2021 BMW 8 SERIES COUPE Instructieboekjes (in Dutch)

De
door
de
gegevensverwerking
getroffen
perj
soon
heeft
het
recht
om
bij
de
bevoegde
privaj cyautoriteiten
een
klacht
in
te
dienen
als
hij
van
mening
is
dat
zijn
rechten
door
de
verwerking
van
zijn
persoonlijke
gegegeven
werden
gej
schonden.
De
contactinstantie
voor
de
behandeling
van
toegangsrechten
is
een
servicepartner
van
de
faj
brikant,
een
andere
gekwalificeerde
servicepartj
ner
of
een
vakwerkplaats.
Intelligent
noodoproepsysteem
Principe Met
het
intelligente
noodoproepsysteem
zijnhandmatige
of
automatische
noodoproepen
moj
gelijk,
bijv.
bij
ongevallen.
De
noodoproepen
worden
aangenomen
door een
alarmcentrale
die
door
de
fabrikant
van
het
voertuig
werd
aangesteld.
Als
aanvulling
op
het
intelligente
noodoproepj systeem
is
het
wetttelijke
noodoproepsysteem
eCall
in
het
voertuig
aanwezig
en
naargelang
de situatie
actief.
De
voertuigeigenaar
heeft
het
recht
om
naar keuze
het
intelligente
noodoproepsysteem
of
het
wettelijke
noodoproepsysteem
eCall
te
gebruij
ken.
Meer
informatie:
Noodoproep,
zie
pagina
385.
Juridische
basis De
verwerking
van
persoonlijke
gegevens
via
hetintelligente
noodoproepsysteem
voldoet
aan
de
volgende
voorschriften:'xBescherming
van
persoonlijke
gegevens:
richtlijn
95/46/EG
van
het
Europees
Parlej
ment
en
de
Raad.'xBescherming
van
persoonlijke
gegevens:
richtlijn
2002/58/EG
van
het
Europees
Parlej ment
en
de
Raad.
De
juridische
basis
voor
de
activering
en
werking
van
het
intelligente
noodoproepsysteem
zijn
het
afgesloten
ConnectedDrive-contract
voor
deze
functie
en
de
overeenkomstige
wetten,
verordej
ningen
en
richtlijnen
van
het
Europees
Parlement
en
de
Europese
Raad.
De
betreffende
verordeningen
en
richtlijnen
rej gelen
de
bescherming
van
natuurlijke
personen
bij
de
verwerking
van
persoonsgerelateerde
gej
gevens.
De
verwerking
van
persoonlijke
gegevens
door
het
intelligente
noodoproepsysteem
voldoet
aan
de
Europese
richtlijn
voor
de
bescherming
van persoonlijke
gegevens.
Het
intelligente
noodoproepsysteem
verwerkt
persoonlijke
gegevens
alleen
bij
toestemming
van
de
voertuigeigenaar.
Het
intelligente
noodoproepsysteem
en
andere
diensten
met
aanvullende
doeleinden
mogen
persoonlijke
gegevens
alleen
verwerken
in
geval
van
de
uitdrukkelijke
toestemming
van
de
door
de
gegevensverwerking
getroffen
persoon,
bijv.
de
voertuigeigenaar.
SIM-kaart Het
intelligente
noodoproepsysteem
wordt
uitjgevoerd
via
de
SIM-kaart
die
in
de
auto
is
ingej
bouwd.
De
SIM-kaart
is
permanent
aangemeld
op
het
mobiele
netwerk
om
een
snelle
verbinj
ding
mogelijk
te
maken.
De
gegevens
worden
in
een
noodgeval
naar
de
fabrikant
van
het
voertuig
gestuurd.
Kwaliteitsverbetering De
gegevens
die
tijdens
een
noodoproep
worj
den
verzonden,
worden
ook
gebruikt
door
de
faj
brikant
van
de
auto
om
de
product-
en
servicej
kwaliteit
te
verbeteren.
Positiebepaling De
positie
van
de
auto
kan
op
basis
van
de
mojbiele
zendcel
alleen
door
de
provider
van
het
mobiele
netwerk
worden
bepaald.
De
netwerkj beheerder
kan
het
chassisnummer
van
de
autoen
het
telefoonnummer
van
de
ingebouwde
SIM-kaart
niet
aan
elkaar
koppelen.
Alleen
de
fajSeite
17AanwijzingenAANWIJZINGEN17
Online
Edition
for
Part
no.
01405A11130
-
VI/20

