Page 217 of 360

217
Praktische informatie
7
Tanken
Er moet ten minste 8 liter brandstof worden getankt, wil de brandstofmeter het kunnen registreren.Bij het openen van de vuldop kan er een geluid hoorbaar zijn. Dit wordt veroorzaakt door naar binnen stromende lucht. Dit is volkomen normaal en is een gevolg van de afdichting van het brandstofsysteem.Veilig tanken:► Zet altijd de motor uit.► Ontgrendel de auto met het Smart Entry & Start.
► Open de tankdopklep.
► Bij een mechanische sleutel: steek de sleutel in de vuldop en draai hem linksom.
► Draai de vuldop open en plaats hem in de houder op de tankdopklep.► Steek het vulpistool zo ver mogelijk in de vulopening en druk hierbij de metalen klep A in.► Vul de brandstoftank. Laat het vulpistool maximaal drie keer afslaan, aangezien er anders storingen kunnen optreden.► Plaats de vuldop terug en sluit de dop door deze rechtsom te draaien.
► Druk de tankdopklep dicht (uw auto moet ontgrendeld zijn).
WARNI NG
Open de linker schuifdeur (indien aanwezig) niet als de tankdopklep is geopend (kans op beschadiging van de tankdopklep en de schuifdeur en kans op letsel bij de persoon die tankt).
WARNI NG
Als de tankdopklep is geopend en u de linker schuifdeur wilt openen, zal een mechanisme
dit voorkomen.U kunt de deur wel voor de helft openen.Sluit bij een mechanische deur de tankdopklep om de deur weer te kunnen gebruiken.Sluit bij een elektrische deur de tankdopklep en druk vervolgens op een schakelaar voor het openen om de deur op de juiste manier te kunnen gebruiken.
Page 218 of 360

218
Uw auto is voorzien van een katalysator die de uitstoot van schadelijke stoffen in het uitlaatgas vermindert.
WARNI NG
Indien u per vergissing de verkeerde brandstof voor uw auto tankt, moet de tank beslist worden afgetapt en gevuld met de juiste brandstof voordat de motor
kan worden gestart.
Onderbreking
brandstoftoevoer
Uw auto is uitgerust met een veiligheidssysteem dat de toevoer van brandstof bij een aanrijding onderbreekt.
Tankbeveiliging (diesel)
(Afhankelijk van het land van verkoop.)Dankzij dit mechanisme wordt voorkomen dat de tank van een dieselauto met benzine wordt gevuld.De tankbeveiliging, die zich in de vulpijp bevindt, verschijnt wanneer de vuldop wordt verwijderd.
Wanneer u bij een dieseluitvoering een benzinetankpistool in de tankopening plaatst, wordt dit tegengehouden door een klep. Hierdoor blijft het systeem vergrendeld en kan er dus niet getankt worden.Probeer in dat geval niet toch te tanken maar kies een dieseltankpistool.
NOTIC E
Het vullen van de brandstoftank met behulp van een jerrycan is wel mogelijk.
Zorg ervoor dat de hals van de jerrycan niet direct contact maakt met de klep van de tankbeveiliging om er zeker van te zijn dat de brandstof goed stroomt.
NOTIC E
Rijden in het buitenlandOmdat de tankpistolen voor het tanken van diesel per land kunnen verschillen, kan de aanwezigheid van een tankbeveiliging op de auto ertoe leiden dat tanken niet mogelijk is.Voordat u naar het buitenland gaat, is het raadzaam om bij een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te informeren of de auto geschikt is om in het desbetreffende land brandstof te tanken.
Page 219 of 360

219
Praktische informatie
7
Laadsysteem (elektrisch)
Elektrisch systeem 400 V
Het elektrische tractiesysteem, dat werkt met een spanning van ongeveer 400 V, wordt geïdentificeerd met oranje kabels en de onderdelen zijn gemarkeerd met dit symbool:
WARNI NG
De aandrijflijn van een elektrische auto kan tijdens het gebruik en na het UIT zetten van het contact warm worden.Neem de waarschuwingsmeldingen op de labels, met name aan de binnenkant van de klep, in acht.Alle werkzaamheden of wijzigingen aan het elektrische systeem (inclusief de tractiebatterij, stekkers, oranje kabels en overige onderdelen die van binnenuit of buitenaf zichtbaar zijn) is absoluut verboden: kans op ernstige brandwonden of een potentieel fatale elektrische schok (kortsluiting/elektrocutie)!Neem bij problemen altijd contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
Dit label is alleen bedoeld voor gebruik door brandweermannen en onderhoudsdiensten bij werkzaamheden aan de auto.Niemand anders mag het op dit label getoonde apparaat aanraken.
WARNI NG
In het geval van een ongeval of als de bodemplaat van de auto wordt blootgesteld aan schokkenIn deze situaties kan het elektrische circuit of de tractiebatterij ernstig beschadigd raken.Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats en zet het contact UIT.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
In het geval van een brandZorg ervoor dat alle inzittenden de auto onmiddellijk verlaten. Probeer de brand nooit zelf te bestrijden, kans op elektrocutie!Neem onmiddellijk contact op met de hulpdiensten en informeer hen dat het om een elektrische auto gaat.
Page 220 of 360

220
WARNI NG
Bij het wassenControleer of de laadklep goed gesloten is alvorens de auto te wassen.Was de auto nooit terwijl de batterij geladen wordt.
WARNI NG
HogedrukreinigingHet is absoluut verboden om een hogedrukreiniger te gebruiken in de motorruimte of onder de carrosserie om schade aan elektrische onderdelen te voorkomen.Gebruik geen hogere druk dan 80 bar voor het wassen van de carrosserie.
WARNI NG
Zorg ervoor dat er geen water of stof in de stekker of de laadaansluiting terechtkomt: kans op elektrocutie of brand!Sluit de laadstekker of -kabel nooit aan en neem hem nooit los met natte handen: kans op elektrocutie!
Tractiebatterij
Deze batterij slaat de energie op die de elektromotor en de uitrusting voor thermisch
comfort in het passagierscompartiment voedt. De batterij raakt tijdens het gebruik ontladen en moet daarom regelmatig worden geladen. U hoeft niet te wachten met het laden van de tractiebatterij totdat het reserveniveau is bereikt.De levensduur van de batterij is afhankelijk van de rijstijl, de routes, het gebruik van uitrusting voor thermisch comfort en veroudering van de onderdelen van de batterij.
NOTIC E
Het verouderingsproces van de tractiebatterij wordt beïnvloed door diverse factoren, zoals klimaatomstandigheden, de afgelegde afstand en hoe vaak de snellaadprocedure is gebruikt.
WARNI NG
In geval van schade aan de tractiebatterijVoer nooit zelf werkzaamheden aan de auto uit.Raak vloeistoffen die uit de batterij lekken niet aan en was de huid na contact met deze stoffen overvloedig met water en neem zo snel mogelijk contact op met een arts.Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Laadstekkers en
controlelampjes
1.Laadstekkers
2.Toets voor activeren van uitgesteld laden
3.Controlelampje vergrendeling stekkerBrandt permanent rood: stekker goed geplaatst en vergrendeld in de aansluiting.Knippert rood: stekker niet goed geplaatst of vergrendelen niet mogelijk.
4.Laadindicator
Page 221 of 360

221
Praktische informatie
7
Status van de laadindicatorBetekenis
Brandt permanent witBegeleidende verlichting voor het openen van de laadklep en het losnemen van de laadkabel.
Brandt permanent blauwUitgesteld laden.
Knippert groenOpladen bezig.
Brandt permanent groenLaden voltooid.De laadindicator gaat na ongeveer 2 minuten uit omdat de functies van de auto in de stand-bystand gaan.Het controlelampje gaat weer branden wanneer de auto wordt ontgrendeld met het Smart Entry & Start of wanneer een portier wordt geopend, om aan te geven dat het batterijpakket volledig is geladen.
Brandt permanent roodStoring.
WARNI NG
Haal de laadstekker niet uit elkaar en modificeer hem niet, anders bestaat het risico op elektrocutie en/of brand.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Laadkabels, contactdozen
en laders
De bij de auto geleverde laadkabel (afhankelijk van de uitvoering) is compatibel met de elektrische systemen in het land van verkoop. Controleer de compatibiliteit van lokale elektrische systemen met de laadkabel als u naar het buitenland reist.Bij uw dealer is een compleet assortiment laadkabels verkrijgbaar.Neem voor meer informatie en om een geschikte
laadkabel aan te schaffen contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Identificatielabels op de laadstekker
en stekker
Op de auto, de laadkabel en de lader zijn identificatielabels bevestigd om de gebruiker te informeren welk apparaat hij moet gebruiken.
Page 222 of 360
222
De betekenis van elk identificatielabel is als volgt:
IdentificatielabelsType voedingConfiguratieType accessoireSpanningsbereik
C
ACTYPE 2Stekker auto en aansluiting auto≤ 480 V RMS
C
ACTYPE 2Stekker en contactdoos≤ 480 V RMS
K
DCCOMBO 2 (FF)Stekker auto en aansluiting auto50 V - 500 V
Page 223 of 360

223
Praktische informatie
7
Standaard laden, modus 2
Contactdoos thuis(thuis laden - wisselstroom (AC))
Modus 2 met een standaard contactdoos A: maximale laadstroom: 8 A.
Modus 2 met een Green'Up-contactdoos B: maximale laadstroom: 16 A.Neem contact op met een professionele installateur om dit type contactdoos te laten installeren.
Specifieke kabel voor thuis laden - modus 2 (AC)
Identificatielabel C op de laadstekker (zijde auto)
WARNI NG
Specifieke kabel voor thuis laden (modus 2)Zorg ervoor dat de kabel niet beschadigd raakt.Gebruik hem in geval van schade niet en neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige om hem te vervangen.
Regeleenheid (modus 2)
POWERGroen: elektrische verbinding tot stand gebracht; laden kan starten.CHARGEKnippert groen: bezig met laden of temperatuurinstelling geactiveerd.Brandt permanent groen: laden voltooid.FAULTRood: storing; laden niet toegestaan of moet onmiddellijk gestopt worden. Controleer of
alles goed is aangesloten en of er geen storing in het elektrische systeem zit.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het controlelampje niet uitgaat.Als de laadkabel in een contactdoos thuis wordt gestoken, gaan alle controlelampjes kort branden.
Page 224 of 360

224
Als de controlelampjes niet gaan branden, controleer dan de zekeringautomaat in de meterkast.– Als de zekeringautomaat is uitgeschakeld, neem dan contact op met een professional om te laten controleren of het elektrische systeem compatibel is en/of eventueel noodzakelijke reparaties te laten uitvoeren.– Als de zekeringautomaat niet is uitgeschakeld, gebruik de laadkabel dan niet meer en neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Label regeleenheid - Aanbevelingen
Raadpleeg vóór gebruik de handleiding.
1.Onjuist gebruik van deze laadkabel kan
leiden tot brand, schade aan bezittingen en ernstig letsel door elektrocutie!
2.Gebruik altijd een goed geaarde contactdoos die is beveiligd met een aardlekschakelaar van 30 mA.
3.Gebruik altijd een contactdoos die beveiligd is met een zekeringautomaat die geschikt is voor de stroomsterkte van het elektrische circuit.
4.Hang de regeleenheid niet aan de contactdoos, de stekker en de kabels.
5.Gebruik deze laadkabel niet als hij kapot is of beschadigd is.
6.Probeer de laadkabel nooit te repareren of openen. Hij bestaat uit onderdelen die niet gerepareerd kunnen worden. Vervang de laadkabel als hij beschadigd is.
7.Dompel deze laadkabel nooit onder in water.
8.Gebruik de laadkabel nooit met een verlengsnoer of verloopstekker of in een meervoudige of beschadigde stekkerdoos.
9.Haal de stekker niet uit de contactdoos met als doel het laden te stoppen.
10.Stop onmiddellijk met laden door de auto te vergrendelen en ontgrendelen met de afstandsbediening als de laadkabel of de contactdoos te warm is om aan te raken.
11 .Deze laadkabel bestaat uit onderdelen die elektrische vlambogen of vonken kunnen veroorzaken. Stel hem niet bloot aan licht ontvlambare dampen.
12.Gebruik deze laadkabel alleen voor auto's van TOYOTA.
13.Steek de kabel nooit in de contactdoos (en verwijder hem er niet uit) met natte handen.
14.Oefen geen kracht uit op de stekker als deze vergrendeld is op de auto.
Label regeleenheid - Status van controlelampjes
Status van het lampje
Uitschakelen
Aan
Knippert