2884-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
1 Schakel de snelheidsbegrenzer in
met de hoofdschakelaar snelheids-
begrenzer.
Het controlelampje van de snelheidsbegren-
zer gaat branden.
Druk opnieuw op de sc hakelaar om de snel-
heidsbegrenzer uit te schakelen.
2 Accelereer of decelereer naar de
gewenste snelheid en druk op de
schakelaar -SET om de gewenste
topsnelheid in te stellen.
De ingestelde snelheid wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
Als de schakelaar wordt ingedrukt wanneer
de rijsnelheid lager is dan 30 km/h, wordt de
snelheid ingesteld op 30 km/h.
Druk, om de ingestelde snelheid te wij-
zigen, op de schakelaar +RES of -SET
totdat de gewenste snelheid wordt
bereikt.
1Verhogen van de snelheid
2 Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de schakelaar in de
gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de schakelaar inge-
drukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt ver-
hoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h
*1 of 1 mph*2 telkens als
de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Wordt in stappen van 5
km/h
*1 of 5 mph*2 verhoogd of verlaagd
zolang de schakelaar ingedrukt wordt
gehouden
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Instellen van de rijsnelheidWijzigen van de ingestelde
snelheid
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 288 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
289
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
1
Als u op de uitschakeltoets drukt,
wordt de snelheidsbegrenzer uitge-
schakeld.
2 Door op de schakelaar +RES te
drukken wordt de snelheidsbegren-
zer opnieuw geactiveerd.
■Overschrijden van de ingestelde snel-
heid
In de volgende situaties overschrijdt de rij-
snelheid de ingestel de snelheid en gaan de
tekens op het display knipperen:
●Wanneer u het gaspedaal volledig intrapt
●Wanneer u bergaf rijdt
■Automatische uitschakeling snelheids-
begrenzer
De snelheidsbegrenzer wordt automatisch
uitgeschakeld in een van de volgende situa-
ties:
●De cruise control wordt ingeschakeld.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld door de schakelaar VSC OFF in te
drukken.
■Als de waarschuwingsmelding voor de
snelheidsbegrenzer op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven
Schakel het hybridesysteem uit en vervol-
gens weer in. Stel na het weer inschakelen
van het hybridesyst eem de snelheidsbegren-
zer in. Als de snelheidsbegrenzer niet kan
worden ingesteld, is er mogelijk een storing
aanwezig in de snelheidsbegrenzer. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.Uitschakelen en hervatten van
de snelheidsbegrenzer
WAARSCHUWING
■Onbedoeld inschakelen van de snel-
heidsbegrenzer voorkomen
Schakel de snelheidsbegrenzer uit met de
hoofdschakelaar s nelheidsbegrenzer als
deze niet wordt gebruikt.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van de snelheidsbegrenzer
Gebruik de snelheidsbegrenzer niet in de
volgende situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de
controle waardoor een ongeval met ernstig
letsel kan ontstaan.
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw
glad zijn
●Op steile hellingen
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 289 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
2904-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
*: Indien aanwezig
Wanneer de camera voor een verkeers-
bord herkent en/of er informatie over
een verkeersbord beschikbaar is via
het navigatiesysteem, wordt het bord
weergegeven op het multi-informatie-
display.
Wanneer de informatie van het
ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, kunnen er maximaal 3
verkeersborden worden weergege-
ven. ( B l z . 111 )
Wanneer een ander tabblad dan dat
van het ondersteunende systeem is
geselecteerd, worden alleen de vol-
gende typen verkeersborden weer-
gegeven. ( Blz. 111)
• Verkeersbord begin/einde snelheidslimiet
• Verkeersbord met aan de snelheidslimiet
gerelateerde informatie (autoweg, snel-
weg, bebouwde kom, erf)
• Verkeersbord einde verboden
• Verkeersbord verboden in te rijden
*
(indien een melding nodig is)
• Verkeersbord maximaal toegestane snel- heid met aanvullend bord (alleen op- en
afritten)
RSA (Road Sign Assist)*
Het RSA-systeem herkent
bepaalde verkeersborden door
gebruik te maken van de camera
voor en/of het navigatiesysteem
(als er informatie over de snel-
heidslimiet beschikbaar is) en
voorziet de bestuurder via het dis-
play van informatie.
Als het systeem vaststelt dat de
snelheidslimiet wordt overschre-
den of wanneer er bijvoorbeeld
verboden acties ten opzichte van
de herkende verkeersborden wor-
den uitgevoerd, wordt de bestuur-
der gewaarschuwd door middel
van een waarschuwingsdisplay en
waarschuwingszoemer.
WAARSCHUWING
■Voordat u de RSA gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het RSA-sys-
teem. De RSA is een systeem dat de
bestuurder ondersteunt middels het bie-
den van informatie, maar het is geen ver-
vanging van het eigen inzicht en de
oplettendheid van de bestuurder. Rijd
voorzichtig door altijd goed op de ver-
keersregels te letten.
Weergave op het
multi-informa tiedisplay
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 290 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
2924-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
Verkeersborden inhaalverbod
Andere verkeersborden
*: Auto's met navigatiesysteem
Maximaal toegestane snelheid met
aanvullend teken
*1
*1: Gelijktijdig met snelheidslimiet weergege-
ven
*2: Inhoud niet herkend.
*3: Als de richtingaanwij zers bij het wisselen
van rijstrook niet worden bediend, wordt
het teken niet weergegeven.
In de volgende situaties waarschuwt
het RSA-systeem de bestuurder.
Wanneer de rijsnelheid de drempel-
waarde voor de snelheidswaarschu-
wing van het weergegeven
verkeersbord met de maximaal toe-
gestane snelheid overschrijdt, wordt
het verkeersbord duidelijker zicht-
baar gemaakt en klinkt er een zoe-
mer.
Als het RSA-systeem een verkeers-
bord voor verboden in te rijden her-
kent en signaleert dat de bestuurder
het inrijverbod negeert op basis van
de kaartinformatie van het navigatie-
systeem, knippert het verkeersbord
voor verboden in te rijden en klinkt er
een zoemer. (Auto's met navigatie-
systeem)
Als wordt gesignaleerd dat uw auto
een ander voertuig inhaalt terwijl er
een verkeersbord voor een inhaal-
verbod wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, gaat het ver-
keersbord knipperen en klinkt er een
zoemer.
Afhankelijk van de situatie wordt de ver-
keerssituatie (richting en snelheid van
het verkeer en hoeveelheid verkeer)
mogelijk niet goed gesignaleerd en
werkt de waarschuwingsfunctie moge-
lijk niet goed.
Begin inhaalverbod
Einde inhaalverbod
Verboden in te rijden
*
Einde verboden
Stop
Nat
Regen
IJs
Aanvullend teken aanwe-
zig
*2
Afrit rechts*3
Afrit links*3
Tijd
Waarschuwingsfunctie
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 292 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
293
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Instellen
1 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
en selecteer
2 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
en selecteer . Druk vervolgens op
.
■Automatisch uitschakelen van weer-
gave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer
verkeersborden automatisch uitgeschakeld.
●Er wordt over een bepaalde afstand geen
verkeersbord herkend.
●De weg verandert als gevolg van een
afslag naar links of rechts, enz.
■Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt of niet goed
signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet
normaal en worden verkeersborden mogelijk
niet herkend, worden onjuiste verkeersbor-
den weergegeven, enz. Dit duidt echter niet
op een storing.
●De camera voor is niet goed uitgelijnd
doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan
hevige schokken.
●Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op
de voorruit in de buurt van de camera voor.
●Onder barre weersomstandigheden, bij-
voorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen
●Licht van een tegenligger, de zon, enz.
dringt de camera voor binnen.
●Het verkeersbord is vuil of vervaagd, staat
scheef of is krom.
●Het elektronische verkeersbord heeft wei-
nig contrast.
●Het verkeersbord gaat helemaal of gedeel-
telijk verscholen achter boombladeren, een
paal, o.i.d.
●Het verkeersbord is alleen korte tijd zicht-
baar voor de camera voor.
●De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisse-
ling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
●Wanneer een verkeersbord niet van toe-
passing is op de rijstrook waar op dat
moment op wordt gereden, maar dit bord
wel direct na een vertakking van de snel-
weg staat of bij een aangrenzende rijstrook
net voordat rijstroken samenkomen.
●Er zitten stickers op de achterzijde van de
voorligger.
●Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt
op een verkeersbord dat compatibel is met
het systeem.
●Mogelijk worden verkeersborden met de
snelheidslimiet voor parallelwegen gesig-
naleerd en weergegeven (wanneer deze in
het zicht van de camera voor staan) terwijl
de auto op de hoofdweg rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de
maximaal toegestane snelheid voor afsla-
gen van rotondes gesignaleerd en weerge-
geven (wanneer deze in het zicht van de
camera voor staan) terwijl de auto op de
rotonde rijdt.
●De voorzijde van de auto staat omhoog of
omlaag door de belading van de auto.
●De helderheid van het omgevingslicht is
niet voldoende of verandert plotseling.
●Wanneer een verkeersbord voor trucks,
enz. wordt herkend.
●Er wordt met de auto in een land gereden
waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
●De kaartgegevens van het navigatiesys-
teem zijn niet meer up-to-date.
●Het navigatiesysteem werkt niet.
●De snelheidsinformatie die op het instru-
mentenpaneel wordt weergegeven ver-
schilt mogelijk van de informatie die wordt
weergegeven op het navigatiesysteem als
gevolg van de gebruikte kaartgegevens
van het navigatiesysteem.
■Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd
gezet terwijl er een verkeersbord met de
maximaal toegestane snelheid op het
multi-informatiedisplay werd weergegeven,
wordt datzelfde verkeersbord weer weerge-
geven wanneer het contact AAN wordt gezet.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 293 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
295
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
Bedieningstoetsen instrumentenpa-
neel
In-/uitschakelen van de Blind Spot Monitor.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd in de
dode hoek van de buitenspiegels of van ach-
teren snel de dode hoek nadert, gaat de
indicator in de buitenspiegel aan die zijde
branden. Als de rich
tingaanwijzerschake-
laar wordt bediend in de richting van de zijde
waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de
indicator in de buitenspiegel knipperen.
Controlelampje BSM
Gaat branden wanneer de Blind Spot Moni-
tor wordt ingeschakeld
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Unavaila-
ble” (Blind Spot Monitor niet beschik-
baar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, modder, enz. rond
de sensoren in de achterbumper. ( Blz. 307)
Na het verwijderen van het ijs, de sneeuw, de
modder, enz. van de achterbumper moet het
systeem weer normaal gaan werken. Ook
werken de sensoren mogelijk niet normaal bij
extreem warm of koud weer.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Blind
Spot Monitor. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de
sensor is niet goed uitgelijnd. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 581)
Systeemonderdelen
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 295 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
311
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
●Onder de volgende omstandigheden is de
kans dat de Blind Spot Monitor onnodig
een auto en/of object signaleert groter:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd door- dat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de afstand tussen uw auto en een vangrail, muur, enz. die het detectie-
gebied binnenkomt kort is
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in
de weg, enz.
• Wanneer de rijstroken smal zijn of wan- neer op de rand van een rijstrook wordt
gereden en een auto die op een andere
dan de aangrenzende rijstroken rijdt het
detectiegebied binnenkomt
• Bij het rijden op wegen met scherpe boch- ten, opeenvolgende bochten of oneffenhe-
den
• Als de banden slippen of spinnen
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tus- sen uw auto en een auto achter u
• Wanneer een accessoire (zoals een fiet- sendrager) op de achterzijde van de auto
is gemonteerd
*: Indien aanwezig
■Soorten sensoren
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
Zijsensoren voor (indien aanwezig)
Zijsensoren achter (indien aanwe-
zig)
Toy o t a Pa r k i n g
Assist-sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage
wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het
multi-informatiedisplay, het
head-up display (indien aanwezig),
het audiosysteemdisplay (indien
aanwezig) en een zoemer. Contro-
leer bij gebruik van dit systeem
ook altijd zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 311 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
3124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
■Weergave
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaleren, wordt er een
afbeelding weergegeven op het
multi-informatiedisplay, het head-up
display (indien aanwezig) en het audio-
systeemdisplay (indien aanwezig) over-
eenkomstig de positie van en de
afstand tot het object.
Multi-informatiedisplay en head-up
display
Signalering hoeksensoren voor
Signalering binnenste sensor voor
Signalering zijsensor voor (indien
aanwezig)
*
Signalering zijsensor achter (indien
aanwezig)
*
Signalering hoeksensoren achter
Signalering binnenste sensor achter
*: De displays van de zijsensoren worden niet weergegeven tot de gebieden aan de
zijkant volledig zijn gescand.
Audiosysteemdisplay
Er wordt een afbeelding weergegeven wan-
neer de Toyota Parking Assist Monitor wordt
weergegeven.
Als er een object wordt gesignaleerd, ver-
schijnt er een vereenvoudigde afbeelding op
het audiosysteemdisplay.
Gebruik de bedienin gstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Toyota Par-
king Assist-sensor in of uit te schake-
len. ( Blz. 112)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om te
selecteren en druk vervolgens op
.
Wanneer de Toyota Parking Assist-sen-
sor wordt uitgeschakeld, gaat het con-
trolelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF ( Blz. 98) branden.
Als het systeem is uitgeschakeld en u
het weer wilt inschakelen, selecteer
dan op het multi-informatiedisplay,
selecteer en vervolgens “On”
(aan). Als het systeem door middel van
deze methode is uitgeschakeld, wordt
het niet automatisch weer ingeschakeld
nadat het contact UIT en weer AAN is
gezet.
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 312 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM