeerrem geactiveerd is, zal het 
waarschuwingslampje van de parkeerrem 
gedurende ongeveer 15 seconden gaan 
branden. Dit is normaal en duidt niet op 
een storing.
■Bij een storing in de parkeerremschake-
laar
De automatische modus (automatisch active-
ren en deactiveren parkeerrem) wordt auto-
matisch ingeschakeld.
■Parkeren van de auto
→ Blz. 170
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 190  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

191
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
■Waarschuwingszoemer geactiveerde 
parkeerrem
De zoemer klinkt als er met de auto wordt 
gereden terwijl de parkeerrem is geactiveerd. 
“Parking Brake ON” (parkeerrem geacti-
veerd) wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay. (terwijl een rijsnelheid van 5 
km/h is bereikt)
■Als het waarschuwingslampje van het 
remsysteem gaat branden
→ Blz. 429
■Gebruik in de winter
→ Blz. 328
WAARSCHUWING
■Bij het parkeren
Laat een kind niet alleen in de auto achter. 
De parkeerrem kan onbedoeld worden 
gedeactiveerd en er bestaat het gevaar dat 
de auto in beweging komt. Dit kan leiden tot 
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Activeer de parkeerrem en zet de selectie-
hendel in stand P voordat u de auto ver-
laat en controleer of de auto niet beweegt.
■Wanneer een storing in het systeem 
optreedt
Breng de auto op een veilige plaats tot 
stilstand en controleer de waarschuwings-
meldingen.
■Wanneer de parkeerrem niet gedeac-
tiveerd kan worden door een storing
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is 
geactiveerd, kunnen de onderdelen van 
het remsysteem oververhit raken, waar-
door de remprestaties in negatieve zin 
kunnen worden beïnvloed en de onderde-
len van het remsysteem sneller slijten.
Laat, als dit gebeurt, de auto onmiddellijk 
nakijken door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 191  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

192
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-2. Rijprocedures
Activeert het Brake Hold-systeem
Het controlelampje voor de stand-bystand 
van het Brake Hold-systeem (groen)   
gaat branden. Als het systeem de remmen 
vasthoudt, gaat het controlelampje Brake 
Hold-systeem in werking (geel)   branden.
■Voorwaarden voor werking Brake Hold-
systeem
Het Brake Hold-systeem kan onder de vol-
gende omstandigheden niet geactiveerd wor-
den:
●Het bestuurdersportier is niet gesloten.
●De bestuurder draagt geen veiligheids-
gordel.
●De parkeerrem is geactiveerd. Als onder een van de bovenstaande omstan-
digheden het Brake Hold-systeem is inge-
schakeld, wordt het systeem uitgeschakeld 
en gaat het controlelampje voor de stand-
bystand van het Brake Hold-systeem uit. 
Wanneer een van deze omstandigheden zich 
voordoet terwijl het systeem de remmen vast-
houdt, klinkt een waarschuwingszoemer en 
wordt een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay. De parkeerrem wordt 
dan automatisch geactiveerd.
■Brake Hold-functie
●Nadat het systeem ongeveer 3 minuten de 
remmen heeft vastgehouden en het rem-
pedaal niet ingetrapt wordt, wordt automa-
tisch de parkeerrem geactiveerd. In dat 
geval klinkt een zoemer en verschijnt er 
een waarschuwingsmelding op het multi-
informatiedisplay.
●Trap het rempedaal krachtig in en druk 
opnieuw op de schakelaar om het systeem 
te deactiveren.
●De Brake Hold-functie kan de auto moge-
lijk niet stilhouden op een steile helling. In 
deze situatie kan het nodig zijn dat de 
bestuurder zelf het rempedaal ingetrapt 
houdt. Er klinkt een waarschuwingszoemer 
en het multi-informatiedisplay zal de 
bestuurder over de situatie informeren. 
Lees de op het multi-informatiedisplay 
weergegeven waarschuwingsmelding en 
volg de aanwijzingen op.
■Wanneer de parkeerrem automatisch 
geactiveerd wordt terwijl het systeem 
de remmen vasthoudt
Voer een van de volgende handelingen uit 
om de parkeerrem te deactiveren.
●Trap het gaspedaal in. (De parkeerrem zal 
niet automatisch gedeactiveerd worden als 
de veiligheidsgordel niet is vastgemaakt.)
●Bedien de parkeerremschakelaar terwijl u 
het rempedaal intrapt.
Controleer of het waarschuwingslampje van 
de parkeerrem uitgaat. ( →Blz. 189)
Brake Hold
Het Brake Hold-systeem houdt na 
activering de remmen vast wan-
neer de selectiehendel in stand D of 
N staat en het rempedaal ingetrapt 
werd om de auto tot stilstand te 
brengen. Het systeem laat de rem 
los wanneer het gaspedaal 
ingetrapt wordt terwijl de 
selectiehendel in stand D staat om 
zo voor soepel wegrijden te zorgen.
Inschakelen van het systeem
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 192  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

