Als “System Stopped Driver Monitor
Out of Temperature” (Systeem
uitgeschakeld. Bestuurderscamera
buiten temperatuurbereik) wordt
weergegeven
Geeft aan dat een van de volgende
systemen is uitgeschakeld:
• Bestuurderscamera
De temperatuur van de
bestuurderscamera ligt buiten het
werkingsgebied. Wacht totdat de
temperatuur normaal is.
Als er een melding wordt weergegeven
dat u naar een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven, is defect. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als er een melding wordt weergegeven
dat de draaiknop van de transmissie
moet worden bediend
Om te voorkomen dat de draaiknop van
de transmissie in de verkeerde stand
wordt gezet of dat de auto onverwachts
in beweging komt, kan op het
multi-informatiedisplay een melding
worden weergegeven die u verzoekt om
de draaiknop in een andere stand te
zetten. Volg in dat geval de instructie
van de melding en zet de transmissie in
de aangegeven stand.
Als er een melding wordt weergegeven
dat de handleiding moet worden
geraadpleegd
• Als een van de onderstaandemeldingen wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, volg dan de
instructies op. – “Battery Low” (batterij bijna leeg)
(→blz. 490)
– “Check Charging System Close Charging Port Lid” (Controleer
laadsysteem. Sluit klep
laadaansluiting) (→blz. 136)
– “Charging system malfunction” (storing laadsysteem) (→blz. 136)
– “Charging stopped High energy use” (laden gestopt, hoog
energieverbruik) (→blz. 136)
• Als een van de onderstaande meldingen wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, kan dit
duiden op een storing. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.– “Entry & Start System Malfunction” (storing in Smart entry-systeem
met startknop)
– “Traction battery system malfunction” (systeemstoring
tractiebatterij)
– “Accelerator system malfunction” (systeemstoring gaspedaal)
– “Plug-in Charging System Malfunction” (storing
plugin-laadsysteem)
– “EV system malfunction” (storing in EV-systeem)
– “Shift System Malfunction Apply Parking Brake Securely When
Parking See Owner’s Manual”
(Storing in schakelsysteem.
Activeer parkeerrem goed bij het
parkeren. Zie handleiding)
– “Shift System Malfunction See Owner’s Manual” (Storing in
schakelsysteem. Zie handleiding)
– “Shift System Malfunction Stop in a Safe Place See Owner’s Manual”
(Storing in schakelsysteem. Breng
auto op veilige plaats tot stilstand.
Zie handleiding)
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
474
LadenAarden (AC-laadkabel Mode 2) ....84
AC-laadkabel ..............81
Als de laadschemafunctie niet
normaal werkt .............135
Als er een melding met betrekking
tot het laden wordt weergegeven .136
Bekijken van informatie met
betrekking tot het laden .......99
Bijlage ..................90
Controleer voorafgaand aan
het laden het volgende . . . .100 , 110
Controlelampjes CCID (Charging
Circuit Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat
laadsysteem) ..............85
Controleren van de
AC-laadkabel ...........89,100
De namen van alle onderdelen van de
AC-laadkabel (indien aanwezig) . . .83
Gebruik van de
laadschemafunctie ..........115
Gebruik van de “Mijn ruimte-
modus” .................124
Inschakelen van de “Mijn
ruimte-modus” ............124
Instellingen uitvoeren op het
multi-informatiedisplay .......117
Instellingen uitvoeren op het scherm
van het multimediasysteem . . . .120
Instellingen van de
laadschemafunctie ..........115
Laadgekoppelde functies .......96
Laadindicator ..............81
Laadmethoden .............96
Laadtips .................98
Laaduitrusting .............78
Laaduitrusting en benamingen . . .78
Na het laden ..........108 , 114
Openen/sluiten van de klep
van de laadaansluiting .........79
Procedure voor AC-laden ......102
Procedure voor DC-laden ......110
Registreren van het laadschema . .115
Solarlaadsysteem* ..........127
Systematisch laden ..........98
Veiligheidsfuncties ...........84
Vergrendelen en ontgrendelen
van de AC-laadstekker .........92
Vervangen van het aansluitsnoer
(indien aanwezig) ...........87 Voedingsbronnen
...........94
Voedingsbronnen die kunnen
worden gebruikt ............94
Voor en tijdens het laden . . .103 , 110
Voorzorgsmaatregelen bij laden . .102
Wanneer de normale procedure voor
laden niet kan worden uitgevoerd .131
Wanneer de procedure voor
DC-laden niet normaal kan worden
uitgevoerd...............133
Wat u moet weten voor het laden . .99
Weergave van informatie over
energiebalans als “Mijn
ruimte-modus” is ingeschakeld . .125
Weergeven van informatie met
betrekking tot het
solarlaadsysteem ...........128
Werking solarlaadsysteem .....127
Noodoproep Controlelampjes ............53
eCall*...................52
Noodoproepdiensten .........53
Overzicht systeem van
toegevoegde diensten ........56
Systeemonderdelen ..........53
Uitvoeren van de regelgeving ....57
Onderhoud Onderhoud en reparatie .......416
Periodiek onderhoud .........416
Zelf uit te voeren onderhoud . . . .416
Onderhoud en verzorging Beschermen van het interieur . . .413
Reinigen en beschermen van
het
exterieur van uw auto ......410
Reinigen en beschermen van
het interieur ..............413
Reinigingsinstructies ........410
Schoonmaken van de
metaalaccenten met satijnglans . .415
Schoonmaken van kunstleder . . .415
Schoonmaken van lederen
bekleding ...............415
Stoffen delen schoonmaken . . . .415
Trefwoordenlijst
601
Trefwoordenlijst