221
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
4
Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) of IGNITION ON (contact
AAN) op het multi-informatiedisplay
uit is.
Schakelt EV-modus in/uit
Als de EV-modus wordt ingeschakeld, gaat
het controlelampje EV MODE branden. Door
in de EV-modus de schakelaar in te drukken,
wordt teruggekeerd naar normaal rijden
(aandrijving door de benzinemotor en de
elektromotor [tractiemotor]).
■Omstandigheden waarin de EV-modus
niet kan worden ingeschakeld
In de volgende gevallen kan de EV-modus
mogelijk niet worden ingeschakeld. Als de
stand niet ingeschakeld kan worden, klinkt er
een zoemer en verschijnt er een melding op
het multi-informatiedisplay.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Schakel het hybridesys teem niet uit als de
selectiehendel in een andere stand dan P
staat. Als het hybridesysteem wordt uitge-
schakeld met de selectiehendel in een
andere stand wordt het contact niet UIT
maar in stand ACC gezet. Als het contact
in stand ACC blijft staan, kan de accu ont-
laden raken.
EV-modus
In de EV-modus wordt er elek-
trisch vermogen geleverd door het
batterijpakket (tractiebatterij) en
wordt alleen de elektromotor (trac-
tiemotor) gebruikt voor de aandrij-
ving van de auto.
Deze modus is geschikt voor het
's nachts of in de vroege morgen
door woonwijken rijden of het rij-
den in een parkeergarage, enz.
zonder dat u zich zorgen hoeft te
maken over geluidsoverlast of uit-
laatgassen.
Bedieningsinstructies
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 221 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
2224-2. Rijprocedures
COROLLA HV_TMMT_EE
●De temperatuur van het hybridesysteem is
te hoog.
De auto heeft lang in de zon gestaan of na
het oprijden van een helling, het rijden met
hoge snelheid, enz.
●De temperatuur van het hybridesysteem is
te laag.
De auto heeft bijvoorbeeld lang in een
omgeving met een temperatuur lager dan
0°C gestaan, enz.
●De benzinemotor is aan het opwarmen.
●Het batterijpakket (tractiebatterij) is bijna
leeg.
De resterende capaciteit van het batterij-
pakket die op de energiemonitor wordt
aangegeven, is laag. ( Blz. 127)
●Rijsnelheid is hoog.
●Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de
auto rijdt op een helling, enz.
●De voorruitverwarming is ingeschakeld.
■De EV-modus inschakelen wanneer de
benzinemotor koud is
Als de benzinemotor nog koud is en het
hybridesysteem wordt gestart, wordt na korte
tijd automatisch de benzinemotor gestart,
zodat deze op temperatuur kan komen. In dat
geval kan de EV-modus niet worden inge-
schakeld.
Druk zodra het hybridesysteem is gestart en
het controlelampje READY brandt en voordat
de benzinemotor start op de EV-modusscha-
kelaar om de EV-modus in te schakelen.
■Automatische uitschakeling van de
EV-modus
Tijdens het rijden in de EV-modus, kan in de
volgende gevallen automatisch de benzine-
motor worden gestart en kan de auto worden
aangedreven door de benzinemotor en de
elektromotor (tractiemotor). Als de EV-modus
wordt uitgeschakeld, klinkt er een zoemer,
knippert het controlelampje EV MODE en
wordt er een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
●Het batterijpakket (tractiebatterij) raakt
leeg.
De resterende capaciteit van het batterij-
pakket die op de energiemonitor wordt
aangegeven, is laag. ( Blz. 127)
●Rijsnelheid is hoog.
●Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de
auto rijdt op een helling, enz.
■Maximale rijafstand in EV-modus
De maximale rijafstand in de EV-modus vari-
eert van een paar honderd meter tot onge-
veer 1 km. Er zijn afhankelijk van de
omstandigheden van de auto echter situaties
waarbij de EV-modus niet kan worden
gebruikt.
(De maximale rijafstand is afhankelijk van de
laadtoestand van het batterijpakket [tractie-
batterij] en de rijomstandigheden.)
■Brandstofverbruik
Het hybridesysteem is ontworpen voor een
zo laag mogelijk brandstofverbruik onder nor-
male rijomstandigheden (aandrijving door
benzinemotor en elektromotor [tractiemotor]).
Als de EV-modus vaker wordt gebruikt dan
nodig is, zal het brandstofverbruik hoger zijn.
■Als “EV Mode Unavailable” (EV-modus
niet beschikbaar) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay
De EV-modus is niet beschikbaar. De reden
dat de EV-modus niet beschikbaar is (motor
draait stationair, ladingstoestand batterijpak-
ket is laag, rijsnelheid is hoger dan de snel-
heid waarbij de EV-modus werkt of
gaspedaal is te ver ingetrapt) kan worden
weergegeven. Gebruik de EV-modus wan-
neer deze beschikbaar is.
■Als “EV Mode Deactivated” (EV-modus
uitgeschakeld) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
De EV-modus is automa tisch uitgeschakeld.
De reden dat de EV-modus niet beschikbaar
is (ladingstoestand batterijpakket is laag, rij-
snelheid is hoger dan de snelheid waarbij de
EV-modus werkt of gaspedaal is te ver inge-
trapt) kan worden weergegeven. Rijd een
tijdje met de auto alvorens te proberen de
EV-modus weer in te schakelen.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 222 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
227
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Gebruik van de handmatige
modus
De parkeerrem kan handmatig worden
geactiveerd en gedeactiveerd.
1 Trek aan de schakelaar om de par-
keerrem te activeren
Het waarschuwingslampje parkeerrem en
het lampje van de parkeerrem gaan bran-
den.
Houd de parkeerremschakelaar omhoog
getrokken als u in geval van nood de par-
keerrem tijdens het rijden moet bedienen.
2Druk op de schakelaar om de par-
keerrem te deactiveren
• Bedien de parkeerrems chakelaar terwijl u
het rempedaal intrapt.
• Met de functie voor het automatisch deac- tiveren van de parkeerrem kan de par-
keerrem worden gedeactiveerd door het
gaspedaal in te trappen. Trap bij gebruik
van deze functie het gaspedaal langzaam
in.
Controleer of het waarschuwingslampje par-
keerrem en het lampje van de parkeerrem
doven.
■Inschakelen van de automatische
modus
Houd bij stilstaande auto de parkeer-
remschakelaar omhoog getrokken tot-
dat een melding wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
Als de automatische modus wordt inge-
schakeld, werkt de parkeerrem als
volgt.
Wanneer u de selectiehendel uit
stand P zet, wordt de parkeerrem
gedeactiveerd en doven het waar-
schuwingslampje parkeerrem en het
lampje van de parkeerrem.
Wanneer u de selectiehendel in
stand P zet, wordt de parkeerrem
geactiveerd en gaan het waarschu-
wingslampje parkeerrem en het
lampje van de parkeerrem branden.
Parkeerrem
De parkeerrem kan automatisch of
handmatig worden geactiveerd en
gedeactiveerd.
In de automatische modus kan de
parkeerrem automatisch worden
geactiveerd of gedeactiveerd.
Zelfs in de automatische modus
kan de parkeerrem handmatig
worden geactiveerd of gedeacti-
veerd.
Bedieningsinstructies
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 227 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
2284-2. Rijprocedures
COROLLA HV_TMMT_EE
Bedien de selectiehendel bij stilstaande
auto terwijl u het rempedaal intrapt.
De parkeerrem werkt mogelijk niet automa-
tisch als de selectiehendel snel verplaatst
wordt.
In dat geval moet de parkeerremschakelaar
worden bediend. ( Blz. 227)
■Uitschakelen van de automatische
modus
Houd bij stilstaande auto het rempedaal
ingetrapt en de parkeerremschakelaar
ingedrukt totdat er een melding wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display.
■Werking van parkeerrem
●Als het contact niet AAN staat, kunt u de
parkeerrem niet met de schakelaar deacti-
veren.
●Als het contact niet AAN staat, is de auto-
matische stand (automatische activering
en deactivering) niet beschikbaar.
■Functie automatisch deactiveren par-
keerrem
De parkeerrem wordt automatisch gedeacti-
veerd wanneer u het gaspedaal langzaam
intrapt.
De parkeerrem wordt in de volgende situaties
automatisch gedeactiveerd:
●Het bestuurdersportier is gesloten
●De bestuurder draagt de veiligheidsgordel
●De selectiehendel staat in een vooruit- of
achteruitversnelling.
●Het motorcontrolelampje of het waarschu-
wingslampje van het remsysteem brandt
niet. Als de functie voor het automatisch deactive-
ren niet werkt, deactiveer de parkeerrem dan
handmatig.
■Als “Parking Brake Temporarily
Unavailable” (parkeerrem tijdelijk niet
beschikbaar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Als de parkeerrem herhaaldelijk gedurende
korte tijd bediend wordt, zal het systeem de
werking beperken om oververhitting te voor-
komen. Gebruik de parkeerrem niet als dit
gebeurt. Na ongeveer 1 minuut zal de wer-
king weer normaal zijn.
■Als “Parking Brake Unavailable” (par-
keerrem niet beschikbaar) wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay
Bedien de parkeerremschakelaar. Als de
melding niet verdwijnt nadat de schakelaar
een aantal keer is bediend, zit er mogelijk
een storing in het systeem. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Geluid parkeerrem
Wanneer de parkeerrem geactiveerd is, kan
het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
■Werking van parkeerrem
●Afhankelijk van de stand van het contact
gaan het waarschuwingslampje parkeer-
rem en het lampje van de parkeerrem
branden en blijven ze branden zoals hier-
onder beschreven:
AAN: Brandt totdat de parkeerrem wordt
gedeactiveerd.
Niet AAN: Blijft gedurende ongeveer 15
seconden branden.
●Wanneer het contact UIT wordt gezet en
de parkeerrem geactiveerd is, blijven het
waarschuwingslampje parkeerrem en het
lampje van de parkeerrem gedurende
ongeveer 15 seconden branden. Dit is nor-
maal en duidt niet op een storing.
■Bij een storing in de parkeerremschake-
laar
De automatische modus (automatisch active-
ren en deactiveren parkeerrem) wordt auto-
matisch ingeschakeld.
■Parkeren van de auto
Blz. 204
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 228 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
229
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Waarschuwingszoemer geactiveerde
parkeerrem
De zoemer klinkt als er met de auto wordt
gereden terwijl de parkeerrem is geactiveerd.
“Parking Brake ON” (parkeerrem geacti-
veerd) wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
■Als het waarschuwingslampje van het
remsysteem gaat branden
Blz. 516
■Gebruik in de winter
Blz. 374
WAARSCHUWING
■Bij het parkeren
Laat een kind niet alleen in de auto achter.
De parkeerrem kan onbedoeld worden
gedeactiveerd en er bestaat het gevaar
dat de auto in beweging komt. Dit kan lei-
den tot een ongeval waarbij ernstig letsel
kan ontstaan.
■Parkeerremschakelaar
Plaats geen objecten in de buurt van de
parkeerremschakelaar.
Objecten kunnen de schakelaar hinderen
en er mogelijk toe leiden dat de parkeer-
rem onverwachts wordt bediend.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Activeer de parkeerrem, zet de selectie-
hendel in stand P voordat u de auto ver-
laat en controleer of de auto niet beweegt.
■Wanneer een storing in het systeem
optreedt
Breng de auto op een veilige plaats tot stil-
stand en controleer de waarschuwings-
meldingen.
OPMERKING
■Wanneer de parkeerrem niet gedeac-
tiveerd kan worden door een storing
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is
geactiveerd, kunnen de onderdelen van
het remsysteem oververhit raken, waar-
door de remprestaties in negatieve zin
kunnen worden beïnvloed en de onderde-
len van het remsysteem sneller slijten.
Laat, als dit gebeurt, de auto onmiddellijk
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 229 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
2304-2. Rijprocedures
COROLLA HV_TMMT_EE
Activeert het Brake Hold-systeem
Het controlelampje voor de stand-bystand
van het Brake Hold-systeem (groen)
gaat branden. Als het systeem de remmen
vasthoudt, gaat het controlelampje Brake
Hold-systeem in werking (geel) branden.
■Voorwaarden voor werking Brake
Hold-systeem
Het Brake Hold-systeem kan onder de vol-
gende omstandigheden niet geactiveerd wor-
den:
●Het bestuurdersportier is niet gesloten.
●De bestuurder draagt geen veiligheidsgor-
del.
Als onder een van de bovenstaande omstan-
digheden het Brake Hold-systeem is inge-
schakeld, wordt het sy steem uitgeschakeld
en gaat het controlelampje voor de stand-bystand van het Brake Hold-systeem
uit. Wanneer een van deze omstandigheden
zich voordoet terwijl het systeem de remmen
vasthoudt, klinkt een waarschuwingszoemer
en wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay. De parkeerrem wordt
dan automatisch geactiveerd.
■Brake Hold-functie
●Nadat het systeem ongeveer 3 minuten de
remmen heeft vastgehouden en het rem-
pedaal niet ingetrapt wordt, wordt automa-
tisch de parkeerrem geactiveerd. In dat
geval klinkt een zoemer en verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het
multi-informatiedisplay.
●Trap het rempedaal krachtig in en druk
opnieuw op de schakelaar om het systeem
te deactiveren.
●De Brake Hold-functie kan de auto moge-
lijk niet stilhouden op een steile helling. In
deze situatie kan het nodig zijn dat de
bestuurder zelf het rempedaal ingetrapt
houdt. Er klinkt een waarschuwingszoemer
en het multi-informatiedisplay zal de
bestuurder over de situatie informeren.
Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding en
volg de aanwijzingen op.
■Wanneer de parkeerrem automatisch
geactiveerd wordt terwijl het systeem
de remmen vasthoudt
Voer een van de volgende handelingen uit
om de parkeerrem te deactiveren.
●Trap het gaspedaal in. (De parkeerrem zal
niet automatisch gedeactiveerd worden als
de veiligheidsgordel niet is vastgemaakt.)
●Bedien de parkeerremschakelaar terwijl u
het rempedaal intrapt.
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem uitgaat. ( Blz. 227)
■Wanneer een controle door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige nodig
is
Als het controlelampje stand-bystand Brake
Hold-systeem (groen) niet brandt terwijl de
Brake Hold-schakelaar wordt ingedrukt en
aan de werkingsvoorwaarden van het Brake
Hold-systeem is voldaan, is het systeem
mogelijk defect. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Brake Hold-systeem
Het Brake Hold-systeem houdt na
activering de remmen vast wan-
neer de selectiehendel in stand D,
B of N staat en het rempedaal
ingetrapt werd om de auto tot stil-
stand te brengen. Het systeem laat
de rem los wanneer het gaspedaal
ingetrapt wordt en de selectiehen-
del in stand D of B staat om zo
voor soepel wegrijden te zorgen.
Inschakelen van het systeem
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 230 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
231
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Als “Brake Hold Malfunction Press
Brake to Deactivate Visit Your Dealer”
(Storing in Brake Hold-functie. Trap
rempedaal in om te deactiveren. Ga
naar uw dealer) of “Brake Hold Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Brake
Hold-functie. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat
hij extra moet opletten. Lees de op het
multi-informatiedisplay weergegeven waar-
schuwingsmelding en volg de aanwijzingen
op.
■Als het controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking knippert
Blz. 524
WAARSCHUWING
■Als de auto op een steile helling staat
Wees voorzichtig wanneer u het Brake
Hold-systeem gebruikt op een steile hel-
ling. De Brake Hold-functie kan de auto in
een dergelijke situatie mogelijk niet stil-
houden.
■Wanneer u stilhoudt op een glad
wegdek
Het systeem kan de auto niet stilhouden
wanneer de banden hun grip hebben ver-
loren. Gebruik het systeem niet wanneer u
stilhoudt op een glad wegdek.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Het Brake Hold-systeem is niet ontworpen
voor langdurig gebruik bij het parkeren van
de auto. Als u het contact UIT zet terwijl
het systeem de remmen vasthoudt, wor-
den de remmen mogelijk gelost, waardoor
de auto in beweging komt. Trap het rem-
pedaal in, zet de selectiehendel in stand P
en activeer de parkeerrem wanneer u de
startknop bedient.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 231 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
255
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Als een waarschuwingsmelding wordt weerge
geven op het multi-informatiedisplay
Een van de systemen is mogelijk tijdelijk niet beschikbaar of er is mogelijk sprake van een sto-
ring in het betreffende systeem.
●Voer in de volgende situaties de in de tabe l aangegeven acties uit. Als wordt gesignaleerd
dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt de melding en
werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Als in de volgende situaties de situatie is gewij zigd (of enige tijd met de auto is gereden) en
wordt gesignaleerd dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt
de melding en werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• Als de temperatuur rondom de camera voor niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoorbeeld
doordat de auto in de zon of een zeer koude omgeving staat
• Als de camera voor geen objecten voor de auto kan detecteren, zoals 's nachts op een onverlichte weg, bij sneeuw, bij mist of al s er fel licht in de camera voor schijnt
SituatieHandelingen
Als het gedeelte rondom een sensor bedekt is
met vuil, vocht (condens, ijs, enz.) of andere
verontreinigingenMaak om het gedeelte van de voorruit voor de
camera voor te reinigen gebruik van de ruiten-
wissers of de voorruitverwarming van het air-
conditioningsysteem (Blz. 433).
Als de temperatuur rondom de camera voor
niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon of een zeer
koude omgeving staat
Als de camera voor heet is, bijvoorbeeld door-
dat de auto in de zon heeft gestaan, maak dan
gebruik van de airconditioning om het
gedeelte rondom de camera voor af te koelen.
Als bij het parkeren van de auto gebruik is
gemaakt van een zonnescherm, kan bij
bepaalde typen zonnes cherm door het zon-
licht dat door het oppervlak ervan wordt gere-
flecteerd de temperatuur van de camera voor
extreem hoog oplopen.
Als de camera voor koud is, bijvoorbeeld
doordat de auto in een zeer koude omgeving
heeft gestaan, maak dan gebruik van het air-
conditioningsysteem om het gedeelte rondom
te camera voor op te warmen.
Het gedeelte vóór de camera voor wordt afge-
dekt, bijvoorbeeld doordat de motorkap is
geopend of doordat een sticker op het
gedeelte van de voorruit vóór de camera voor
is geplakt.
Sluit de motorkap, verwijder de sticker, enz.,
zodat de camera voor niet meer wordt afge-
dekt.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 255 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM