241
4 4-6. Gebruik van overige rijsystemen
Rijden
Waarschuwing “trap rempedaal in”
“Apply Brake To Hold Position” (trap
rempedaal in om auto op zijn plaats
te houden)
De werkingsvoorwaarden voor het sonar-
alarm en het automatisch remmen verschil-
len. Daarom kunnen er situaties zijn waarin
alleen een van de twee functies geactiveerd
wordt.
■Nadat de auto tot stilstand is
gebracht door het systeem
Nadat het rempedaal is ingetrapt, gaat
het controlelampje RAB OFF branden
en werkt het systeem tijdelijk niet meer.
Het controlelampje RAB OFF gaat uit
als de selectiehendel in een andere
stand dan R wordt gezet.
Het systeem werkt weer als de selectie-
hendel de volgende keer in stand R
wordt gezet.
●Het Reverse Automatic Braking-systeem
(RAB) wordt in de volgende situaties uitge-
schakeld.
• Drie seconden nadat de auto is gestopt
• Als een portier wordt geopend
• Als het waarschuwingslampje RAB brandt
• Als het controlelampje RAB OFF brandt
●In de volgende situaties kan de werking
van het Reverse Automatic Braking-sys-
teem (RAB) tijdelijk worden onderbroken
en gaat het controlelampje RAB OFF bran-
den.
• Er heeft zich ijs, sneeuw of modder
gehecht aan de sonarsensoren of het
gedeelte van de achterbumper bij de
sonarsensoren
• Er bevinden zich objecten te dicht bij de
achterbumper wanneer de selectiehendel
in stand R wordt gezet
• Het systeem signaleert geluiden waarvan
de frequentie vergelijkbaar is met die van
de RAB-sonar
• Als de TRC en VSC zijn uitgeschakeld
• Als in de TRACK-modus het Pre-Crash
Brake-systeem is uitgeschakeld
Het Reverse Automatic Braking-sys-
teem (RAB) kan tijdelijk worden uitge-
schakeld door een van de volgende
handelingen uit te voeren.
Het rempedaal wordt ingetrapt nadat
de auto tot stilstand is gebracht door
de functie automatisch remmen.
WAARSCHUWING
Trap het rempedaal direct in nadat de auto
door het automatisch remmen tot stilstand
is gebracht. Afhankelijk van de wegcondi-
ties en de staat van de banden blijft de
auto mogelijk niet op zijn plaats, wat tot
een ongeval kan leiden.
A
Uitschakelen van het Reverse
Automatic Braking-systeem
(RAB)
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 241 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
243
4 4-6. Gebruik van overige rijsystemen
Rijden
Bij een storing in het Reverse Automa-
tic Braking-systeem (RAB) brandt het
volgende lampje in het instrumentenpa-
neel. Neem voor meer informatie con-
tact op met de dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
De 4 sonarsensoren bevinden zich in
de achterbumper. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht voor een
juiste werking van het Reverse Auto-
matic Braking-systeem (RAB).
Bevestig geen stickers of andere
zaken op de sonarsensoren of het
oppervlak van de bumper in de buurt
van de sonarsensoren.
Houd de sonarsensoren en het
oppervlak van de achterbumper
rondom de sonarsensoren altijd
schoon.
Wijzig de achterbumper niet.
Spuit het gedeelte van de bumper in
de buurt van de sonarsensoren niet.
Richt niet de straal van een hoge-
drukreiniger op de sonarsensoren.Stel het gedeelte van de achterbum-
per in de buurt van de sonarsenso-
ren niet bloot aan krachtige schok-
ken. Als een sensor niet meer goed
uitgelijnd is, kan zich een systeem-
storing voordoen waarbij het risico
bestaat dat tijdens het achteruitrijden
objecten niet meer worden gesigna-
leerd. Neem als de achterbumper is
blootgesteld aan een krachtige
schok direct contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige om het systeem te
laten controleren.
Neem de sonarsensoren niet uit
elkaar.
Als de sonarsensoren gerepareerd of vervan-
gen moeten worden of als het gedeelte van
de achterbumper rondom de sonarsensoren
gerepareerd, gespoten of vervangen moet
worden, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje RAB
Omgaan met de sonarsensoren
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 243 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
261
4 4-7. Rijtips
Rijden
Voer, afhankelijk van de omstandighe-
den, de volgende handelingen uit:
Probeer een vastgevroren ruit niet
met kracht te openen en zet de rui-
tenwissers niet aan als deze vastge-
vroren zijn. Giet warm water over het
bevroren gedeelte om het ijs te laten
smelten. Veeg het water direct weg
om te voorkomen dat het bevriest.
Verwijder de eventueel aanwezige
sneeuw van de luchtinlaten voor de
voorruit om zeker te kunnen zijn van
een juiste werking van de aanjager
van het airconditioningsysteem.
Controleer of er sprake is van ijs- of
sneeuwophopingen op de verlichting
aan de buitenzijde, op het dak, aan
de onderzijde van de auto, rond de
banden of op de remmen, en verwij-
der deze indien dat het geval is.Verwijder sneeuw en modder van de
onderzijde van uw schoenen voordat
u in de auto stapt.
Wanneer een portier wordt geopend
en gesloten terwijl een zijruit bevro-
ren is, treedt de veiligheidsvoorzie-
ning voor de ruiten in werking en
werkt de aan de portieren gekop-
pelde functie openen/sluiten van de
ruiten mogelijk niet goed. Voer in dit
geval onderstaande procedure uit
nadat het ijs is gesmolten.
Voer nadat de ruit ongeveer half open
is gezet de initialisatie uit. (→Blz. 126)
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd
een veilige afstand tussen u en uw
voorligger en pas de snelheid aan de
conditie van de weg aan.
Parkeer de auto en zet de selectie-
hendel in stand P (automatische
transmissie) of in de eerste versnel-
ling of achteruit (handgeschakelde
transmissie), maar activeer de par-
keerrem niet. De parkeerrem kan
vastvriezen en bij het deactiveren
niet vrij komen. Blokkeer bij het par-
keren van de auto de wielen zonder
de parkeerrem te gebruiken.
Het niet in acht nemen hiervan kan
gevaarlijk zijn omdat de auto onver-
wacht in beweging kan komen, het-
geen kan leiden tot een ongeval.
WAARSCHUWING
Ga altijd uiterst voorzichtig te werk bij het
rijden met sneeuwkettingen; overmoedig
rijden omdat u met sneeuwkettingen rijdt
kan een ernstig ongeval tot gevolg heb-
ben.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winter-
banden
Laat winterbanden repareren of vervangen
door een Toyota-dealer of door een ban-
denspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en
-zenders.
Voordat u met de auto
gaat rijdenTijdens het rijden
Bij het parkeren
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 261 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
2624-7. Rijtips
Auto's met automatische transmis-
sie: Controleer als de auto gepar-
keerd is zonder de parkeerrem te
activeren of de selectiehendel niet
uit stand P kan worden gezet
*.
*: De selectiehendel wordt geblokkeerd als
wordt geprobeerd deze vanuit stand P in
een andere stand te zetten zonder het
rempedaal in te trappen. Als de selectie-
hendel niet uit stand P kan worden gezet,
kan er een probleem aanwezig zijn in het
schakelblokkeersysteem. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Wij raden u aan contact op te nemen
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige voor meer informatie over
de te gebruiken sneeuwkettingen.De wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen verschilt
per land en per soort weg. Stel u op de
hoogte van lokale voorschriften alvo-
rens sneeuwkettingen te monteren.
■Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht bij het monteren en verwijderen van
sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen
op een veilige locatie.
●Monteer de sneeuwkettingen op de achter-
wielen. Gebruik geen sneeuwkettingen om
de voorwielen.
●Plaats de sneeuwkettingen zo strak moge-
lijk om de achterwielen. Zet de sneeuwket-
tingen na ongeveer 100 m te hebben gere-
den opnieuw vast.
●Monteer de sneeuwkettingen volgens de
meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Kiezen van sneeuwkettingen
Wetgeving met betrekking
tot het gebruik van
sneeuwkettingen
OPMERKING
■Gebruik van sneeuwkettingen
Gebruik alleen sneeuwkettingen met het
juiste formaat voor uw banden om de car-
rosserie of wielophanging niet te beschadi-
gen.
■Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn,
werken de bandenspanningssensoren en
-zenders mogelijk niet goed.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 262 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
303
6 6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Wissel de banden zoals aangegeven in
de afbeelding.
Vo o r
Voor een gelijkmatige bandenslijtage en een
langere levensduur van de banden adviseert
Toyota de wielen te wisselen met hetzelfde
interval als de controle van de banden.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage
bandenspanning te signaleren voordat
deze tot problemen leidt.
De door het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem gesignaleerde
bandenspanning kan op het
multi-informatiedisplay worden weer-
gegeven.
Als de bandenspanning onder een
bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder gewaarschuwd door mid-
del van een melding op het scherm
en een waarschuwingslampje.
(→Blz. 342)
OPMERKING
■Als tijdens het rijden in elke band een
te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te
laag is, anders kunnen de banden en/of
velgen ernstig beschadigd raken.
■Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over
onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben moge-
lijk een verlaging van de bandenspanning
tot gevolg, waardoor de verende werking
van de banden vermindert. Bovendien
kunnen de banden zelf en de velgen en
carrosserie beschadigd raken bij het rijden
over onverharde wegen.
Wisselen van banden
A
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 303 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
3046-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Bandenspanning
●Nadat met de startknop stand AAN gese-
lecteerd is, kan het enkele minuten duren
voordat de bandenspanning wordt weerge-
geven. Het kan ook enkele minuten duren
voordat de bandenspanning wordt weerge-
geven nadat de banden op spanning zijn
gebracht.
●De bandenspanning verandert met de tem-
peratuur. De weergegeven waarden kun-
nen verschillen van de waarden die met
andere bandenspanningmeters worden
gemeten.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn
gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem-
plaar dat niet overeenkomt met de
OE-specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem-
plaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu-
nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating
die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs,
vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger
is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspannings-
sensoren en -zenders worden gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden-
spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• Wanneer u in de buurt van een televisie-
zendmast, elektriciteitscentrale, tanksta-
tion, radiozender, videowall, luchthaven of
andere locatie rijdt waar sterke radiogolven
of elektromagnetische velden aanwezig
zijn
• Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
Als de bandenpositiegegevens niet juist wor-
den weergegeven als gevolg van slechte ont-
vangst van de radiogolven, kan de weergave
worden hersteld door verder te rijden en zo
de ontvangst van de radiogolven te verande-
ren.
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het
langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de rijomstandigheden. Daarom laat
het systeem mogelijk zelfs een waarschu-
wing zien wanneer de bandenspanning niet
laag genoeg is of wanneer de druk hoger is
dan de druk die was ingesteld tijdens het ini-
tialiseren van het systeem.
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren
en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssenso-
ren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze
componenten worden geregistreerd in
de bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU en moet het banden-
spanningswaarschuwingssysteem wor-
den geïnitialiseerd.
Plaatsen van
bandenspanningssensoren
en -zenders
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 304 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
305
6 6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Laat de identificatiecodes van de ban-
denspanningssensoren en -zenders
registreren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
(→Blz. 307)
■Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspan-
ningssensor en -zender niet is geregistreerd,
werkt het bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet correct. Na ongeveer 10 minu-
ten rijden gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Bij het wisselen van wielen.
Bij het wijzigen van de bandenspan-
ning (bijvoorbeeld omdat u de rij-
snelheid aanzienlijk gaat verande-
ren).
Als de bandenmaat wordt aange-
past.
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
1Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet de motor uit.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden,
velgen, bandenspanningssensoren,
-zenders en ventieldopjes
●Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige omdat de bandenspan-
ningssensoren en -zenders beschadigd
kunnen raken als er niet voorzichtig
mee wordt omgegaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de ven-
tielen aan te brengen. Als de ventieldop-
jes niet geplaatst worden, dan kan er
water in de bandenspanningssensoren
terechtkomen en kunnen ze vast gaan
zitten.
●Vervang ventieldopjes alleen door het
voorgeschreven type ventieldopje.
Anders kunnen de dopjes vast komen te
zitten.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de bandenspan-
ningssensor en -zender wanneer de band
wordt gerepareerd of vervangen.
(→Blz. 304)
Initialiseren van het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 305 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
307
6 6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
De bandenspanningssensoren en -zen-
ders zijn voorzien van een unieke iden-
tificatiecode. Bij het vervangen van een
bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren. Laat de identifica-
tiecodes registreren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Registreren van identificatiecodes
De identificatiecodes van de bandenspan-
ningssensoren en -zenders van twee sets
banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de nor-
male banden als de winterbanden vooraf zijn
geregistreerd, is het niet nodig om de identifi-
catiecodes te registreren wanneer de nor-
male banden worden vervangen door winter-
banden.
Naast de set identificatiecodes van de senso-
ren van het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem die al bij de auto is geregis-
treerd, kan een tweede set identificatiecodes
worden geregistreerd.
Er kan een tweede set identificatiecodes van
de sensoren van het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem worden geregistreerd
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als er 2 sets identificatiecodes zijn geregis-
treerd, kunnen beide sets identificatiecodes
worden geselecteerd.
1Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet het contact AAN.
2Druk de resetschakelaar van het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem binnen 3 seconden 3 keer
achter elkaar in.
3Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat 3 seconden
branden en vervolgens 3 keer knip-
peren.
4Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat gedurende 1
minuut knipperen en blijft vervol-
gens branden.
5Als de wijziging van de identificatie-
code is voltooid, dooft het waar-
schuwingslampje lage bandenspan-
ning.
Controleer of de spanning van de banden
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display.
Registreren van
identificatiecodesWijzigen van de set
identificatiecodes
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 307 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM