15Overzicht
■Instrumentenpaneel
Contactslot....................................................................................... Blz. 284, 286
Starten van de motor/wijzigen van de stand van het contact .... Blz. 284, 286, 288
Noodstop van de motor ............................................................................. Blz. 608
Wanneer de motor niet wil aanslaan ......................................................... Blz. 652
Waarschuwingsmeldingen
*1...................................................................... Blz. 628
Selectiehendel ......................................................................... Blz. 290, 294, 299
Wijzigen van de schakelstand ................................................... Blz. 291, 295, 299
Voorzorgsmaatregelen bij slepen .............................................................. Blz. 611
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet
(auto's met automatische transmissie of Multidrive CVT) ................. Blz. 291, 296
Tellers ............................................................................................... Blz. 112, 116
Aflezen van de tellers/instellen van de helderheid van
de dashboardverlichting .................................................... Blz. 112, 114, 116, 119
Waarschuwingslampjes/controlelampjes .................................................. Blz. 106
Als de waarschuwingslampjes gaan branden ........................................... Blz. 618
A
B
C
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 15 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
35
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
■Wanneer moet u contact opnemen met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige
In de volgende gevallen zal controle en/of
reparatie van de auto nodig zijn. Neem zo
snel mogelijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
●Nadat een of meer airbags zijn geacti-
veerd.
●De voorzijde van de auto is beschadigd of
vervormd of de auto was betrokken bij een
ongeval dat niet van zodanige aard was
dat de airbags vóór werden geactiveerd.
●Bij beschadiging of vervorming van een
gedeelte van een portier of het omliggende
gebied, wanneer er een gat in is gemaakt
of bij een ongeval dat niet van zodanige
aard was dat de side airbags en curtain air-
bags werden geactiveerd.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen aan het stuurwielkussen of het
dashboard bij de voorpassagiersairbag of
het onderste gedeelte van het instrumen-
tenpaneel.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen aan de zijkant van de leuning van
een voorstoel met een side airbag.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen in het deel van de voor- en achter-
stijl en de daklijstbekleding met de curtain
airbags.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 35 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
361-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen airbags
Neem met betrekking tot de airbags de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Alle inzittenden dienen hun veiligheids-
gordel op de juiste manier te dragen.
De airbags zijn aanvullende middelen
die samen met de veiligheidsgordels
gebruikt moeten worden.
●De bestuurdersairbag wordt met een
aanzienlijke kracht geactiveerd, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan, vooral
wanneer de bestuurder zich erg dicht bij
de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de
airbag zijn de eerste 50 - 75 mm; door een
afstand van minimaal 250 mm tot het
stuurwiel aan te houden, hanteert u een
veilige marge. Dit is de afstand gemeten
vanaf het midden van het stuurwiel tot aan
uw borstbeen. Als u nu minder dan 250
mm van de airbag zit, kunt u uw zitpositie
op verschillende manieren wijzigen:
• Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achteren terwijl de pedalen nog goed
kunnen worden bediend.
• Zet de rugleuning iets achterover. Hoe- wel auto's verschill en, verkrijgen veel
bestuurders, zelfs met de bestuurders-
stoel helemaal naar voren, de afstand
van 250 mm door simpelweg de rugleu-
ning iets achterover te zetten. Als u door
het achterover zetten van uw stoel de
weg niet goed meer kunt zien, kunt u
een stevig, niet-glad kussen gebruiken
om hoger te zitten, of uw stoel hoger
zetten wanneer uw auto deze mogelijk-
heid biedt.
• Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het dan naar beneden. Hierdoor wijst de
airbag naar uw borst in plaats van naar
uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals
hierboven aanbevolen, terwijl de pedalen
en het stuurwiel nog steeds goed bediend
kunnen worden en u het instrumentenpa-
neel nog goed kunt zien.
●De voorpassagiersairbag wordt ook met
een aanzienlijke kracht geactiveerd
waardoor ernstig letsel kan ontstaan,
vooral wanneer de voorpassagier zich
erg dicht bij de airbag bevindt. De voor-
passagiersstoel dient zo ver mogelijk
van de airbag af te staan, met de rug-
leuning rechtop.
●Kinderen die niet goed op de stoel zitten
en/of niet goed vastzitten, kunnen ern-
stig letsel oplopen door een geacti-
veerde airbag. Gebruik de
veiligheidsgordels nooit voor baby's of
kleine kinderen, maar zet hen goed vast
in een baby- of kinderzitje. Toyota
beveelt ten zeerste aan dat alle kinde-
ren op de achterstoelen plaatsnemen
en op de juiste wijze vastzitten. Achterin
zitten kinderen veiliger dan op de voor-
passagiersstoel. ( →Blz. 42)
●Ga niet op het puntje van de stoel zitten
en leun niet op het dashboard.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 36 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
37
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
●Laat een kind niet op de voorpassa-
giersstoel staan of bij een voorpassa-
gier op schoot zitten.
●Sta niet toe dat voorpassagiers voor-
werpen op hun knieën vasthouden.
●Leun niet tegen het portier, de dakzijrail
en de voor-, midden- en achterstijl.
●Laat niemand knielen op de passagiers-
stoel in de richting van het portier of
hoofd en handen buiten de auto steken.
●Bevestig niets aan en laat niets rusten
tegen componenten als het dashboard,
het stuurwielkussen of het onderste
deel van het dashboard.
Dergelijke voorwerpen kunnen als een
projectiel worden gelanceerd als de
bestuurdersairbag, de voorpassagiers-
airbag en de knie-airbags worden geac-
tiveerd.
●Bevestig niets aan het portier, de voor-
ruit, de zijruiten, de voor- en achterstijl,
de dakzijrail of de handgreep. (Behalve
het label voor de snelheidsbeperking
→
Blz. 634)
●Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop: Bevestig geen zware,
scherpe of harde voorwerpen zoals
sleutels of accessoires aan de contacts-
leutel. De voorwerpen kunnen het acti-
veren van de knie-airbag hinderen, of
weggeslingerd worden in de richting van
de bestuurdersstoel door de kracht
waarmee de airbag wordt geactiveerd.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 37 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
381-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
●Hang geen kleerhangers of andere
harde voorwerpen aan de kledinghaak-
jes. Dergelijke voorwerpen kunnen als
een projectiel gelanceerd worden en
ernstig letsel veroorzaken wanneer de
curtain airbags geactiveerd worden.
●Zorg ervoor dat het gedeelte waar de
knie-airbag wordt geactiveerd niet door
iets wordt afgedekt.
●Gebruik geen accessoires op de stoelen
die het gedeelte van de stoel waarin de
side airbags aanwezig zijn afdekken
omdat dat een negatieve invloed kan
hebben op een juiste werking van de
side airbags. Dergelijke accessoires
kunnen tot resultaat hebben dat de side
airbags niet op de juiste wijze geacti-
veerd worden, helemaal niet geacti-
veerd worden of per ongeluk
geactiveerd worden, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
●Oefen geen overmatige kracht uit op
delen waarin onderdelen van het air-
bagsysteem aanwezig zijn of op de
voorportieren.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen
aan de airbags ontstaan.
●Raak onderdelen van het airbagsys-
teem niet aan direct nadat de airbags
geactiveerd zijn, omdat deze heet kun-
nen zijn.
●Als u na het activeren van de SRS-air-
bags moeilijkheden met de ademhaling
ondervindt, open dan een portier of
zijruit om frisse lucht binnen te laten of
verlaat de auto als u dat op een veilige
manier kunt doen. Als er poederdeeltjes
op uw huid zijn terechtgekomen, was
deze er dan zo snel mogelijk af om huid-
irritatie te voorkomen.
●Als de delen van de auto waarin airbags
ondergebracht zijn, zoals het stuurwiel-
kussen en de bekleding van de voor- en
achterstijlen, beschadigd of gescheurd
zijn, laat deze dan vervangen door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Wijzigingen aan en afvoeren van
onderdelen van het airbagsysteem
Voer uw auto niet af en voer geen van
onderstaande veranderingen uit zonder
eerst een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige te raadplegen. De airbags
kunnen defect raken of per ongeluk wor-
den geactiveerd (opgeblazen), waardoor
ernstig letsel kan ontstaan.
●Plaatsen, verwijderen, demonteren en
repareren van de airbags
●Reparatie, aanpassing, verwijdering of
vervanging van stuurwiel, instrumenten-
paneel, dashboard, stoelen of stoelbe-
kleding, voor-, midden- en achterstijlen,
dakzijrails, voorportierpanelen, voorpor-
tierbekleding of luidsprekers in de voor-
portieren
●Aanpassing van het voorportierpaneel
(bijvoorbeeld een gat erin maken)
●Reparaties of wijzigingen aan het voor-
spatbord, de voorbumper of de zijkant
van het passagierscompartiment
●Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg
of lier
●Wijzigingen aan de wielophanging van
de auto
●Plaatsen van elektronische apparatuur
als een mobiele tweewegradio (zend-
/ontvanginstallatie) of CD-speler
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 38 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
161
3
3-1. Informatie over sleutels
Voordat u gaat rijden
1
Uitklappen
Druk op de knop om de sleutel uit te klap-
pen.
2Inklappen
Druk op de knop en duw de sleutel terug
naar de ingeklapte positie.
Schuif het ontgrendelknopje opzij
om de mechanische sleutel uit de elek-
tronische sleutel te verwijderen.
De mechanische sleutel kan maar in één
richting ingestoken worden, aangezien
slechts één zijde van de sleutel van een
groef is voorzien. Als u de sleutel niet in de
slotcilinder kunt steken, draait u de sleutel
om en probeert u het opnieuw.
Bewaar de mechanische sleutel na gebruik
in de elektronische sleutel. Zorg dat u de
mechanische sleutel en de elektronische
sleutel bij u hebt. Als de batterij van de elek-
tronische sleutel leeg is of de instapfunctie
niet goed werkt, bent u op de mechanische
sleutel aangewezen. ( →Blz. 654)
■Wanneer u de sleutel van de auto moet
achterlaten bij een parkeerwachter
(auto's met dashboardkastje type B)
Vergrendel indien nodig het dashboardkastje.
( → Blz. 531)
Verwijder de mechanische sleutel voor eigen
gebruik en geef alleen de elektronische sleu-
tel aan de parkeerwachter.
■Als u uw sleutels verliest
→ Blz. 654
■Als een verkeerde sleutel wordt
gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
Gebruik van de hoofdsleutel
(auto's zonder Smart
Entry-systeem en startknop)Gebruik van de mechanische
sleutel (auto's met Smart
entry-systeem en startknop)
A
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 161 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
171
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
5
Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen
in omgekeerde volgorde.
■Waarschuwingszoemer open por-
tier/achterklep
→ Blz. 166
■Gebruik van de afstandsbedie-
ning
Houd de schakelaar ingedrukt.
De elektrisch bedienbare achterklep wordt
automatisch geopend/gesloten.
Ontgrendel de achterklep voordat u hem
bedient.
Druk op de schakelaar terwijl de elektrisch
bedienbare achterklep wordt
geopend/gesloten om de beweging te stop-
pen. Wanneer de schakelaar nogmaals
ingedrukt wordt gehouden terwijl de bewe-
ging is gestopt, beweegt de achterklep in
tegenovergestelde richting.
■Gebruik van de toets elektrisch
bedienbare achterklep op het
dashboard
Houd de schakelaar ingedrukt.
De elektrisch bedienbare achterklep wordt
automatisch geopend/gesloten.
Ontgrendel de achterklep voordat u hem
bedient.
Druk op de schakelaar terwijl de elektrisch
bedienbare achterklep wordt
geopend/gesloten om de beweging te stop-
pen. Wanneer de schakelaar nogmaals
ingedrukt wordt gehouden terwijl de bewe-
ging is gestopt, beweegt de achterklep in
tegenovergestelde richting.
OPMERKING
■Steunen achterklepgasdempers
De achterklep is v oorzien van gasdempers
die de achterklep op zijn plaats houden.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kunnen de achterklepgasdempers-
beschadigd raken, waardoor deze niet
meer werken.
●Bevestig nooit stickers, kunststoffolie,
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de
gasdemper.
●Raak de binnenpoot van de gasdemper
nooit aan met handschoenen of andere
stoffen voorwerpen.
●Bevestig alleen originele Toyota-acces-
soires aan de achterklep.
●Plaats nooit uw handen op de gasdem-
per en oefen er geen zijdelingse krach-
ten op uit.
Openen en sluiten van de
achterklep (auto's met
elektrisch bedienbare
achterklep)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 171 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
183
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er in de buurt gebruik wordt gemaakt
van een andere sleutel met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzendt)
●Als u de elektronische
sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
• Een draagbare radio, mobiele telefoon,
draadloze telefoon of andere draadloze
communicatiemiddelen
• De elektronische sleutel of een afstands- bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer u parkeert op een parkeerplaats
met een betaalautomaat (Radiogolven die
worden gebruikt om auto's te signaleren
beïnvloeden mogelijk het Smart entry-sys-
teem met startknop.)
■Aanwijzing voor de instapfunctie
(indien aanwezig)
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer, of
in een portiervak of het dashboardkastje
als de motor wordt gestart of de stand van
de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisch e sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgrendeld
als er een grote hoeveelheid water op de
portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tij-
dens een zware regenbui of in een was-
straat, wanneer de elektronische sleutel
zich binnen het detectiegebied bevindt.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt
terwijl u handschoenen draagt, kan de
reactie van het systeem trager zijn of wor-
den de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
Trek uw handschoenen uit en raak de ver-
grendelsensor opnieuw aan.
●Wanneer de vergrendelac tie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 182)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 183 Friday, August 7, 2020 1:15 PM