3384-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Overzicht van functies
Selecteer bij het wegrijden van een par-
keerplaats na het fileparkeren de rich-
ting waarin u wilt wegrijden. De onder-
steuningsregeling voor de bediening
van het stuurwiel helpt om de auto naar
een positie te begeleiden van waaruit u
kunt wegrijden.
1Druk, terwijl de selectiehendel in
stand P staat, op de S-IPA-schake-
laar, selecteer de modus parkeer-
plaats fileparkeren verlaten en
bedien de richtingaanwijzerschake-
laar om de gewenste uitrijrichting te
selecteren.
2De automatische bediening van het
stuurwiel begint wanneer de scha-
kelstand wordt gewijzigd overeen-
komstig de door het systeem gele-
verde begeleiding.3Er is een geluid te horen en er wordt
een display weergegeven om u te
laten weten wanneer de auto de
positie bereikt van waaruit kan wor-
den weggereden.
Afhankelijk van de conditie van de parkeer-
plaats worden de begeleiding voor de begin-
punten voor naar voren rijden en achteruitrij-
den en de automatische bediening van het
stuurwiel telkens wanneer meerdere keer-
manoeuvres nodig zijn, herhaald vanaf het
moment dat de automatische bediening van
het stuurwiel begint in stap 2 tot het moment
dat de auto een positie bereikt van waaruit
kan worden weggereden.
■Gebruik van de modus parkeer-
plaats fileparkeren verlaten om
weg te rijden
1Druk, terwijl de selectiehendel in
stand P staat, op de S-IPA-schake-
laar en controleer of het display op
het multi-informatiedisplay terug-
keert naar “Exit Parallel Parking”
(parkeerplaats fileparkeren verlaten).
Wegrijden van een
parkeerplaats na het
fileparkeren (modus
parkeerplaats fileparkeren
verlaten)
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 338 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
339
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
2Bedien de richtingaanwijzerschake-
laar (Blz. 189) om te selecteren of
u linksaf of rechtsaf wilt wegrijden.
Als zich in de richting waarin u wegrijdt
obstakels bevinden, bepaalt het systeem dat
wegrijden niet mogelijk is en wordt de onder-
steuningsregeling uitgeschakeld.
3Als de selectiehendel in stand R (of
D) wordt gezet overeenkomstig het
advies op het scherm (Blz. 330),
klinkt er een hoog piepsignaal en
start de ondersteuningsregeling.
De procedure vanaf stap 4 is voor het geval
het advies “Shift to R” (schakel stand R in)
op het scherm wordt weergegeven nadat de
richtingaanwijzerschakelaar is bediend om
een wegrijrichting te selecteren.
Wanneer de automatische bediening
van het stuurwiel begint, worden de
weergave van de automatische
bediening van het stuurwiel en de
indicator die de mate van assistentie
aangeeft (Blz. 330) op de display-
zone weergegeven.
Druk op de S-IPA-schakelaar om de
ondersteuningsregeling te stoppen.
4Neem een normale zithouding voor
achteruitrijden aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom
de auto veilig is en rijd langzaam
achteruit terwijl u de rijsnelheid
regelt met het rempedaal.
Wanneer u te snel achteruitrijdt,
klinkt er een schril piepsignaal en
stopt de ondersteuningsregeling.
(Blz. 331.)5Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave (Blz. 330)
op het display wordt weergegeven.
6Zet de selectiehendel in stand D of
M.
7Neem een normale zithouding aan,
laat uw handen lichtjes en zonder
kracht te gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het gebied voor
en rondom de auto veilig is en rijd
langzaam vooruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal.
Wanneer er niet in één keer kan wor-
den weggereden en er meerdere
keermanoeuvres nodig zijn, ga dan
naar stap 8.
Wanneer er niet meerdere keerma-
noeuvres nodig zijn, ga dan naar
stap 14.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 339 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
3404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
8Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave (Blz. 330)
op het display wordt weergegeven.
9Zet de selectiehendel in stand R.
10Neem een normale zithouding voor
achteruitrijden aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom
de auto veilig is en rijd langzaam
achteruit terwijl u de rijsnelheid
regelt met het rempedaal.
Afhankelijk van de conditie van de parkeer-
plaats moeten de stappen 5 tot 10 mogelijk
worden herhaald.
11Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave (Blz. 330)
op het display wordt weergegeven.
12Zet de selectiehendel in stand D of
M.
13Neem een normale zithouding aan,
laat uw handen lichtjes en zonder
kracht te gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het gebied voor
en rondom de auto veilig is en rijd
langzaam vooruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 340 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
343
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
2De automatische bediening van het
stuurwiel begint wanneer de auto
begint te rijden.
3Er is een geluid te horen en er wordt
een display weergegeven om u te
laten weten wanneer de auto de
positie bereikt van waaruit achteruit
kan worden gereden.
Als de gesignaleerde parkeerplaats of de
weg (afstand tot de rand van de weg tegen-
over de parkeerplaats) smal is of als er zich
obstakels voor de auto bevinden, wordt er
geen begeleiding gegeven.
4Het parkeren is voltooid.
Hiermee is de ondersteuningsmodus vol-
tooid.
Afhankelijk van de conditie van de parkeer-
plaats worden de begeleiding voor de begin-
punten voor naar voren rijden en achteruitrij-
den en de automatische bediening van het
stuurwiel telkens wanneer meerdere keer-
manoeuvres nodig zijn, herhaald. Hierbij
wordt stap 3 gevolgd vanaf het moment dat
de auto achteruit begint te rijden totdat het
parkeren is voltooid.
■Parkeren
1Stop op het punt waarbij het midden
van de beoogde parkeerplaats vrij-
wel haaks op de auto staat. Druk
vervolgens 2 keer op de S-IPA-
schakelaar en controleer of het dis-
play op het multi-informatiedisplay
terugkeert naar “Reverse-in Par-
king” (achteruit inparkeren).
1 m
Controleer het gebied in de richting
van de pijl die de richting van de
automatische bediening van het
stuurwiel en de beoogde parkeer-
plaats op het display aangeeft visu-
eel.
Iedere keer dat er op de S-IPA-scha-
kelaar wordt gedrukt, wijzigt de
modus. (Blz. 330)
Als de selectiehendel niet in D of M
staat of als de rijsnelheid te hoog is,
zal door het indrukken van de S-IPA-
schakelaar het scherm niet wijzigen
naar het scherm “Reverse-in Par-
king” (achteruit inparkeren).
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 343 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
3444-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
De richtingaanwijzerschakelaar
(Blz. 189) kan worden bediend om
te selecteren of u linksaf of rechtsaf
wilt parkeren.
Het systeem kan niet worden
gebruikt wanneer de parkeerplaats
smal is of wanneer de ondersteu-
ningsregeling onvoldoende ruimte
heeft om te werken. Raadpleeg de
informatie op het multi-informatiedis-
play om naar een andere parkeer-
plaats te gaan.
2Neem een normale zithouding aan,
laat uw handen lichtjes en zonder
kracht te gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het gebied voor
en rondom de auto veilig is en rijd
langzaam vooruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal. Ver-
volgens klinkt een hoog piepsignaal
en gaat tegelijkertijd een indicator
op het instrumentenpaneel bran-
den, waarna de ondersteuningsre-
geling start.
Wanneer de automatische bediening
van het stuurwiel begint, worden de
weergave van de automatische
bediening van het stuurwiel en de
indicator die de mate van assistentie
aangeeft (Blz. 330) op de display-
zone weergegeven.Druk op de S-IPA-schakelaar om de
ondersteuningsregeling te stoppen.
Wanneer de rijsnelheid te hoog is,
klinkt er een schril piepsignaal en
stopt de ondersteuningsregeling.
(Blz. 331)
Als na het starten van de ondersteu-
ningsregeling de ruimte te smal blijkt
te zijn, klinkt er een schril piepsig-
naal en stopt de ondersteuningsre-
geling.
3Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave (Blz. 330)
op het display wordt weergegeven.
4Zet de selectiehendel in stand R.
5Neem een normale zithouding voor
achteruitrijden aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom
de auto veilig is, controleer of er
zich geen obstakels bevinden op de
parkeerplaats en rijd langzaam ach-
teruit terwijl u de rijsnelheid regelt
met het rempedaal.
Wanneer de auto niet netjes in één
keer de beoogde parkeerplaats kan
worden ingereden en er meerdere
keermanoeuvres nodig zijn, ga dan
naar stap 6.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 344 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
345
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer er niet meerdere keerma-
noeuvres nodig zijn, ga dan naar
stap 12.
6Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave (Blz. 330)
op het display wordt weergegeven.
7Zet de selectiehendel in stand D of
M.
Wanneer u de ondersteuningsregeling wilt
beëindigen op uw huidige positie, zet dan de
selectiehendel in stand P.
8Neem een normale zithouding aan,
laat uw handen lichtjes en zonder
kracht te gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het gebied voor
en rondom de auto veilig is en rijd
langzaam vooruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal.
9Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave (Blz. 330)
op het display wordt weergegeven.10Zet de selectiehendel in stand R.
11Neem een normale zithouding voor
achteruitrijden aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom
de auto veilig is en rijd langzaam
achteruit terwijl u de rijsnelheid
regelt met het rempedaal.
Afhankelijk van de conditie van de parkeer-
plaats moeten de stappen 6 tot 11 mogelijk
worden herhaald.
12Wanneer de auto zich bijna geheel
binnen de beoogde parkeerplaats
bevindt, klinkt er een hoog piepsig-
naal en wordt de stopweergave op
het display (Blz. 330) weergege-
ven. Breng de auto tot stilstand.
Hiermee is de modus automatisch achteruit
inparkeren voltooid.
Uit veiligheidsoverwegingen klinkt
de zoemer net voordat de auto volle-
dig op de beoogde parkeerplaats
staat. Bovendien wordt op dat
moment de werking van het systeem
ook beëindigd. Houd, om op de
gewenste parkeerplaats te komen,
het stuurwiel stevig vast en rijd lang-
zaam achteruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal.
Houd bij het achteruitrijden de
omgeving voor en achter de auto in
de gaten. Controleer de omgeving
ook via de (buiten)spiegels.
■Werkingsvoorwaarden modus automa-
tisch achteruit inparkeren
●Rijd langzaam (met een snelheid waarbij
de auto snel tot stilstand kan worden
gebracht) om de functie goed te laten wer-
ken. Breng de auto volledig tot stilstand op
het punt waarbij het midden van de par-
keerplaats vrijwel haaks op de auto staat
en druk op de S-IPA-schakelaar.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 345 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
347
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer het Simple Intelligent Parking Assist-systeem niet kan worden bediend of
wanneer de werking is beëindigd, het systeem is uitgeschakeld, enz., wordt een van
de onderstaande meldingen weergegeven op het multi-informatiedisplay. Neem de
juiste maatregelen overeenkomstig de weergave op het display.
■Wanneer bediening niet mogelijk is
Meldingen multi-informatiedisplay
MeldingSituatie/oplossing
“IPA System Check Visit Your Dealer”
(IPA-systeemcontrole. Ga naar uw
dealer.)
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig.
Zet het contact UIT en start vervolgens de
motor.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de melding opnieuw
wordt weergegeven.
“Currently Unavailable”
(momenteel niet beschikbaar)
Er zit mogelijk een storing in het systeem.
De stuurbekrachtiging is tijdelijk oververhit.
Zet het contact UIT, wacht enige tijd en start
vervolgens de motor opnieuw.
De motor draait niet.
Start de motor.
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, vuil, o.i.d. op een sensor.
Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil, enz.
Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil, enz.
De sensor is bevroren.
Zodra de sensor ontdooit, zal het systeem
weer normaal werken.
De accu is verwijderd en weer geplaatst.
Rijd gedurende ten minste 5 seconden recht
vooruit met een snelheid van ongeveer 35 km/h
of hoger.
“Excessive Speed” (snelheid te hoog)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer de rij-
snelheid hoger is dan 30 km/h.
Bedien de schakelaar wanneer de rijsnelheid
ongeveer 30 km/h of lager is.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 347 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
3544-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Andere objecten dan geparkeerde auto's,
zoals een paal of muur, worden mogelijk
niet gesignaleerd. Zelfs wanneer deze
objecten kunnen worden gesignaleerd, wijkt
de beoogde parkeerplaats mogelijk af.
Palen
Muur
●Ook wijkt de beoogde parkeerplaats moge-
lijk af wanneer een voetganger, enz. wordt
gesignaleerd.
Voetganger
●Het Simple Intelligent Parking Assist-sys-
teem werkt mogelijk niet wanneer roosters,
traanplaten o.i.d. worden gesignaleerd op
de parkeerplaats.
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het Simple Intelligent
Parking Assist-systeem
●Vertrouw niet uitsluitend op het Simple
Intelligent Parking Assist-systeem. Rijd,
net als bij auto's zonder dit systeem,
voorzichtig vooruit en achteruit terwijl u
de omgeving van de auto in de gaten
houdt.
●Rijd niet achteruit terwijl u op het multi-
informatiedisplay kijkt. Als u tijdens het
achteruitrijden alleen op het scherm van
de monitor let, kan dat een aanrijding of
ongeval tot gevolg hebben, aangezien
het beeld dat op het scherm van de
monitor wordt weergegeven, kan afwij-
ken van de werkelijke situatie. Contro-
leer de omgeving van de auto tijdens
het achteruitrijden altijd visueel, zowel
met als zonder spiegels.
●Rijd langzaam terwijl u bij het achteruit-
en vooruitrijden de snelheid regelt met
het rempedaal.
●Als de kans bestaat dat de auto een
voetganger, een andere auto of een
ander obstakel zal raken, breng de auto
dan tot stilstand door het rempedaal in
te trappen en druk op de S-IPA-schake-
laar om het systeem uit te schakelen.
●Gebruik het systeem op een parkeer-
plaats met een vlakke ondergrond.
●Houd u aan de volgende voorzorgs-
maatregelen, aangezien het stuurwiel
tijdens het gebruik automatisch wordt
gedraaid.
• Het risico bestaat dat een stropdas,
sjaal, uw arm, enz. vast komt te zitten in
het stuurwiel. Zorg dat uw bovenli-
chaam niet te dicht bij het stuurwiel
komt. Voorkom ook dat kinderen te dicht
bij het stuurwiel komen.
• U kunt uzelf tijdens het draaien van het
stuurwiel bezeren als u lange vingerna-
gels hebt.
• Breng in een noodgeval de auto tot stil-
stand door het rempedaal in te trappen
en druk op de S-IPA-schakelaar om het
systeem uit te schakelen.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 354 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM