1404-2. Rijprocedures
●Wanneer het stuurslot niet kan worden ont-
grendeld, wordt “Locked. Push Ignition
Switch While Turning Steering Wheel”
(Vergrendeld. Druk op de startknop terwijl
u het stuurwiel draait) weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Controleer of de selectiehendel in stand P
(automatische transmissie) of in de neu-
traalstand (handgeschakelde transmissie)
staat. Druk op de startknop terwijl u het
stuurwiel naar links en rechts draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan het voor-
komen dat de werking van de elektromotor
wordt onderbroken als de motor in korte
tijd herhaaldelijk wordt gestart en uitgezet.
Wacht in dat geval met het bedienen van
de startknop. Na ongeveer 10 seconden
zal de elektromotor van het stuurslot weer
functioneren.
■Als “Keyless Access System Disabled
Check Owner's Manual” (Keyless
Entry-systeem uitgeschakeld. Zie hand-
leiding) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto onmiddellijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Batterij elektronische sleutel
→Blz. 316
■Bediening van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van het contact
mogelijk niet of wordt de motor niet gestart.
●Als u probeert de motor te herstarten direct
nadat het contact UIT is gezet, dan start de
motor in sommige gevallen niet. Wacht
nadat u het contact UIT hebt gezet ten
minste 10 seconden voordat u de motor
herstart.
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld
Zie Blz. 357 als het Smart entry-systeem met
startknop is uitgeschakeld.
■Direct na het aansluiten van de accu-
klemmen nadat de accu is vervangen,
enzovoort
De motor slaat mogelijk niet aan. Als dit
gebeurt, zet dan het contact AAN en start de
motor na ten minste 10 seconden te hebben
gewacht. Na het starten van de motor draait
deze mogelijk niet constant stationair. Dit
duidt echter niet op een storing.
WAARSCHUWING
■Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuur-
dersstoel zit. Trap nooit het gaspedaal in
terwijl u de motor start.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als zich een storing voordoet in de motor
terwijl de auto rijdt, vergrendel of open de
portieren dan niet totdat de auto veilig en
volledig tot stilstand is gekomen. Als onder
deze omstandigheden het stuurslot wordt
geactiveerd, kan dit leiden tot een ongeval
met dodelijk of ernstig letsel tot gevolg.
OPMERKING
■Bij het starten van de motor
●Jaag een nog koude motor nooit op toe-
ren.
●Indien de motor moeilijk aanslaat of
vaak afslaat, laat uw auto dan onmiddel-
lijk controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Auto's met automatische transmissie:
Bedien de selectiehendel niet terwijl de
motor wordt gestart.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 140 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
141
4 4-2. Rijprocedures
Rijden
Automatische transmissie
1Breng de auto volledig tot stilstand.
2Activeer de parkeerrem (→Blz. 151)
en zet de selectiehendel in stand P.
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3Druk op de startknop.
De verbrandingsmotor stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
4Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het instru-
mentenpaneel.
Handgeschakelde transmissie
1Breng de auto volledig tot stilstand.
2Activeer de parkeerrem.
(→Blz. 151)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3Zet de selectiehendel in stand N.
(→Blz. 147)
4Druk op de startknop.
De verbrandingsmotor stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het instru-
mentenpaneel.OPMERKING
■Symptomen die kunnen duiden op
een probleem met de startknop
Wanneer u merkt dat de bediening van de
startknop niet helemaal gaat zoals u
gewend bent, bijvoorbeeld als de start-
knop bij het indrukken iets blijft hangen,
kan dit duiden op een defect. Neem
onmiddellijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Uitzetten van de motor
WAARSCHUWING
■Uitzetten van de motor in noodgeval-
len
Als u in noodgevallen de motor tijdens het
rijden af wilt zetten, houd dan de startknop
gedurende ten minste 2 seconden inge-
drukt of druk hem ten minste driemaal ach-
ter elkaar kort in. (→Blz. 326)
Bedien de startknop tijdens het rijden ech-
ter uitsluitend in noodgevallen. Door de
motor tijdens het rijden uit te zetten, ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel of
de remmen, maar werkt de bekrachtiging
van deze systemen niet meer. Hierdoor
zullen het remmen en sturen veel zwaar-
der gaan dan normaal. Zet in dat geval de
auto aan de kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Auto's met automatische transmissie:
Zet om de motor opnieuw te starten
nadat deze ten gevolge van een noodsi-
tuatie tijdens het rijden is uitgeschakeld
de selectiehendel in stand N en druk de
startknop in.
●Auto's met handgeschakelde transmis-
sie: Trap om de motor opnieuw te star-
ten nadat dit ten gevolge van een nood-
situatie tijdens het rijden is uitgescha-
keld het koppelingspedaal in en druk de
startknop in.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 141 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
1424-2. Rijprocedures
De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken zonder het
rempedaal (automatische transmissie)
of het koppelingspedaal (handgescha-
kelde transmissie) in te trappen. (De
stand verandert iedere keer dat op de
knop wordt gedrukt.)
1UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
Op het instrumentenpaneel wordt ACCES-
SORY weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
Op het instrumentenpaneel wordt IGNITION
ON (contact AAN) weergegeven.
*: Auto's met automatische transmissie: Als
de selectiehendel niet in stand P staat en
de motor wordt uitgezet, wordt het contact
niet UIT maar in stand ACC gezet.
■Auto power off-functie
Automatische transmissie: Als het contact
gedurende meer dan 20 minuten in stand
ACC staat of gedurende meer dan een uur
AAN staat (zonder dat de motor draait) met
de selectiehendel in stand P, schakelt het
systeem het contact automatisch UIT. Deze
functie kan echter niet geheel uitsluiten dat
de accu ontladen kan raken. Laat het contact
niet gedurende langere tijd in stand ACC of
AAN staan zonder dat de motor draait.
Handgeschakelde transmissie: Als het con-
tact gedurende meer dan 20 minuten in stand
ACC staat of gedurende meer dan een uur
AAN staat (zonder dat de motor draait), scha-
kelt het systeem het contact automatisch UIT.
Deze functie kan echter niet geheel uitsluiten
dat de accu ontladen kan raken. Laat het
contact niet gedurende langere tijd in stand
ACC of AAN staan zonder dat de motor
draait.
Wijzigen van de stand van het
contact
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
●Laat het contact niet gedurende langere
tijd in stand ACC of AAN staan wanneer
de motor niet draait.
●Als ACCESSORY (stand ACC) of IGNI-
TION ON (contact AAN) op het instru-
mentenpaneel wordt weergegeven ter-
wijl de motor niet draait, is het contact
niet UIT. Verlaat de auto nadat u het
contact UIT hebt gezet.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 142 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
143
4 4-2. Rijprocedures
Rijden
Als de motor wordt uitgezet terwijl de
selectiehendel in een andere stand dan
P staat, wordt het contact niet UIT maar
in stand ACC gezet. Voer de volgende
procedure uit om het contact UIT te zet-
ten:
1Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2Zet de selectiehendel in stand P.
3Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) op het instrumentenpaneel
wordt weergegeven en druk de
startknop kort en stevig in.
4Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) of IGNITION ON (contact
AAN) op het instrumentenpaneel uit
is.
*: Indien aanwezig
*1: Zet de selectiehendel onder normale
rijomstandigheden in stand D voor een
zo laag mogelijk brandstofverbruik en
een zo laag mogelijke geluidsproductie.
*2: In de handgeschakelde modus kan de
transmissie in iedere versnelling worden
vastgezet.
■Beschermen van de automatische
transmissie
Als de ATF-temperatuur hoog is, wordt
“Transmission Oil Temperature Check
Owner's Manual” (Transmissievloeistoftem-
peratuur. Zie handleiding) weergegeven op
het multi-informatiedisplay en schakelt de
auto automatisch over naar de transmissie-
beschermingsmodus. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Uitzetten van de motor als de
selectiehendel in een andere
stand dan P staat (auto's met
automatische transmissie)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Schakel de motor niet uit als de selectie-
hendel in een andere stand dan P staat.
Als de motor wordt uitgeschakeld met de
selectiehendel in een andere stand wordt
het contact niet UIT maar in stand ACC
gezet. Als het contact in stand ACC blijft
staan, kan de accu ontladen raken.
Automatische transmissie*
Selecteer de schakelstand op
basis van uw doel en de situatie.
Doel en functie van de scha-
kelstanden
Scha-
kelstandDoel of functie
PParkeren van de auto/starten
van de motor
RAchteruit
N
Neutraal
(Toestand waarbij het vermo-
gen niet wordt overgebracht)
D
Normaal rijden*1
Tijdelijk rijden in handgescha-
kelde modus (→Blz. 145)
MRijden in handgeschakelde
modus*2 (→Blz. 146)
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 143 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM