1403-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
COROLLA HV_TMMT_EE
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd) Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de portieren (auto's met instapfunctie)
Het systeem kan worden bediend als de
elektronische sleutel zich binnen ongeveer
0,7 m van een van de buitenportiergrepen
voor bevindt. (Alleen de portieren die de sleu-
tel signaleren, kunnen worden geopend of
gesloten.)
Bij het starten van het hybridesysteem of
veranderen van de standen van het con-
tact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
Bij het openen van de achterklep (auto's
met instapfunctie)
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich binnen 0,7 m van de knop voor het
ontgrendelen van de achterklep bevindt.
■Alarmfuncties en waarschuwingsmel-
dingen
Een combinatie van in en buiten de auto
hoorbare zoemers en waarschuwingsmel-
dingen op het multi-informatiedisplay zorgen
ervoor dat diefstal van de auto en ongelukken
door een onjuiste bediening worden voorko-
men. Neem de juiste maatregelen op basis
van de weergegeven melding. ( Blz. 526)
In onderstaande tabel worden de omstandig-
heden en de correctieprocedures beschreven
in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
●De buiten de auto hoorbare zoemer klinkt
eenmaal gedurende 5 seconden
●De zoemer in het interieur klinkt onafge-
broken
■Energiebesparende functie (auto's met
instapfunctie)
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de 12V-accu leeg
raken wanneer de auto gedurende langere
tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 2 minuten of langer binnen een
afstand van 3,5 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
SituatieCorrectie-
procedure
Er is geprobeerd de auto
te vergrendelen terwijl er
nog een portier geopend
was.Sluit alle portie-
ren en vergren-
del ze opnieuw.
De achterklep werd geslo-
ten terwijl de elektroni-
sche sleutel zich nog in de
bagageruimte bevond en
alle portieren waren ver-
grendeld.Neem de elek-
tronische sleu-
tel uit de
bagageruimte
en sluit de ach-
terklep.
SituatieCorrectie-
procedure
Het contact werd in de
stand ACC gezet terwijl
het bestuurdersportier
geopend was (of het
bestuurdersportier werd
geopend terwijl het contact
in de stand ACC stond).
Zet het contact
UIT en sluit het
bestuurderspor-
tier.
Het contact stond UIT ter-
wijl het bestuurdersportier
geopend was.Sluit het
bestuurderspor-
tier.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 140 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
1423-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
COROLLA HV_TMMT_EE • De elektronische sleut
el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de grond of te hoog of te dicht bij
het midden van de achterbumper bij het
ontgrendelen van de achterklep.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, de hoedenplank of de vloer achter
of in een portiervak of het dashboardkastje
als het hybridesysteem wordt gestart of
met de startknop een andere stand wordt
geselecteerd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisc he sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan het hybridesys-
teem mogelijk worden gestart als de
elektronische sleutel zi ch in de buurt van
de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zi ch in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Sommige uitvoeringen: Wanneer de ver-
grendelactie is uitgevoerd met de vergren-
delsensor, worden maximaal tweemaal
achter elkaar identificatiesignalen getoond.
Vervolgens worden geen identificatiesigna-
len gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 141)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de
ontgrendelsensor van het portier aan en
controleer of de portieren worden ontgren-
deld voordat u opnieuw aan de portier-
greep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 142 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
2044-1. Voordat u gaat rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
4-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van het hybridesysteem
Blz. 217
■Rijden
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(Blz. 223)
2 Deactiveer de parkeerrem wanneer
deze in de stand voor handmatige
bediening staat. ( Blz. 227)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt. ( Blz. 223)
■Parkeren van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in om
de auto volledig tot stilstand te bren-
gen.
2 Activeer de parkeerrem ( Blz. 227)
en zet de selectiehendel in stand P.
( Blz. 223)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Druk op de startknop om het hybri-
desysteem te stoppen. 4
Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
5 Vergrendel de portieren nadat u
hebt gecontroleerd of u de elektroni-
sche sleutel bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
■Wegrijden op een steile helling
omhoog
1 Activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in stand D.
2 Trap het gaspedaal geleidelijk in.
3 Deactiveer de parkeerrem.
■Rijden met een gunstig brandstofver-
bruik
Houd er rekening mee dat hybrideauto's ver-
gelijkbaar zijn met conventionele auto's en
dat het belangrijk is dat u niet plotseling acce-
lereert, enz. ( Blz. 372)
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
■Beperken van het vermogen van het
hybridesysteem (Brake Override-sys-
teem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het ver-
mogen van het hybridesysteem mogelijk
beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay ter-
wijl het systeem in werking is.
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 204 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
205
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal (
Blz. 114)
Milieuvriendelijk rijden is gemakkelijker te
realiseren door in de zone ECO-acceleratie
te blijven. Verder is het door binnen de zone
ECO-acceleratie te blijven gemakkelijker om
een goede ECO-score te behalen.
●Bij het wegrijden:
Trap, terwijl u binnen de zone ECO-accelera-
tie blijft, het gaspedaal geleidelijk in en acce-
lereer tot aan de gewenste snelheid. Door
niet overmatig snel te accelereren, kan er
een goede ECO-score voor het wegrijden
worden behaald.
●Tijdens het rijden:
Laat, nadat u de gewenste snelheid hebt
bereikt, het gaspedaal los en rijd met een
constante snelheid binnen de zone
ECO-acceleratie. Door binnen de zone
ECO-acceleratie te blijven, kan er een goede
ECO-score voor het rijden met constante
snelheid worden behaald.
●Bij het tot stilstand brengen van de auto:
Door bij het decelereren het gaspedaal
vroegtijdig los te laten, kan er een goede
ECO-score voor het tot stilstand brengen van
de auto worden behaald.
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling)
●Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt, wordt het vermogen
van het hybridesyst eem mogelijk beperkt.
• Wanneer de selectiehendel van R in D, van D in R, van N in R, van P in D of van P
in R wordt gezet (D omvat B) terwijl het
gaspedaal wordt ingetrapt, verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het
multi-informatiedisplay. Lees de op het
multi-informatiedisplay weergegeven waar-
schuwingsmelding en volg de aanwijzing
op.
• Wanneer het gaspedaal te diep wordt inge- trapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.
●Wanneer de wegrijregeling wordt geacti-
veerd, heeft uw auto mogelijk moeite met
het wegrijden in modder of op verse
sneeuw. Deactiveer in zo'n geval de TRC
( Blz. 368) om de wegrijregeling uit te
schakelen, zodat de auto gemakkelijker
wegrijdt in modder of op verse sneeuw.
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto
adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
●De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig met een constante snel- heid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. ( Blz. 572)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Bij het starten van de auto
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de
auto stilstaat en het controlelampje
READY brandt. Dit voorkomt kruipen van
de auto.
■Tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt,
blindelings het gas- en rempedaal kunt
vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rem- pedaal het gaspedaal intrapt, zal de
auto onverwacht accelereren, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben.
• Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedienen van
de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de
pedalen altijd goed kunt bedienen.
• Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u rem-
en gaspedaal goed bedienen.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 205 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
217
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
4-2.Rijprocedures
1
Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd. ( Blz. 227)
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
3 Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het
multi-informatiedisplay weergegeven. Als dit
niet wordt weergegeven, kan het hybride-
systeem niet worden gestart.
4 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Eén keer kort en stevig indrukken van de
startknop is voldoende om deze te bedie-
nen. U hoeft de startknop niet ingedrukt te
houden.
Als het controlelampje READY gaat bran-
den, werkt het hybridesysteem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot het contro-
lelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit iedere stand
van het contact worden gestart.
5Controleer of het controlelampje
READY brandt.
Als het controlelampje READY uit is, kan er
niet met de auto worden gereden.
■Als het hybridesysteem niet kan wor-
den ingeschakeld
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. ( Blz. 83)
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
■Als de buitentemperatuur laag is, bij-
voorbeeld bij rijden in de winter
●Als het hybridesysteem gestart wordt, knip-
pert het controlelampje READY mogelijk
lang. Bedien de auto niet totdat het contro-
lelampje READY continu brandt. Continu
branden betekent dat de auto in beweging
kan komen.
●ZWE213-uitvoeringen*: Als het batterijpak-
ket (tractiebatterij) extreem koud is (tempe-
ratuur lager dan ongeveer -30°C) als
gevolg van de buitentemperatuur, kan het
hybridesysteem mogelijk niet gestart wor-
den. Probeer in dat geval het hybridesys-
teem nogmaals te starten nadat de
temperatuur van het batterijpakket is opge-
lopen omdat bijvoorbeeld de buitentempe-
ratuur is gestegen.
*: De modelcode staat vermeld op het type-
plaatje. ( Blz. 570)
■Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een hybrideauto
Blz. 77
■Als de 12V-accu is ontladen
Het hybridesysteem kan niet worden gestart
met het Smart entry-systeem met startknop.
Raadpleeg Blz. 559om het hybridesysteem
opnieuw te starten.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
Blz. 497
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Blz. 141
Startknop
Als u de volgende handelingen uit-
voert terwijl u een elektronische
sleutel bij u hebt, wordt het hybri-
desysteem gestart of de stand van
het contact veranderd.
Starten van het
hybridesysteem
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 217 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
2184-2. Rijprocedures
COROLLA HV_TMMT_EE
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
Blz. 141
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel vergrendeld met de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push POWER Switch while
Turning the Steering Wheel in Either Direc-
tion” (druk de startknop in en draai het
stuurwiel in een willekeurige richting) weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
Druk kort en krachtig op de startknop ter-
wijl u het stuurwiel naar links en rechts
draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het hybride-
systeem in korte tijd herhaaldelijk wordt in-
en uitgeschakeld. Wacht in dat geval met
het bedienen van de startknop. Na onge-
veer 10 seconden zal de elektromotor van
het stuurslot weer functioneren.
■Als het controlelampje READY niet gaat
branden
Neem, als het controlelampje READY niet
gaat branden nadat de juiste procedure voor
het starten van de auto is gevolgd, direct con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Wanneer er een storing in het hybride-
systeem aanwezig is
Blz. 82
■Batterij elektronische sleutel
Blz. 497
■Bedienen van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van het contact
mogelijk niet of wordt het hybridesysteem
niet gestart.
●Als u probeert het hybridesysteem
opnieuw te starten direct nadat het contact
UIT is gezet, dan start het hybridesysteem
in sommige gevallen mogelijk niet. Wacht
nadat u het contact UIT hebt gezet een
paar seconden voordat u het hybridesys-
teem opnieuw start.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 557 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voork eursinstellingen.
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten
alvorens het hybridesysteem te starten.
Trap onder geen enkele voorwaarde het
gaspedaal in bij het starten van het hybri-
desysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybridesysteem
zich voordoet terwijl de auto rijdt, vergren-
del of open de portieren dan niet totdat de
auto veilig en volledig tot stilstand is geko-
men. Als onder deze omstandigheden het
stuurslot wordt geactiveerd, kan dit leiden
tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
OPMERKING
■Starten van het hybridesysteem
Indien het hybridesysteem moeilijk start,
laat uw auto dan onmiddellijk controleren
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 218 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
219
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
1
Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem ( Blz. 227)
en zet de selectiehendel in stand P.
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Druk op de startknop.
Het hybridesysteem stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
4Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
OPMERKING
■Symptomen die kunnen duiden op
een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan
normaal, bijvoorbeeld al s de knop iets blijft
hangen, kan de startknop defect zijn.
Neem onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Uitschakelen van het
hybridesysteem
WAARSCHUWING
■Uitschakelen van het hybridesysteem
in noodgevallen
●Als u in een noodgeval het hybridesys-
teem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2
seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in.
( Blz. 508)
Raak de startknop echter tijdens het rij-
den niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het
hybridesysteem tijd ens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel
of de remmen. De stuurbekrachtiging
werkt echter niet meer. Hierdoor zal het
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Zet om het hybridesysteem opnieuw te
starten nadat dit ten gevolge van een
noodsituatie tijdens het rijden is uitge-
schakeld de selectiehendel in stand N
en druk de startknop in.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 219 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
2204-2. Rijprocedures
COROLLA HV_TMMT_EE
De standen kunnen worden gewijzigd
door op de startknop te drukken als het
rempedaal niet wordt ingetrapt. (De
stand verandert iedere keer dat op de
knop wordt gedrukt.)
1 UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Als de selectiehendel niet in stand P staat
en het hybridesysteem wordt uitgezet,
wordt in plaats van de stand UIT de stand
ACC van het contact geselecteerd.
■Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in
stand ACC of langer dan een uur AAN staat
(hybridesysteem niet in werking) terwijl de
selectiehendel in stand P staat, wordt het
contact automatisch UIT gezet. Deze functie
kan echter niet geheel uitsluiten dat de
12V-accu ontladen raakt. Laat de auto niet
gedurende langere tijd in stand ACC of AAN
staan terwijl het hybridesysteem niet in wer-
king is.
Als het hybridesyst eem wordt uitge-
schakeld met de selectiehendel in een
andere stand dan P, dan wordt het con-
tact niet UIT maar in stand ACC gezet.
Voer de volgende procedure uit om het
contact UIT te zetten:
1 Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2 Zet de selectiehendel in stand P.
3 Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven en druk de
startknop kort en stevig in.
Wijzigen van de standen van
het contact
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
●Zet het contact niet gedurende een lan-
gere periode in stand ACC of AAN zon-
der het hybridesysteem in te schakelen.
●Als ACCESSORY (stand ACC) of IGNI-
TION ON (contact AAN) op het
multi-informatiedisplay wordt weergege-
ven, is het contact niet UIT. Verlaat de
auto nadat u het contact UIT hebt gezet.
Uitschakelen van het
hybridesysteem met de
selectiehendel in een andere
stand dan P
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 220 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM