1343-1. Informatie over sleutels
3-1.Informatie over sleutels
Bij de auto worden de volgende sleu-
tels geleverd.
Auto's zonder Smart entry-systeem
en startknopHoofdsleutels
Gebruik van de afstandsbedieningsfunctie
( → Blz. 136)
Plaatje met sleutelnummer
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop
Elektronische sleutels
• Bedienen van het Smart entry-systeem met startknop ( →Blz. 181)
• Gebruik van de afstandsbedieningsfunctie (→ Blz. 136)
Mechanische sleutels Plaatje met sl
eutelnummer
■Aan boord van een vliegtuig
Druk aan boord van een vliegtuig nooit op de
toetsen van de sleutel met afstandsbedie-
ning. Zorg dat de toetsen niet per ongeluk
kunnen worden ingedrukt als de sleutel zich
bijvoorbeeld in uw tas bevindt. Als op de toet-
sen van de sleutel wordt gedrukt, kunnen er
radiogolven worden uitgezonden die de wer-
king van de vliegtuigsystemen kunnen ver-
storen.
■Leegraken sleutelbatterij
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop
●De standaard levensduur van de batterij is
1 - 2 jaar.
●De batterij raakt ook ontladen als de sleu-
tel met afstandsbediening niet wordt
gebruikt. De volgende symptomen geven
aan dat de batterij van de sleutel met
afstandsbediening mogelijk ontladen is.
Vervang de batterij indien nodig.
(→ Blz. 591)
• De afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
●De standaard levensduur van de batterij is
1 - 2 jaar.
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waar-
schuwingssignaal in de auto en wordt er
een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay als de motor wordt uitge-
zet.
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om te voorkomen
dat de batterij van de elektronische sleutel
leegraakt wanneer deze gedurende lan-
gere tijd niet wordt gebruikt. ( →Blz. 182)
●Omdat de elektronische sl eutel altijd radio-
golven ontvangt, raakt de batterij ook ont-
laden wanneer de elektronische sleutel
niet wordt gebruikt. De volgende sympto-
men geven aan dat de batterij van de elek-
tronische sleutel mogelijk ontladen is.
Vervang de batterij indien nodig.
• Het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat niet branden.
Sleutels
Soorten sleutels
A
B
A
B
C
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 134 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
1823-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Wanneer het alarm in de auto continu
klinkt
■Energiebesparende functie (auto's met
instapfunctie)
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de accu leegraken
wanneer de auto gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 10 minuten of langer op een afstand
van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt
is, kunnen de portieren alleen via het
bestuurdersportier worden ontgrendeld.
Pak in dat geval de greep van het bestuur-
dersportier vast of gebruik de afstandsbe-
diening of de mechanische sleutel om de
portieren te ontgrendelen.
■De energiebespaarmodus van een elek-
tronische sleutel inschakelen
●Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt.
Ga na of het controlelampje van de elektroni-
sche sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties wordt de communicatie
tussen de elektronische sleutel en de auto
mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering niet goed wer-
ken.
(Oplossingen: →Blz. 654)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
SituatieCorrectieprocedure
Het contact werd in
stand ACC gezet ter-
wijl het bestuurders-
portier geopend was
(of het bestuurders-
portier werd geopend
terwijl het contact in
stand ACC stond).
Zet het contact UIT
en sluit het bestuur-
dersportier.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 182 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
183
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er in de buurt gebruik wordt gemaakt
van een andere sleutel met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzendt)
●Als u de elektronische
sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
• Een draagbare radio, mobiele telefoon,
draadloze telefoon of andere draadloze
communicatiemiddelen
• De elektronische sleutel of een afstands- bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer u parkeert op een parkeerplaats
met een betaalautomaat (Radiogolven die
worden gebruikt om auto's te signaleren
beïnvloeden mogelijk het Smart entry-sys-
teem met startknop.)
■Aanwijzing voor de instapfunctie
(indien aanwezig)
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer, of
in een portiervak of het dashboardkastje
als de motor wordt gestart of de stand van
de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisch e sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgrendeld
als er een grote hoeveelheid water op de
portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tij-
dens een zware regenbui of in een was-
straat, wanneer de elektronische sleutel
zich binnen het detectiegebied bevindt.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt
terwijl u handschoenen draagt, kan de
reactie van het systeem trager zijn of wor-
den de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
Trek uw handschoenen uit en raak de ver-
grendelsensor opnieuw aan.
●Wanneer de vergrendelac tie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 182)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 183 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
1843-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt
met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendel-
sensor en raak hem opnieuw aan of
gebruik de vergrendelsensor aan de
onderzijde van de portiergreep.
●Bij een plotselinge nadering van het detec-
tiegebied of de portiergreep kan het voor-
komen dat de portieren niet ontgrendeld
worden. Laat in dat geval de portiergreep
los en controleer of de portieren worden
ontgrendeld voordat u opnieuw aan de por-
tiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Auto's met instapfunctie: Bewaar, om dief-
stal van de auto te voorkomen, de elektro-
nische sleutel niet binnen een afstand van
2 meter van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
(→ Blz. 687)
●De energiebespaarmodus kan het energie-
verbruik van de elektronische sleutels ver-
lagen. ( →Blz. 182)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij
u hebt als u het systeem bedient. Houd bij
auto's met instapfunctie de elektronische
sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem wellicht niet juist
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt
mogelijk niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de mechanische sleutel.
( → Blz. 655)
●Starten van de motor: → Blz. 655
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 184 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
309
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
●Als de lichtschakelaar in de stand
staat: De koplampen en alle overige ver-
lichting worden automatisch uitgeschakeld
als het contact in stand ACC of UIT wordt
gezet.
Zet om de verlichting weer in te schakelen
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een
keer in stand en daarna weer in stand
of .
■Zoemer verlichting
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop
Er klinkt een zoemer wanneer het contact in
stand ACC of UIT wordt gezet, de sleutel
wordt verwijderd en het bestuurdersportier
wordt geopend terwijl de verlichting is inge-
schakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
Er klinkt een zoemer als het contact in stand
ACC of UIT wordt gezet en het bestuurders-
portier wordt geopend terwijl de verlichting is
ingeschakeld.
■Automatische verticale koplampverstel-
ling
De koplamphoogte wordt automatisch gere-
geld op basis van het aant al passagiers in de
auto en de mate van belading om verblinding
van andere weggebruikers door de koplam-
pen te voorkomen.
■Energiebesparende functie
Type A
Om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt wanneer de koplampen en/of
de achterlichten aan zijn terwijl het contact
UIT wordt gezet, schakelt de energiebespa-
rende functie van de accu alle verlichting na
ongeveer 20 minuten automatisch uit.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de accu
eenmaal uitgeschakeld en vervolgens weer
geactiveerd. Alle verlichting gaat 20 minuten
nadat de energiebesparende functie van de
accu weer is geactiveerd automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
Type B
Om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt wanneer de lichtschakelaar in
de stand staat terwijl het contact UIT
wordt gezet, schakelt de energiebesparende
functie van de accu alle verlichting na onge-
veer 20 minuten automatisch uit.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de accu
eenmaal uitgeschakeld en vervolgens weer
geactiveerd. Alle verlichting gaat 20 minuten
nadat de energiebesparende functie van de
accu weer is geactiveerd automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
■Als “Headlight System Malfunction Visit
Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsen-
sor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: →Blz. 690)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de verlichting niet langer branden dan
noodzakelijk is als de motor niet draait.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 309 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
319
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
4
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door de hendel naar voren te duwen treden
de ruitenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwisser maakt automatisch een aan-
tal wisbewegingen nadat de sproeier in wer-
king is getreden.
■De achterruitenwisser en -sproeier kun-
nen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Als er geen ruitensproeiervloeistof op
de ruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het
reservoir aanwezig is en controleer, als dat
het geval is, of de sproeierkop niet verstopt
is.
■Aan het openen van de achterklep
gekoppelde onderbreking van de wer-
king van de achterruitenwisser
Als de achterruitenwisser in werking is en bij
stilstaande auto de achterklep wordt
geopend, wordt de werking van de achterrui-
tenwisser onderbroken om te voorkomen dat
iemand in de buurt van de auto natgespetterd
wordt. Als de achterklep wordt gesloten,
wordt de werking van de achterruitenwisser
hervat.
*
*
: Deze instellingen moeten aan de persoon- lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Aan de achteruitversnelling gekoppelde
werking van de achterruitenwisser
Als de selectiehendel in stand R wordt gezet
terwijl de ruitenwissers voor in werking zijn,
maakt de achterruitenwisser één wisslag.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling van de aan de achteruitversnel-
ling gekoppelde werking kan worden gewij-
zigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: →Blz. 691)
OPMERKING
■Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aan-
gezien de sproeierpomp oververhit kan
raken.
■Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is
geraakt deze niet schoon te maken met
een naald of iets dergel ijks. Hierdoor kan
de sproeierkop beschadigd raken.
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de ruitenwissers niet langer inge-
schakeld dan noodzakelijk is als de motor
niet draait.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 319 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
4264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Voertuigen vlak bij uw auto die plotseling
accelereren of decelereren
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
●Objecten die zich zeer dicht bij een radar-
sensor bevinden*
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van minder dan ongeveer 8 km/h
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van meer dan ongeveer 24 km/h
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de
onderstaande, werkt de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) mogelijk zelfs als er geen kans
op een aanrijding is.
●Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een
straat en er auto's over die straat rijden
●Wanneer een gesignaleerde naderende
auto een bocht maakt
●Wanneer een voertuig uw auto van opzij
passeert
●Wanneer de afstand tussen uw auto en
metalen objecten, zoals een vangrail,
muur, verkeersbord of geparkeerde auto,
die mogelijk elektrisc he golven richting de
achterzijde van de auto reflecteren, kort is
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals
een ventilator van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
●Als er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet goed
werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande,
signaleren de radarsensoren een object
mogelijk niet en werkt deze functie mogelijk
niet goed
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 426 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
4564-6. Rijtips
Neem wanneer u gaat terreinrijden de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht
voor optimaal rijgenot en om te voorko-
men dat terreinrijden in bepaalde
gebieden niet meer wordt toegestaan:
Rijd alleen in gebieden waar off- road-auto's mogen rijden.
Respecteer particulier eigendom.
Vraag toestemming aan de eigenaar
voordat u een privéterrein betreedt.
Betreed geen afgesloten gebieden.
Respecteer hekken, afsluitingen en
borden die u de toegang ontzeggen.
Blijf op de gebaande paden. Pas, als
het nat is, uw rijtechniek aan of ga
langzamer rijden om schade aan het
terrein te voorkomen.
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen bij terrein-
auto's
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
altijd in acht om de kans op ernstig letsel
en schade aan uw auto tot een minimum
te beperken:
●Als een auto over de kop slaat, heeft
een inzittende zonder veiligheidsgordel
een aanzienlijk grotere kans op ernstig
letsel dan een inzittende die wel een
veiligheidsgordel draagt. Alle inzitten-
den dienen daarom gebruik te maken
van hun gordels.
●Vermijd waar mogelijk scherpe bochten
en abrupte manoeuvres.
Het verkeerd bedienen van deze auto
kan resulteren in het verliezen van de
controle over de auto of in het over de
kop slaan van de auto, waardoor zeer
ernstig letsel kan ontstaan.
●Door het laden van voorwerpen op het
imperiaal (indien aanwezig) zal het
zwaartepunt hoger komen te liggen.
Vermijd hoge snelheden, snel optrek-
ken, het maken van scherpe bochten,
plotseling remmen en abrupte manoeu-
vres, om te voorkomen dat u de controle
over de auto verliest of dat de auto over
de kop slaat door een bedieningsfout.
●Matig bij rukwinden altijd uw snelheid.
Door het profiel en het hogere zwaarte-
punt is uw auto gevoeliger voor zijwind
dan een gewone auto. U hebt meer con-
trole over de auto als u langzamer rijdt.
●Rijd niet horizontaal over steile hellin-
gen. Recht omhoog of recht naar bene-
den rijden wordt aanbevolen. Uw auto
(en elke andere vergelijkbare terrein-
auto) kan gemakkelijker opzij omslaan
dan voor- of achterover.
Terreinrijden
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen voor terrein-
rijden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
altijd in acht om de kans op ernstig letsel
en schade aan uw auto tot een minimum
te beperken:
●Rijd voorzichtig bij terreinrijden. Neem
geen onnodige risico's door op gevaar-
lijke plaatsen te rijden.
●Pak de spaken van het stuurwiel niet
vast als u door terrein rijdt. Een plotse-
linge hobbel kan het stuurwiel ver-
draaien en uw handen verwonden.
Houd beide handen en vooral de dui-
men op de buitenkant van de stuurwiel-
rand.
●Controleer altijd de werking van de rem-
men direct na het rijden door zand,
modder, water of sneeuw.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 456 Friday, August 7, 2020 1:15 PM