499
5
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Audiosysteem
*: Indien aanwezig
Druk op de toets gesprek aannemen.
Druk op de toets gesprek beëindigen.
Druk op de toets gesprek aannemen.
Door weer op de toets gesprek aannemen te
drukken keert u terug naar het vorige
gesprek.
Verlagen van het volume: draai de
AAN/UIT/volumeknop linksom.
Verhogen van het volume: draai de
AAN/UIT/volumeknop rechtsom.
*: Indien aanwezig
Tijdens het tot stand brengen van een
gesprek, wanneer een gesprek wordt
ontvangen en tijdens een gesprek kan
een oproep worden doorgestuurd tus-
sen de mobiele telefoon en het sys-
teem. Gebruik een van de volgende
methoden:
a. Gebruik de mobiele telefoon.
Raadpleeg de handleiding van de mobiele
telefoon voor de bediening.
b. Druk op (PHONE) (telefoon).*
*: Deze handeling kan alleen worden uitge-
voerd bij het doorschakelen van een tele-
foongesprek van de mobiele telefoon naar
het systeem tijdens een telefoongesprek.
Druk op (MUTE) (dempen).
Druk op (UNMUTE) (dempen onge-
daan maken) om het dempen onge-
daan te maken.
Deze handeling kan niet worden uitge-
voerd tijdens het rijden.
1 Druk op (0-9).
2 Draai de knop TUNE•SELECT om
het gewenste nummer te selecte-
ren.
Beantwoorden van een
oproep*
Aannemen van de telefoon
Weigeren van een
telefoongesprek
Ontvangen van een oproep
terwijl u een telefoongesprek
voert
Aanpassen van het
beltoonvolume tijdens het
ontvangen van een oproep
Voeren van een
telefoongesprek*
Doorschakelen van een
telefoongesprek
Dempen van uw stemgeluid
Invoeren van tonen
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 499 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
5005-9. Bluetooth®-telefoon
3Druk op de knop om het nummer te
bevestigen.
4 Druk op (SEND) (versturen) om
tonen te versturen.
Door op (BACK) (terug) te drukken blijft
het nummer behouden en wordt terugge-
keerd naar het vorige scherm.
Door op (EXIT) (afsluiten) wordt het
nummer gewist en wordt het scherm “Ente-
ring a number” (een nummer invoeren)
geopend.
Telefoonnummer met een p-karakter
Wanneer het p-karakter wordt gebeld
bij een uitgaand gesprek, volgt er een
pauze van 2 seconden voordat de vol-
gende cijfers automatisch worden
gebeld.
Telefoonnummer met een w-karak-
ter
Wanneer het w-karakter wordt gebeld
bij een uitgaand gesprek, dient u nog-
maals op (SEND) (versturen) te
drukken om de volgende cijfers in te
voeren.
Deze handeling kan worden uitgevoerd
tijdens het rijden.
U kunt het stemvolume dat de
gesprekspartner vanuit zijn luidspre-
kers hoort afstellen.
1 Druk op (SendVol)
2 Regel het volume met de knop
TUNE•SELECT. (-5 - +5) Verlagen van het volume: draai de
AAN/UIT/volumeknop linksom.
Verhogen van het volume: draai de
AAN/UIT/volumeknop rechtsom.
■Tijdens het telefoongesprek
●Praat niet terwijl uw gesprekspartner praat.
●Stel het volume van de stem van uw
gesprekspartner laag in. Als het volume te
hoog staat, wordt de stemecho sterker.
■Automatische volumeregeling
Als de rijsnelheid 80 km/h of meer bedraagt,
wordt het volume automatisch verhoogd. Het
volume keert terug naar het niveau van de
vorige volume-instelling als de rijsnelheid
naar 70 km/h of minder daalt.
■Functies telefoonsysteem
Afhankelijk van de mobiele telefoon zijn som-
mige functies mogelijk niet beschikbaar.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem uw stem mogelijk niet kan herken-
nen
●Tijdens het rijden op een hobbelige weg
●Tijdens het rijden met hoge snelheden
●Wanneer lucht uit de uitstroomopeningen
tegen de microfoon wordt geblazen
●Wanneer de ventilator van de airconditio-
ning veel geluid maakt
Het uitgaande volume instellen
Instellen van het
gespreksvolume
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 500 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
501
5
5-10. Bluetooth
®
Audiosysteem
5-10.Bluetooth®
■Bij gebruik van Bluetooth®-
audio/telefoon
Het systeem werkt in de volgende
situaties mogelijk niet.
• De draagbare speler ondersteunt
Bluetooth® niet
• De mobiele telefoon bevindt zich buiten het bereik van een mobiel netwerk
• Het Bluetooth
®-apparaat is uitgeschakeld
• De batterij van het Bluetooth
®-apparaat is
onvoldoende geladen.
• Het Bluetooth
®-apparaat heeft geen ver-
binding met het systeem
• Het Bluetooth
®-apparaat bevindt zich ach-
ter de stoel of in het dashboardkastje of
de opbergmogelijkheid in de middencon-
sole, of het apparaat wordt afgedekt door
of staat in contact met metaal
Het kan enige tijd duren voordat ver-
binding is gemaakt met de mobiele
telefoon als tegelijkertijd via
Bluetooth
®-audio wordt afgespeeld.
Afhankelijk van het type draagbare
audiospeler dat is verbonden met
het systeem kunnen er verschillen in
de bediening zijn of kunnen
bepaalde functies niet beschikbaar
zijn.
Er kan niet worden gegarandeerd
dat dit systeem werkt met alle
Bluetooth
®-apparaten.
■Als u de auto verkoopt
Zorg ervoor dat u het systeem initiali-
seert, om misbruik van persoonlijke
gegevens te voorkomen. ( →Blz. 491)
■Over Bluetooth®
Bluetooth is een geregistreerd handels-
merk van Bluetooth SIG. Inc.
■Compatibele modellen
Het Bluetooth
®-audiosysteem onder-
steunt draagbare audiosystemen met
de volgende specificaties:
Bluetooth
®-specificaties:
Versie 1.1 of hoger (aanbevolen:
versie 4.1)
Profielen:
• A2DP (Advanced Audio Distribution-pro-
fiel) versie 1.0 of hoger (aanbevolen: ver-
sie 1.3)
Dit is een profiel voor het versturen van ste-
reo-audiogeluid of geluid met een hoge kwa-
liteit naar het audiosysteem.
• AVRCP (Audio/Video Remote Control- profiel) versie 1.0 of hoger (aanbevolen:
versie 1.6)
Dit is een profiel voor de afstandsbediening
van de A/V-apparatuur.
Maar vergeet niet dat sommige functies
beperkt beschikbaar zijn, afhankelijk
van het type draagbare speler dat is
aangesloten.
Bluetooth®
Overzicht
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 501 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
5025-10. Bluetooth®
Het handsfree-systeem ondersteunt
mobiele telefoons met de volgende
specificaties:
Bluetooth
®-specificaties: Versie 2.0
of hoger (aanbevolen: versie 4.1
+EDR of hoger)
Profielen:
• HFP (Handsfree-profiel) versie 1.0 of
hoger (aanbevolen: versie 1.7)
Dit is een profiel dat handsfree-telefoonge-
sprekken mogelijk maakt via de mobiele
telefoon. Het heeft een functie voor uit-
gaande en inkomende gesprekken.
• OPP (Object Push-profiel) versie 1.1 of hoger (aanbevolen: versie 1.2)
Dit is een profiel voor het overzetten van
telefoonboekgegevens. Als een mobiele
telefoon met Bluetooth
®-ondersteuning
PBAP en OPP heeft, kan OPP niet worden
gebruikt.
• PBAP (Phone Book Access-profiel) versie 1.0 of hoger (aanbevolen: versie 1.2)
Dit is een profiel voor het overzetten van
telefoonboekgegevens.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 502 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
5446-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
• Knippert continu 3 keer herhaaldelijk (oranje)
• Knippert continu 4 keer herhaaldelijk (oranje)
■De draadloze lader kan worden bediend
als
Het contact staat in stand ACC of AAN.
■Bruikbare draagbare apparaten
Standaard Wireless Qi-laders kunnen wor-
den gebruikt voor draagbare apparaten.
Niet voor alle standaard Qi-apparaten is ech-
ter compatibiliteit gegarandeerd.
De draadloze lader is bedoeld voor draag-
bare apparaten met een laag vermogen van
niet meer dan 5 W, zoals mobiele telefoons
en smartphones.
■Wanneer er hoesjes of accessoires aan
de draagbare apparaten zijn bevestigd
Laad niet op wanneer er een hoesje of
accessoire aan het draagbare apparaat is
bevestigd dat niet compatibel is met Qi.
Afhankelijk van het type hoesje of accessoire
kan het zijn dat het laden niet mogelijk is.
Verwijder het hoesje of accessoire als het
draagbare apparaat op het laadgebied is
geplaatst, ook al wordt er niet geladen.
■Tijdens het laden is via AM-radio ruis te
horen
Schakel de draadloze lader uit en controleer
of de ruis is afgenomen. Als de ruis afneemt,
druk dan gedurende 2 seconden op de voe-
dingsschakelaar van de draadloze lader.
Hiermee kan de frequentie van de lader wor-
den gewijzigd en de ruis worden verminderd.
In dat geval gaat ook de werkingsindicator 2
keer oranje knipperen.
■Belangrijke punten met betrekking tot
de draadloze lader
●Als de elektronische sleutel niet in het inte-
rieur kan worden gesignaleerd, kan er niet
worden geladen. Wanneer het portier
wordt geopend en gesloten, wordt het
laden mogelijk tijdelijk onderbroken.
●Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat warmer.
Dit duidt echter niet op een storing.
Wanneer een draagbaar apparaat tijdens
het laden warm wordt, stopt het laden
mogelijk als gevolg van de beschermings-
functie van het draagbare apparaat. In dit
geval kunt u weer laden nadat de tempera-
tuur van het draagbare apparaat aanmer-
kelijk is afgenomen.
●Afhankelijk van het gebruik van het draag-
bare apparaat is het mogelijk niet volledig
opgeladen. Dit duidt niet op een storing.
●Als u een mobiele telefoon gebruikt in de
buurt van een draadloze lader, nemen de
gespreksgevoeligheid en communicatie-
snelheid mogelijk af.
■Geluiden tijdens het gebruik
Wanneer de voeding wordt ingeschakeld, is
er tijdens het zoeken van het draagbare
apparaat een geluid te horen. Dit duidt echter
niet op een storing.
■Schoonmaken van de draadloze lader
→ Blz. 554
■Label met voorzorgsmaatregelen m.b.t.
het gebruik van de draadloze lader
Op de draadloze lader bevindt zich een label.
Volg de instructies op het label.
Vermoedelijke oorzakenOplossing
Er bevindt zich een
vreemde substantie
tussen het draag-
bare apparaat en het
laadgebied.
Verwijder de
vreemde substantie.
Het draagbare appa-
raat is niet synchroon
doordat het van het
midden van het laad-
gebied is geschoven.Plaats het draagbare
apparaat in het mid-
den van het laadge-
bied.
Vermoedelijke oorzakenOplossing
De temperatuur in de
draadloze lader stijgt.
Stop direct met laden
en start het laden
weer na een poos te
hebben gewacht.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 544 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
5507-1. Onderhoud en verzorging
7-1.Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar bene-
den af met veel water en verwijder
zo vuil en stof van de carrosserie, uit
de wielkasten en van de onderkant
van de auto.
Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
Verwijder hardnekkige vlekken met
een autowasmiddel en spoel grondig
af met water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in
druppels op de lak blijft liggen, moet
de auto opnieuw in de was worden
gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosse-
rie is afgekoeld.
■Wassen in de wasstraat
●Voordat u de wasstraat inrijdt:
• Klap de spiegels in
• Schakel de elektrisch bedienbare achter- klep uit (indien aanwezig)
Begin met wassen vanaf de voorzijde van de
auto. Klap de spiegels weer uit voordat u
gaat rijden.
●Sommige borstels in wasstraten kunnen
krassen veroorzaken op de carrosserie en
andere onderdelen (velgen, enz.), waar-
door de lak van uw auto wordt beschadigd.
●In sommige autowasserettes wordt de ach-
terspoiler mogelijk niet gereinigd. Ook
bestaat er mogelijk een verhoogde kans op
schade aan de auto.
■Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de
portieren of de ruiten en blijf er niet langdurig
op spuiten, omdat er anders water in het inte-
rieur terecht kan komen.
■Opmerking voor auto's met Smart
entry-systeem en startknop (indien aan-
wezig)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elek-
tronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk
worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg in
dat geval de correctieprocedure hieronder bij
het wassen van de auto:
●Leg de sleutel op een afstand van ten min-
ste 2 m van de auto als u de auto wast.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen
wordt.)
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 182)
■Velgen en wieldoppen (indien aanwe-
zig)
●Verwijder vuil onmiddellijk met een neu-
traal reinigingsmiddel.
●Spoel het reinigingsmiddel direct na het
gebruik weg met water.
●Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om de lak tegen beschadiging te
beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkalische middelen of schuurmiddelen.
• Gebruik geen harde borstels.
• Reinig de velgen niet met reinigingsmidde- len als de velgen, bijvoorbeeld na het rij-
den of stilstaan bij warm weer, nog warm
zijn.
●Auto's met 19 inch matgelakte velgen: De
velgen moeten op een andere manier dan
normale lichtmetalen velgen worden
onderhouden. Neem voor meer informatie
contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Gebruik water om het vuil van de auto te spoelen.
Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw
auto
Voer het volgende uit om uw auto
te beschermen en in perfecte staat
te houden:
Reinigingsinstructies
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 550 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
569
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Zonder oliepeilstok
Type A: als een sproeier niet werkt, is
het sproeierreservoir mogelijk leeg. Vul
ruitensproeiervloeistof bij.
Type B: als een sproeier niet werkt of
een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display, is het sproeierreservoir moge-
lijk leeg. Vul ruitensproeiervloeistof bij.
Met oliepeilstok
Als het sproeierreserv oir op LOW staat,
vul dan ruitensproeiervloeistof bij.
■Gebruik van de meter (indien aanwezig)
Het ruitensproeiervloeistofniveau kan worden
gecontroleerd door in de peilstok te kijken
naar het niveau van de ruitensproeiervloei-
stof.
Als het niveau lager is dan de tweede ope-
ning van onderen (merkteken LOW) moet er
ruitensproeiervloeistof worden bijgevuld.
Actueel vloeistofniveauControleren en bijvullen van
ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de
motor draait of nog niet is afgekoeld. Rui-
tensproeiervloeistof bevat alcohol en kan
vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met rui-
tensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in
plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw
auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen rui-
tensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■Verdunnen van ruitensproeiervloei-
stof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien
nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruiten-
sproeiervloeistoffles aangegeven tempe-
raturen voor de juiste mengverhouding.
A
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 569 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
581
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Bij het wisselen van wielen.
Als de band is gewisseld.
Nadat de identificatiecodes zijn
geregistreerd. ( →Blz. 582)
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
1 Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet de motor uit.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. ( →Blz. 678)
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspannings waarschuwings-
systeem.
3 Zet het contact AAN.
4 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel op het stuurwiel en selecteer
.
5 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer “Vehicle Settings”
(voertuiginstellingen) en houd ver-
volgens ingedrukt.
6 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer TPWS en druk
vervolgens op .
7 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer “Set Pressure”
(stel bandenspanning in). Houd ver-
volgens ingedrukt.
De melding “Setting Tire Pressure Warning
System” (bandenspanningswaarschuwings-
systeem wordt ingesteld) wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay en het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning knippert 3 keer.
Wanneer de melding verdwijnt, is de initiali-
satie voltooid.
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het repareren of
vervangen van de band de bandenspan-
ningssensor en -zender. ( →Blz. 572, 585)
Initialiseren van het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem
(indien aanwezig)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 581 Friday, August 7, 2020 1:15 PM