43
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
• Vastgezet met een veiligheidsgor-
del: Blz. 55
• Vastgezet met een onderste ISOfix- bevestigingspunt: Blz. 57
• Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel: Blz. 58
Geef prioriteit aan de waarschuwin-
gen en neem deze in acht. Houd u
daarnaast ook aan de wetgeving en
voorschriften met betrekking tot
baby- en kinderzitjes.
Gebruik een baby- of kinderzitje tot
het kind groot genoeg is om de stan-
daard gemonteerde veiligheidsgor-
del op de juiste wijze te gebruiken.
Kies een baby- of kinderzitje dat past
bij de leeftijd en de lengte van het
kind.
Let erop dat niet alle baby- of kinder-
zitjes in alle auto's kunnen worden
gemonteerd.
Controleer, voordat u een baby- of
kinderzitje koopt of gebruikt, of het
zitje geschikt is voor de stoelposi-
ties. ( →Blz. 47)
Punten om rekening mee te
houden
WAARSCHUWING
■Wanneer er een kind in de auto mee-
rijdt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Voor de meest effectieve bescherming
van een kind tijdens een ongeval of bij
hard remmen moet een kind goed vast-
zitten, met een veiligheidsgordel of een
baby- of kinderzitje dat op de juiste
wijze is geplaatst. Raadpleeg voor infor-
matie over het plaatsen de bij het baby-
of kinderzitje bijgesloten handleiding. In
deze handleiding vindt u algemene aan-
wijzingen met betrekking tot het plaat-
sen.
●Toyota adviseert met klem gebruik te
maken van een geschikt zitje dat past
bij het gewicht en de lengte van het kind
en dat op de achterstoel is geplaatst. In
ongevallenstatistieken is aangetoond
dat kinderen minder verwondingen oplo-
pen als zij op de achterstoelen op de
juiste wijze vastzitten dan als zij op de
voorstoel zitten.
●Het vasthouden van een kind in de
armen is geen vervanging voor een
baby- of kinderzitje. Bij een ongeval kan
een kind dan de voorruit raken of klem
komen te zitten tussen degene die het
kind vasthoudt en delen van het interi-
eur.
■Behandelen van baby- en kinderzitjes
Als het baby- of kinderzitje niet goed wordt
vastgezet, kan het kind of een andere pas-
sagier bij plotseling remmen, een uitwijk-
manoeuvre of een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
●Als de auto een hevige impact te verdu-
ren krijgt, bijvoorbeeld als gevolg van
een ongeval, kan er schade ontstaan
aan het baby- of kinderzitje die niet
direct zichtbaar is. Gebruik het baby- of
kinderzitje in dergelijke gevallen niet
meer.
●Afhankelijk van het baby- of kinderzitje
kan het zijn dat dit moeilijk of onmogelijk
kan worden geplaatst. Controleer in der-
gelijke gevallen of het baby- of kinder-
zitje geschikt is voor plaatsing in de auto
( → Blz. 47). Houdt u zich bij het plaatsen
en gebruik aan de voorschriften voor het
vastzetten van het zitje in deze handlei-
ding en de handleiding van het baby- of
kinderzitje. Lees deze voorschriften
zorgvuldig.
●Laat het zitje goed vastzitten op de
stoel, zelfs als het niet wordt gebruikt.
Plaats het baby- of kinderzitje niet los in
het passagierscompartiment.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 43 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
49
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
*1: Schuif de voorstoel helemaal naar achte-
ren. Als de hoogte van de passagiers-
stoel kan worden versteld, dan moet
deze in de hoogste positie staan.
*2: Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van
een in de rijrichti ng geplaatst kinderzitje
een opening aanwezig is tussen het kin-
derzitje en de rugleuning, stel de rugleu-
ning dan af totdat het zitje en de
rugleuning goed contact maken.
*3: Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de werking van het baby- of
kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de hoogste
stand.
*4: Auto's zonder aan/uit-schakelaar airbag:
Gebruik alleen een in de rijrichting
geplaatst baby- of kinderzitje.
Auto's met aan/uit-schakelaar airbag:
Gebruik alleen een in de rijrichting
geplaatst baby- of kinderzitje als de
aan/uit-schakelaar voor de airbag in
stand ON staat.
Geschikt voor een “universeel”
baby- of kinderzitje vastgezet met
een veiligheidsgordel.
Geschikt voor een baby- of kinder-
zitje dat is vermeld in de tabel m.b.t.
geschiktheid en aanbevolen baby-
en kinderzitjes (
→Blz. 51).
Geschikt voor i-Size- en ISOfix-
baby- of kinderzitjes.
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel.
Auto's zonder aan/uit-schakelaar
airbag: Gebruik nooit een tegen de
rijrichting in geplaatst zitje op de
voorpassagiersstoel.
Auto's met aan/uit-schakelaar air-
bag: Gebruik nooit een tegen de rij-
richting in geplaatst baby- of
kinderzitje op de voorpassagiers-
stoel als de aan/uit-schakelaar voor
de airbag in stand ON staat.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 49 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
501-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
■Meer informatie over het plaatsen van baby- en kinderzitjes
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende “bevestigingen”.
Het baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities voor de in de boven-
staande tabel genoemde “bevestigingen”. Raadpleeg de onderstaande tabel voor
het soort “bevestiging”.
Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de informa-
tie niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van
het baby- of kinderzitje voor informatie over de geschiktheid of informeer bij de ver-
koper van uw kinderzitje.
Zitpositie
Stoelpositienummer
Auto's
zonder
aan/uit-
schake- laar air-
bagAuto's met aan/uit-schakelaar airbag
Aan/uit-schakelaar airbag
ONOFF
Zitpositie geschikt voor
universeel zitje vastge-
zet met gordel (Ja/Nee)Ja
Alleen in
de rijrich- tingJa
Alleen in
de rijrich- ting
JaJaJaJa
Zitpositie i-Size
(Ja/Nee)NeeNeeNeeJaNeeJa
Zitpositie geschikt voor
zijwaarts geplaatst zitje
(L1/L2/Nee)
NeeNeeNeeNeeNeeNee
Geschikte bevestiging
voor tegen de rijrich-
ting in geplaatst zitje
(R1/R2X/R2/R3/Nee)
NeeNeeNeeR1, R2X, R2, R3NeeR1, R2X, R2, R3
Geschikte bevestiging
voor in de rijrichting
geplaatst zitje
(F2X/F2/F3/Nee)
NeeNeeNeeF2X, F2,
F3NeeF2X, F2, F3
Geschikte bevestiging
voor zitkussen
(B2/B3/Nee)
NeeNeeNeeB2, B3NeeB2, B3
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 50 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
541-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Bevestiging onderste ISOfix-bevestigingspuntBlz. 57
Bevestiging bevestigingspunt bovenste gordelBlz. 58
PlaatsingsmethodeBladzijde
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 54 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
57
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
■Onderste ISOfix-bevestigingspun-
ten (ISOfix-baby-
of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter
zijn onderste bevestigingspunten aan-
wezig. (Labels geven aan waar de
bevestigingspunten zich in de stoelen
bevinden.)
■Plaatsing met onderste ISOfix-
bevestigingspunt (ISOfix-baby- of
kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de benodigde informatie
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de
“voertuiglijst” van de fabrikant van het
baby- of kinderzitje voor de diverse
mogelijke montageposities of doe
navraag naar de compatibiliteit bij de
verkoper van het zitje. ( →Blz. 47, 48)1
Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen
van een in de rijrichting geplaatst
kinderzitje een opening aanwezig is
tussen het kinderzitje en de rugleu-
ning, stel de rugleuning dan af tot-
dat het zitje en de rugleuning goed
contact maken.
2 Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de plaatsing van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet
anders de hoofdsteun in de hoogste
stand. ( →Blz. 237)
3 Controleer de posities van de speci-
ale stangen en plaats het zitje op de
stoel.
De stangen bevinden zich in de opening tus-
sen de zitting en de rugleuning.
4Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar achteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. ( →Blz. 56)
Baby- of kinderzitje
vastgezet met een onderste
ISOfix-bevestigingspunt
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 57 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
702Alfabetische index
Airconditioning ............................. 512, 517 Airconditioning, handmatig bediende ......................................... 512
Automatische airconditioning ............ 517
Geconcentreerde luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus) ........................... 522
Interieurfilter ...................................... 585
Persoonlijke
voorkeursinstellingen aanjager ....... 519
Airconditioning, handmatig bediende ............................................. 512
Interieurfilter ...................................... 585
Alarm ..................................................... 101 Alarm ................................................. 101
Waarschuwingszoemer ..................... 618
Alarmknipperlichten............................. 608
Antenne Radio ................................................. 466
Smart entry-systeem
met startknop .................................. 181
Antiblokkeersysteem (ABS) ................ 445 Functie .............................................. 445
Waarschuwingslampje ...................... 620
Antidiefstalsysteem Alarm ................................................. 101
Hellingsensor .................................... 102
Inbraaksensor ................................... 102
Startblokkering .................................... 76
Supervergrendeling ........................... 100
Armsteun............................................... 546
Asbak..................................................... 539
Audiosysteem ....................................... 460 Audio-ingang ..................................... 462
Audiotoetsen op het stuurwiel ........... 461
AUX-aansluiting/USB-aansluiting ...... 462
Bluetooth
®-audio ............................... 484
CD-speler .......................................... 467
Draagbare audioapparatuur .............. 462
iPod ................................................... 474
MP3/WMA/AAC-disc ......................... 467
Optimaal gebruik ............................... 463
Radio ................................................. 465
USB-geheugen .................................. 462
Automatic High Beam-systeem .......... 311 Automatische airconditioning ............ 517
Interieurfilter ...................................... 585
Persoonlijke voorkeursinstellingen
aanjager ......................................... 519
Automatische transmissie .................. 290 S-modus ........................................... 293
Automatische verlichting .................... 308
Automatische verticale koplampverstelling............................ 309
AUX-aansluiting ................................... 462
B
Baby- en kinderzitjes ............................. 42 Met een bevestigingspunt voor de bovenste gordel ................... 58
Plaatsingsmethode
baby- of kinderzitje ........................... 53
Punten om rekening mee te houden ............................................. 43
Rijden met kinderen in de auto ........... 41
Vastgezet met een onderste ISOfix-bevestigingspunt ................... 57
Vastgezet met een veiligheidsgordel............................... 55
Baby- of kinderzitje plaatsen
op de voorpassagiersstoel ................. 44
Bagageafdekking ................................. 537
Bagagehaken........................................ 534
Bagageruimteverlichting ............. 170, 173 Vermogen ......................................... 680
Banden .................................................. 570
Als uw auto een lekke band heeft .............................. 631, 642
Banden, wisselen van ....................... 571
Bandenspanning ............................... 583
Bandenspannings- waarschuwingssysteem ................. 572
Controle ............................................ 570
Reservewiel ...................................... 642
Sneeuwkettingen .............................. 454
Vervangen ................................ 631, 642
Waarschuwingslampje ...................... 625
Winterbanden ................................... 452
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 702 Friday, August 7, 2020 1:15 PM