193
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
■Wanneer een controle door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige nodig is
Als het controlelampje stand-bystand Brake 
Hold-systeem (groen) niet brandt terwijl de 
Brake Hold-schakelaar wordt ingedrukt en 
aan de werkingsvoorwaarden van het Brake 
Hold-systeem is voldaan, is het systeem 
mogelijk defect. Laat de auto nakijken door 
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Brake Hold Malfunction Press 
Brake to Deactivate Visit Your Dealer” 
(Storing in Brake Hold-functie. Trap 
rempedaal in om te deactiveren. Ga 
naar uw dealer) of “Brake Hold Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Brake 
Hold-functie. Ga naar uw dealer) op het 
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te 
geven of om de bestuurder te informeren dat 
hij extra moet opletten. Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzingen op.
■Als het controlelampje Brake Hold-
systeem in werking knippert
→ Blz. 429
WAARSCHUWING
■Als de auto op een steile helling staat
Wees voorzichtig wanneer u het Brake 
Hold-systeem gebruikt op een steile helling. 
De Brake Hold-functie kan de auto in een 
dergelijke situatie mogelijk niet stilhouden.
■Wanneer u stilhoudt op een glad 
wegdek
Het systeem kan de auto niet stilhouden 
wanneer de banden hun grip hebben ver-
loren. Gebruik het systeem niet wanneer u 
stilhoudt op een glad wegdek.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Het Brake Hold-systeem is niet ontworpen 
voor langdurig gebruik bij het parkeren van 
de auto. Als u het contact UIT zet terwijl 
het systeem de remmen vasthoudt, wor-
den de remmen mogelijk gelost, waardoor 
de auto in beweging komt. Trap het rem-
pedaal in, zet de selectiehendel in stand P 
en activeer de parkeerrem wanneer u de 
startknop bedient.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 193  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

218
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Het systeem kan de volgende zaken 
signaleren (de waarneembare zaken 
verschillen afhankelijk van de functie):
Voertuigen
 Fietsers
 Voetgangers
■Pre-Crash-waarschuwing
Wanneer het systeem oordeelt dat een 
frontale aanrijding waarschijnlijk is, klinkt 
er een zoemer en wordt er een waar-
schuwingsmelding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay om de bestuur-
der aan te sporen om uit te wijken.
BRAKE! (REMMEN!)
■Pre-Crash Brake Assist
Wanneer het systeem oordeelt dat een 
aanrijding aan de voorzijde waarschijn-
lijk is, past het een grotere remkracht 
toe in relatie tot de kracht waarmee het 
rempedaal wordt ingetrapt.
■Pre-Crash Brake-functie
Wanneer het systeem oordeelt dat de 
kans op een frontale aanrijding zeer 
groot is, worden de remmen automa-
tisch bekrachtigd om te helpen een 
aanrijding te voorkomen of de snelheid 
van de aanrijding te verlagen.
PCS (Pre-Crash 
Safety-systeem)
Het Pre-Crash Safety-systeem 
maakt gebruik van een radarsen-
sor en een camera voor om objec-
ten ( →Blz. 218) vóór de auto te 
signaleren. Wanneer het systeem 
oordeelt dat de kans op een fron-
tale aanrijding met een object 
groot is, wordt een waarschuwing 
geactiveerd om de bestuurder aan 
te sporen om uit te wijken en 
wordt de potentiële remdruk ver-
hoogd om de bestuurder te helpen 
een aanrijding te voorkomen. 
Wanneer het systeem oordeelt dat 
de kans op een frontale aanrijding 
met een object zeer groot is, wor-
den de remmen automatisch 
bekrachtigd om te helpen een aan-
rijding te voorkomen of om de 
impact van een aanrijding te hel-
pen verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan 
worden in-/uitgeschakeld en het 
waarschuwingstijdstip kan worden 
gewijzigd. ( →Blz. 222)
Signaleerbare objecten
Systeemfuncties
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 218  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

