224
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Druk, om de ingestelde snelheid te wij-
zigen, op de schakelaar +RES of -SET
totdat de gewenste snelheid wordt
bereikt.
1Verhogen van de snelheid
2 Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de schakelaar in de
gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de schakelaar inge-
drukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt ver-
hoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h
*1 of 1 mph*2 telkens als
de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Wordt in stappen van 5
km/h
*1 of 5 mph*2 verhoogd of verlaagd
zolang de schakelaar ingedrukt wordt
gehouden
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
1 Als u op de uitschakeltoets drukt,
wordt de snelheidsbegrenzer uitge-
schakeld.
2 Door op de schakelaar +RES te
drukken wordt de snelheidsbegren-
zer opnieuw geactiveerd.
■Overschrijden van de ingestelde snel-
heid
In de volgende situaties overschrijdt de rij-
snelheid de ingestelde snelheid en gaan de
tekens op het display knipperen:
●Wanneer u het gaspedaal volledig intrapt
●Wanneer u bergaf rijdt
■Automatische uitschakeling snelheids-
begrenzer
De snelheidsbegrenzer wordt automatisch
uitgeschakeld in een van de volgende situa-
ties:
●De cruise control wordt ingeschakeld.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld door de schakelaar VSC OFF in te
drukken.
■Als de waarschuwingsmelding voor de
snelheidsbegrenzer op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven
Zet de motor af en start de motor weer. Stel
na het weer starten van de motor de snel-
heidsbegrenzer in. Als de snelheidsbegren-
zer niet kan worden ingesteld, is er mogelijk
een storing aanwezig in de snelheidsbegren-
zer. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
Wijzigen van de ingestelde
snelheidUitschakelen en hervatten
van de constante-
snelheidsregeling
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 224 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
225
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
*: Indien aanwezigWAARSCHUWING
■Onbedoeld inschakelen van de snel-
heidsbegrenzer voorkomen
Schakel de snelheidsbegrenzer uit met de
hoofdschakelaar snelheidsbegrenzer als
deze niet wordt gebruikt.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van de snelheidsbegrenzer
Gebruik de snelheidsbegrenzer niet in de
volgende situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de
controle waardoor een ongeval met ernstig
letsel kan ontstaan.
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw
glad zijn
●Op steile hellingen
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval
RSA (Road Sign Assist)*
Het RSA-systeem herkent
bepaalde verkeersborden door
gebruik te maken van de camera
voor en/of het navigatiesysteem
(als er informatie over de snel-
heidslimiet beschikbaar is) en
voorziet de bestuurder via het dis-
play van informatie.
Als het systeem vaststelt dat de
snelheidslimiet wordt overschre-
den of wanneer er bijvoorbeeld
verboden acties ten opzichte van
de herkende verkeersborden wor-
den uitgevoerd, wordt de bestuur-
der gewaarschuwd door middel
van een waarschuwingsdisplay en
waarschuwingszoemer.
WAARSCHUWING
■Voordat u de RSA gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het RSA-sys-
teem. De RSA is een systeem dat de
bestuurder ondersteunt middels het bie-
den van informatie, maar het is geen ver-
vanging van het eigen inzicht en de
oplettendheid van de bestuurder. Rijd
voorzichtig door altijd goed op de ver-
keersregels te letten.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 225 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
226
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer de camera voor een ver-
keersbord herkent en/of er informatie
over een verkeersbord beschikbaar is
via het navigatiesysteem, wordt het
bord weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
Wanneer de informatie van het
ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, kunnen er maximaal 3
verkeersborden (verticaal display) of
2 verkeersborden (horizontaal dis-
play) worden weergegeven.
(→Blz. 93, 99)
Verticaal display
Horizontaal display
Wanneer een ander tabblad dan dat
van het ondersteunende systeem is
geselecteerd, worden alleen de vol-
gende typen verkeersborden weer-
gegeven. ( →Blz. 93, 99)
• Verkeersbord begin/ei nde snelheidslimiet
• Verkeersbord met aan snelheidslimiet gerelateerde informatie (autoweg, snel-
weg, bebouwde kom, woonerf) • Verkeersbord einde alle verboden
• Verkeersbord verboden in te rijden
*
(indien een melding nodig is)
• Verkeersbord maximaal toegestane snel- heid met aanvullend bord (alleen op- en
afritten)
*: Auto's met navigatiesysteem
Als er andere verkeersborden dan die met
de maximaal toegestane snelheid worden
herkend, worden deze trapsgewijs weerge-
geven onder het verkeersbord met de maxi-
maal toegestane snelheid.
De volgende soorten verkeersborden,
inclusief elektronische verkeersborden
en knipperende verkeersborden, wor-
den herkend.
Niet-officiële (niet aan het Verdrag van
Wenen voldoende) of recentelijk geïntrodu-
ceerde verkeersborden worden mogelijk niet
herkend.
Verkeersborden snelheidslimiet
Weergave op het multi-
informatiedisplay
Ondersteunde soorten
verkeersborden
Snelheidslimiet begint/zone
maximumsnelheid begint
Snelheidslimiet eindigt/zone
maximumsnelheid eindigt
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 226 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
228
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
In de volgende situaties waarschuwt
het RSA-systeem de bestuurder.
Wanneer de rijsnelheid de drempel-
waarde voor de snelheidswaarschu-
wing van het weergegeven
verkeersbord met de maximaal toe-
gestane snelheid overschrijdt, wordt
het verkeersbord duidelijker zicht-
baar gemaakt en klinkt er een zoe-
mer.
Als het RSA-systee m een verkeers-
bord voor verboden in te rijden her-
kent en signaleert dat de bestuurder
het inrijverbod negeert op basis van
de kaartinformatie van het navigatie-
systeem, knippert het verkeersbord
voor verboden in te rijden en klinkt er
een zoemer. (Auto's met navigatie-
systeem)
Als wordt gesignaleerd dat uw auto
een ander voertuig inhaalt terwijl er
een verkeersbord voor een inhaal-
verbod wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, gaat het ver-
keersbord knipperen en klinkt er een
zoemer.
Afhankelijk van de situatie wordt de
verkeerssituatie (rich ting en snelheid
van het verkeer en hoeveelheid ver-
keer) mogelijk niet goed gesignaleerd
en werkt de waarschuwingsfunctie
mogelijk niet goed.
■Instellen
1 Druk op / (verticaal display) of
/ (horizontaal display) van de
bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer . 2
Druk op / (verticaal display) of
/ (horizontaal display) van de
bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer en druk op .
■Automatisch uitschakelen van weer-
gave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer
verkeersborden automatisch uitgeschakeld.
●Een nieuw verkeersbord wordt over een
bepaalde afstand niet herkend.
●De weg verandert als gevolg van een
afslag naar links of rechts, enz.
■Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt of niet goed
signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet
normaal en worden verkeersborden mogelijk
niet herkend, worden onjuiste verkeersbor-
den weergegeven, enz. Dit duidt echter niet
op een storing.
●De camera voor is niet goed uitgelijnd
doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan
hevige schokken.
●Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op
de voorruit in de buurt van de camera voor.
●Onder barre weersomstandigheden, bij-
voorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen
●Licht van een tegenligger, de zon, enz.
dringt de camera voor binnen.
●Het verkeersbord is vuil of vervaagd, staat
scheef of is krom.
●Het elektronische verkeersbord heeft wei-
nig contrast.
●Het verkeersbord gaat helemaal of gedeel-
telijk verscholen achter boombladeren, een
paal, o.i.d.
●Het verkeersbord is alleen korte tijd zicht-
baar voor de camera voor.
●De omgeving (bij afsl aan, rijstrookwisse-
ling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
●Ook wanneer een verkeersbord niet van
toepassing is op de rijstrook waar op dat
moment op wordt gereden, staat dit bord
wel direct voor/na een vertakking van de
snelweg of bij een parallelweg en wordt het
verkeersbord mogelijk weergegeven.
Waarschuwingsfunctie
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 228 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
229
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Er zitten stickers op de achterzijde van de
voorligger.
●Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt
op een verkeersbord dat compatibel is met
het systeem.
●Mogelijk worden verkeersborden met de
maximaal toegestane snelheid voor afsla-
gen van rotondes gesignaleerd en weerge-
geven (wanneer deze in het zicht van de
camera voor staan) terwijl de auto op de
rotonde rijdt.
●De voorzijde van de auto staat omhoog of
omlaag door de belading van de auto.
●De helderheid van het omgevingslicht is
niet voldoende of verandert plotseling.
●Wanneer een verkeersbord voor vrachtwa-
gens, enz. wordt herkend.
●Er wordt met de auto in een land gereden
waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
●De kaartgegevens van het navigatiesys-
teem zijn niet meer up-to-date.
●Het navigatiesysteem werkt niet.
●De snelheidsinformatie die op het instru-
mentenpaneel wordt weergegeven ver-
schilt mogelijk van de informatie die wordt
weergegeven op het navigatiesysteem als
gevolg van de gebruikte kaartgegevens
van het navigatiesysteem.
■Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd
gezet terwijl er een verkeersbord met de
maximaal toegestane snelheid op het multi-
informatiedisplay werd weergegeven, wordt
datzelfde verkeersbord weer weergegeven
wanneer het contact AAN wordt gezet.
■Als “RSA Malfunction Visit Your Dea-
ler” (Storing in RSA. Ga naar uw dealer)
wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 422)
*: Indien aanwezig
■Uitzetten van de motor
Auto's met Multidrive CVT
Trap, terwijl u met de selectiehendel in
stand D rijdt, het rempedaal in en breng
de auto tot stilstand. De motor wordt
automatisch uitgezet.
Als de motor uitgezet wordt, gaat het contro-
lelampje van het Stop & Start-systeem bran-
den.
Stop & Start-systeem*
Multidrive CVT: Het Stop & Start-
systeem schakelt de motor uit en
start deze weer overeenkomstig
de bediening van het rempedaal of
de selectiehendel als de auto tot
stilstand wordt gebracht, bijvoor-
beeld bij een verkeerslicht of
kruispunt, om het brandstofver-
bruik te verlagen en geluid en ver-
vuiling door een stationair
draaiende motor te voorkomen.
Handgeschakelde transmissie:
Het Stop & Start-systeem schakelt
de motor uit en start deze weer
overeenkomstig de bediening van
het koppelingspedaal of de selec-
tiehendel als de auto tot stilstand
wordt gebracht, bijvoorbeeld bij
een verkeerslicht of kruispunt, om
het brandstofverbruik te verlagen
en geluid en vervuiling door een
stationair draaiende motor te
voorkomen.
Werking Stop & Start-systeem
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 229 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
233
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Druk op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem om het Stop & Start-systeem
uit te schakelen.
■Wijzigen van de tijd voor uitschakeling
bij stilstand bij ingeschakelde aircondi-
tioning
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditioni ng is ingeschakeld,
kan via van het multi-informatiedisplay
( → Blz. 93, 99) worden gewijzigd. (De wer-
kingsduur van het Stop & Start-systeem als
de airconditioning is ui tgeschakeld, kan niet
worden gewijzigd.)
■Weergeven van de status van het Stop
& Start-systeem
→ Blz. 99, 104
■Meldingen multi-informatiedisplay
In de volgende gevallen kunnen en een
melding worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
●Wanneer de motor niet kan worden uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem “Press Brake More to Activate” (trap het
rempedaal dieper in om te activeren)
*
• Het rempedaal wordt niet ver genoeg inge- trapt.
→ Als het rempedaal verder wordt ingetrapt,
werkt het systeem.
*: Auto's met Multidrive CVT
“Non-Dedicated Battery” (niet-specifieke
batterij)
• Er is een accu geplaatst die niet is ontwor- pen voor gebruik met een Stop & Start-
systeem.
→ Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
“Battery Charging” (accu aan het opla-
den)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
→ Het uitschakelen van de motor is tijdelijk
niet mogelijk om voorrang te geven aan het
laden van de accu. Nadat de motor gedu-
rende een bepaalde periode heeft gedraaid,
wordt het systeem weer geactiveerd. • Mogelijk wordt een onderhoudslaadproce-
dure uitgevoerd
→ Wanneer de onderhoudslaadprocedure
van maximaal een uur is voltooid, kan het
systeem worden bediend.
• Indien continu weergegeven gedurende een langere tijd (meer dan een uur)
→ De accu kan verouderd zijn. Neem voor
meer informatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
“Stop & Start Unavailable” (Stop & Start-
systeem niet beschikbaar)
• Het Stop & Start-systeem is tijdelijk uitge- schakeld.
→ Laat de motor gedurende enige tijd
draaien.
• De motor is mogelijk herstart terwijl de motorkap was geopend.
→ Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht ten minste 30 seconden en start ver-
volgens de motor.
“In Preparation” (in voorbereiding)
• De auto rijdt op grote hoogte.
• Auto's met Multidrive CVT: Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
→ Wanneer het vacuüm van de rembekrachti-
ger een bepaald niveau bereikt, wordt het
systeem ingeschakeld.
“For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperatuur hoog of laag is.
→ Het systeem treedt in werking wanneer het
verschil tussen de ingestelde temperatuur en
de temperatuur in het interieur te klein wordt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
●Wanneer de motor automatisch wordt her-
start terwijl hij was uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem
“In Preparation” (in voorbereiding)
*
• Het rempedaal is dieper of pompend inge- trapt.
→ Het systeem wordt ingeschakeld als de
motor draait en het vacuüm van de rembe-
krachtiger een bepaald niveau heeft bereikt.
*: Auto's met Multidrive CVT
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 233 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
234
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
“For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
• De airconditioning wordt ingeschakeld of gebruikt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
“Battery Charging” (accu aan het opla-
den)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
→ De motor wordt herstart om voorrang te
geven aan het laden van de accu. Nadat de
motor gedurende een bepaalde periode heeft
gedraaid, wordt het systeem weer geacti-
veerd. (auto's met handgeschakelde trans-
missie)
→ Het systeem wordt ingeschakeld als de
motor draait om de accu voldoende op te
laden. (auto's met Multidrive CVT)
●Wanneer de motor niet weer kan worden
gestart door het Stop & Start-systeem
“Shift to N and Press Clutch to Restart”
*
(schakel naar N en trap koppeling in om
opnieuw te starten)
→ Terwijl de motor is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem, wordt de selectiehen-
del in een andere stand dan de neutraalstand
gezet zonder dat het koppelingspedaal is
ingetrapt.
*: Auto's met handgeschakelde transmissie
■Wanneer er een zoemer klinkt (auto's
met Multidrive CVT)
Als het bestuurdersportier wordt geopend ter-
wijl de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de selectiehendel in D
staat, klinkt er een zoemer en gaat het con-
trolelampje Stop & Start knipperen. Sluit het
bestuurdersportier om de zoemer te stoppen.
■Beveiligingsfunctie van het Stop &
Start-systeem
●Als het volume van het audiosysteem hoog
staat, wordt het geluid van het audiosys-
teem mogelijk plotseli ng uitgeschakeld om
het stroomverbruik te beperken. Stel het
volume van het audiosysteem op een
gematigd niveau in om te voorkomen dat
het audiosysteem wordt uitgeschakeld.
Zet, als het audiosysteem wordt uitgescha-
keld, het contact UIT, wacht gedurende ten
minste 3 seconden en zet vervolgens het
contact in stand ACC of AAN om het
audiosysteem weer in te schakelen.
●Het audiosysteem wordt mogelijk niet inge-
schakeld wanneer de accukabels zijn los-
genomen en weer aangesloten. Zet als dit
gebeurt het contact UIT en herhaal de
onderstaande procedure tweemaal om het
audiosysteem normaal in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
■Batterij vervangen
→ Blz. 403
■Als het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem continu knippert
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Stop & Start System Malfunction
Visit Your Dealer” (storing Stop & Start-
systeem, ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 234 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
236
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Bedieningstoetsen instrumentenpa-
neel
In-/uitschakelen van de Blind Spot Monitor.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd in de
dode hoek van de buitenspiegels of van ach-
teren snel de dode hoek nadert, gaat de
indicator in de buitenspiegel aan die zijde
branden. Als de richtingaanwijzerschake-
laar wordt bediend in de richting van de zijde
waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de
indicator in de buitenspiegel knipperen.
Controlelampje BSM OFF
Gaat branden wanneer de Blind Spot Moni-
tor wordt uitgeschakeld.
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Unavaila-
ble See Owner’s Manual” (Blind Spot
Monitor niet beschikbaar, zie handlei-
ding) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, modder, enz. rond
de sensoren in de achterbumper. (→ Blz. 237)
Na het verwijderen van het ijs, de sneeuw, de
modder, enz. van de achterbumper moet het
systeem weer normaal gaan werken. Ook
werken de sensoren mogelijk niet normaal bij
extreem warm of koud weer.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Blind
Spot Monitor. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de
sensor is niet goed uitgelijnd. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 422)
■Verklaringen bij de Blind Spot Monitor
→ Blz. 531
BSM (Blind Spot Monitor)*
De Blind Spot Monitor is een sys-
teem dat radarsensoren aan de lin-
ker en rechter binnenzijde van de
achterbumper gebruikt om de
bestuurder te helpen de veiligheid
te controleren bij het wisselen van
rijstrook.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor
een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De Blind Spot Monitor is een aanvullende
functie die de bestuurder er attent op
maakt dat er zich een auto in de dode
hoek van de buitenspiegels bevindt of snel
van achteren nadert richting de dode
hoek. Vertrouw niet bl indelings op de Blind
Spot Monitor. De functie kan niet beoorde-
len of u veilig van ri jstrook kunt wisselen.
Wanneer u alleen op de functie vertrouwt,
kan dit leiden tot een ongeval met ernstig
letsel tot gevolg.
Aangezien het systeem onder bepaalde
omstandigheden mogelijk niet goed werkt,
dient de bestuurder altijd zelf de veiligheid
te controleren.
Systeemonderdelen
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 236 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM