Page 25 of 116

Smart-sleutelsysteem
3-11
3
3. Druk terwijl het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem brandt het con-
tactslot in en draai het naar “ ”.
OPMERKING
Als het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
Het stuur ontgrendelen
1. Druk op de knop van het contactslot
terwijl de Smart-sleutel is ingescha-
keld en zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem
bevindt.
2. Draai en druk terwijl het controlelamp-
je van het Smart-sleutelsysteem
brandt het contactslot in de gewenste
stand.
DAU76903 (parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit.
Om de stand “ ” te gebruiken
1. Druk met het contactslot in de
stand “ ” en de Smart-sleutel inge-
schakeld en binnen het ontvangstbe-
reik op de knop van het contactslot.2. Draai terwijl het controlelampje van
het Smart-sleutelsysteem brandt het
contactslot naar “ ”.
Om de stand “ ” te verlaten
Draai eenvoudigweg het contactslot
naar “ ”.
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichting of de richting-
aanwijzers langdurig gebruikt, kan dit de
accu ontladen.
DAU79000“” (tankdopdeksel)
Om het tankdopdeksel te openen
1. Druk op de knop van het contactslot
terwijl de Smart-sleutel is ingescha-
keld en zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem
bevindt.
2. Draai als het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem brandt het con-
tactslot naar “ ”.
Om het tankdopdeksel te sluiten
Druk het tankdopdeksel omlaag totdat het
gesloten is.
1. Drukken.
2. Indrukken en draaien.
ZAUM1476
12
1. Drukken.
2. Draaien.
ZAUM1477
1
2
UBL1D0D0.book Page 11 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 26 of 116
Smart-sleutelsysteem
3-12
3
OPMERKING
Controleer of het tankdopdeksel stevig is
gesloten alvorens te gaan rijden.
UBL1D0D0.book Page 12 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 27 of 116

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-1
4
DAU4939C
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes
DAU11032Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11081Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU78180Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje kunt u controleren door het
contactslot op “ON” te zetten. Het waar-
schuwingslampje moet enkele seconden
oplichten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer het contactslot op “ON”
wordt gezet of blijft branden, laat de machi-
ne dan controleren door een Yamaha dea-
ler.
DAU78171ABS-waarschuwingslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje aan als het
contactslot op “ON” wordt gezet en gaat
het uit bij een rijsnelheid van 10 km/h
(6 mi/h) of hoger.
Als het ABS-waarschuwingslampje:
niet gaat branden wanneer het con-
tactslot op “ON” wordt gezet
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat bij een snelheid van
10 km/h (6 mi/h) of hoger
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 4-15 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van 10
km/h (6 mi/h) of hoger wordt gereden, of
als het waarschuwingslampje tijdens
het rijden gaat branden of knipperen,
keert het remsysteem terug naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaande gevallen zich voordoet, of
als het waarschuwingslampje helemaal
niet gaat branden, rij dan extra voorzich-
tig om te voorkomen dat de remmen in
noodsituaties blokkeren. Laat het rem-
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers
“”
2. Controlelampje rechter richtingaanwijzers
“”
3. Controlelampje grootlicht “ ”
4. ABS-waarschuwingslampje “ ”
5. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
6. Controlelampje tractieregeling “ ”
7. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “ ”
ZAUM1478
12
ABS
ABS
UBL1D0D0.book Page 1 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 28 of 116

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-2
4
systeem en de elektrische circuits zo
snel mogelijk door een Yamaha dealer
controleren.
OPMERKING
Het ABS-waarschuwingslampje kan gaan
branden wanneer er gas wordt gegeven
terwijl de machine op de middenbok staat.
Er is dan echter geen sprake van een sto-
ring.
Zet als dit gebeurt het contactslot uit en
weer aan om het controlelampje te reset-
ten.
DAU78591Controlelampje tractieregeling “TCS”
Dit controlelampje knippert als de tractiere-
geling is ingeschakeld.
Als de tractieregeling wordt uitgeschakeld,
gaat dit controlelampje branden. (Zie pagi-
na 4-16.)
OPMERKING
Als de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.
DAU78600Controlelampje Smart-sleutelsysteem
“”
Dit controlelampje geeft de toestand van
het Smart-sleutelsysteem aan. Als het
Smart-sleutelsysteem normaal werkt, is dit
controlelampje uit. Als er een storing op-
treedt in het Smart-sleutelsysteem, gaat
het controlelampje knipperen. Het contro-
lelampje knippert ook wanneer de machine
en Smart-sleutel met elkaar communiceren
en bij uitvoering van bepaalde bewerkingen
van het Smart-sleutelsysteem.
DAU63544
Snelheidsmeter
Voor Verenigd Koninkrijk
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Als de machinevoeding wordt ingescha-
keld, slaat de naald van de snelheidsmeter
eenmaal helemaal uit tot aan de hoogste
snelheid en keert daarna weer terug naar
nul om het elektrische circuit te testen.
1. Snelheidsmeter
1. Snelheidsmeter
ZAUM1479
1
ZAUM1526
1
UBL1D0D0.book Page 2 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 29 of 116

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-3
4
DAU63551
Toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de be-
stuurder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de machinevoeding wordt ingescha-
keld, slaat de naald van de toerenteller een-
maal helemaal uit tot het hoogste aantal
toeren per minuut en keert daarna weer te-
rug naar nul tpm om het elektrische circuit
te testen.
LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 8200 tpm en hoger
DAU78485
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van de
multifunctionele meter gaat aanbren-
gen. Het aanbrengen van wijzigingen tij-
dens het rijden kan u afleiden en
vergroot het risico op een ongeval.
De schakelaar “TRIP/INFO” bevindt zich
aan de rechterzijde van het stuur. Met deze
schakelaar kunt u de instellingen van de
multifunctionele meter regelen of wijzigen.
Als u de schakelaar “TRIP” wilt gebruiken,
draait u de schakelaar “TRIP/INFO” in de
richting (a). Als u de schakelaar “INFO” wilt
gebruiken, draait u de schakelaar “TRIP/IN-
FO” in de richting (b).
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
ZAUM1480
1
2
1. Brandstofniveaumeter
2. Informatieweergave
3. Temperatuurmeter koelvloeistof
4. Klok
5. Rittellerweergave
6. Waarschuwingslampje gladde weg Ž
ZAUM1481
2
3
4
1
6
5
UBL1D0D0.book Page 3 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 30 of 116

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-4
4
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
klok
brandstofniveaumeter
temperatuurmeter koelvloeistof
rittellerweergave
informatieweergave
OPMERKING
Voor Verenigd Koninkrijk: als u de weerga-
ven wilt wisselen tussen kilometers en mij-
houdt, en houdt u vervolgens de schake-
Klok
De klok maakt gebruik van een 24-uursy-
steem.
De klok instellen
1. Zet het contactslot op “OFF”.2. Houd de schakelaar “TRIP” ingedrukt.
3. Draai het contactslot naar “ON” terwijl
u de schakelaar “TRIP” ingedrukt
houdt, en houd vervolgens de schake-
laar “TRIP” nog acht seconden inge-
drukt. De urenaanduiding begint te
knipperen.
4. Gebruik de schakelaar “TRIP” om de
uren in te stellen.
5. Houd de schakelaar “TRIP” drie se-
conden ingedrukt en laat deze vervol-
gens los. De minutenaanduiding
begint te knipperen.
6. Gebruik de schakelaar “TRIP” om de
minuten in te stellen.
7. Houd de schakelaar “TRIP” drie se-
conden ingedrukt en laat deze vervol-
gens los om de klok te starten.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
segmenten van de brandstofniveaumeter
verdwijnen van “F” (vol) naar “E” (leeg)
naarmate het brandstofniveau verder daalt.
Als het laatste segment van de brandstofni-
veaumeter begint te knipperen, dient u zo
snel mogelijk te tanken.
OPMERKING
Als er een probleem wordt gedetec-
teerd in de brandstofniveaumeter,
gaan alle segmenten knipperen. Als
1. “TRIP/INFO”-schakelaar
1. Klok
1(b) (a)
ZAUM1482
1
1. Brandstofniveaumeter
ZAUM1483
1
UBL1D0D0.book Page 4 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 31 of 116

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-5
4
dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha-dealer de machine te contro-
leren.
Wanneer ongeveer 2.4 L (0.63 US gal,
0.53 Imp.gal) van de brandstof res-
teert in de brandstoftank, gaat het
laatste segment van de brandstofni-
veaumeter knipperen. De weergave
wisselt automatisch naar de brand-
stofreserve-ritteller “F Trip” en geeft
de afgelegde afstand vanaf dat punt
aan.
Temperatuurmeter koelvloeistof
De temperatuurmeter koelvloeistof geeft de
temperatuur van de koelvloeistof aan.
Als het bovenste segment knippert, stop
dan het voertuig, stop vervolgens de motor
en laat de motor afkoelen. (Zie pagina
7-37.)
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
OPMERKING
Als er een probleem wordt gedetec-
teerd in de temperatuurmeter koel-
vloeistof gaan alle segmenten
knipperen. Vraag in dat geval zo snel
mogelijk een Yamaha dealer de ma-
chine te controleren.De koelvloeistoftemperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandigheden
en de motorbelasting.
Rittellerweergave
De rittellerweergave is voorzien van het vol-
gende:
kilometerteller
ritteller
tijd-ritteller
ritteller brandstofreserve
ritteller olieverversing
ritteller voor V-snaarvervanging
Druk op de schakelaar “TRIP” om de weer-
gave in de onderstaande volgorde te wis-
selen tussen de kilometerteller “Odo”,
ritteller “Trip”, tijd-ritteller “Trip Time”, rittel-
ler olieverversing “Oil Trip”, en ritteller voor
V-snaarvervanging “V-Belt Trip”:
Odo → Trip → Trip Time → Oil Trip →
V-Belt Trip → Odo
OPMERKING
Wanneer ongeveer 2.4 L (0.63 US gal,
0.53 Imp.gal) van de brandstof resteert in
de brandstoftank, gaat het laatste segment
van de brandstofniveaumeter knipperen.
De weergave wisselt automatisch naar de
de afgelegde afstand vanaf dat punt aan.
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
ZAUM1484
1
1. Rittellerweergave
ZAUM1485
1
UBL1D0D0.book Page 5 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 32 of 116

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-6
4
Kilometerteller “Odo” en ritteller “Trip”
De kilometerteller toont de totale afstand
die door de machine is afgelegd.
De ritteller toont de afgelegde afstand sinds
de teller voor het laatst werd teruggesteld.
Als u de ritteller wilt terugstellen, selecteert
u deze door op de schakelaar “TRIP” te
drukken en houdt u vervolgens de schake-
laar “TRIP” drie seconden ingedrukt.
OPMERKING
De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999.
De ritteller wordt teruggesteld en blijft
tellen nadat 9999.9 is bereikt.
Tijd-ritteller “Time”
De tijd-ritteller toont de tijd die is verstreken
terwijl het contactslot in de stand “ON”
stond sinds de teller voor het laatst werd te-
ruggesteld.
De maximale tijd die kan worden weerge-
geven is 99:59.
OPMERKING
Als u de tijd-ritteller wilt terugstellen, selec-
te drukken en houdt u vervolgens de scha-
Brandstofreserve-ritteller “F Trip”
Wanneer ongeveer 2.4 L (0.63 US gal,
0.53 Imp.gal) van de brandstof resteert in
de brandstoftank, gaat het laatste segment
van de brandstofniveaumeter knipperen.
De weergave wisselt automatisch naar de
brandstofreserve-ritteller “F Trip” en geeft
de afgelegde afstand vanaf dat punt aan.
Druk in dat geval op de schakelaar “TRIP”
om de weergave te wisselen in de onder-
staande volgorde:
F Trip → Oil Trip → V-Belt Trip → Odo →
Trip → Trip Time → F Trip
Als u de brandstofreserve-ritteller wilt te-
rugstellen, selecteert u deze door op de
schakelaar “TRIP” te drukken en houdt u
vervolgens de schakelaar “TRIP” drie se-
conden ingedrukt.
De brandstofreserve-ritteller wordt auto-
matisch op nul teruggesteld en verdwijnt
zodra na het tanken 5 km (3 mi) is gereden.
1. Tijd-ritteller
ZAUM1486
1
1. Brandstofreserve-ritteller
ZAUM1487
1
UBL1D0D0.book Page 6 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM