
313
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als de werking is uitgeschakeld
MeldingConditie/corrige-rende maatregel
“Door is open” 
(portier is open)
Er werd een portier 
geopend terwijl het 
parkeren werd bege-
leid
→ Sluit het portier en 
schakel Advanced 
Park nogmaals in.
“Seatbelt is unfaste-
ned” (veiligheidsgor-
del is losgemaakt)
De bestuurdersgor-
del werd losgemaakt 
terwijl het parkeren 
werd begeleid
→ Maak de bestuur-
dersgordel vast en 
schakel Advanced 
Park weer in.
“Parking brake is 
applied” (parkeerrem 
is geactiveerd)
De parkeerrem was 
geactiveerd terwijl 
het parkeren werd 
begeleid
→ Deactiveer de par-
keerrem en schakel 
Advanced Park weer 
in.
“Unavailable. Obsta-
cle nearby.” 
(niet beschikbaar, 
obstakel dichtbij)
Er verscheen een 
object in de rijrich-
ting van de auto
→ Verplaats het 
object of gebruik 
Advanced Park op 
een locatie zonder 
obstakels
“Advanced Park 
malfunction. Press 
brake pedal.” (sto-
ring Advanced  Park, 
trap rempedaal in)
Er is mogelijk een 
storing aanwezig in 
Advanced Park
→ Trap het rempe-
daal in en breng de 
auto op een veilige 
plaats tot stilstand.
“Cannot control 
speed” (kan snelheid 
niet regelen)
Advanced Park werd 
gebruikt op een hel-
ling of op een locatie 
met hoogteverschil-
len en de rijsnelheid 
kan niet meer onder 
controle gehouden 
worden
→ Gebruik Advanced 
Park op een locatie 
met een horizontale 
ondergrond.
“Operation timed out” 
(tijd werking verstre-
ken)
Er is een bepaalde 
tijd verstreken sinds 
de begeleiding is 
gestart
→ Voer de handeling 
opnieuw uit vanaf het 
begin.
“Side mirrors are 
retracted” 
(buitenspiegels zijn 
ingeklapt)
De buitenspiegels 
waren ingeklapt ter-
wijl het parkeren 
werd begeleid
→ Klap de buitenspie-
gels uit en selecteer 
vervolgens de toets 
“Start” om de bege-
leiding weer te star-
ten.
“Press brake pedal 
firmly” (trap rempe-
daal stevig in)
De begeleiding kan 
niet worden uitge-
schakeld als het rem-
pedaal niet stevig 
wordt ingetrapt.
→ Houd het rempe-
daal langer dan 
gewoonlijk ingetrapt.
MeldingConditie/corrige-
rende maatregel
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 313  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

321
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Automatisch uitschakelen van de 
SNOW-modus
De SNOW-modus wordt automatisch uitge-
schakeld als na het rijden in deze stand het 
contact UIT wordt gezet.
■ECB (elektronisch geregeld rem-
systeem)
Het elektronisch  geregelde remsys-
teem genereert remkracht overeen-
komstig de bediening van de remmen.
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te 
voorkomen bij plotseling remmen of 
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat 
het rempedaal is in getrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een 
noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres 
en het nemen van bochten op een glad 
wegdek.
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties 
tijdens het rijden  te verbeteren is 
uw auto uitgerust  met de volgende 
systemen die automatisch in 
werking treden als de omstandig-
heden daar om vragen. Houd er 
echter rekening mee dat dit 
aanvullende systemen zijn en 
vertrouw niet in al te sterke mate 
op deze systemen als u de auto 
bedient.
Overzicht van de 
ondersteunende systemen
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 321  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

322
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht 
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij 
het wegrijden met de auto of bij het 
accelereren op gladde wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de 
buitenkant van de bocht uitwijkt door 
remregeling uit te oefenen op de wielen 
aan de binnenzijde wanneer tijdens het 
rijden in een bocht wordt geprobeerd te 
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische  stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om 
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
■VDIM (Vehicle Dynamics Integra-
ted Management)
Zorgt voor een geïntegreerde regeling 
van de ABS-, BA-, TRC-, VSC-, Hill 
Start Assist Control- en EPS-systemen
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit 
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres 
op een glad wegdek door de remkracht, 
het vermogen van he t brandstofcelsys-
teem, de stuurbekrachtiging en de 
overbrengingsverhouding van de 
stuurinrichting aan te passen
■Automatisch knipperende alarm-
knipperlichten achter (indien aan-
wezig)
De radarsensoren opzij achter signale-
ren auto's achter u in dezelfde rijstrook. 
Wanneer het systeem oordeelt dat de 
kans op een aanrijding van achteren 
groot is, gaan de alarmknipperlichten 
snel knipperen om de bestuurder van 
de auto achter u te waarschuwen. 
Tegelijkertijd wordt er een melding 
weergegeven op het multi-informatie-
display om de bestuurder te informeren 
over de achteropkomende auto.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt 
ingetrapt, gaan de remlichten automa-
tisch knipperen om het achteropko-
mende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is, 
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te 
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een 
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is
Het controlelampje Traction Control knippert 
wanneer het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 322  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

324
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt 
worden door de ABS-, BA-, VSC-, TRC- 
en Hill Start Assist Control-systemen
●Het is mogelijk dat u tijdens het starten van 
het brandstofcelsysteem of bij het wegrijden 
een geluid in de ruimte van de brandstofcel-
module hoort wanneer het rempedaal her-
haaldelijk wordt ingetrapt. Dit duidt niet op 
een storing in een van deze systemen.
●De volgende verschijnselen kunnen zich 
voordoen als bovenstaande systemen in 
werking zijn. Geen van deze verschijnse-
len duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de  carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen,  kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal  voelbaar zijn als het antiblokkeersysteem 
geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar bene- den bewegen als het antiblokkeersysteem 
geactiveerd is.
■Werkingsgeluiden ECB
In de volgende gevallen zijn mogelijk wer-
kingsgeluiden van de ECB te horen. Dit duidt 
echter niet op een storing.
●Werkingsgeluiden vanuit de ruimte van de 
brandstofcelmodule die zich voordoen 
wanneer het rempedaal wordt bediend.
●Wanneer het bestuurdersportier wordt 
geopend, kan aan de voorzijde van de 
auto een geluid hoorbaar zijn dat afkomstig 
is van het remsysteem.
●Werkingsgeluiden vanuit de ruimte van de 
brandstofcelmodule die zich voordoen 
wanneer na het uitschakelen van het 
brandstofcelsysteem een of twee minuten 
zijn verstreken.
■Geluiden en trillingen tijdens de wer-
king van de Active Cornering Assist
Tijdens de werking van de Active Cornering 
Assist kunnen geluiden  en trillingen vanuit 
het remsysteem worden waargenomen, maar 
deze duiden niet op een storing.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan 
het geluid van een elektromotor (zoemend 
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt 
niet op een storing.
■Automatisch opnieuw inschakelen van 
de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitge-
schakeld, worden deze automatisch opnieuw 
ingeschakeld in de  volgende situaties:
●Als het contact UIT wordt gezet
●Als alleen het TRC-systeem wordt uitge-
schakeld, wordt de TRC weer ingescha-
keld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem 
is uitgeschakeld, worden deze niet auto-
matisch weer ingeschakeld als de rijsnel-
heid toeneemt.
■Werkingsvoorwaarden van de Active 
Cornering Assist
Het systeem werkt wanneer het volgende 
zich voordoet.
●De TRC/VSC kan in werking treden
●De bestuurder probeert tijdens het rijden in 
een bocht te accelereren
●Het systeem signaleert dat de auto naar de 
buitenkant van de bocht uitwijkt
●Het rempedaal wordt losgelaten
■Gereduceerde bekrachtiging door het 
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-
systeem wordt gereduceerd om het systeem 
tegen oververhitting te beschermen als er 
gedurende langere tijd veel stuurbewegingen 
worden uitgevoerd. Hierdoor kan de bestu-
ring zwaar aanvoelen. Probeer als dat het 
geval is minder frequent te sturen of breng de 
auto tot stilstand en schakel het brandstofcel-
systeem UIT. Het EPS-systeem moet binnen 
10 minuten weer normaal werken.
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake
Het systeem werkt als de airbagsensor een 
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is. Het systeem werkt echter niet onder 
de volgende omstandigheden.
●Als wordt gereden met lage snelheid
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secondary 
Collision Brake
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid is gedaald tot een bepaalde 
snelheid
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 324  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

326
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten 
banden op een weg die bedekt is met 
sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge 
snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan 
langer zijn dan onder normale 
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg 
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met 
name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind, 
zand en dergelijke, of op besneeuwde 
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met diepe 
gaten of andere grote oneffenheden
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet 
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het 
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen 
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet 
als het TRC/VSC-systeem in werking is. 
Rijd voorzichtig met de auto onder 
omstandigheden waarbij de stabiliteit en 
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt niet 
effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Cor-
nering Assist. De Active Cornering 
Assist werkt mogelijk niet effectief bij het 
accelereren op een helling of bij het rij-
den op een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist 
vaak in werking is getreden, wordt de 
werking ervan mogelij k tijdelijk gestopt 
om een goede werking van de remmen, 
TRC en VSC te garanderen.
■De Hill Start Assist Control werkt niet 
effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start 
Assist Control. De Hill Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile 
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de 
Hill Start Assist Control niet bedoeld om 
de auto gedurende langere tijd op zijn 
plaats te houden. Gebruik de Hill Start 
Assist Control niet om de auto op een 
helling op zijn plaats te houden omdat 
dat kan leiden tot een ongeval.
■Als de TRC/het ABS/de VSC is geacti-
veerd
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rij-
gedrag kan leiden tot ongevallen. Wees 
bijzonder voorzichtig als het controle-
lampje knippert.
■Als het TRC/VSC-systeem is uitge-
schakeld
Wees zeer voorzichti g en pas uw snelheid 
aan de conditie van het wegdek aan. 
Schakel de TRC en de VSC alleen in 
geval van nood uit, aangezien deze syste-
men zorgdragen voor de voertuigstabiliteit 
en het aandrijfvermogen.
■Secondary Collision Brake
Vertrouw niet uitsluitend op de Secondary 
Collision Brake. Dit systeem is ontworpen 
om te helpen de kans op verdere schade 
ten gevolge van een tweede aanrijding te 
verkleinen, maar het effect is afhankelijk 
van diverse omstandigheden. Te veel ver-
trouwen op het systeem kan ernstig letsel 
tot gevolg hebben.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat 
hebben, van hetzelfde merk zijn en het-
zelfde profiel en draagvermogen hebben. 
Controleer verder of alle banden de aan-
bevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken 
niet goed als er verschillende banden 
onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige voor meer infor-
matie over het vervangen van de wielen of 
banden.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 326  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

425
8
Handleiding_Europa_M62060_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Waarschuwingslampje SRS
■Waarschuwingslampje actieve motorkap
■Waarschuwingslampje ABS
Waarschuwings-lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het SRS-airbagsysteem; of
 Het gordelspannersysteem
→Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings- lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat de actieve motorkap geactiveerd is geweest
→Het systeem van de actieve motorkap kan niet opnieuw worden 
gebruikt wanneer deze geactiveerd is geweest. Laat het vervangen 
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
Geeft aan dat er een storing aanwezig  is in het systeem van de actieve 
motorkap
→Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings- lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het ABS;  of
 Het Brake Assist-systeem
→Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 425  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

427
8
Handleiding_Europa_M62060_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) Toyota Parking Assist-sensor OFF
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) PKSB OFF
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) RCTA OFF
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is  in de Toyota Parking Assist-sensor
→Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
Dit geeft aan dat het systeem tijdelij k niet beschikbaar is, doordat een 
sensor mogelijk vuil is of  is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 264)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PKSB-systeem (Parking 
Support Brake)
→Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tijdelij k niet beschikbaar is, doordat een 
sensor mogelijk vuil is of  is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 284)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de RCTA (Rear Crossing Traffic 
Alert)
→Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat de achterbumper rondom de radarsensor vuil is, enz. 
( → Blz. 258)
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 272)
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 427  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM 

429
8
Handleiding_Europa_M62060_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Waarschuwingslampje onjuiste bediening pedaal* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) Brake Hold-systeem in werking
■Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) parkeerrem
Waarschuwings-lampjeDetails/handelingen
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing is in:
Het Brake Override-systeem
 De wegrijregeling
→Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat de schakelstand is gewijz igd en de wegrijregeling is geacti-
veerd terwijl het gaspedaal werd ingetrapt.
→ Laat het gaspedaal even los.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Geeft aan dat het gaspedaal en rempedaal  gelijktijdig worden ingetrapt en 
het Brake Override-systeem in werking is.
→ Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal in.
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake Hold-systeem
→Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings- lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het parkeerremsysteem
→Laat de auto onmiddellijk nakijk en door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book  Page 429  Thursday, July 15, 2021  1:59 PM