91
2 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
■Onderwerpen die worden weerge-
geven
Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met de auto
gereden is.
Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto gere-
den is sinds de teller de laatste keer op nul is
gezet. Dagteller A en B kunnen onafhanke-
lijk van elkaar worden gebruikt en verschil-
lende afstanden weergeven.
Geef om een dagteller te resetten de
gewenste dagteller weer en houd vervol-
gens de knop voor het wijzigen van de weer-
gave ingedrukt.
Als de koplampen of de parkeerlichten
voor zijn ingeschakeld, kan de helder-
heid van de instrumentenpaneel- en
dashboardverlichting worden ingesteld
met de knop voor de helderheid van de
dashboardverlichting.1Helderder
2Donkerder
■Instellen helderheid dashboardverlich-
ting
Als de koplampen of parkeerlichten voor wor-
den ingeschakeld, wordt de instrumentenpa-
neel- en dashboardverlichting gedimd. Als de
knop voor de helderheid van de dashboard-
verlichting echter in de hoogste stand wordt
gedraaid, wordt de verlichting, zelfs als de
koplampen of de parkeerlichten voor worden
ingeschakeld, niet gedimd.
■Uitschakelen automatisch dimmen
Wanneer de omgeving licht is, bijvoorbeeld
overdag, of als de verlichting wordt ingescha-
keld voordat dit nodig is, wordt de automati-
sche dimfunctie uitgeschakeld. In dat geval
kan de helderheid niet worden ingesteld,
zelfs niet als aan de knop voor de helderheid
van de dashboardverlichting wordt gedraaid.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (→Blz. 377)
De klok kan worden ingesteld op het
scherm van het multimediasysteem.
■Automatisch instellen van de klok
1Druk op .
2Selecteer .
3Selecteer “General” (algemeen).
4Selecteer “Clock” (Klok).
Wijzigen van de helderheid van
de dashboardverlichting
Afstellen van de klok
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 91 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
942-1. Instrumentenpaneel
/ : Menu-iconen selecteren
/ : De weergegeven informa-
tie wijzigen, omhoog/omlaag scrol-
len op het scherm en de cursor
bewegen
Indrukken: Invoeren
Ingedrukt houden: Schaal van de
G-krachtenweergave resetten/wijzi-
gen
Terugkeren naar het vorige scherm
■Onderwerpen die worden weerge-
geven
Druk op of van de bedie-
ningstoets van het instrumentenpaneel
en selecteer . Druk vervolgens op
of om de volgende items weer
te geven:
Rij-informatie (pagina 1)
Rij-informatie (pagina 2)
Rij-informatie (pagina 3)
Rij-informatie (pagina 4)
■Rij-informatie (pagina 1)
Gebruik de weergave ter referentie.Vo l tm e t e r
Geeft de laadspanning weer.
De weergegeven spanning kan verschillen
van de werkelijke accuspanning, gebruik de
voltmeter daarom als een richtsnoer.
Motorolietemperatuurmeter
Geeft de motorolietemperatuur weer.
■Rij-informatie (pagina 2)
Gebruik de weergave ter referentie.
Actueel brandstofverbruik
Geeft het actuele brandstofverbruik weer.
Gemiddeld brandstofverbruik
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
weer sinds de functie is gereset.
Actieradius
Geeft de geschatte maximale afstand aan
die nog met de in de tank aanwezige brand-
stof kan worden gereden.
Deze afstand wordt berekend op basis van
het gemiddelde brandstofverbruik. Hierdoor
kan de werkelijke afstand die nog kan wor-
den gereden, afwijken van de weergegeven
afstand.
Soort rij-informatie
A
C
A
A
C
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 94 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
95
2 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Als er een kleine hoeveelheid brandstof
wordt getankt, wordt de weergave mogelijk
niet bijgewerkt. Zet bij het tanken het contact
UIT. Als brandstof wordt getankt terwijl het
contact niet UIT staat, wordt het display
mogelijk niet bijgewerkt.
■Rij-informatie (pagina 3)
Gebruik de weergave ter referentie.
Gemiddelde rijsnelheid
Geeft de gemiddelde rijsnelheid weer sinds
het resetten van de weergave.
Verstreken tijd
Geeft de totale rijtijd weer sinds het resetten
van de weergave.
Afgelegde afstand
Geeft de totale afstand weer die met de auto
is afgelegd sinds het resetten van de weer-
gave.
Door ingedrukt te houden wordt de
gemiddelde rijsnelheid/verstreken
tijd/afgelegde afstand gereset.
■Rij-informatie (pagina 4)
Geeft de bandenspanning van alle ban-
den weer. (→Blz. 303)
■Onderwerpen die worden weerge-
geven
Druk op of van de bedie-
ningstoets van het instrumentenpaneel
en selecteer . Druk vervolgens op
of om de volgende items weer
te geven:
G-krachten
Voor het bekijken van de actuele op de auto
uitgeoefende zijdelingse G-krachten.
G-krachten (piekvasthoudfunctie)
Voor het bekijken van de grootte en de rich-
ting van de maximale op de auto uitgeoe-
fende zijdelingse G-krachten.
Vermogens- en koppelkromme
Stopwatch
■G-krachten
Geeft de zijdelingse G-krachten op de
auto weer.
Geeft rondom de weergave van de
G-krachten tevens de mate van ver-
draaiing van het stuurwiel naar links en
rechts, ingangssignalen van het gaspe-
daal en de remvloeistofdruk weer.
Dit display is bedoeld om gebruikt te
worden als richtlijn. Afhankelijk van fac-
toren als de conditie van het wegdek,
de temperatuur en de rijsnelheid geeft
het display wellicht niet de werkelijke
conditie van de auto weer.
A
C
Informatie voor sportief rijden
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 95 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
962-1. Instrumentenpaneel
G-krachten op de auto bij accelera-
tie
Mate bediening gaspedaal
Remvloeistofdruk
Mate van verdraaiing stuurwiel
Houd ingedrukt om het bereik van
de weergave van de G-krachten bij
acceleratie te wijzigen tussen 1,0 G en
0,5 G:
■G-krachten (piekvasthoudfunctie)
Geeft de zijdelingse G-krachten op de
auto weer.
Geeft rondom de weergave van de
G-krachten tevens de mate van ver-
draaiing van het stuurwiel naar links en
rechts, ingangssignalen van het gaspe-
daal en de remvloeistofdruk weer.
Dit display is bedoeld om gebruikt te
worden als richtlijn. Afhankelijk van fac-
toren als de conditie van het wegdek,
de temperatuur en de rijsnelheid geeft
het display wellicht niet de werkelijke
conditie van de auto weer.Registratie van de maximale
G-krachten
Houd ingedrukt om de registratie van
de maximale G-krachten te resetten.
G-krachten op de auto bij accelera-
tie
Mate bediening gaspedaal
Remvloeistofdruk
Mate van verdraaiing stuurwiel
■Vermogens- en koppelkromme
Deze grafiek dient slechts ter indicatie
en geeft niet het werkelijke koppel en
vermogen weer.
Geleverd vermogen
Koppel
Actueel motortoerental
De verticale streep schuift zijwaarts over-
eenkomstig het actuele motortoerental.
A
C
D
A
C
D
A
C
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 96 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
97
2 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
■Stopwatch
Meet de rondetijd en geeft de huidige
en vorige rondetijden weer.
Hoofdscherm
Snelste rondetijd (hoofdscherm)
Als de timer is gereset, wordt “- -’- -”- -”
weergegeven.
Metingenscherm
Snelste rondetijd (metingenscherm)
Actuele rondetijd
Totale rondetijd
Vorige rondetijden
De 50 meest recente rondetijden worden
weergegeven.
Handleiding bediening bedie-
ningstoetsen instrumentenpaneel
Wisselen tussen de stop-
watch-schermen
Om het metingenscherm weer te geven:
druk op .Om het hoofdscherm weer te geven: druk op
.
Bedienen van het metingenscherm
: Start/stop-meting
: Eén ronde markeren
: Gemeten rondetijden resetten
: Door de rondetijden scrollen
Resetten van gemeten rondetijden
Druk na het stoppen van de meting op .
Andere inhoud weergeven terwijl de
stopwatch in werking is
Druk als het metingenscherm wordt weerge-
geven op om het hoofdscherm weer te
geven.
Bedien vervolgens de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel om andere
inhoud weer te geven. Terwijl andere onder-
werpen worden weergegeven, blijft de
meting doorgaan, maar kan de stopwatch
niet worden bediend.
Hiermee kunt u de routebegeleidingsin-
formatie weergeven.
Hiermee kunt u een audiobron of num-
mer selecteren op het display met
behulp van de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel.
A
A
C
D
Aan navigatiesysteem
gekoppelde weergave
Aan audiosysteem
gekoppelde weergave
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 97 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
1964-5. EyeSight
■De snelheid tijdelijk verhogen
Trap het gaspedaal in om de snelheid
tijdelijk te verhogen.
Wanneer u het gaspedaal loslaat,
neemt de auto de ingestelde snelheid
weer aan.
Als de bestuurder door het gaspedaal
in te trappen de rijsnelheid verhoogt
terwijl de Adaptive Cruise Control in
werking is, wordt wit. Als de
bestuurder het gaspedaal weer heeft
losgelaten, wordt weer groen.
■De snelheid tijdelijk verlagen
Trap het rempedaal in om de rijsnelheid
te verlagen. Als het rempedaal wordt
ingetrapt, wordt de Adaptive Cruise
Control uitgeschakeld. wordt wit in
plaats van groen en het display van het
instrumentenpaneel blijft de ingestelde
snelheid weergeven.
Laat het rempedaal los en duw de
cruise control-schakelaar in de richting
van +RES om de ingestelde snelheid te
resetten.
Wit
■De instelling van de volgafstand
wijzigen
U kunt kiezen uit 4 instellingen voor de
volgafstand die tussen uw auto en uw
voorligger wordt aangehouden.
Elke keer dat de toets (instelling
volgafstand) wordt ingedrukt, wordt de
afstand tot de voorligger gewijzigd.
●De volgafstand verandert overeenkomstig
de rijsnelheid. Hoe hoger de rijsnelheid,
des te groter de volgafstand.
A
OPMERKING
Als uw auto een voorligger volgt, wordt
normaal gesproken de snelheid automa-
tisch verhoogd of verlaagd overeenkom-
stig de snelheid van de voorligger. Als uw
auto de voorligger echter dichter nadert
wanneer u bijvoorbeeld de snelheid moet
verhogen om van rijstrook te wisselen en
de voorligger plotseling zijn snelheid ver-
laagt, of als een ander voertuig plotseling
op uw rijstrook invoegt, gebruik dan het
gaspedaal of het rempedaal om uw snel-
heid overeenkomstig de situatie aan te
passen.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 196 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
2064-5. EyeSight
■De snelheid tijdelijk verlagen
Trap het rempedaal in om de rijsnelheid
te verlagen. Als het rempedaal wordt
ingetrapt, wordt de conventionele
cruise control uitgeschakeld. Het dis-
play van het instrumentenpaneel blijft
de ingestelde snelheid weergeven,
maar wordt wit in plaats van groen.
Laat het rempedaal los en duw de
cruise control-schakelaar in de richting
van +RES om de ingestelde snelheid te
resetten.
Wit
■Uitschakelen door de bestuurder
De conventionele cruise control kan op
de volgende manieren worden uitge-
schakeld.
Trap het rempedaal in.
Trek de cruise control-schakelaar in
de richting van CANCEL.
wordt wit in plaats van groen en het dis-
play van het instrumentenpaneel blijft de
ingestelde snelheid weergeven.
Wit
■Automatische uitschakeling door
het systeem
In de volgende gevallen klinkt een
geluidssignaal van 1 korte piep en 1
lange piep en wordt de cruise con-
trol-functie automatisch uitgeschakeld.
wordt wit in plaats van groen. Het
uitschakelen van de conventionele
cruise control wordt bevestigd door een
melding op het multi-informatiedisplay.
Als van de onderstaande situaties geen
sprake meer is, stel dan de cruise con-
trol opnieuw in om de cruise control
weer te activeren.
De selectiehendel wordt in een
andere stand dan D of M gezet.
• De werking van de conventionele cruise
control kan worden hervat nadat de selec-
tiehendel is teruggezet in stand D of M.
Uitschakelen van de
conventionele cruise control
A
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 206 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
3066-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspanningswaarschuwings-
systeem.
3Zet het contact AAN.
4Houd de resetschakelaar van het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem ingedrukt tot het waar-
schuwingslampje lage bandenspan-
ning 3 keer langzaam knippert.
5Laat het contact nog enkele minu-
ten AAN staan en zet het vervol-
gens UIT.
■Als u per ongeluk op de resetknop van
het waarschuwingssysteem voor lage
bandenspanning drukt
Als de initialisatie is uitgevoerd, breng dan de
banden op de voorgeschreven spanning en
initialiseer het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem opnieuw.
■Initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na het op spanning
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden
koud zijn bij de initialisatie en bij het aan-
passen van de bandenspanning.
●Als u het contact tijdens de initialisatie per
ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet
noodzakelijk de resettoets in te drukken,
omdat de initialisatie automatisch herstart
wordt wanneer het contact de volgende
keer AAN wordt gezet.
●Als u per ongeluk de resettoets indrukt
wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning wan-
neer ze koud zijn en voer opnieuw de initi-
alisatie uit.
■Als de initialisatie van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem niet vol-
tooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in
enkele minuten. In de volgende gevallen wor-
den de instellingen echter niet opgeslagen en
zal het systeem niet goed werken. Laat, als
herhaalde pogingen de bandenspanning op
te slaan mislukken, de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Als de resetschakelaar van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem wordt
bediend, gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning niet 3 keer knippe-
ren.
●Na het initialiseren knippert het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning gedu-
rende 1 minuut en blijft het tijdens het rij-
den nog gedurende 10 minuten branden.
WAARSCHUWING
■Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Druk niet op de resetknop van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem voor-
dat de banden op de voorgeschreven
spanning zijn gebracht. Anders kan het
voorkomen dat het waarschuwingslampje
voor de lage bandenspanning niet gaat
branden terwijl de bandenspanning te laag
is, of wel gaat branden terwijl de banden-
spanning in orde is.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 306 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM