313
6 6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Let er bij het vervangen van velgen op
dat deze hetzelfde draagvermogen,
dezelfde diameter, velgbreedte en
ET-waarde
* hebben.
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar
bij een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*: “Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota adviseert u het volgende niet te
gebruiken:
Velgen van verschillende maten of
types
Gebruikte velgen
Verbogen velgen die hersteld zijn
■Vervangen van velgen
De velgen van uw auto zijn uitgerust met
bandenspanningssensoren en -zenders voor
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem, dat in een vroegtijdig stadium waar-
schuwt als de bandenspanning te laag wordt.
Bij het vervangen van velgen moeten er ban-
denspanningssensoren en -zenders worden
geplaatst. (→Blz. 304)
Velgen
Als een velg verbuigingen of
scheuren vertoont of erg gecorro-
deerd is, moet deze vervangen
worden. Anders kan de band van
de velg raken of kan de auto moei-
lijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
●Gebruik alleen de in deze handleiding
aanbevolen maat velgen en banden.
Een andere maat kan resulteren in een
slechtere controle over de auto.
●Gebruik nooit een binnenband bij een
poreuze velg die ontworpen is voor een
tubeless band. Als u dat wel doet, kan
dat leiden tot een ongeval met dodelijk
of ernstig letsel tot gevolg.
■Plaatsen van wielmoeren
Breng nooit olie of vet aan op de wielbou-
ten of -moeren. Door het gebruik van olie
of vet worden de wielmoeren mogelijk te
vast aangedraaid waardoor de bouten of
de velg beschadigd kunnen raken. Daar-
naast kunnen de wielmoeren loslopen en
de wielen losraken, wat kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel als
gevolg. Verwijder olie of vet van de wiel-
bouten of wielmoeren.
■Gebruik van beschadigde velgen niet
toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde
velgen. Als u dat wel doet, kan er tijdens
het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ont-
staan.
OPMERKING
■Vervangen van bandenspannings-
sensoren en -zenders
●Omdat het repareren of vervangen van
een band invloed kan hebben op de
bandenspanningssensoren en -zen-
ders, adviseren we u deze werkzaam-
heden uit te laten voeren door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige. Ga ook voor de aanschaf van
bandenspanningssensoren en -zen-
ders naar een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 313 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
3146-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Gebruik uitsluitend de Toyota-wiel-
moeren en de Toyota-wielmoersleu-
tel bij uw lichtmetalen velgen.
Controleer de wielmoeren na de eer-
ste 1.600 km telkens als een band is
verwisseld, een band is gerepa-
reerd of is vervangen.
Pas op dat lichtmetalen velgen niet
beschadigd raken als u sneeuwket-
tingen gebruikt.
Bij het balanceren moet gebruik wor-
den gemaakt van Toyota- of gelijk-
waardige balanceergewichtjes, die
geplaatst dienen te worden met een
kunststof of rubber hamer.1Zet het contact UIT.
2Open het dashboardkastje. Maak
de demper los.
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
3Duw beide zijden van het dash-
boardkastje in en trek het dash-
boardkastje naar u toe om de klau-
wen vrij te maken.
OPMERKING
●Gebruik voor uw auto alleen originele
Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden
gegarandeerd dat de bandenspannings-
sensoren en -zenders goed werken.
Belangrijke aanwijzingen
voor lichtmetalen velgen
Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig
worden vervangen om de optimale
werking van de airconditioning te
behouden.
Verwijderen van het
interieurfilter
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 314 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
343
7 7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Detectiesensor voorpassagier, contro-
lelampje veiligheidsgordel en waar-
schuwingszoemer
●Als er bagage wordt geplaatst op de pas-
sagiersstoel kan de detectiesensor het
controlelampje laten knipperen en de
waarschuwingszoemer laten klinken, ook
al zit er niemand op de passagiersstoel.
●Als er op de stoel een kussen wordt
geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwings-
lampje niet goed werkt.
■Als het motorcontrolelampje tijdens het
rijden gaat branden
Het motorcontrolelampje gaat branden als de
brandstoftank volledig leeg raakt. Vul de
brandstoftank onmiddellijk als deze leeg is.
Het motorcontrolelampje gaat na enkele rit-
ten weer uit.
Neem zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als het
motorcontrolelampje niet uitgaat.
■Waarschuwingslampje (waarschu-
wingszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de laadtoestand van de accu laag wordt
of de spanning tijdelijk daalt, kan het waar-
schuwingslampje van de elektrische stuurbe-
krachtiging gaan branden en kan er een
waarschuwingszoemer klinken.
■Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden
Controleer de bandenspanning en breng hem
op het juiste niveau. Het lampje gaat niet uit
als op de resetknop van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem wordt gedrukt.
■Het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gaat mogelijk branden door
een natuurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning gaat mogelijk branden door een natuur-
lijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke span-
ningsverlies dat op den duur optreedt of een
veranderde bandenspanning die veroorzaakt
wordt door temperatuurveranderingen. In dat
geval zal het waarschuwingslampje na een
paar minuten uitgaan als de banden weer op
de juiste spanning gebracht zijn.
■Omstandigheden waaronder het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem
mogelijk niet juist werkt
→Blz. 304
■Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut heeft
geknipperd
Als het waarschuwingslampje lage banden-
spanning regelmatig gaat branden nadat het
gedurende 1 minuut geknipperd heeft wan-
neer het contact AAN wordt gezet, laat het
systeem dan controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Waarschuwingszoemer
In sommige gevallen is de zoemer niet hoor-
baar door omgevingsgeluiden of geluid van
het audiosysteem.
WAARSCHUWING
■Als de waarschuwingslampjes van
het ABS en het remsysteem blijven
branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De auto kan tijdens het remmen extreem
onstabiel worden en het ABS-systeem
treedt mogelijk niet in werking. Dit kan lei-
den tot een ongeval met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg.
■Als het waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging gaat bran-
den
De besturing kan extreem zwaar aanvoe-
len. Als het stuurwiel zwaarder werkt dan
gebruikelijk, houd het dan stevig vast en
oefen meer kracht uit dan anders.
■Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Als u dat niet doet, kunt u de
macht over het stuur verliezen. Dit kan lei-
den tot een ongeval met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg.
●Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats. Breng de banden meteen
op spanning.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 343 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
3527-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
17Schakel de compressor in, wacht
een paar seconden en schakel deze
dan weer uit. Controleer de banden-
spanning.
18Als de wijzer van de manometer in
het rode gebied staat, heeft de set
het lek niet goed afgedicht. Rijd in
dit geval niet verder maar neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.19Voorkom plotseling remmen, plotse-
ling accelereren en scherpe boch-
ten. Rijd voorzichtig met een snel-
heid van maximaal 80 km/h naar de
dichtstbijzijnde erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige
die zich binnen een afstand van 200
km bevindt voor het repareren of
vervangen van de band.
■Nadat een band is gerepareerd met de
bandenreparatieset
●Vervang de bandenspanningssensor en
-zender.
●Zelfs als de bandenspanning op het voor-
geschreven niveau ligt, gaat mogelijk het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning branden/knipperen.
WAARSCHUWING
■Rijd niet door als de auto een lekke
band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd worden
dat reparatie niet meer mogelijk is. Door
het rijden met een lekke band kan er op de
wang rondom een groef ontstaan. In zo'n
geval kan de band bij het gebruik van een
reparatieset exploderen.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 352 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
3547-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
OPMERKING
●Zet de bandenreparatieset niet op een
stoffige ondergrond, zoals in het zand of
in de berm. Als er vuil of stof in de ban-
denreparatieset komt, kan er een sto-
ring optreden.
●Plaats de bandenreparatieset verticaal.
De bandenreparatieset werkt anders
niet.
■Gebruik van de bandenreparatieset
●De compressor heeft een gelijkstroom-
voeding van 12 V nodig. Sluit de com-
pressor niet aan op een andere voe-
dingsbron.
●Als de bandenreparatieset in aanraking
komt met benzine, kan de bandenrepa-
ratieset beschadigd raken. Zorg dat de
set niet met benzine in aanraking kan
komen.
●Bewaar de bandenreparatieset in de
bagageruimte. De set wordt anders
mogelijk heen en weer geslingerd door
bijvoorbeeld plotseling remmen en kan
beschadigd raken.
Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
●Berg de bandenreparatieset op de daar-
voor bestemde plaats op en houd hem
buiten bereik van kinderen.
●Demonteer of wijzig de bandenrepara-
tieset niet. Stel onderdelen als de ban-
denspanningsmeter niet bloot aan
schokken. Hierdoor kunnen storingen
optreden.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de bandenspan-
ningssensor en -zender wanneer de band
wordt gerepareerd of vervangen.
(→Blz. 304)
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 354 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
381
8 8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
■ASC (Active Sound Control) (→Blz. 152)
■Automatische verlichting (→Blz. 153)
■Ve r li c h t in g (→Blz. 153)
*: Indien aanwezig
■High Beam Assist* (→Blz. 156)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
ASC (Active Sound Control)AanUit——O
ABC
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid lichtsensorMid (gemiddeld)
Min
——OLaag
Hoog
Max
Tijd dat het Welcome Ligh-
ting-systeem werkt (bij het
instappen)
30 seconden
60 seconden
——O90 seconden
120 seconden
Uit
Tijd dat het Welcome Ligh-
ting-systeem werkt (bij het uit-
stappen)
30 seconden
60 seconden
——O90 seconden
120 seconden
Aan ruitenwissers voor gekop-
peld inschakelen van koplam-
pen
AanUit——O
ABC
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
SRH (Steering Responsive
Headlights)*AanUitOOO
ABC
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
High Beam AssistAanUit——O
ABC
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 381 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
388
Het controlelampje van de veilig-
heidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de passagiers hun
veiligheidsgordel? (→Blz. 339)
Het waarschuwingslampje van het
remsysteem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd?
(→Blz. 151)
Afhankelijk van de situatie klinken er
mogelijk ook andere soorten waarschu-
wingszoemers. (→Blz. 335, 344)
Heeft iemand een portier geopend
tijdens het instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm
klinken. (→Blz. 81)
Deactiveer of schakel het alarm uit vol-
gens een van de onderstaande manie-
ren:
Ontgrendel de portieren of open de
achterklep met de instapfunctie of de
afstandsbediening.
Open de achterklep met de instap-
functie of de afstandsbediening.
Zet het contact in stand ACC of AAN
of start de motor.Wordt de melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay?
Controleer de melding op het multi-informa-
tiedisplay. (→Blz. 344)
Wanneer een waarschuwings-
lampje gaat branden of een waar-
schuwingsmelding wordt weergege-
ven, raadpleeg dan Blz. 335, 344.
Breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand en repareer de lekke
band met de bandenreparatieset.
(→Blz. 345)
Voer de procedure uit voor als de
auto vastzit in modder, vuil of
sneeuw. (→Blz. 364)
Tijdens het rijden klinkt een
waarschuwingszoemer
Er wordt een alarm geactiveerd
en de claxon klinkt (indien aan-
wezig)Bij het verlaten van de auto
klinkt een waarschuwingszoe-
mer
Er gaat een waarschuwings-
lampje branden of er wordt een
waarschuwingsmelding weerge-
geven
Wanneer zich een probleem
heeft voorgedaan
Als uw auto een lekke band
heeft
De auto zit vast
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 388 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
390Alfabetische index
Bandenreparatieset .............................. 345
Bandenspanning
Bandenspanningsweergavefunctie ... 303
Onderhoudsgegevens ....................... 375
Waarschuwingslampje ...................... 342
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
Functie .............................................. 303
Initialisatie ......................................... 305
Plaatsen van
bandenspanningssensoren
en -zenders ..................................... 304
Registreren van identificatiecodes .... 307
Waarschuwingslampje ...................... 342
Bekerhouders ....................................... 275
Bevestigingspunten bovenste
gordel .................................................... 64
Binnenspiegel ....................................... 123
Black box .................................................. 6
Blind Spot Detection (BSD) ................. 226
Blokkeerschakelaar ruitbediening ...... 127
Bovenste gordel ..................................... 68
Brake Assist .......................................... 256
Brandstof
Brandstofmeter.................................... 88
Informatie .......................................... 376
Inhoud ............................................... 370
Tanken ............................................... 162
Type .................................................. 370
Uitschakelsysteem
brandstofpomp ................................ 334
Waarschuwingslampje ...................... 339
Brandstofmeter....................................... 88
BSD (Blind Spot Detection) ................. 226
Buitenspiegels
Afstellen ............................................ 124
BSD (Blind Spot Detection) ............... 226
Buitenspiegelverwarming .................. 266
Inklappen ........................................... 125
RCTA ................................................. 226
Buitentemperatuur ................................. 88
C
Camera
High Beam Assist-systeem ............... 156
Centraal waarschuwingslampje ......... 341
Claxon ................................................... 122
Condensor ............................................ 298
Consolevak ........................................... 274
Contact (startknop) .............................. 139
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht ..... 326
Auto power off-functie ....................... 142
Wijzigen van de standen van
het contact ...................................... 142
Controlelampje
veiligheidsgordel ....................... 339, 339
Controlelampjes ..................................... 86
Conventionele cruise control ..... 201, 248
Cruise control
Adaptive Cruise Control .................... 185
Conventionele cruise control .... 201, 248
Curtain airbags....................................... 32
D
Dagrijverlichting
Lampen vervangen ........................... 321
Dagrijverlichting................................... 153
Dagtellers................................................ 90
Dashboardkastje .................................. 274
Derde remlicht
Lampen vervangen ........................... 321
Dimmer dashboardverlichting .............. 91
Display bandenspanning .................... 303
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 390 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM