3084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Globale afstand tot object: 45 cm - 30 cm* (behalve zijsensor voor, zijsensor
achter)
70 cm - 30 cm
* (zijsensor voor, zijsensor achter)
*: Functie automatisch dempen zoemer is ingeschakeld. (Blz. 308)
Globale afstand tot object: 30 cm - 15 cm*1
*1: Functie automatisch dempen zoemer is uitgeschakeld. (Blz. 308)
*2: De afstandssegmenten zullen langzaam knipperen.
Globale afstand tot object: minder dan 15 cm*1
*1: Functie automatisch dempen zoemer is uitgeschakeld. (Blz. 308)
*2: De afstandssegmenten zullen snel knipperen.
■Werking zoemer en afstand tot
een object
Een zoemer klinkt als de sensoren in
werking zijn.
De geluidssignalen volgen elkaar
sneller op naarmate de auto dichter
bij het object komt. Als de auto het
obstakel genaderd is tot ongeveer
30 cm , klinkt de zoemer continu.Als er gelijktijdig 2 of meer objecten
worden gesignaleerd, klinkt de zoe-
mer voor het dichtstbijzijnde object.
Als een of meer objecten dichter bij
de auto komen dan ongeveer 30 cm,
klinkt er een langdurig piepsignaal,
gevolgd door elkaar snel opvolgende
piepsignalen.
Multi-informatiedisplayHead-up display
Multi-informatiedisplay*2Head-up display
Multi-informatiedisplay*2Head-up display
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 308 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
309
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Functie automatisch dempen zoe-
mer: Als, terwijl de zoemer klinkt, de
afstand tussen de auto en het gesig-
naleerde object niet kleiner wordt,
wordt de zoemer automatisch
gedempt. (Als de afstand tussen de
auto en het object echter 30 cm of
minder is, werkt de functie niet.)
■Aanpassen van het zoemervo-
lume
Het zoemervolume kan worden aange-
past op het multi-informatiedisplay. Het
volume van de zoemers voor de Toyota
Parking Assist-sensor en de RCTA
(indien aanwezig) wordt gelijktijdig aan-
gepast.
Wijzig de instellingen met behulp van
de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel. (Blz. 100)
1Druk op of om te
selecteren.
2Druk op of om te
selecteren en houd vervolgens
ingedrukt.
3Selecteer het volume en druk ver-
volgens op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wij-
zigt het volume tussen 1, 2 en 3.
■Dempen van het geluid van een
zoemer
Op het multi-informatiedisplay wordt
een toets MUTE weergegeven wanneer
een object wordt gesignaleerd. Druk op
om het geluid van de zoemer te
dempen.
Het volume van de zoemers voor de
Toyota Parking Assist-sensor en de
RCTA (indien aanwezig) wordt gelijktij-
dig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het dem-
pen automatisch geannuleerd:
Als de stand van de selectiehendel
wordt gewijzigd.
Als de rijsnelheid hoger wordt dan
een bepaalde snelheid.
Als de actieve functie tijdelijk wordt
geannuleerd.
Als de actieve functie handmatig
wordt uitgeschakeld.
Als het contact UIT wordt gezet.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 309 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
311
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de RCTA in of
uit te schakelen. (Blz. 100)
1Druk op of om te
selecteren.
2Druk op of om RCTA te
selecteren en druk vervolgens op
.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje RCTA OFF
(Blz. 87) branden. (Telkens wanneer het
contact UIT en weer AAN wordt gezet, wordt
de RCTA automatisch ingeschakeld.)
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk
boven harde geluiden uit, zoals wanneer het
volume van het audiosysteem hoog staat.
■Als “RCTA Unavailable” (RCTA niet
beschikbaar) op het multi-informatie-
display wordt weergegeven
Er zit mogelijk water, sneeuw, modder, enz.
rond de sensoren in de achterbumper.
(Blz. 298) Wanneer het water, de sneeuw,
de modder, enz. rondom de sensoren in de
achterbumper wordt verwijderd, moet het
systeem weer normaal gaan werken.
Ook werkt de functie mogelijk niet normaal bij
extreem warm of koud weer.
■Radarsensoren opzij achter
Blz. 298
Inschakelen/uitschakelen van
de RCTA
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van de functie
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor
een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De RCTA is slechts een aanvullende func-
tie die de bestuurder waarschuwt wanneer
er een auto van rechts of links achter de
auto nadert. Aangezien de RCTA onder
bepaalde omstandigheden mogelijk niet
goed werkt, dient de bestuurder altijd zelf
visueel de veiligheid te controleren. Uitslui-
tend op deze functie vertrouwen kan lei-
den tot een ongeval met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 311 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
313
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■De RCTA werkt wanneer:
De RCTA werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan:
●Het contact staat AAN.
●De RCTA is ingeschakeld.
●De selectiehendel staat in stand R.
●De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of lager.
●De rijsnelheid van de naderende auto ligt
tussen ongeveer 8 km/h en 56 km/h.
■Aanpassen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aangepast op
het multi-informatiedisplay. Het volume van de
zoemers voor de Toyota Parking Assist-sen-
sor en de RCTA wordt gelijktijdig aangepast.
Wijzig de instellingen met behulp van de
bedieningstoetsen van het instrumentenpa-
neel. (Blz. 100)
1Druk op of om te selecte-
ren.
2Druk op of om RCTA te selecte-
ren en houd vervolgens op inge-
drukt.
3Selecteer het volume en druk vervolgens
op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wijzigt
het volume tussen 1, 2 en 3.
■Dempen van het geluid van een zoemer
Op het multi-informatiedisplay wordt een
toets MUTE weergegeven wanneer een
object wordt gesignaleerd. Druk op om
het geluid van de zoemer te dempen.
Het volume van de zoemers voor de Toyota
Parking Assist-sensor en de RCTA wordt
gelijktijdig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het dempen
automatisch geannuleerd:
●Als de stand van de selectiehendel wordt
gewijzigd.
●Als de rijsnelheid hoger wordt dan een
bepaalde snelheid.
●Als de actieve functie tijdelijk wordt gean-
nuleerd.
●Als de actieve functie handmatig wordt uit-
geschakeld.
●Als het contact UIT wordt gezet.
■Situaties waarin het systeem geen auto
signaleert
De RCTA is niet ontworpen om de volgende
typen voertuigen en/of objecten te signaleren:
●Auto's die direct van achteren naderen
●Voertuigen die achteruit inparkeren in een
parkeerruimte naast uw auto
●Voertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van
obstakels
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
●De afstand tussen de sensor en de nade-
rende auto wordt te klein
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt
er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
Onder de volgende omstandigheden signa-
leert de RCTA auto's mogelijk niet correct:
●Als de sensor niet goed is uitgelijnd door-
dat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
●Wanneer de sensor of de omgeving ervan
op de achterbumper is bedekt door mod-
der, sneeuw of ijs of wanneer er een stic-
ker op is geplakt
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 313 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
317
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De Parking Support Brake kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld via het
multi-informatiedisplay. Alle functies
van de Parking Support Brake (voor
stilstaande objecten en voor voertui-
gen die achterlangs rijden) worden
gelijktijdig ingeschakeld/uitgeschakeld.
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Parking
Support Brake in of uit te schakelen.
(Blz. 100)
1Druk op of om te
selecteren.
2Druk op of om te
selecteren en druk vervolgens op
.
Wanneer de Parking Support Brake wordt
uitgeschakeld, gaat het controlelampje
PKSB OFF (Blz. 87) branden.
Als het systeem is uitgeschakeld en u het
weer wilt inschakelen, selecteer dan op
het multi-informatiedisplay, selecteer
en vervolgens “On” (aan). Als het systeem
door middel van deze methode is uitgescha-
keld, wordt het niet automatisch weer inge-
schakeld nadat het contact UIT en weer
AAN is gezet.
WAARSCHUWING
●Als gebruik wordt gemaakt van een
wasstraat
●Als de auto niet stabiel functioneert,
zoals na een ongeval of tijdens een sto-
ring
●Als sportief met de auto wordt gereden
of als op onverharde wegen wordt gere-
den
●Als de banden niet de juiste banden-
spanning hebben
●Als de banden zeer versleten zijn
●Wanneer er sneeuwkettingen worden
gebruikt, een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset
is gebruikt
OPMERKING
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable” (Parking Support Brake
niet beschikbaar) op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven en
het controlelampje PKSB OFF knip-
pert
Als deze melding direct nadat het contact
AAN is gezet wordt weergegeven, bedien
de auto dan voorzichtig en let daarbij goed
op de omgeving. Het is wellicht nodig om
een bepaalde tijd met de auto te rijden
voordat het systeem weer normaal werkt.
(Als het systeem nog niet normaal werkt
nadat een poosje met de auto gereden is,
reinig dan de sensoren en hun omgeving
op de bumpers.)
Inschakelen/uitschakelen van
de Parking Support Brake
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 317 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
3184-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als de begrenzingsregeling van het motor-
vermogen of de remregeling in werking is,
klinkt een zoemer en wordt een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay
om de bestuurder te waarschuwen. Bij
auto's met een head-up display (indien aan-
wezig) wordt op het head-up display
dezelfde melding weergegeven als op het
multi-informatiedisplay.
Afhankelijk van de situatie werkt de begren-
zingsregeling van het motorvermogen om
hetzij de acceleratie te begrenzen hetzij het
vermogen zo veel mogelijk te beperken.
Begrenzingsregeling motorvermo-
gen is in werking (begrenzen accele-
ratie)
Het systeem begrenst sneller accelereren
dan een bepaalde waarde.
Multi-informatiedisplay: “Object Detected
Ahead Speed Reduced” (object voor de auto
gesignaleerd, snelheid begrensd)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Klinkt niet
De begrenzingsregeling van het
motorvermogen is in werking (ver-
mogen zo veel mogelijk beperkt)
Het systeem heeft bepaald dat er harder
moet worden geremd dan normaal.
Multi-informatiedisplay: “Brake!” (Remmen!)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Kort piepsignaal
De remregeling is in werking
Het systeem heeft bepaald dat een nood-
stop noodzakelijk is
Multi-informatiedisplay: “Brake!” (Remmen!)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Kort piepsignaal
Auto tot stilstand gebracht door de
werking van het systeem
De auto is tot stilstand gebracht door de
remregeling.
Multi-informatiedisplay: “Switch to Brake”
(verplaats voet naar rempedaal) (Als het
gaspedaal niet wordt ingetrapt, wordt “Press
Brake Pedal” (trap rempedaal in) weergege-
ven.)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt
Zoemer: Kort piepsignaal
Weergaven en zoemers
voor begrenzingsregeling
motorvermogen en
remregeling
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 318 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
3204-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Afbeelding 2: Wanneer de begrenzingsregeling voor het motorvermogen in
werking is
Motorvermogen
Remkracht
Tijd
Begrenzingsregeling motorvermogen treedt in werking
Systeem bepaalt dat de kans op een aanrijding met een gesignaleerd object
groot is
Motorvermogen gereduceerd
Voorbeeld: multi-informatiedisplay: “Brake!” (Remmen!)
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 320 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
321
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Afbeelding 3: Wanneer de remregeling in werking is
Motorvermogen
Remkracht
Tijd
Begrenzingsregeling motorvermogen treedt in werking
Systeem bepaalt dat de kans op een aanrijding met een gesignaleerd object
groot is
Motorvermogen gereduceerd
Systeem bepaalt dat de kans op een aanrijding met een gesignaleerd object
zeer groot is
Remregeling treedt in werking
Kracht remregeling vergroot
Voorbeeld: multi-informatiedisplay: “Brake!” (Remmen!)
Voorbeeld: multi-informatiedisplay: “Switch to Brake” (Trap het rempedaal in)
■Als de Parking Support Brake in wer-
king is getreden
Als de auto is stilgezet door de werking van de
Parking Support Brake, wordt de Parking Sup-
port Brake uitgeschakeld en gaat het controle-
lampje PKSB OFF branden. Als de Parking
Support Brake onnodig in werking treedt, kan
de remregeling worden geannuleerd door het
rempedaal in te trappen of door ongeveer 2
seconden te wachten totdat deze automatisch
wordt geannuleerd. Vervolgens kunt u verder
rijden door het gaspedaal in te trappen.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake
Wanneer de Parking Support Brake is uitge-
schakeld door de werking ervan, kunt u zelf
het systeem weer inschakelen (Blz. 317) of
het contact UIT en vervolgens weer AAN zet-
ten. Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld als het obstakel zich niet langer
in de rijrichting van de auto bevindt of als de
auto van rijrichting verandert (bijvoorbeeld
achteruit in plaats van vooruit of andersom).
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 321 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM