
193
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
*: Indien aanwezig
■Plaats van antenne
Antennes buiten het interieur (auto's met
instapfunctie)
Antenne buiten de bagageruimte (auto's
met instapfunctie)
Antennes in het interieur
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd)Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de portieren
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich binnen 0,7 m van de voorste portier-
handgreep of de schakelaar achterklep
openen bevindt. (Alleen de portieren die de
sleutel signaleren, kunnen worden geopend
of gesloten.)
Bij het starten van het hybridesysteem of
veranderen van de standen van het con-
tact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
■Als er een alarm klinkt of een waarschu-
wingsmelding wordt weergegeven
Er gaat een alarm af en op het multi-informa-
tiedisplay wordt een waarschuwingsmelding
weergegeven om onverwachte ongevallen of
diefstal van de auto te voorkomen als gevolg
van onjuist gebruik. Wanneer er een waar-
schuwingsmelding wordt weergegeven,
neem dan de juiste maatregelen op basis van
de weergegeven melding.
In onderstaande tabel worden de omstandig-
heden en de correctieprocedures beschreven
in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
●Wanneer het buiten de auto hoorbare
alarm gedurende 5 seconden één keer
klinkt
Smart entry-systeem met
startknop*
De volgende handelingen kunnen
worden uitgevoerd als u de elek-
tronische sleutel bij u hebt, bij-
voorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektronische
sleutel altijd bij zich hebben.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren (auto's met
instapfunctie) ( Blz. 175)
Vergrendelen en ontgrendelen
van de achterklep (auto's met
instapfunctie) ( Blz. 181)
Starten van het hybridesysteem
(Blz. 290)
A
B
C
SituatieCorrectieprocedure
Er is geprobeerd de
auto te vergrendelen
terwijl er nog een por-
tier geopend was.Sluit alle portieren en
vergrendel ze
opnieuw.
A
B
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 193 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

195
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
• De elektronische sleutel of een afstands-
bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer u parkeert op een parkeerplaats
met een betaalautomaat (Radiogolven die
worden gebruikt om auto's te signaleren
beïnvloeden mogelijk het Smart entry-sys-
teem met startknop.)
■Aanwijzing voor de instapfunctie
(indien aanwezig)
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, op de bagageafdekking, op de vloer
of in een portiervak of het dashboardkastje
wanneer het hybridesysteem wordt gestart
of de stand van het contact wordt gewij-
zigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisc he sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan het hybridesys-
teem mogelijk worden gestart als de
elektronische sleutel zi ch in de buurt van
de ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgrendeld
als er een grote hoeveelheid water op de
portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tij-
dens een zware regenbui of in een was-
straat, wanneer de elektronische sleutel
zich binnen het detectiegebied bevindt.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt
terwijl u handschoenen draagt, kan de
reactie van het systeem trager zijn of wor-
den de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
Trek uw handschoenen uit en raak de ver-
grendelsensor opnieuw aan.
●Wanneer de vergrendelac tie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 194)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt
met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendel-
sensor en raak hem opnieuw aan of
gebruik de vergrendelsensor aan de
onderzijde van de portiergreep.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 195 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

2523-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
■Voorkomen van een onjuiste werking
van de sensoren (auto's met binnen-
spiegel met automatische antiverblin-
dingsstand)
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook
niet, omdat hierdoor de werking van de sen-
soren in negatieve zin beïnvloed kan worden.
*: Indien aanwezig
Digitale binnenspiegel*
De digitale binnenspiegel is een
systeem dat gebruikmaakt van een
camera op de achterzijde van de
auto. Het beeld van die camera
wordt weergegeven op het dis-
play van de digitale binnenspiegel.
De digitale binnenspiegel kan met
behulp van de hendel worden
gewijzigd tussen de modus voor
de optische spiegel en de modus
voor de digitale spiegel.
Dankzij de digitale binnenspiegel
kan de bestuurder het beeld ach-
ter de auto zien, ondanks obsta-
kels, zoals hoofdsteunen of
bagage. Ook worden de achter-
stoelen niet weergegeven en
wordt de privacy van de passa-
giers verbeterd.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Voordat u de digitale binnenspiegel
gebruikt
●Stel de spiegel af voordat u gaat rijden.
( Blz. 254)
• Wijzig de modus naar de modus voor de optische spiegel en stel de positie van
de digitale binnenspiegel zo af dat het
gebied achter uw auto goed te zien is.
• Wijzig de modus naar de modus voor de digitale spiegel en wijzig de display-
instellingen.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 252 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

253
3
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
Displayzone icoon
Geeft iconen, afstellingsmeters, enz. weer.
(
Blz. 254)
Hendel
Bedien de hendel om te schakelen tussen
de modus voor de digitale spiegel en de
modus voor de optische spiegel.
Menutoets
Druk hierop om de displayzone voor iconen
weer te geven en het item te selecteren dat
u wilt instellen.
Toets voor selecteren/instellen
Druk hierop om de instelling van het item dat
u wilt instellen te wijzigen.
Controlelampje camera
Geeft aan dat de camera normaal werkt.
Bedien de hendel om te schakelen tus-
sen de modus voor de digitale spiegel
en de modus voor de optische spiegel.
1 Modus digitale spiegel
Geeft een beeld weer van het gebied achter
de auto.
gaat branden in deze modus.
2Modus optische spiegel
Hiermee wordt het display van de digitale
binnenspiegel uitgeschakeld, waardoor de
spiegel kan worden gebruikt als optische
spiegel.
■Werkingsvoorwaarde modus digitale
spiegel
Het contact wordt AAN gezet.
Wanneer het contact van AAN UIT of in stand
ACC wordt gezet, verdwijnt het beeld na
enkele seconden.
■Bij gebruik van de digitale binnenspie-
gel in de modus digitale spiegel
●Als het weergegeven beel d moeilijk te zien
is doordat licht reflecteert op de digitale
binnenspiegel, de camera vuil is of doordat
u last hebt van de lichten van een achter-
ligger of het weergegeven beeld, schakel
dan over naar de modus optische spiegel.
●Als de achterklep is geopend, wordt het
beeld van de digitale binnenspiegel moge-
lijk niet goed weergegeven. Controleer
voor het rijden of de achterklep is gesloten.
●Als het display moeilijk te zien is door gere-
flecteerd licht, slui t dan het elektrisch
bedienbare zonnescherm van het panora-
madak (indien aanwezig).
WAARSCHUWING
●Het bereik van het beeld dat wordt
weergegeven door de digitale binnen-
spiegel verschilt van dat van de opti-
sche spiegel. Controleer daarom dit
verschil vóór het rijden.
Systeemonderdelen
A
B
C
D
E
Wijzigen van de modus
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 253 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

2543-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
●De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen bij het rijden in het donker, zoals
's nachts. Geen van deze verschijnselen
duidt op een storing.
• De kleuren van de objecten in het weerge- geven beeld verschillen mogelijk van de
daadwerkelijke kleuren.
• Afhankelijk van de hoogte van de lichten van de achterligger, wordt het gebied
rondom de auto wit en wazig weergege-
ven.
• Automatische aanpassing van het beeld voor een helder omgev ingsbeeld kan flik-
keringen veroorzaken.
Als het weergegeven beeld moeilijk te zien is
of als u last hebt van flikkeringen, schakel
dan over naar de modus optische spiegel.
●De digitale binnenspiegel wordt mogelijk
heet wanneer de modus digitale spiegel is
ingeschakeld.
Dit duidt niet op een storing.
●Afhankelijk van uw fysieke conditie of leef-
tijd duurt het mogelijk langer dan gebruike-
lijk om op het weergegeven beeld te
focussen. Schakel in dit geval over naar de
modus optische spiegel.
●Laat passagiers tijdens het rijden niet naar
het weergegeven beeld staren, omdat ze
anders wagenziek kunnen worden.
■Wanneer een storing in het systeem
optreedt
Als het in de afbeelding weergegeven sym-
bool wordt weergegeven bij het gebruik van
de digitale binnenspiegel in de modus digitale
spiegel, is er mogelijk een storing in het sys-
teem aanwezig. Het symbool verdwijnt na
een paar seconden. Bedien de hendel, scha-
kel over naar de modus optische spiegel en
laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Afstellen van de hoogte van de
spiegel
De hoogte van de binnenspiegel kan
worden afgestemd op uw houding ach-
ter het stuur.
Schakel de modus optische spiegel in
en stel de hoogte van de binnenspiegel
af door de spiegel omhoog of omlaag te
bewegen.
■Display-instellingen (modus digi-
tale spiegel)
De instellingen van het display in de
modus digitale spiegel, het aan-/uitzet-
ten van de automatische antiverblin-
dingsstand, enz. kunnen worden
gewijzigd.
1 Druk op de menutoets.
De iconen worden weergegeven.
Afstellen van de spiegel
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 254 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

255
3
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
2
Druk herhaaldelijk op de menutoets
en selecteer het item dat u wilt
instellen.
3 Druk op of om de
instelling te wijzigen.
De iconen verdwijnen als gedurende ten
minste 5 seconden geen toets wordt
bediend.
*: Dit is een functie voor de modus optische
spiegel. De instelling kan echter ook wor-
den gewijzigd terwijl de modus digitale
spiegel in gebruik is.
■In-/uitschakelen van de automati-
sche antiverblindingsstand
(modus optische spiegel)
De automatische antiverblindingsstand
in de modus optische spiegel kan wor-
den in-/uitgeschakeld. De instelling kan
worden gewijzigd in zowel de modus
digitale spiegel als de modus optische
spiegel.
Bij gebruik van de modus digitale
spiegel
Blz. 254
Bij gebruik van de modus optische
spiegel
1 Druk op de menutoets.
De iconen worden weergegeven.
2Druk op of om de
automatische antiverblindingsstand
in te schakelen (ON)/uit te schake-
len (OFF).
De iconen verdwijnen als gedurende ten
minste 5 seconden geen toets wordt
bediend.
■Instellen van het display (modus digi-
tale spiegel)
●Als het weergegeven beeld is ingesteld,
lijkt het mogelijk vervormd. Dit duidt niet op
een storing.
●Als de helderheid van de digitale binnen-
spiegel te hoog is ingesteld, kunnen uw
ogen vermoeid raken. Stel de digitale bin-
nenspiegel in op een geschikte helderheid.
IconenInstellingen
Hiermee kunt u de helderheid van
het display afstellen.
Hiermee kunt u het weergegeven
gebied omhoog/omlaag verplaat-
sen.
Hiermee kunt u het weergegeven
gebied naar links/rechts verplaat-
sen.
Hiermee kunt u de hoek van het
weergegeven beeld afstellen.
Hiermee kunt u op de weergege-
ven afbeelding inzoomen/uitzoo-
men.
Hiermee kunt u de automatische
antiverblindingsstand in-/uitscha-
kelen.
*
De hoeveelheid gereflecteerd licht
wordt automatisch aangepast op
basis van de helderheid van de
koplampen van achteropkomend
verkeer.
De automatische antiverblindings-
stand wordt iedere keer wanneer
het contact AAN wordt gezet inge-
schakeld.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 255 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

2563-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Als uw ogen vermoeid raken, schakel dan
over naar de modus optische spiegel.
●De helderheid van de digitale binnenspie-
gel wordt automatisch aangepast overeen-
komstig de helderheid van het gebied voor
uw auto.
■Voorkomen van storingen in de licht-
sensoren
Raak de lichtsensoren niet aan en bedek ze
niet, om te voorkomen dat er storingen in ont-
staan.
■Schoonmaken van het spiegelop-
pervlak
Als het spiegeloppervlak vuil is, is het
beeld op het display mogelijk moeilijk te
zien.
Reinig het spiegeloppervlak voorzich-
tig met een zachte, droge doek.
■Schoonmaken van de camera
Als de cameralens vuil is, is het weer-
gegeven beeld mogelijk niet helder.
Reinig in dat geval de lens met een
zachte, vochtige doek of een watten-
staafje.
■De camera
De camera van de digitale binnenspiegel
bevindt zich op de in de afbeelding aange-
geven plaats.
■De koelventilator
De digitale binnenspiegel is voorzien van een
koelventilator. Tijdens het gebruik van het
systeem kunnen geluiden hoorbaar zijn die
afkomstig zijn van de koelventilator.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
■Tijdens het rijden
●Verstel de digitale binnenspiegel niet tij-
dens het rijden en pas ook de display-
instellingen niet aan.
Breng de auto tot stilstand en bedien de
bedieningstoetsen v an de digitale bin-
nenspiegel.
Als u dat niet doet, kunt u een stuurfout
maken, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
●Let altijd op de omgeving van de auto.
Het formaat van de voertuigen en andere
objecten lijkt mogelijk anders in de modus
digitale spiegel en de modus optische
spiegel.
Let bij het achteruitrijden rechtstreeks op
de veiligheid van het gebied rondom de
auto, met name achter de auto.
Bovendien lijkt de omgeving mogelijk
schemerig wanneer een voertuig in het
donker, zoals 's nachts, van achteren
nadert.
■Oorzaken van brand voorkomen
Als de bestuurder de digitale binnenspie-
gel blijft gebruiken terwijl er rook of een
brandlucht uit de spiegel komt, kan dit
brand tot gevolg hebben. Stop onmiddellijk
met het gebruik van het systeem en neem
contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Schoonmaken van de digitale
binnenspiegel
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 256 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM

259
3
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
Het beeld is niet
goed te zien.
De bagage in de bagageruimte
reflecteert in de achterruit, waardoor
de camera wordt gehinderd.
• Schakel over naar de modus opti-
sche spiegel.
• Verplaats de bagage naar een plek waar deze de camera niet
hindert of leg een zwarte doek
over de bagage om de reflectie in
de achterruit te beperken.
De achterruit is beslagen.
Schakel over naar de modus opti-
sche spiegel.
Gebruik na het ontwasemen van de
achterruit met behulp van de achter-
ruitverwarming ( Blz. 430) de
modus digitale spiegel weer.
De buitenzijde van de achterruit is
vuil.Gebruik de achterruitenwisser om
het vuil te verwijderen.
De binnenzijde van de achterruit is
vuil.Veeg de binnenzijde van de achter-
ruit schoon met een vochtige,
zachte doek.
Het beeld is niet
recht.
De achterklep is niet geheel geslo-
ten.Sluit de achterklep volledig.
De camera of de omgeving ervan is
aan een krachtige schok blootge-
steld.
Schakel over naar de modus opti-
sche spiegel en laat de auto nakij-
ken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Het display is
schemerig en
wordt weergege-
ven.
Er is mogelijk een st oring in het sys-
teem aanwezig.
Schakel over naar de modus opti-
sche spiegel en laat de auto nakij-
ken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
dooft.
SymptoomWaarschijnlijke oorzaakOplossing
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 259 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM