“Battery Heater” (batterijverwarming)
(→blz. 96)/“Battery Cooler”
(batterijkoeler) (→blz. 97)
Afhankelijk van de temperatuur van de
tractiebatterij wordt de verwarming van
de tractiebatterij of de
tractiebatterijkoeler mogelijk
geactiveerd en gaat de laadindicator
mogelijk branden terwijl de timer wacht
op het opladen.
Instellingen uitvoeren op het
multi-informatiedisplay
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel als het laadschema
wordt gebruikt.
ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel (→blz. 150)
BMulti-informatiedisplay
Registreren van het laadschema 1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om
te
selecteren.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) te
selecteren en houd vervolgens
ingedrukt.
3. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Charging
Settings” (laadinstellingen) te
selecteren en druk vervolgens op
. Het scherm “Charging Settings”
(laadinstellingen) wordt
weergegeven.
4. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om
“Oplaadschema” te selecteren en druk
vervolgens op
.
Het scherm “Oplaadschema” wordt
weergegeven.
5. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Geplande
gebeurt.” te selecteren en druk op
.
Het scherm “Geplande gebeurt.”
wordt weergegeven.
6. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “+
toevoegen” te selecteren en druk
vervolgens op
.
Het scherm “Charging Mode”
(laadmodus) wordt weergegeven.
2.2 Laden
117
2
EV-systeem
Wijzigen van de geregistreerde
laadschema's
De geregistreerde laadschema's kunnen
worden gewijzigd of gewist.1. Voer stap 1totenmet5 van de
procedure “Registreren van het
laadschema” (→blz. 117) uit en geef
het scherm “Geplande gebeurt.” weer.
Er wordt een lijst met geregistreerde
laadschema's weergegeven.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het item te
selecteren dat u wilt wijzigen en houd
vervolgens
ingedrukt.
Het scherm “Edit Event” (gebeurtenis
bew.) wordt weergegeven.
3. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het item te
selecteren dat u wilt bewerken, druk
op
en voer de noodzakelijke
handeling uit. • “Edit” (bewerken)
Wijzig de gewenste instellingen zoals
beschreven vanaf stap 7van de
procedure “Registreren van het
laadschema”. (→Blz. 117)
Druk op
om terug te keren naar
het vorige scherm.
• “Delete” (verwijderen) Er wordt een bevestigingsscherm
voor het verwijderen weergegeven.
Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Yes” ( ja) te
selecteren en druk vervolgens op
om het geselecteerde laadschema te
verwijderen.
Selecteer “No” (nee) en druk op
om het wissen te annuleren.
Druk op
om terug te keren naar
het vorige scherm.
Instellen van “Nu opladen” op “Aan”.
De instelling “Nu opladen” kan worden
gewijzigd door het uitvoeren van een van
de twee onderstaande procedures.
Via het scherm “Oplaadschema” 1. Voer stap 1totenmet4 van de
procedure “Registreren van het
laadschema” (→blz. 117) uit en geef
het scherm “Oplaadschema” weer.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Nu opladen”
te selecteren en druk vervolgens op
.
Elke keer als op
wordt gedrukt,
schakelt “Nu opladen” tussen “Aan” en
“Uit”.
Via het scherm “Closing Display”
(eindscherm)
*
*
Als “Closing Display” (eindscherm) niet
is ingesteld op “Charging Schedule”
(oplaadschema) op het scherm
van
het multi-informatiedisplay, wordt het
“Closing Display” (eindscherm) niet
2.2 Laden
119
2
EV-systeem
• Het waarschuwingslampje elektrischestuurbekrachtiging (geel) wordt
mogelijk ingeschakeld, maar dat duidt
niet op een storing.
Gebruik van de “Mijn ruimte-modus”
tijdens DC-laden
Wanneer de “Mijn ruimte-modus” wordt
gebruikt tijdens DC-laden, is de
ladingstoestand na voltooiing lager dan
wanneer de “Mijn ruimte-modus” niet
wordt gebruikt.
Als de “Mijn ruimte-modus” wordt
gebruikt terwijl de tractiebatterij
volledig geladen is
Als het contact AAN wordt gezet terwijl
de tractiebatterij volledig geladen is en
de laadstekker die energie levert, aangesloten is, wordt “Charging Port Lid
is Open” (klep oplaadpoort is open)
weergegeven op het multi-
informatiedisplay. Druk in dat geval op
van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het
instelscherm van de “Mijn
ruimte-modus” weer te geven en
selecteer vervolgens “Mijn
ruimte-modus”.
Als de “Mijn ruimte-modus” wordt
gebruikt terwijl de tractiebatterij
volledig geladen is, wordt de energie van
de tractiebatterij mogelijk verbruikt. In
dat geval wordt er mogelijk opnieuw
geladen.
Weergave waarschuwingsmelding
Raadpleeg de desbetreffende tabel en voer de juiste correctieprocedures uit als er een
melding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay terwijl u de “Mijn
ruimte-modus” probeert in te schakelen of de “Mijn ruimte-modus” wordt gebruikt.
Bericht Correctieprocedure
“Traction Battery is too Low for
“My Room Mode”” (lading trac-
tiebatterij te laag voor “Mijn
ruimte-modus”) Er is geen resterende lading aanwezig in de tractiebatterij
om de “Mijn ruimte-modus” in te schakelen. Wacht totdat
de resterende lading in de tractiebatterij is toegenomen
en schakel de “Mijn ruimte-modus” in.
““My Room Mode” has stopped
due to low traction battery level”
(“Mijn ruimte-modus” is uitge-
schakeld ten gevolge van ontla-
den tractiebatterij) De resterende lading in de tractiebatterij is te laag. Scha-
kel de “Mijn ruimte-modus” uit en laad de tractiebatterij.
““My Room Mode” will stop when
traction battery level is too low
Reduce power usage to continue
using “My Room Mode”” (“Mijn
ruimte-modus” wordt uitgescha-
keld als lading tractiebatterij te
laag is, beperk energieverbruik
om “Mijn ruimte-modus” te blij-
ven gebruiken) Wanneer het energieverbruik van de “Mijn ruimte-modus”
hoger is dan de ladingstoestand, wordt het laadniveau van
de tractiebatterij te laag.
*
■
Als het energieverbruik van de auto niet verbeterd kan
worden, wordt de “Mijn ruimte-modus” uitgeschakeld.
■ Schakel, als u de “Mijn ruimte-modus” wilt blijven
gebruiken, systemen als de airconditioning en het
audiosysteem uit om de resterende lading van de
tractiebatterij te verhogen.
*Als de “Mijn ruimte-modus” is ingeschakeld, kan de energiebalans worden gecontroleerd
op het multi-informatiedisplay.
2.2 Laden
126
2.2.13 Wanneer de normale procedure voor laden niet kan worden
uitgevoerd
Als het laden niet start, ook al is de normale procedure gevolgd, controleer dan elk van de
onderstaande items. Als er een waarschuwingsmelding verschijnt op het multi-
informatiedisplay, raadpleeg dan ook blz. 136.
Wanneer de normale procedure voor laden niet kan worden uitgevoerd
Raadpleeg de volgende tabel en voer de desbetreffende correctieprocedure uit.
Het waarschuwingslampje storing van het CCID (Charging Circuit Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat laadsysteem) knippert
Waarschijnlijke oorzaakCorrectieprocedure
Lekstroomdetectiefunctie of zelfdiagnose-
functie in werking en voeding onderbroken Als de spanning te laag is, kan het waarschu-
wingslampje storing gaan knipperen als er
interferentie is. Voer een resetprocedure uit
en sluit aan op een geschikte voedingsbron.
(→Blz. 86)
Als het laden niet start, stop dan onmiddellijk
met laden en neem contact op met een er-
kende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
De laadindicator van de laadaansluiting gaat niet branden, ook al is de laadstekker
aangesloten.
Waarschijnlijke oorzaak
Correctieprocedure
De stekker is niet goed aangesloten op de
contactdoos Controleer of de stekker goed is aangesloten
op de contactdoos.
De elektriciteit is uitgevallen Voer de laadprocedure nogmaals uit als er
weer elektriciteit beschikbaar is.
De op afstand bedienbare schakelaar is uitge-
schakeld Schakel de op afstand bedienbare schakelaar,
indien aanwezig, in.
De zekering in het gebouw is doorgeslagen en
de elektriciteit is uitgevallen Controleer of de zekering in orde is en, als dat
het geval is, of de auto geladen kan worden
via een andere contactdoos.
Als laden mogelijk is, kan de eerste contact-
doos defect zijn. Neem contact op met de be-
heerder of een elektricien.
Kortsluiting tussen het CCID (Charging Circuit
Interrupting Device, onderbrekingsapparaat
laadsysteem) en de stekker Stop onmiddellijk met laden en neem contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar be-
horen gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
2.2 Laden
131
2
EV-systeem
Als “Charging Stopped Due to Pulled Charging Connector” (laden gestopt vanwege
losgetrokken laadstekker) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaakCorrectieprocedure
De AC-laadstekker is verwijderd tijdens het
AC-laden Als de AC-laadstekker is verwijderd tijdens
het AC-laden, stopt het laden. Sluit de AC-
laadstekker weer aan als u de tractiebatterij
volledig wilt laden.
Nadat de tractiebatterij volledig is geladen,
wordt de AC-laadstekker verwijderd terwijl de
tractiebatterij opnieuw wordt geladen door-
dat functies die stroom verbruiken
*gebruikt
zijn en de resterende lading afgenomen is.
De AC-laadstekker is niet goed aangesloten Controleer de aansluitstatus van de AC-
laadstekker.
■
Plaats de AC-laadstekker bij het
aansluiten goed.
■ Controleer na het aansluiten van de
AC-laadstekker of de laadindicator van de
laadaansluiting brandt.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als er niet geladen kan
worden hoewel de juiste procedures gevolgd
zijn.
De AC-laadstekker is ontgrendeld tijdens het
AC-laden Als de AC-laadstekker wordt ontgrendeld tij-
dens het AC-laden, stopt het laden. Sluit de
AC-laadstekker weer aan om verder te gaan
met laden.
*Er wordt stroom verbruikt als de verwarming van het batterijpakket (→blz. 96) of de op
afstand bedienbare airconditioning wordt bediend ( →blz. 383).
Als “Charging Complete Limited Charge Due to Battery Temp” (laden voltooid, beperkt
door temperatuur batterij) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Het laden is gestopt om de tractiebatterij te
beschermen omdat de temperatuur gedu-
rende een bepaalde periode hoog was. Laat de tractiebatterij afkoelen en laad deze
nogmaals als de lading nog niet het gewenste
niveau heeft bereikt.
2.2 Laden
137
2
EV-systeem
Als “Charging Stopped Check Charging Source” (laden gestopt, controleer laadbron)
wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaakCorrectieprocedure
Probleem in voeding
externe voedingsbron Controleer het volgende.
■
De stekker is goed aangesloten.
■ Er wordt geen verlengsnoer gebruikt en de contactdoos is
niet overbelast.
■ De op afstand bedienbare schakelaar is niet uitgeschakeld.
■ Aangesloten op een speciaal voedingscircuit.
■ Er is geen stroomuitval geweest.
■ Het controlelampje Power van het CCID (Charging Circuit
Interrupting Device, onderbrekingsapparaat laadsysteem)
brandt.
■ De stroomonderbreker is niet geactiveerd.
Als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan, zit er
mogelijk een storing in de contactdoos. Neem contact op met
een elektricien en vraag om een controle.
Verder kan er, als het waarschuwingslampje storing van het CCID
(Charging Circuit Interrupting Device, onderbrekingsapparaat
laadsysteem) knippert, sprake zijn van een lekstroom. Neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als er niet geladen kan worden hoewel er geen probleem is met
de stroomtoevoer, kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het laden is gestopt door
de AC-lader Afhankelijk van de specificaties van de lader, kan het laden gean-
nuleerd zijn door een onderbreking van de stroomvoorziening.
Om de volgende redenen kan laden gestopt worden. Raadpleeg
de laadprocedures.
■
De knop voor het onderbreken van het laden op de lader is
ingedrukt.
■ Het laden is geannuleerd door de timerfunctie
■ Lader die niet compatibel is met de laadschemafunctie van de
auto
■ Controleer of laden mogelijk is met de AC-laadkabel die
meegeleverd is met de auto. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als er
niet geladen kan worden, zelfs niet met de originele
AC-laadkabel.
De AC-lader is niet compa-
tibel met de auto Controleer of laden mogelijk is met de AC-laadkabel die meege-
leverd is met de auto. Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige als er niet geladen kan
worden, zelfs niet met de originele AC-laadkabel.
Er zit een storing in de DC-
lader. Als bovenstaande melding wordt weergegeven als het DC-laden
niet is gestopt, is de DC-lader mogelijk beschadigd. Gebruik deze
DC-lader daarom niet. Controleer of laden mogelijk is met een
andere DC-lader.
De DC-lader is niet com-
patibel met de auto.
2.2 Laden
138
Als “Charging Stopped High Energy Use See Owner’s Manual” (Opladen is gestopt. Hoog
energieverbruik. Zie handleiding) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaakCorrectieprocedure
Er wordt vermogen verbruikt door elektrische
componenten van de auto Controleer de volgende items en voer de
laadprocedure nogmaals uit.
■
Als de koplampen en het audiosysteem
ingeschakeld zijn, schakel ze dan uit.
■ Zet het contact UIT.
Als het laden niet kan worden uitgevoerd,
zelfs niet na het uitvoeren van bovenstaande
stappen, is de 12V-accu mogelijk
onvoldoende geladen. Start het EV-systeem
en wacht ten minste ongeveer 15 minuten om
de 12V-accu op te laden.
Als “Charging System Malfunction See Owner’s Manual” (Storing oplaadsysteem. Zie
handleiding) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Storing opgetreden in laadsysteem Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Als “The Traction Battery Temp is low System put priority on charging to preserve
battery condition” (Temperatuur van tractiebatterij is laag. Systeem geeft prioriteit aan
opladen om batterij te sparen) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak
Correctieprocedure
De opwarmregeling van de tractiebatterij is in
werking (→blz. 96) Als de opwarmregeling van de tractiebatterij
in werking is, wordt het laadschema niet ge-
bruikt en wordt er geladen.
Dit is een regeling om de tractiebatterij te
beschermen en geen storing.
Als “Check Charging System Close Charging Port Lid See Owner’s Manual” (controleer
laadsysteem, sluit klep laadaansluiting, zie handleiding) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak
Correctieprocedure
De systeemcontrole is na het DC-laden niet
volledig uitgevoerd. Het EV-systeem kan niet worden gestart tot-
dat de systeemcontrole goed is uitgevoerd.
Voer een systeemcontrole uit volgens de pro-
cedures op blz. 112.
2.2 Laden
139
2
EV-systeem
Als “Charging Stopped Time Limit Reached” (laden gestopt, tijdlimiet bereikt) wordt
weergegeven
Waarschijnlijke oorzaakCorrectieprocedure
Het DC-laden met de DC-lader is niet voltooid
binnen de gestelde tijd. ■
Afhankelijk van het type DC-lader is de
timer mogelijk zo ingesteld dat hij na een
bepaalde tijd stopt met laden. Ga dit na bij
de beheerder van het laadstation.
Afhankelijk van de staat van de auto wordt de
laadtijd mogelijk langer dan normaal en wordt
het DC-laden mogelijk niet voltooid binnen de
gestelde tijd.
■ Als de airco, de koplampen, het
audiosysteem, enz. worden ingeschakeld,
neemt het elektriciteitsverbruik van de
auto toe. Voer het DC-laden uit nadat alle
bovenstaande functies zijn uitgeschakeld.
■ De temperatuur van de tractiebatterij kan
laag zijn. Voer het DC-laden uit na het
opwarmen van de tractiebatterij.
Als “Charging Stopped Check Charging Source or Vehicle” (laden gestopt, controleer
laadbron of auto) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Storing in het vergrendelsysteem van de
stekker. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
2.2 Laden
140