brikant
van
de
auto
kan
het
chassisnummer
van
de
auto
en
het
telefoonnummer
van
de
ingej
bouwde
SIM-kaart
aan
elkaar
koppelen.
Loggegevens
van
noodoproepen De
loggegevens
van
de
noodoproepen
worden
opgeslagen
in
het
geheugen
van
de
auto.
De
oudste
loggegevens
worden
regelmatig
gewist. De
loggegevens
bevatten
bijv.
informatie
over
wanneer
en
waar
een
noodoproep
tot
stand
werd
gebracht.
De
loggegevens
kunnen
in
uitzondelijke
gevallen uit
het
geheugen
van
de
auto
worden
uitgelezen.
De
loggegevens
worden
in
de
regel
alleen
op
bevel
van
een
rechtbank
uitgelezen
en
dat
is
alj
leen
mogelijk
als
de
overeenkomstige
apparaten
rechtstreeks
op
de
auto
worden
aangesloten.
Automatische
noodoproep
Het
systeem
is
zo
ontworpen
dat
er
bij
een
volj
doende
zwaar
ongeval,
gedetecteerd
door
senj soren
in
de
auto,
automatisch
een
noodoproeptot
stand
wordt
gebracht.
Verzonden
informatie
Bij
een
noodoproep
door
het
intelligente
noodj oproepsysteem
wordt
dezelfde
informatie
aan
debevoegde
hulpcentrale
doorgegeven
als
bij
hetwettelijke
noodoproepsysteem
eCall
aan
deopenbare
hulpcentrale.
Bovendien
wordt
door
het
intelligente
noodopj roepsysteem
de
volgende
extra
informatie
doorj
gegeven
aan
een
noodoproepcentrale
in
dienst
van
de
fabrikant
van
het
voertuig
en
evt.
doorgej stuurd
naar
de
openbare
hulpdiensten:'xOngevalgegevens,
bijv.
de
door
de
sensorengedetecteerde
richting
van
de
botsing,
om
de
interventie
van
de
hulpverleners
te
vergemakj kelijken.'xContactgegevens,
zoals
bijv.
het
telefoonjnummer
van
de
ingebouwde
SIM-kaart
en
het
telefoonnummer
van
de
bestuurder,
inj
dien
beschikbaar,
om
indien
nodig
snel
conjtact
op
te
kunnen
nemen
met
de
betrokkej
nen.
Gegevensopslag
De
gegevens
van
een
noodoproep
worden
in
de auto
opgeslagen.
De
gegevens
bevatten
inforj
matie
over
de
noodoproep,
zoals
de
plaats
en
het
tijdstip.
De
geluidsopnames
van
de
noodoproep
worden door
de
noodoproepcentrale
opgeslagen.
De
geluidsopnames
van
de
klant
worden
24
uurlang
opgeslagen
voor
wanneer
de
details
van
de
noodoproep
moeten
worden
geanalyseerd. Daarna
worden
de
geluidsopnames
gewist.
Degeluidsopnames
van
de
medewerkers
van
denoodoproepcentrale
worden
voor
de
kwaliteitsj
garantie
24
uur
opgeslagen.
Informatie
in
verband
met
persoonsgerelateerde
gegevens
De
gegevens
die
in
het
kader
van
de
intelligente
noodoproep
nodig
zijn,
worden
uitsluitend
gej
bruikt
om
de
noodoproep
tot
stand
te
brengen.
De
fabrikant
van
het
voertuig
is
wettelijk
verplicht om
informatie
te
geven
over
de
door
hem
verj
werkte
of
evt.
nog
opgeslagen
gegevens.
Wettelijk
noodoproepsysteem
De
eigenaar
van
een
voertuig
dat
met
een
intellij
gent
noodoproepsysteem
en
het
wettelijke
noodoproepsysteem
eCall
is
uitgerust,
heeft
het recht
om
het
boordeigen
eCall-systeem
in
plaatsvan
het
intelligente
noodoproepsysteem
te
gej
bruiken.
De
contactinstantie
voor
deactiveringsverzoeken is
een
servicepartner
van
de
fabrikant,
een
anj
dere
gekwalificeerde
servicepartner
of
een
vakj
werkplaats.
Het
wettelijke
noodoproepsysteem
eCall
staat
alj
tijd
klaar
als
aanvulling
op
het
intelligente
noodj oproepsysteem.
Het
wettelijke
noodoproepsysj
teem
eCall
neemt
de
noodoproep
over
als
het
intelligente
noodoproepsysteem
om
technische redenen
niet
zou
werken,
bijv.
wanneer
de
bej
Seite
18AANWIJZINGENAanwijzingen18
Online
Edition
for
Part
no.
01405A11130
-
VI/20

voegde
hulpcentrale
van
de
fabrikant
van
het
voertuig
niet
bereikbaar
is.
Het
wettelijke
noodoproepsysteem
eCall
gej
bruikt
de
infrastructuur
van
het
openbare
noodj
nummer
112.
Er
kan
worden
ingesteld
dat
de
noodoproepen altijd
via
het
wettelijke
noodoproepsysteem
eCall
en
niet
via
het
intelligente
noodoproepsysteem
plaatsvinden.
De
instellingen
door
een
servicej partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalifij
ceerde
servicepartner
of
vakwerkplaats
laten
uitj
voeren.
Chassisnummer
Algemeen
Afhankelijk
van
de
landuitvoering
bevindt
het
chassisnummer
zich
op
verschillende
posities
in het
voertuig.
In
dit
hoofdstuk
worden
alle
positiesbeschreven
die
voor
de
modellenserie
mogelijkzijn.
Motorruimte
Het
ingekraste
chassisnummer
bevindt
zich
in
de motorruimte
aan
de
rechterkant
van
het
voertuig.
Typeplaatje
rechts
Het
chassisnummer
bevindt
zich
op
het
typeplaj
tje
aan
de
rechterkant
van
het
voertuig.
Typeplaatje
links
Het
chassisnummer
bevindt
zich
op
het
typeplaj
tje
aan
de
linkerkant
van
het
voertuig.
Voorruit
De
chassisnummer
bevindt
zich
achter
de
voorj
ruit.
iDrive
Het
chassisnummer
kan
ook
via
iDrive
worden weergegeven.
Seite
19AanwijzingenAANWIJZINGEN19
Online
Edition
for
Part
no.
01405A11130
-
VI/20

Meer
informatie:
Chassisnummer
en
softwareonderdeelnummer
weergeven,
zie
pagina
80.Seite
20AANWIJZINGENAanwijzingen20
Online
Edition
for
Part
no.
01405A11130
-
VI/20

Media
van
de
handleidingUitrusting
van
de
auto
In
dit
hoofdstuk
worden
alle
standaard,
landspejcifieke
en
speciale
uitrustingen
beschreven
die
inde
modelserie
aangeboden
worden.
Daarom
worden
er
ook
uitrustingen
en
functies
beschrej ven
die
niet
in
een
voertuig
beschikbaar
zijn,
bijv.omwille
van
de
geselecteerde
speciale
opties
of
landuitvoering.
Dat
geldt
ook
voor
veiligheidsrelej vante
functies
en
systemen.
Bij
gebruik
van
deze
functies
en
systemen
moeten
de
geldende
wetj
ten
en
voorschriften
worden
nageleefd.
Algemeen
Overzicht
van
media
De
inhoud
van
de
handleiding
is
op
verschillende media
beschikbaar.
De
volgende
media
voor
de
handleiding
worden
aangeboden:
'xGedrukte
handleiding.'xGe

Scrollen
in
de
handleiding
Controller
draaien,
tot
de
volgende
of
vorige
inj
houden
worden
weergegeven.
Contexthulp
Algemeen
De
ge

Seite
23Media
van
de
handleidingAANWIJZINGEN23
Online
Edition
for
Part
no.
01405A11130
-
VI/20

InstappenOpenen
en
sluiten
De
toetsen
van
de
autosleutel
1Ontgrendelen2Vergrendelen3Kofferklep
openen/sluiten4Thuiskomverlichting
Auto
ontgrendelenDe
toets
van
de
autosleutel
indrukken.
Afhankelijk
van
de
instellingen
wordt
alleen
de bestuurdersportier
of
worden
alle
autoportieren
ontgrendeld.
Als
alleen
het
bestuurdersportier
wordt
ontgrenj deld,
de
toets
van
de
autosleutel
opnieuw
inj
drukken
om
de
andere
autotoegangen
te
ontj
grendelen.
De
toets
van
de
autosleutel
na
de
ontjgrendeling
ingedrukt
houden.
De
ruiten
worden
geopend
zolang
de
toets
van de
autosleutel
wordt
ingedrukt.
Auto
vergrendelen
1.Het
bestuurdersportier
sluiten.2.De
toets



van
de
autosleutel
indrukken.
Alle
autotoegangen
worden
vergrendelt.
De
toets
van
de
autosleutel
na
de
vergrenj
deling
ingedrukt
houden.
De
ruiten
worden
gesloten
zolang
de
toets
van
de
autosleutel
wordt
ingedrukt.
Toetsen
voor
centrale
vergrendeling
Overzicht
Toetsen
voor
centrale
vergrendeling.
Vergrendelen Toets
bij
gesloten
voorportieren
indrukj
ken.
De
klep
van
de
tankdop
blijft
ontgrendeld.
Ontgrendelen Toets
indrukken.
Comforttoegang
Principe De
toegang
tot
de
auto
is
zonder
gebruik
van
de
autosleutel
mogelijk.
Het
volstaat
om
de
autosleutel
bij
zich
te
dragen, bijv.
in
de
broekzak.
De
auto
herkent
de
autosleutel
automatisch
in
de
nabijheid
of
in
het
interieur.
Seite
24KORTE
INSTRUCTIEInstappen24
Online
Edition
for
Part
no.
01405A11130
-
VI/20