219
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Emergency Steering Assist
Wanneer het systeem oordeelt dat een 
frontale aanrijding zeer waarschijnlijk 
is, de auto voldoende ruimte heeft op 
zijn rijstrook en de bestuurder bezig is 
een uitwijk- of stuurmanoeuvre uit te 
voeren, helpt de Emergency Steering 
Assist bij het sturen. Op die manier 
wordt gezorgd voor een betere voer-
tuigstabiliteit en wordt er voorkomen 
dat de rijstrook wordt verlaten. Tijdens 
de werking brandt het controlelampje 
groen.
■Assistentie bij het rechts/links 
afslaan op een kruispunt
Wanneer het systeem in de onder-
staande situaties oordeelt dat een aan-
rijding zeer waarschijnlijk is, geeft het 
een Pre-Crash-waarschuwing en wordt 
indien nodig de Pre-Crash Brake-func-
tie uitgevoerd.
Afhankelijk van hoe het kruispunt eruit 
ziet, is assistentie wellicht niet mogelijk.
 Wanneer u rechts/links afslaat op 
een kruispunt en het pad van een 
tegenligger kruist 
Wanneer u rechts/links afslaat, er 
vóór u een voetganger wordt gesig-
naleerd en het systeem inschat dat 
deze uw pad zal kruisen (fietsers 
worden niet gesignaleerd).
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Pre-Crash 
Safety-systeem
●De bestuurder is zelf verantwoordelijk 
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig 
en houd rekening met de omgeving.
Gebruik het Pre-Crash Safety-systeem 
nooit in plaats van normaal remmen. Dit 
systeem voorkomt niet in alle gevallen 
een aanrijding en vermindert ook niet 
altijd de schade of het letsel bij de aan-
rijding. Vertrouw niet uitsluitend op dit 
systeem. Als u dat wel doet, kan dat lei-
den tot een ongeval, met ernstig letsel 
tot gevolg.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 219  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

220
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Hoewel dit systeem is ontworpen om 
aanrijdingen te helpen voorkomen of de 
impact van een aanrijding te helpen ver-
minderen, is het effect afhankelijk van 
allerlei omstandigheden. Hierdoor 
bereikt het systeem mogelijk niet altijd 
hetzelfde prestatieniveau.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen 
aandachtig door. Vertrouw niet blinde-
lings op dit systeem en rijd altijd voor-
zichtig.
• Omstandigheden waaronder het sys- teem mogelijk werkt, zelfs als er geen 
kans op een aanrijding is:  →Blz. 225
• Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk niet juist werkt: →Blz. 226
●Probeer niet zelf de werking van het 
Pre-Crash Safety-systeem te testen.
Afhankelijk van de objecten die voor het 
testen worden gebruikt (dummy's, kar-
tonnen imitaties van signaleerbare 
objecten, enz.) werkt het systeem 
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden 
tot een ongeval.
■Pre-Crash Brake-functie
●Als de Pre-Crash Brake-functie in wer-
king is, wordt er veel remkracht toege-
past.
●Als de auto wordt stilgezet door de wer-
king van de Pre-Crash Brake-functie, 
wordt de werking van de functie na 
ongeveer 2 seconden uitgeschakeld. 
Trap indien nodig het rempedaal in.
●De Pre-Crash Brake-functie werkt 
mogelijk niet, afhankelijk van de bedie-
ning van de auto door de bestuurder. 
Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt 
of het stuurwiel wordt gedraaid, oordeelt 
het systeem mogelijk dat de bestuurder 
een uitwijkactie uitvoert en werkt het 
Pre-Crash Brake-systeem mogelijk niet.
●Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem is 
ingeschakeld, wordt in sommige geval-
len de werking ervan mogelijk uitge-
schakeld, wanneer het gaspedaal diep 
wordt ingetrapt of het stuurwiel wordt 
gedraaid en het systeem oordeelt dat de 
bestuurder een uitwijkactie uitvoert.
●Als het rempedaal wordt ingetrapt, oor-
deelt het systeem mogelijk dat de 
bestuurder een uitwijkactie uitvoert en 
stelt het mogelijk het werkingstijdstip 
van de Pre-Crash Brake-functie uit.
■Emergency Steering Assist
●De werking van de Emergency Steering 
Assist wordt uitgeschakeld wanneer het 
systeem vaststelt dat is voorkomen dat 
de rijstrook is verlaten.
●In de volgende gevallen werkt Emer-
gency Steering Assist  mogelijk niet of 
wordt het mogelijk uitgeschakeld, aan-
gezien het systeem mogelijk vaststelt 
dat de bestuurder handelend optreedt.
• Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt,  er een ruk aan het stuurwiel wordt gege-
ven, het rempedaal wordt ingetrapt of de 
richtingaanwijzerschakelaar wordt 
bediend. In dit geval stelt het systeem 
mogelijk vast dat de bestuurder een uit-
wijkmanoeuvre uitvoert en werkt de 
Emergency Steering Assist mogelijk niet.
• Terwijl de Emergency Steering Assist in werking is, wordt in sommige gevallen 
de werking ervan mogelijk uitgescha-
keld wanneer het gaspedaal diep wordt 
ingetrapt, er een ruk aan het stuurwiel 
wordt gegeven of het rempedaal wordt 
ingetrapt en het systeem oordeelt dat de 
bestuurder een uitwijkmanoeuvre uit-
voert.
• Wanneer de Emergency Steering Assist  in werking is en het stuurwiel stevig 
wordt vastgehouden of de andere kant 
op wordt gedraaid dan die waarin het 
systeem koppel genereert, wordt de 
functie mogelijk uitgeschakeld.
■Wanneer moet het Pre-Crash Safety-
systeem worden uitgeschakeld
Schakel in de volgende situaties het sys-
teem uit, omdat het mogelijk niet juist 
werkt, hetgeen kan leiden tot een ongeval 
waarbij ernstig letsel kan ontstaan:
●Als de auto wordt gesleept
●Bij het slepen van een andere auto
●Bij het vervoeren van de auto op een 
vrachtwagen, boot, trein of vergelijkbaar 
transportmiddel
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 220  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

223
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Werkingsvoorwaarden voor elke Pre-Crash Safety-functie
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt ingeschakeld en het systeem oordeelt dat de kans op een 
frontale aanrijding met een obstakel groot is.
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet:
• Als een accupool is losgenomen en weer aangesloten en er vervolgens gedurende een  bepaalde tijd niet met de auto is gereden
• Als de selectiehendel in stand R staat
• Als het controlelampje VSC OFF brandt (all een de Pre-Crash-waarschuwingsfunctie werkt)
Hieronder staan de snelheden vermeld waarbij el ke functie werkt en de omstandigheden waar-
onder de werking wordt geannuleerd.
●Pre-Crash-waarschuwing
Wanneer de Pre-Crash-waarschuwingsfunctie in werking is en het stuurwiel stevig of plotseling 
wordt gedraaid, wordt de func tie mogelijk uitgeschakeld.
●Pre-Crash Brake Assist
●Pre-Crash Brake-systeem
Als zich een van de volgende situaties voordoet terw ijl het Pre-Crash Brake-systeem in werking 
is, wordt dit systeem uitgeschakeld:
• Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
• Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling gedraaid.
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw 
auto en het object
Voorliggers en stilstaande 
voertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
TegenliggersOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 20 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw 
auto en het object
Voorliggers en stilstaande 
voertuigenOngeveer 30 - 180 km/hOngeveer 30 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 30 - 80 km/hOngeveer 30 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
Voorliggers en stilstaande 
voertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
TegenliggersOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 20 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 223  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM